Categorieën
Strips

Valt het doek voor Pulpman?

Van de week kondigde stripmaker Fred de Heij op zijn blog aan dat hij serieus overweegt om met het blad Pulpman te stoppen. De verkoopcijfers vallen erg tegen.

Ik was het hele weekend op het stripfestival in Breda omdat we een speciale Pulpman-stand hadden. De stand zag er mooi uit met posters en originele omslagen, de sfeer op de beurs was prima, en Phinny en Haas werden goed verkocht. Maar bijna geen Pulpmannen, misschien 5 of 6. Zondagavond was ik weer thuis en de twijfel sloeg toe: waarom zouden we al die Pulpman moeite doen als het blijkbaar niemand interesseert?

Hoogste tijd om even met Fred te bellen om te horen of het doek voor Pulpman daadwerkelijk gaat vallen.

‘Ik ga er in ieder geval nog wel een tijdje mee door,’ vertelt De Heij. ‘Er staan een paar vervolgverhalen in die gewoon afgemaakt moeten worden. Dat gaat sowieso gebeuren. En dan zien we wel hoe het gaat.’ Toch zit het de stripmaker dwars dat er weinig belangstelling voor Pulpman is.

Achterkant en voorkant van Pulpman 11.

‘Ik moet er met Ger en Esther van Uitgeverij Xtra binnenkort eens over praten, maar zoals het nu gaat is het niet de moeite waard. Er zit heel veel werk in Pulpman en als men het niet de moeite waard vindt om daar negen euro voor te betalen, zijn we kennelijk niet goed bezig. Dan kan ik beter iets anders verzinnen, iets wat wel opgepikt wordt.’

Toen Pulpman net uitkwam, is er redelijk wat aandacht aan besteed. De pers heeft er over geschreven en een week lang was de etalage van Atheneum Boekhandel in Amsterdam ingericht met het werk van De Heij. Desondanks is het geen bestseller, aldus Esther Gasseling van uitgeverij Xtra. Ook in Vlaanderen niet. Wellicht heeft dat te maken met de expliciete seks die er in voorkomt, dat ligt toch nog steeds gevoelig bij veel verkopers. Wel is Xtra aan het kijken of er met een Engelstalige versie ook een plekje voor het blad in het buitenland is.

Buitenland
Het afgelopen week uitgekomen album Phinny zou een aardige introductie zijn van Freds werk en is daarom ook in het Engels vertaald. Maar wellicht zou Pulpmania, het album waarin enkele Pulpman-strips gebundeld zijn, daar ook een goede kandidaat voor zijn.

Mocht Pulpman toch verdwijnen, dan betekent dit natuurlijk niet dat de liefhebbers van Freds werk zijn strips nooit meer kunnen lezen: ‘Ik heb altijd strips gemaakt en ze komen altijd wel ergens terecht. Daar maak ik me geen zorgen over. Er zullen altijd nieuwe initiatieven genomen worden en er blijft altijd interesse in het soort strips dat ik maak.’ Er komt ook weer een nieuw verhaal van Haas in Eppo te staan.

Persoonlijk zou ik het heel jammer vinden als Pulpman zou verdwijnen. Het blad biedt een uniek geluid in de kleine markt van striptijdschriften die Nederland kent. Vanaf de eerste bladzijde ben ik al fan van dit stripblad dat door een heel klein team gemaakt wordt, maar vooral door De Heij wordt gedragen. Fred tekent het merendeel van de strips en schrijft daarnaast korte artikelen over strips die hij interessant vindt. Zelf heb ik ook wel eens artikelen voor Pulpman geschreven. Ook heb ik voor Fred een stripscenario gepend.

Underground
Voor mij is Pulpman echt een undergroundstrip en daar zijn er bijna geen van in Nederland. Fred doet hierin zijn eigen ding en laat zich leiden door zijn eigen interesses en onderwerpen waar hij graag strips over maakt, net zoals de Amerikaanse undergroundtekenaars dat in de jaren zestig en zeventig deden. Wars van opgelegde regels gebruikten die tekenaars de strip om hun eigen geluid te laten horen, om hun persoonlijke verhalen te vertellen en kritiek te uiten op de maatschappij. Dat laatste doet De Heij met de satirische dierenstrip ’t Landje die in Pulpman staat.

En Fred is, laten we dat vooral niet vergeten, een fantastische tekenaar. Één van de weinige stripmakers die een realistische tekenstijl hanteert.

Pulpman is een blad dat gemaakt wordt omdat de makers vinden dat het iets toevoegt aan het aanbod. Het enthousiasme van het Pulpman-team is van de bladzijden af te lezen. Dat mag eigenlijk niet verloren gaan, dus als je ook fan bent van dit stripblad laat dat dan merken. Blog over Pulpman, geef potentiële geïnteresseerden in je vriendengroep een exemplaar cadeau en neem een abonnement.

Wordt hopelijk vervolgd…

Categorieën
Strips

Spider-Man: Alledaagse problemen van een webhoofd

Spider-Man is al jaren het boegbeeld van Marvel Comics en de meest geliefde superheld uit hun stal. De aantrekkingskracht van deze held schuilt niet alleen in zijn spinnenkracht. Juist zijn kwetsbaarheid maakt hem menselijk en daarmee populair.

Ik lees Spider-Man-strips sinds ik een jaar of zeven, acht was. Hoewel ik tegenwoordig nog zelden een Lucky Luke oppak of andere striphelden waar ik als klein joch aan verknocht was, hebben de verhalen over het Amerikaanse webhoofd me nooit meer losgelaten.
John Romita Jr. heeft ooit gezegd dat Peter Parker als een familielid voor hem was. Zijn vader tekende de Spider-Man-strips in de jaren zestig en zeventig en de jonge John keek op de tekentafel mee. Ook woonden Peter en hij in dezelfde wijk, Queens, dus leek het net alsof Peter een soort buurjongen was.
Dat was voor mij niet het geval, opgroeiend in een klein stadje in Nederland. Toch heb ik altijd een soort verwantschap gevoeld met Peter Parker. Volgend jaar is het 50 jaar geleden dat Steve Ditko Spidey voor het eerst op papier zette. Waarom is hij in al die jaren zo populair gebleven?

Alledaagse superheld
Spiderman zag in 1962 het licht in de comic Amazing Fantasy #15 en is het geesteskind van schrijver Stan Lee en tekenaar Steve Ditko. Het jaar ervoor ontketenden Lee en tekenaar Jack Kirby een revolutie in de superheldenbranche met hun creaties The Fantastic Four en de Hulk. Lee vroeg zich af wat er zou gebeuren als superhelden in de echte wereld zouden bestaan, als echte mensen met alledaagse problemen.

Met dit idee in het achterhoofd introduceerden Lee en co. een nieuw soort superheld: personages die zowel de strijd aan moeten gaan met superschurken als met hun innerlijke demonen; helden die geplaagd worden door dezelfde sores als Jan en alleman en wier superkracht niet per se een zegen hoeft te zijn.
Duidelijke voorbeelden hiervan zijn de Hulk of The Thing van The Fantastic Four: Ben Grimm veranderde in het grote oranje monster The Thing na een dosis kosmische straling. Probleem: probeer als grote stenen kolos maar eens kleding in je eigen maat te vinden. Ben wordt dan ook vaak gekweld door depressieve buien, die weer leiden tot explosieve woede-uitbarstingen.

Vier fantastische sterren
Ook interessant aan de creaties van Lee en kornuiten is het feit dat sommige superhelden echte sterren werden. The Fantastic Four staan in de eerste verhalen net zo vaak op de voorpagina van de krant nadat ze een ramp hebben voorkomen als op de society pagina vanwege hun persoonlijkheden. Let wel: de vier superhelden dragen geen maskers en iedereen weet wie ze zijn.
De insteek van Lee gaf de helden een realistischer tintje dan hun voorgangers. De superhelden van Marvel lijken in een bepaald opzicht dus op hun lezers, wat voor een deel hun populariteit verklaart. Spiderman is hier het schoolvoorbeeld van.

Puber
Peter Parker is een aantrekkelijk personage omdat hij heel herkenbaar is als tiener met alle onzekerheden die op die leeftijd spelen. Hij is een sociale outcast, een boekenwurm die ernaar verlangt geaccepteerd te worden. Interessant is dat zijn alter ego Spiderman wat dat laatste betreft met dezelfde problemen worstelt als Peter zelf – ook Spiderman is een buitenstaander die wordt gewantrouwd door het grote publiek.
Veel van de eerste verhalen spelen zich af op de middelbare school: Peters ontwikkeling van tiener naar jongvolwassene loopt parallel met die van de jonge Spiderman, die langzaam leert wat het betekent om een held te zijn. Peter lijkt een normale puber, maar diep van binnen schuilt er een heroïsch personage in hem. En hebben we niet allemaal het idee dat we in dwingende omstandigheden altijd het juiste zullen doen en boven onszelf uit zullen stijgen?

Dood door schuld
Daarbij komt Peters motivatie om goed te doen voort uit schuldgevoel. Deze held is geboren uit een dramatische gebeurtenis. Toen Peter net zijn krachten had, na een beet door een radioactief spinnetje, dacht hij er veel geld mee te kunnen verdienen. Na afloop van een televisieoptreden liet hij een dief ontsnappen die hij gemakkelijk tegen had kunnen houden, maar Peter vond dit niet zijn taak. Niet veel later brak de dief in het huis van de Parkers in en vermoordde Peters oom Ben, de man die hem opvoedde en zijn normen en waarden bijbracht. Had Peter de dief tegengehouden, dan was dit nooit gebeurd. Daarmee leert Peter de belangrijkste les van zijn leven: dat grote krachten met grote verantwoordelijkheid gepaard gaan.

In zekere zin kun je stellen dat ook Batmans Bruce Wayne handelt uit schuldgevoel: zijn ouders werden voor zijn ogen vermoord door een overvaller, maar hij was zelf te jong en te zwak om daar iets tegen te ondernemen. Zijn motief om als Batman op te treden is in eerste instantie wraak op de misdaad. Maar als de jonge Bruce Wayne op de divan van een goede psychiater terecht was gekomen, had het onderliggende schuldgevoel behandeld kunnen worden en had Bruce wellicht nooit de noodzaak gevoeld om zich iedere avond als een halloweenfiguur te kleden.

De grote onthulling in Amazing Fantasy #15.

Soap
Het leven van een superheld is vaak geen pretje, een gegeven dat keer op keer ook in het leven van Peter Parker wordt onderstreept. In de vroege verhalen hebben Peter en zijn tante May dikwijls geldproblemen, heeft May te kampen met een slechte gezondheid, wordt Peter constant geplaagd op school door Flash Thompson en probeert hij naast zijn activiteiten als Spiderman een relatie te onderhouden met Betty Brant.
Peter is als de dood dat zijn naasten gevaar lopen. Als vijanden achter zijn identiteit komen, zijn familie en vrienden hun leven niet meer zeker. Zo kwam Peters grote liefde Gwen Stacy om het leven tijdens een gevecht tussen Spidey en de Green Goblin, die op de hoogte was van Peters geheime identiteit. Ook werd Spideys latere echtgenote Mary Jane wel eens slachtoffer van een ontvoering.

De auteurs maken Peters persoonlijke relaties nog eens extra gecompliceerd door hem vriendinnen te geven die vaak een hekel hebben aan Spiderman, zodat Peter nooit kan vertellen wie hij werkelijk is.

De relatieperikelen tussen Peter en zijn leeftijdsgenoten verzanden soms in een soap, maar Lee mixt ze gelukkig goed met de actiescènes in het verhaal. Eerlijkheidshalve moet ik trouwens toegeven dat het vooral deze soapelementen zijn die je nieuwsgierig maken naar het vervolg.

 

Alter ego
De dubbele identiteit is een vast gegeven in het superheldengenre. Het geeft vaak problemen en vraagt offers in het privé-leven van de held. Bij Peter Parker maakt zijn alter ego Spiderman het hem moeilijk om een normaal leven te leiden. Zo moet hij, juist als hij met zijn vriendin uit wil gaan, plotseling in actie komen als Spiderman.

Anderzijds verstoort zijn privé-leven ook Spidermans activiteiten: in The Amazing Spider-Man (Vol.1) #17 (1964) moet Spidey een gevecht met de Green Goblin staken, omdat zijn tante May acuut is opgenomen in het ziekenhuis. De toeschouwers hebben geen idee waarom de held plotseling het strijdtoneel verlaat en vinden Spiderman een lafaard.

Peter hield zijn geheim jarenlang verborgen voor zijn tante, uit angst dat ze een hartaanval zou krijgen als ze wist dat haar geliefde neefje zich keer op keer in levensgevaarlijke situaties bevindt. In een van de beste verhalen speelt het moment dat May achter Peters grote geheim komt. In Amazing Spider-Man (Vol. 2) #38, geschreven door J. Michael Straczynski en getekend door John Romita Jr., praten ze het eindelijk uit in een prachtige dialoog. Waaruit nogmaals blijkt dat de beste Spider-Man-verhalen altijd draaien om de man achter het masker en niet om de misdaadbestrijder die tijdens een gevecht net zo makkelijk met grappen smijt als klappen uitdeelt.

Het is dus vooral vanwege Peter Parker dat ik het grootste deel van mijn leven al Spider-Man lees. De charme zit ‘m in zijn menselijkheid. Zijn leven kent – net als dat van ons – liefde, verdriet en een hoop pech, maar desondanks houdt hij vol en belichaamt hij de wens om boven het alledaagse uit te stijgen.

Dit artikel is gepubliceerd in Pulpman #11.

Categorieën
Fotoblog Strips

Viva Pontiac!

Peter Pontiac kreeg afgelopen vrijdag de Marten Toonderprijs uitgereikt voor zijn gehele oeuvre. En terecht, want het is een fantastische tekenaar en een bijzonder stripmaker. Iemand die een stevige eigen stempel heeft gedrukt op de Nederlandse stripwereld. Maar goed, dat weet je allemaal al, want je hebt natuurlijk dit interview met Pontiac al gelezen. 🙂
Bovenstaande foto is het plafond van de Grote Kerk te Breda, genomen tijdens de toespraak van de Burgemeester. Natuurlijk is het goed dat de burgervader ook wat komt vertellen en de man bleek zowaar een fan van Pontiac. Toch moeten mensen ambtenaren maar eens vertellen dat een speech ook kort mag zijn.

Jan Kruis, de winnaar van de Marten Toonderprijs vorig jaar, overhandigde zijn collega een prachtig kunstwerk waar verschillende stripmakers aan hebben meegewerkt.

Daarna togen wij opgetogen naar het Graphic Design Museum om de expositie ‘Comix, Hot Pix & Tragix’ te bekijken: het prachtige tekenwerk van Pontiac in originele versies te bekijken.

 

 

 

Categorieën
Strips

Interview Peter Pontiac: Horror vacui

Stripmaker en illustrator Peter Pontiac krijgt de Marten Toonderprijs 2011 voor zijn oeuvre, waarmee hij volgens de jury door een combinatie van schrijver- met kunstenaarschap de Nederlandse strip heeft verrijkt.

Sinds bekend werd dat Peter Pontiac de Marten Toonderprijs zou krijgen, bedoeld voor stripmakers die een bijzondere bijdrage hebben geleverd aan het beeldverhaal, heeft hij al menig journalist te woord gestaan. De in 1951 te Beverwijk geboren tekenaar heeft een eigenzinnige stempel gedrukt op de Nederlandse stripwereld. Hij maakt sociaal geëngageerde strips, erotica en bovenal autobiografische verhalen over zijn drugsgebruik en liefdesleven. Soms grimmig en vol zelfbeklag, vaak niet zonder zelfspot en soms heerlijk luchtig zoals in het verhaal over een bezoek aan Lowlands.

In het begin van zijn carrière kreeg hij het predikaat undergroundtekenaar opgeplakt, mede door publicaties in Nederlandse, Spaanse en Amerikaanse undergroundbladen.
De autodidact is bij het grote publiek waarschijnlijk vooral bekend als illustrator. Pontiac tekende covers voor bootlegboeken met songteksten van Country Joe & The Fish, The Rolling Stones en Bob Dylan die eind jaren zestig werden uitgegeven door de Leidse Commune waar hij als uit huisgetrapte tiener een jaar heeft gewoond. Muziek is altijd een belangrijke inspiratiebron voor Pontiac geweest. Hij maakte posters, platenhoezen en illustraties van popmuzikanten voor tijdschriften als Hitweek-Aloha, Muziek Express en Oor. Ook tekent hij voor kranten als het AD en NRC en sieren zijn tekeningen soms de cover van de VPRO Gids.

Rhythm
Behalve 25.000 euro die Pontiac ontvangt, is er naar aanleiding van De Marten een overzichtstentoonstelling in het Graphic Design Museum Breda met de ondertitel Comix, Hot pix & Tragix. Die ondertitel duidt zijn oeuvre goed, vindt de stripmaker: ‘Tragix is het tegenovergestelde van comix; het stoort me altijd een beetje dat het woord comix suggereert dat het allemaal alleen maar lachen is in de strip, terwijl lang niet alle strips om te lachen zijn. Zeker die van mij niet.’

Begin september verscheen Rhythm, een chronologisch overzichtswerk waarin alle stripverhalen van Pontiac zijn opgenomen. In totaal een kleine 400 pagina’s, relatief weinig voor een stripmaker wiens carrière meer dan veertig jaar beslaat. ‘Dat zijn er dus gemiddeld tien per jaar. Dat is helemaal niks in vergelijking tot wat Dick Matena allemaal getekend heeft. Die zal schamper lachen om dat aantal,’ zegt Pontiac. ‘Ik zou graag meer strips maken, maar het levert geen rode cent op. Nederland is immers maar een klein afzetgebied. Het is monnikenwerk waarvoor je maximaal 200 euro per pagina krijgt, als het al ooit wordt voorgepubliceerd in een stripblad. Er zijn nauwelijks nog bladen die er überhaupt voor betalen.’

Barok
Ergens in het midden tussen het cartooneske en realisme zit Pontiacs herkenbare tekenstijl. Zijn zeer gedetailleerde illustraties nodigen uit tot een nauwkeurige studie. ‘Ik ben van de barok,’ verklaart de tekenaar. ‘In een museum zal ik als eerste naar een schilderij gaan waar ontzettend veel op te zien is. De overpowerende veelheid en de variatie van de dingen in zo’n kunstwerk is vergelijkbaar met de pracht en de rijkdom van het leven in al zijn vormen. Barok drukt voor mij datzelfde gevoel van rijkdom en overvloed uit.’

Onzekerheid is een andere reden voor Pontiacs volle prenten: ‘Ik heb altijd een ontzettende horror vacui gehad. Als ik de plaat maar helemaal vol stop dan staan er altijd wel een paar dingen op die de goedkeuring kunnen wegdragen. Ik heb het idee dat ik langzamerhand een niveau heb bereikt, niet per se van kwaliteit, maar van zelfvertrouwen.’

Autobiograaf
Pontiac maakt zich boos over het lot van de minderbedeelden in de wereld. Het sociaal engagement zat er al vroeg in. Als tiener ontdekte hij in een anarchistisch boekwinkeltje in Haarlem politieke bladen uit onder andere Rusland, Duitsland en Frankrijk. Deze stonden vol politieke prenten die hem zeer aanspraken. Ook de tekeningen van Bernard Holtrop op pamfletten van de provobeweging, inspireerden hem. ‘Ik maak graag tekeningen die op de een of andere manier strijd laten zien. Dat is interessant om te tekenen en om naar te kijken,’ zegt Pontiac.

In de jaren zestig en zeventig verwerkten Amerikaanse undergroundtekenaars als Robert Crumb maatschappijkritiek in hun strips die vaak ook autobiografisch waren. Mede hierdoor geïnspireerd begon Pontiac met zijn eigen autobiografische strips. Het eerste stripverhaal was voor een Amerikaans boek uit 1971 over de jaren zestig waar andere tekenaars van het striptijdschrift Tante Leny Presenteert ook aan meewerkten en dat binnenkort, veertig jaar later, waarschijnlijk uit gaat komen. ‘Het lag voor de hand om een verhaal te maken over mijn eigen sixties die behoorlijk heftig waren geweest.’

Gonzo
Pontiac herkende in de gonzo-journalistiek – waarvan het werk van Hunter S. Thompson het bekendste voorbeeld is – een verwantschap met zijn eigen werk. Net zoals pophelden als Bob Dylan, die met Blood on the tracks een plaat over zijn scheiding maakte, verhaalde Pontiac de breuk met zijn vriendin Rita Dolce Vita in zijn strips. ‘Muzikanten hebben pseudoniemen en gebruiken hun eigen ellende als grondstof voor hun werk, dus waarom zou ik dat ook niet mogen doen?’

Junkieromantiek
Pontiacs recreatief gebruik van verschillende verdovende middelen was dikwijls het onderwerp van zijn verhalen. “The Amsterdam Heroine Connection”, gepubliceerd in het striptijdschrift Gummi in 1977, is daarvan het beste voorbeeld. Het verhaal heeft een open einde omdat de tekenaar zijn deadline niet haalde. In de strip verontschuldigt hij zich aan de lezer voor het feit dat de laatste pagina’s een verzameling van oud tekenwerk bevatten. Juist doordat het verhaal halverwege ontspoort en de stripmaker zijn greep op de materie verliest, geeft deze strip op metaniveau aan wat het drugsgebruik met de kunstenaar deed.

Het was vroeger vooral de junkieromantiek die Pontiac naar de naald dreef: ‘Ik zorgde als ik in de trein zat er bijvoorbeeld altijd voor dat mijn spuit uit mijn borstzak stak. Ik vond het echt cool om junk te zijn, helemaal in die sfeer van “Waiting for the man” van The Velvet Underground. Een fantastisch nummer. Als ik dat hoor krijg ik meteen dat gevoel weer: het ritueel van het scoren, de spanning van op de straat naar de dealer toelopen. Achteraf kijk je daar op terug en besef je dat het een sneue bedoening was.’ Serieuze leverproblemen is de prijs die Pontiac voor die wijsheid betaalde.

Spider-Man
Een ander overblijfsel uit die doldwaze tijd is een, inmiddels versleten, tatoeage van de stripheld Spider-Man. ‘Ik ben niet per se een Spider-Man fan, al vind ik het een geweldige figuur. Dat hij Peter Parker heet, dat op Peter Pontiac lijkt, spreekt me ook aan.’
Hoe komt het webhoofd op Pontiacs linkerarm terecht? ‘In 1980 zat ik in café De Trom aan de bar, dat was toen een hotspot op de wallen. Tattoo-artiest Henk Schiffmacher vertelde dat hij een plaatje had van Spinneman dat hij zo mooi vond, dat hij het desnoods voor niets op een arm zou zetten. Toen keek hij mij aan. Ik was niet helemaal fris, dus op een gegeven moment zei ik “Laten we gaan dan.” Sindsdien loop ik dus rond met zo’n Spinneman.’ Pontiac heeft er wel een tijdje spijt van gehad: ‘Toen ik met mijn gezin op Griekse strandjes moest gaan zitten met zo’n grote vleesstempel, vond ik dat wel een tikje gênant.’

Sinds hij op zijn drieëndertigste zijn huidige vrouw en haar kinderen ontmoette, is Pontiac met de harddrugs gestopt, al blijven journalisten ernaar vragen. ‘Ik was een hardwerkende huisvader die de hele dag zat te tekenen om de huur bij elkaar te krijgen en om dan altijd weer geconfronteerd te worden met het feit dat ik die dopey tekenaar was, vond ik uiteraard irritant. Tegenwoordig rook ik overigens nog wel jointjes, want met een stickje wordt het opeens heel aantrekkelijk om een wit vel te gaan vullen.’

Kraut
In 2000 verscheen Pontiacs magnum opus Kraut, over zijn vader die tijdens WOII oorlogsverslaggever was voor de SS en later als roddeljournalist voor damesbladen zijn brood verdiende. De Marten Toonder-jury noemt dit de beste Nederlandse graphic novel ooit. ‘Kraut is een geïllustreerde brief aan mijn vader. Lang niet iedereen vindt het een graphic novel – omdat er geen omkaderde plaatjes met tekstballonnetjes in staan – maar ik wel. Voorin het boek staat een afbeelding van een Grieks sigarettendoosje waarop striplegende Will Eisner aan me schreef dat hij graag zag dat ik ook een graphic novel maakte. Die handschoen heb ik toen opgepakt en Kraut gemaakt.’

Illustratie uit Kraut.

Micky Mouse en Hitler
Al voordat zijn vader Joop Pollmann op mysterieuze wijze verdween in de Daaibooibaai te CuraÇao wilde Pontiac al diens verhaal vertellen. ‘Het is een fantastisch verhaal waar ik allemaal sterke beelden in kon stoppen. Ik vond op zolder ooit zijn oude schetsboek met daarin de Paus en Mickey Mouse, maar ook Mussolini, Hitler en Franco – allemaal helden van mijn vader, de nazi die opgroeide in de heiligenbeeldenwinkel van mijn grootvader. Door zijn verdwijning werd het verhaal alleen maar beter. Ik heb ermee gewacht tot mijn moeder niet meer leefde, ze had de publicatie niet getrokken.’

Door het maken van Kraut kreeg de stripmaker meer begrip voor zijn vader. ‘Toen ik jong was wilde ik helemaal niet met hem over zijn verleden praten. Ik vond gewoon dat hij een nazi was en wilde hem niet steunen door geïnteresseerd te doen. Achteraf heb ik daar veel spijt van. Naarmate je ouder wordt ga je steeds meer zien dat de dingen niet zo zwart-wit zijn.’

De dood
Uitgetekend is de undergroundtekenaar allerminst. Pontiac droomt al jaren van een boek over de dood, wat hij een waanzinnig interessant onderwerp vindt. ‘Ik wil het absoluut maken, zodat wanneer de dood mij komt halen het 1-1 staat omdat ik hem al een keer te pakken heb gehad. Daarbij vind ik het heel erg leuk om skeletten en schedels te tekenen. Er is een prachtig vers van Dylan Thomas waarin hij zijn woede tegen de dood verwoordt: “Rage, rage against the dying of the light.” De klootzak die denkt ons te kunnen halen en het godverdomme ook nog doet. Die emotie zou ik er zeker in verwoorden, maar ook de positieve kant van de dood. Het is natuurlijk tragisch als iemand sterft, maar het is absurd om te doen alsof de dood een vijand is, want er pleit ook van alles voor dat hij een vriend is. In de eerste plaats in de gevallen waarin het leven al helemaal niet leuk meer is, maar wat zou het leven zonder de dood zijn? Hij is de lijst om het schilderij.’

Peter Pontiac: Rhythm
uitgever Oog & Blik/De Bezige Bij

Pontiac, Peter Pontiac
Peter Pontiac werd in 1951 geboren als Peter Pollmann. In zijn strips gebruikt hij namen als Daan Doem en Frankie Lee voor zijn personages. In het echte leven koos hij voor de naam Pontiac omdat hij altijd een hekel heeft gehad aan zijn achternaam: ‘Vanwege mijn vader en dat Duitse met dubbel-l en dubbel-n. Pollmann en Pontiac lijken een beetje op elkaar. Ook kwam ik er ooit achter dat Pontiac de naam is van het laatste Indianen opperhoofd dat zich heeft verzet tegen de blanke krakers van zijn land, de Europeanen.’ Met het automerk heeft het overigens weinig te maken, al krijgt de stripmaker geregeld Pontiac-parafernalia toegestuurd.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #37.

Categorieën
Strips

Programma Stripfestival Breda

Het zal de echte stripliefhebber niet ontgaan zijn dat dit weekend Stripfestival Breda plaatsvindt. Ik heb daar al eerder wat aandacht aan besteed, maar omdat ik de beroerdste niet ben, en voor mezelf graag ook nog even de zaken op een rijtje wil zetten, hier even een overzicht van wat er allemaal te beleven valt in het centrum van Breda.

Marten Toonderprijs voor Peter Pontiac
Vrijdag wordt in De Grote Kerk in Breda de Marten Toonderprijs aan Peter Pontiac overhandigd. Jan Kruis, de winnaar van vorig jaar zal de oeuvreprijs van 25.000 euro uitreiken. Dit is meteen het startschot voor Stripfestival Breda dat Breda drie dagen lang het middelpunt van het beeldverhaal zal maken. Op maar liefst acht verschillende locaties worden er tal van activiteiten georganiseerd.

Peter Pontiac – COMIX, HOTPIX & TRAGIX
De tentoonstelling Comix, Hotpix & Tragix in het Graphic Design Museum geeft een overzicht van het werk van striptekenaar Peter Pontiac. Hij is de tweede striptekenaar die de Marten Toonderprijs ontvangt. Deze oeuvreprijs voor strips is ingesteld door het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst. Werk voor Kraut en vele andere originele tekeningen zijn te zien op deze overzichtstentoonstelling.

Chassé Theater
Het hart van het festival is de stripbeurs in het Chassé Theater. Daar zijn de striptekenaars, uitgevers en standhouders te vinden. Ook vind je daar veel attracties voor het hele gezin, waaronder een springkussen, schminkstand, karikatuurtekenaars, workshop striptekenen, knutselhoek, stripveilingen, stripquiz, happy hour, presentaties en nog veel meer. Als pa strips koopt moeten de kids immers ook beziggehouden worden.

Bijzonder collectief
Op initiatief van uitgever Ger van Wulften bundelen verschillende uitgevers onder de noemer Graphic Novel & Art United hun krachten. In een speciale stand op de beurs staan Zone 5300, Oog & Blik, Sherpa, Bries, De Buitenkant, Art Books, Pulpman en Xtra in de Finntaxzaal op de eerste etage van het Chassé Theater. Zie de Zone-site voor een plattegrond.

Stripmakers
Een kleine greep uit de, volgens de organisatie, meer dan honderd tekenaars en schrijvers die aanwezig zullen zijn: Dick Matena, Martin Lodewijk, Eric Heuvel, Willem Ritstier, Jorg de Vos, Romano Molenaar, Carry Brugman, Mark van Herpen, Dick Heins, Gerben Valkema, Eric Hercules, Fred de Heij, Willem Ritstier, Danker Jan Oreel, René Uilenbroek, Uco Egmond, Pieter Hogenbirk, Marq van Broekhoven, Herman Roozen, Mars Gremmen, Gerard Leever, IJsbrand Oost, Ger Apeldoorn, Sytse Algera, Matt Baay, Rob van Barneveld en Henk Kuijpers signeren in Breda.

Animatie
Stormtroopers, Robots, Manga meisjes, Zombies, Monsters, Knuffeldieren en Marq van Broekhoven als Jodocus de barbaar, je kunt het zo gek niet verzinnen of je loopt ze wel tegen het lijf. In het Chassé Theater maar ook daarbuiten. Eigenlijk hoort dat ook gewoon op een stripbeurs, dat fans zich als hun favoriete stripfiguren verkleden en op de beurs rondlopen. In Amerika is dat in ieder geval heel gewoon. In Nederland zag je in voorgaande jaren meestal slechts een paar Star Wars-figuren en Sjors en Sjimmie. Ben dus benieuwd hoe groot het leger verkleedde striphelden is.

Open monumentendag
Op vrijdag is zoals gezegd de uitreiking van de Marten Toonderprijs in De Grote Kerk van Breda. Deze feestelijke gebeurtenis is echter alleen voor genodigden. Op zaterdag is de kerk wel voor het publiek geopend i.v.m. Open Monumentendag en dan is er ook een kleine tentoonstelling van werk van Peter Pontiac te bezichtigen.

Henk Kuijpers
In de Euretco Foyer in het Chassé Theater organiseert Henk Kuijpers een bijzondere Franka verkooptentoonstelling, waar het complete artwork van het album Het zilveren vuur te bewonderen is.

Kunstripbeurs
Op de KunstStripBeurs in het Graphic Design Museum verkopen striptekenaars zelf hun eigen werk: boeken, buttons, zeefdrukken, originele tekeningen, schilderijen, t-shirts en nog veel meer. Onder de 80 deelnemers o.a. Guido van Driel, Margreet de Heer, Erik de Graaf, Edith Kuyvenhoven, Nozzman en Gerrie Hondius. De KunstStripBeurs wordt georganiseerd in samenwerking met het Fonds BKVB.

Haas
Het artwork dat Fred de Heij voor Haas heeft gemaakt is te bezichtigen in Galerie Jan d’Art. De expositie omvat o.a. schetsen, lijntekeningen en olieverfschilderijen. Het artwork is tevens te koop.

Wasco tekent
Tekenaar Wasco is één van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse stripwereld. Voortdurend is hij op zoek naar de grenzen van het medium. Hij publiceert zijn werk al jaren in eigen beheer. Zijn oeuvre is omvangrijk, want Wasco tekent dag in en dag uit. Ter gelegenheid van zijn tentoonstelling in het Graphic Design Museum tekent Wasco daar tijdens Stripfestival Breda op 10 en 11 september een paar keer per dag. Geen idee wie Wasco is? In deze video nadere informatie:

Centrum voor beeldcultuur
In deze groepstentoonstelling veertien jonge nieuwe talenten. Sommigen zijn vers van de academie, anderen hebben met steun van het Fonds BKVB net hun debuut uitgebracht of werken daar nog aan. In de tentoonstelling in het Centrum voor Beeldcultuur is een overzicht te zien van dit aanstormende talent.

Electron
In 2 weekenden (10/11 en 17/18 september) wordt in Electron een inspirerende ruimte opgebouwd met graphic novels, kunst, live painting, exposities, muziek, shop, poëtry, design, workshops, live printing AND more! Op 10 en 11 september staan de medewerkers van Electron live aan de drukpers en kun je samen met hen aan de slag. ’s Avonds is er een stripfeest, wat een geweldige happening belooft te worden.

Algemene info
De entree voor de stripbeurs in het Chassé Theater is eur 8,50 voor volwassenen en eur 6,00 voor kinderen tot 12 jaar. Met de kortingsbon in deze Eppo krijg 1 euro korting op de entreeprijs.

De entree voor het Graphic Design Museum, De Grote Kerk (op zaterdag) en het Centrum voor beeldcultuur is gratis.

Openingstijden op beide dagen van 10.00 tot 17.00 uur

Voor meer informatie kijkt u op www.stripfestivalbreda.nl

Categorieën
Strips

Erik Wielaert: Dwalen in de wereld van elfjes en duivels

De hele maand september exposeert illustrator en stripmaker Erik Wielaert in Galerie Lambiek. Sprookjesachtig werk waarin het bovennatuurlijke een centrale plaats heeft.

In Galerie Lambiek, Kerkstraat 132, hangt deze maand het grafische werk van Erik Wielaert (Amersfoort, 1957): beeldend kunstenaar, illustrator en stripmaker. In de verzameling schilderijen, illustraties en originele strippagina’s komt een duidelijke voorkeur voor sprookjes en het bovennatuurlijke naar voren. Wielaerts wereld zit vol elfjes, duivels, vampiers en andere monsters, schuilend in de schaduwen van de alledaagse wereld tot het moment dat ze zich onverwachts kenbaar maken aan nietsvermoedende voorbijgangers.

‘Dit soort figuren vind ik fijn om te tekenen. Het komt vanzelf uit mijn pen als ik ga schetsen,’ vertelt Wielaert. ‘Van kinds been af heb ik al een fascinatie met het bizarre, bovennatuurlijke en het fantastische. Het bovennatuurlijke is een terrein dat wetenschappelijk moeilijk bewijsbaar is, het behoort niet tot de tastbare realiteit. Juist daarom is het een domein waar je je verbeelding op los kunt laten.’
Wielaerts grafische werk, dat qua stijl ergens zit tussen karikatuur en realisme, is bont en rijk aan details. Je kunt er als toeschouwer flink in ronddwalen. ‘Ik hoor vaak van mensen dat ze bij herhaald kijken steeds meer dingen erin zien.’

Mr. TV
Wielaert studeerde in 1982 af aan de Kunstacademie in Groningen, richting vrije grafiek en schilderkunst. Hij verdient zijn geld voornamelijk als illustrator. Hij ontwerpt posters en illustreert educatieve boeken voor uitgevers als Meulenhof en Malmberg. Ook is hij een van de stripmakers die bijdragen heeft geleverd aan Mr. TV, het boek van tv-regisseur Bert van der Veer over leven in de televisiewereld dat in september uitkomt.
‘Het stripachtige, het karikaturale is altijd aanwezig geweest in mijn tekenwerk. Vanaf eind jaren tachtig zijn strips een belangrijke rol gaan spelen doordat ik opnieuw kennis met het beeldverhaal maakte. Stripmakers als Moebius, Milo Manara en Charles Burns inspireerden mij om zelf strips te gaan maken. Alle drie hebben ze een unieke tekenstijl. In het bizarre universum van Burns lijkt ook onder een alledaagse werkelijkheid van alles schuil te gaan.’


Schaduwkant
In Wielaerts strips komt de mensheid niet altijd positief naar voren en het loopt vaak slecht af met zijn personages. In Waanklanken leidt een groepje jonge straatmuzikanten toehoorders af zodat hun zakken gerold kunnen worden, in Kommer & Kwel wordt een man belaagd door een steeds groter wordende groep zwervers. ‘Akelige dingen gebeuren nu eenmaal. De mens heeft een heel donkere zijde. Je hoeft het Journaal maar aan te zetten en je weet er alles van. Maar dat betekent niet dat mijn mensbeeld per definitie zwart of somber is. Je zoekt als stripmaker ook naar een bepaald spanningselement: verhalen waar niets in gebeurt of die alleen maar goed aflopen, zijn niet boeiend. Er zitten wat horrorachtige en fantastische elementen in, maar mijn werk is niet hard of zwaar. Het bevat altijd wel humor of relativering.’

Smallpress
Wielaerts stripverhalen zijn verschenen in stripbladen als Zone 5300, Incognito en het Groningse Gr’nn dat dit jaar vijftien jaar bestaat en waar hij een van de drijvende krachten van is. Los van enkele albums voor de Belgische Standaard Uitgeverij en de verhalenbundel Nacht & Ontij bij uitgeverij Sherpa, zijn de strips van Wielaert vooral in het smallpress circuit gepubliceerd. De stripmaker is nog vrij onbekend bij het grote publiek. ‘In smallpress ben je in feite vrij om je lekker uit te leven. Je hoeft je niet op de markt te richten, en kunt je eigen ding doen.’

Het smallpresswerk bleef niet onopgemerkt en samen met Willy Linthout mocht Wielaert voor Standaard de driedelige reeks Het laatste station maken, over een verzuurde politieagent die geconfronteerd wordt met een seriemoordenaar. De serie werd niet het gehoopte succes. Linthout is de bedenker en tekenaar van de, in Vlaanderen, succesvolle strip rondom grappenmaker Urbanus. Andere koek dan Het laatste station dat qua aard en stijl niet was toegesneden op een groot publiek, aldus Wielaert.

‘Als het een langere reeks was geworden, had die strip misschien langzamerhand een plaats had kunnen verwerven. Maar uitgeverijen zijn niet geneigd om snel in nieuwe reeksen te investeren. Na een paar albums moet iets echt geld opleveren anders stopt men ermee. Ik ben blij dat we het drieluik wel hebben kunnen afronden. Als ik ze bij mij in de kast zie staan tussen allerlei andere stripboeken, dan ben ik daar toch trots op.’

De expositie van Erik Wielaert is onderdeel van het Striptember festival dat dit jaar voor het eerst wordt gehouden: de hele maand zijn er diverse festiviteiten rondom het beeldverhaal in Amsterdam.

Dit artikel is gepubliceerd in Het Parool van 3 september.

Categorieën
Strips

Striptips: Week 35

Wederom een overzichtje van opvallend stripnieuws van deze week.

Striphelden herdenken 9/11
De NOS meldde deze week dat bijna honderd Amerikaanse striptekenaars volgende week zondag zullen stilstaan bij de herdenking van 9/11. Onder meer Flippie Flink, Hägar de Verschrikkelijke en Spider-Man nemen die dag de aanslagen van tien jaar geleden en de nasleep ervan als onderwerp. De strips zullen in een speciale bijlage van de meeste grote Amerikaanse kranten worden gepubliceerd en op de website Cartoonists remember. Daarnaast zullen er ook tentoonstellingen worden gehouden in onder andere het persmuseum in Washington en het stripmuseum van San Francisco.
Lees hier verder.

Suske en Wiske in China
Striphelden Suske & Wiske gaan nog wat internationaler. Standaard Uitgeverij verkocht de rechten van tien titels aan de Chinese uitgeverij Liaoning Publishing House, dat de albums nog tot zondag zal promoten op de boekenbeurs van Beijing. Aldus Nieuwsblad.be.

Balkan-strip in de kijker
De Balkan leverde de stripwereld internationaal gerenommeerde auteurs als Bilal, Kordej, Zograf, TBC, Smudja, Maleev of het legendarische pioniersblad Stripburger. Met de nieuwe, rondreizende striptentoonstelling ‘Sarajevo Tango’, over de totstandkoming van de gelijknamige strip van Hermann, laat Strip Turnhout vzw liefhebbers ook kennismaken met de belangrijkste stripuitgeverijen uit de Balkanlanden. ls een tweeluik brengen een tentoonstelling en een brochure de paradoxale facetten van strips in de Balkan/de Balkan in strips in beeld. De expo is de komende maanden te bezichtigen in verschillende bibliotheken uit de provincie Antwerpen en zal ook halt houden op het Strip Turnhout-festival (10 en 11 december 2011). Lees meer op de site van Strip Turnhout.

Superheld op leeftijd
Ik kreeg een link doorgestuurd van Madbello die ik je niet wil onthouden. De Zweedse kunstenaar Andreas Englund heeft een hilarische reeks schilderijen gemaakt over een superheld op leeftijd die grote moeite heeft de wereld nog bij te houden. Als Leslie Nielsen nog geleefd had, was hij de perfecte acteur geweest om in de schilderijverfilming een rol te spelen.


Op de site Empty Kingdom staat nog veel meer werk van hem.

Categorieën
Strips

Thema-avond in Van Gogh Museum: Van Gogh in strip en beeld

In het Van Gogh Museum in Amsterdam is 9 september een speciale thema-avond over grafische vormgeving, strips en beeldtaal.

Dit jaar verscheen het stripboek Vincent van Gogh: De worsteling van een kunstenaar, van Jan Kragt en Marc Verhaegen, uitgegeven door het Van Gogh Museum en Eureducation. Ook is in het Van Gogh de tentoonstelling ‘Uitgaan in Montmartre, café en theater in prenten’ te zien, over hoe kunstenaars met commerciële uitingen hun brood verdienden. En het is de week van de Alfabetisering. Drie reden voor het Van Gogh voor deze thema-avond.

Er wordt onder meer een striprondleiding gehouden waarin Jan Kragt langs gaat bij de werken die terugkomen in het stripboek en vertelt over het maakproces. Ook interviewt Brechtje Zwaneveld Ger Thijs (regisseur van de voorstelling Vincent en Theo), Verhaegen en Kragt over het proces en verschil in interpretatie bij het herscheppen van het leven van Vincent van Gogh. Om 21.30 is er ook een signeersessie met de stripmakers.

Zie hier voor het volledige programma.


Overigens is De worsteling van een kunstenaar niet het enige Van Gogh stripproject. In het krantje Den Haag Centraal staat een beeldfeuilleton Van Gogh in Den Haag getekend door Teun Berserik en geschreven door Ger Apeldoorn en Feico Hoekstra. En Barbara Stok komt volgend jaar met een boek over de beroemde Nederlandse schilder.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Roodkapje redux

Het is een eeuwigheid geleden sinds mijn moeder mij voor het eerst het verhaaltje over Roodkapje voorlas. Sindsdien kom ik het echter geregeld tegen, telkens in een andere gedaante. Sprookjes blijven film- en stripmakers eindeloos inspireren.

Het van oorsprong Franse volksverhaal werd in 1697 door Charles Perrault op papier gezet. Hierin wordt het meisje met het rode kapje nog gewoon opgevreten door de grote boze wolf, om zo alle meisjes te waarschuwen voor vreemde, charmante wolven. Het zou maar slecht met ze aflopen als ze zich door de eerste de beste laten inpakken. In de versie van de gebroeders Grimm loopt het beter af en worden Roodkapje en grootmoeder gered door de jager.

In de komische animatiefilm Hoodwinked! uit 2005 begint zo’n beetje waar het sprookje traditioneel eindigt, waarna Roodkapje en de wolf de spil vormen in een politieonderzoek dat elementen uit Agatha Christie, Rashomon en The Usual Suspects verenigt.

In de korte strip Rood staat u erg goed van Lucie Durbiano & Charles Perrault (gepubliceerd in Eisner #5) loopt een dialoog tussen de wolf en Roodkapje uit in een onenightstand. Roodkapje geeft haar lichaam nadat de wolf heeft bekend ook van haar te houden, maar na de daad blijken dit holle woorden te zijn geweest. Arme Roodkapje.

En nu is er Roodkapje Redux uitgegeven door Bries.

Illustrator en filmmaker Nora Krug is sinds geruime tijd gefascineerd door het potentieel van bestaande verhalen. In haar werk brengt ze historische personages weer tot leven en haalt ze verborgen verhaallijnen tussen de bekende regels vandaan. Krug vertelt in Roodkapje Redux het oude verhaal in vijf kleine boekjes. Ieder boekje biedt het perspectief van één van de personages: Roodkapje, de wolf, grootmoeder, moeder en de jager. Krug gebruikt alleen maar point-of-view shots. Wie de boekjes na elkaar leest, krijgt dus telkens een ander perspectief op dezelfde scènes.

Het geheel hangt aardig samen in deze in naïeve stijl getekende, tekstloze prentenboekjes.

Het interessants vond ik de elementen die Krug aan het verhaal toevoegt. Roodkapje eet onderweg een stukje paddenstoel waar ze van gaat hallucineren. Als de wolf wordt doodgeschoten is dat nog niet einde verhaal: we zien hoe hij naar de hemel vaart en daar door de wolfgod een stel engelenvleugels krijgt aangereikt. En ik had nooit gedacht dat de jager en de moeder van Roodkapje een geheime relatie hadden. Dit is meteen de reden waarom moeder haar dochter alleen naar oma laat afreizen door het gevaarlijke donkere bos: ze wil immers in alle rust haar geliefde kunnen ontvangen.

Het geheel is leuk verpakt in een geïllustreerd doosje, wat Roodkopje Redux uitermate geschikt maakt als cadeautje. Vooral bedoeld voor volwassen lezers.

Nora Krug – Roodkapje Redux
ISBN 978-90-76708-89-8
Bries, €25,-

Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Typex exposeert in Concerto

In het kader van Striptember zal er een TYPEXPO zijn van striptekenaar Typex in de etalages van Concerto in Amsterdam.

De opening is op zondag 4 september om 17.00 uur. Het geheel zal muzikaal ondersteund worden door de band Spilt Milk. De expositie duurt tot eind september.

Ik vind dat Typex mooi werk maakt, dus ga zeker even een kijkje nemen. Vorig jaar sprak met hem voor Het Parool in verband met zijn expositie bij het Fonds BKVB, waar zeven prachtige tekeningen hingen die hij maakte met houtskool en Siberisch krijt. De tekening met de walvis en de Olijfjes heeft ruim een jaar de desktop van mijn computer gesierd  Het interview kun je hier lezen.

Categorieën
Strips

Spider-Island: Wat zou jij doen met Spider-Mans krachten?

Het leuke van in stripwinkels je comics kopen ten opzichte van webwinkels, is dat je grappige krantjes bij je aankoop krijgt. Deze staan vol met ‘stripnieuws’ en promotieteksten van wat komen gaat. Recent kreeg ik een Daily Bugle mee bij een Hulk-comic. Deze speciale uitgave van de fictieve New Yorkse krant gaat over Spider-Island. Het grote megaverhaal dat deze zomer dat door verschillende Marvel comics loopt en waarvan het kernverhaal in Amazing Spider-Man staat.

Het is het tweede blockbuster event van Marvel dit jaar, het echte grote evenement heet Fear itself.

In de verhaallijn Spider-Island krijgen veel bewoners in New York opeens dezelfde krachten als Spider-Man. Gewone burgers, superhelden en schurken. Hoe en waarom wordt natuurlijk niet vertelt in deze promotie Bugle, maar wel dat de mensen eigenlijk de stad niet mogen verlaten, want anders zouden ze misschien de rest van de natie aansteken. Een Amerika vol Spider-Mannen en Vrouwen, zie je het al voor je?

Dan Slott, de vaste schrijver van Amazing Spider-Man die twee afleveringen per maand pent, zei daar het volgende over: ‘To me, even though the heroes look like the shiniest toys in the toy box – the REAL stars of Spider-Island are the supporting cast members that we all know and love. What happens when THEY start to “get their spider on”? Spider-Island is less about “What if heroes got spider-powers too?” (though that DOES happen) and more about “What if New Yorkers got spider-powers? What would YOU do with spider-powers?’

Een interessante vraag die ik graag ook aan jou stel. Wat zou jij doen als je Spider-Mans krachten had? Peter Parker heeft op de harde manier geleerd dat hij zijn krachten voor het goede moet inzetten, maar stel dat je zelf niet een traumatische ervaring hebt ondergaan waarbij de dood van een naaste indirect jouw schuld is? Dan zou je misschien die krachten gebruiken voor eigen gewin. Je zou een topsporten kunnen zijn of een topcrimineel.

Ik ben inmiddels zo gebrainwasht door alle Stan Lee verhalen die ik heb gelezen, dat ik waarschijnlijk niets originelers kan bedenken dan de Nederlandse Spider-Man worden.

Al zie ik voor mezelf ook een paar directe voordelen: nooit meer met het openbaar vervoer naar mijn werk, want daar webslinger ik wel naartoe. Anders lift ik makkelijk mee door op het dak van een vrachtwagen of ander voertuig te gaan zitten. Een instinct dat me waarschuwt voor gevaar en misstappen is ook geen overbodige luxe in een overvolle stad. Nooit meer de kans om door een wegpiraattaxichauffeur aangereden te worden. En als het wat te druk wordt in de ruimte waar ik me bevind, loop ik gewoon via de muur of het plafond verder. En wie weet wat voor voordeel de krachten en het extra uithoudingsvermogen in de slaapkamer bieden…

En jij, wat zou jij doen als je de evenredige kracht en eigenschappen had van een spin?

Spider-Island begon in Amazing Spider-Man #666 en loopt tot en met nummer 673. Maar ook series als Black Panther, Cloak & Dagger, Venom, Spider-Girl en Deadly Hands of Kung Fu krijgen ermee te maken. Plus een serie one shot verhalen zal over Spider-Island gaan.  Saillant detail: de Nederlandse stripmaker Minck Oosterveer tekende ook een verhaal, namelijk Deadly Foes #1.

Categorieën
Strips

Striptips: Week 34

September mag je gerust de stripmaand van het jaar noemen. Er is veel te doen rondom mijn favoriete medium. Voordat dit blog begint te lijken op een stripagenda zet ik even wat happenings van de maand september op een rij.

Striptember – De hele maand verschillende activiteiten in Amsterdam.
Zie hiervoor de site van de organisatie.

Expositie Erik Wielaert – opening 1 september
In het altijd gezellig Lambiek. Zie ook hier.

Strips tijdens de Haagse Museumnacht – 3 september

Haagse Museumnacht. Illustratie: Peter Pontiac

Strips op Manuscripta – 4 september
Manuscripta is de jaarlijkse feestelijke opening van het boekenseizoen, een groots driedaags festival met honderden uitgeverijen en talloze festiviteiten rondom topauteurs en aanstormend talent, op het uitgestrekte Westergasterrein in Amsterdam. Zondag 4 september is er een uitgebreid stripprogramma plaatsvindt. In het sfeervolle Ketelhuis 2 gaat Zone 5300-hoofdredacteur Tonio van Vugt van 13:30 uur tot 17:00 uur in gesprek met acht toonaangevende stripauteurs van verschillende generaties over hun (zojuist verschenen of binnenkort te verschijnen) werk. Zie de site van Zone 5300.

Stripfestival Breda – 9t t/m 11 september
Drie dagen stripfeest in de binnenstad van Breda. Er valt een hoop te doen naast het kopen van strips en kletsen met mede stripnerds. Zoals een Kunststripbeurs, exposities van Wasco, Henk Kuipers, Peter Pontiac en jong striptalent. Check voor het volledige programma de site.

Benieuwd naar wat er allemaal gebeurt op zo’n Kunstripbeurs? Bekijk de video die ik maakte van de editie in Utrecht vorig jaar.

Daily Webhead: KunstStripbeurs 2010 from Michael Minneboo on Vimeo.