Op donderdag 26 mei lanceren de studenten van ArtEZ Zwolle de vierde Oogst, het stripmagazine waarin de studenten van Comic Design laten zien wat ze kunnen.
Om mensen op de hoogte te houden van hun vorderingen verschijnt twee keer per jaar het magazine Oogst. Dit wordt volledig door de studenten gemaakt. Ze doen ook de pr zelf geloof ik. Het is jammer dat ze pas vandaag een persbericht rondstuurden over de presentatie van het vierde nummer, want die is al over twee dagen. Een beetje kort dag in tijden van overvolle agenda’s.
Wie donderdag tijd heeft kan afreizen naar Zwolle waar stripintendant Gert Jan Pos een lezing zal geven over de ontwikkelingen van strips in de afgelopen jaren. Daarna zal Hanco Kolk het vierde nummer van Oogst presenteren.
De lancering vindt plaats om 16.15 in het Sophiagebouw van ArtEZ Zwolle.
Oogst zal worden verkocht op de Oost Nederlandse Stripboekenbeurs die plaatsvindt op 28 en 29 mei in de Broerenkerk te Zwolle, en vervolgens in de betere stripwinkels.
Dinsdagavond werd de Jan Hanlo Essayprijs uitgereikt in Theater MC in Amsterdam. Stripmaker Jeroen Funke won de Media-Essayprijs.
Dit jaar werd er voor het eerst een prijs uitgereikt voor een media-essay. Dankzij inspanningen van Gert Jan Pos, intendant van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst, ging het om een essay in stripvorm. Maar liefst 42 stripmakers stuurden een strip in rond het thema zintuigen, afgeleid van een uitspraak van Hanlo:
‘De mensen van vandaag zijn nu eenmaal vooral op het ‘zien’ ingesteld. Ik wil de wereld alleen maar een goede raad geven: vergeet de andere zintuigen niet. Afgesproken?! O.K.’
Jeroen Funke won de prijs van 1.500 euro voor zijn strip Spruitjes, bier, leverworst, waarin hij zijn helden Victor en Vishnu laat optreden. In de video legt de stripmaker uit waar het essay over gaat en of hij de smaak van het stripessay te pakken heeft.
De tien beste inzendingen zijn gebundeld in een boek dat in 500 exemplaren is gedrukt maar helaas niet in de winkel verkrijgbaar is. Het werd wel uitgedeeld aan de aanwezigen. Behalve die van Funke staan er strips in van Bas Köhler, Gerrie Hondius, Albo Helm, Jeroen de Leijer, Sam Peeters, Wouter Gresnigt & Kasper Peters, Milan Hulsing en Margreet de Heer.
De Jan Hanlo Essayprijs Klein, voor een niet eerder gepubliceerd essay, ging dit jaar naar Mirjam Hommes voor haar essay Brein. Joke J. Hermsen mocht voor haar essaybundel Stil de tijd de Essayprijs Groot mee naar huis nemen.
In 1999 werd na de dertigste sterfdag van schrijver Jan Hanlo de eerste Jan Hanlo Essayprijs uitgereikt.
De Nederlandse stripmaker Minck Oosterveer is druk bezig een internationale carrière op te bouwen. Hij tekent een deel van de serie Ruse voor Marvel. Nu mag hij voor dezelfde uitgever hun boegbeeld Spider-Man gaan tekenen.
Minck is gevraagd om een deel te tekenen van de miniserieSpider-Island: Deadly Foes. Giuseppe Camuncoli is de andere tekenaar van de reeks die vooral draait om de nieuwe Hobgoblin en The Jackal, een oude vijand van Spider-Man.
Cover Amazing Spider-Man #149 waar Oosterveer naar zal verwijzen.
The Jackal, in het dagelijks leven professor Miles Warren, is geobsedeerd door Gwen Stacy, Peter Parkers overleden geliefde. Hij heeft haar al meerdere malen gekloond, evenals het webhoofd zelf. The Jackal is een van de schurken van Marvel die doodgewaand wordt, maar toch altijd weer zijn gezicht laat zien. Klonen zijn nu eenmaal niet te vertrouwen wat dat betreft.
De aflevering die Oosterveer gaat tekenen is geschreven door Fred Van Lente en zal vooral over The Jackal gaan.
‘Het is wel een Spider-Man-verhaal maar het verhaal gaat voornamelijk over The Jackal en zijn klonen. Spider-Man komt er in een of twee plaatjes in voor, waarvan er eentje een kloon is,’ laat de tekenaar telefonisch weten. In het verhaal zal The Jackal Kaine, een van de klonen van Peter Parker, weer tot leven wekken. Kaine liet kort geleden het leven in het verhaal The Grim Hunt.
Oosterveer is in zijn nopjes met het script: ‘Ik vind het een leuk verhaal, het is heel duister en een beetje gruwelijk.
‘Ik ga er een de cover van Amazing Spider-Man #149 in verwerken. Hierop is Spider-Man met een van zijn klonen in gevecht. In plaats van Ned Leeds in de oorspronkelijke cover zal de kloon van Gwen Stacy aan de muur hangen.’
Minck was druk bezig met de strip Ruse, geschreven door Mark Waid, toen hij een mailtje kreeg met het verzoek een one shot voor Spider-Man te maken. Uiteraard hoefde hij hier niet lang over na te denken. ‘Spider-Man is het vlaggenschip van Marvel en daaraan werken vestigt je naam. Dus ik zei meteen “ja”.’
Gevraagd naar welk personage van de Spider-Man cast hij het liefste zou tekenen, antwoordt Minck: ‘The Black Cat! Catwoman van Batman, The Black Widow, Black Cat dat soort figuren vind ik erg aantrekkelijk om te tekenen. De wat donkere dames, ik zou niet zo snel voor een Emma Frost kiezen. Mary Jane Watson is altijd wel leuk om te tekenen, maar ik vind haar verder niet zo’n interessant figuur.’
Op Facebook publiceerde Minck een smakelijk voorstudie van Spider-Man en The Black Cat.
Mincks comic zal in augustus in de winkels liggen. Ondertussen is hij ook in gesprek over een Frans stripproject. Eerder tekende Minck al voor Boom! uitgevers de strip The Unknown, geschreven door Mark Waid. In Nederland maakte hij samen met Willem Ritstier de western Ronson Inc. voor Eppo. Voorlopig lijkt het de tekenaar, die recent nog de Stripschapprijs in ontvangst mocht nemen, voor de wind te gaan. Ik gun hem het succes van harte.
De filmstijl van Wes Anderson, je houdt ervan of je vindt het niets. Er is volgens mij geen tussenweg. Ik hou erg van zijn films.
The Royal Tenenbaums uit 2001, The Life Aquatic with Steve Zissou uit 2004 vond ik fantastische films vol verbeeldingskracht en bijzondere personages. Evenals The Fantastic Mr. Fox waarin held George Clooney de titelrol voor zijn rekening neemt.
Bijzondere, aparte families en verstoorde familiebanden vormen een terugkerend thema in Andersons oeuvre. Familieleden proberen wanhopig de onderlinge relaties te herstellen. Dat gaat gepaard met veel ongemakken en het besef van onvermogen. Relaties tussen mensen zijn niet kant en klaar en vaak gecompliceerd.
Kijken we naar het leven van Peter Parker, een weesjongen grootgebracht door zijn oom en tante die zich schuldig voelt over de dood van zijn oom ben, dan is het predikaat gebroken familie op zich van toepassing. Ook de onmogelijke liefde tussen Peter en Mary Jane zou Anderson makkelijk naar zijn hand kunnen zetten.
Inmiddels zijn de opnames van de Spider-Man reboot in volle gang. Mark Webb regisseert de film. Voordat hij de klus kreeg, ging het gerucht rond dat Wes Anderson op de shortlist stond. Of dat echt waar is, weet ik niet, maar op YouTube vond ik een video die onderzoekt hoe de reboot eruit zou zien als Anderson daadwerkelijk heer en meester zou zijn over Spidermans web. Ik moest er hard van lachen, maar ben blij dat we volgend jaar een andere film krijgen voorgeschoteld. Tenminste, ik hóóp het.
Jacques Tardi maakte van de roman van Jean-Patrick Manchette en zeer onderhoudende strip.
Martin Terrier, de sluipschutter waar de titel naar verwijst, is een onsympathiek personage met een behoorlijk bord voor zijn kop. Op achttienjarige leeftijd wordt hij verliefd op de beeldschone Alice, een meisje met rijke ouders. Martin besluit huurmoordenaar te worden om zo genoeg geld te kunnen verdienen om ooit haar hand te kunnen vragen. Dat hij verwacht dat ze braaf tien jaar op zijn terugkomst wacht, verraadt zijn naïviteit. Hetzelfde geldt voor zijn hoop dat hij de onderwereld en opdrachtgever zonder kleerscheuren de rug toe kan keren. De huurmoordenaar die na een laatste klus zijn pistool aan de wilgen hangt, maar teruggezogen wordt in het misdaadmilieu is een beproefd cliché binnen het thrillergenre.
Thrillerschrijver Jean-Patrick Manchette blijft keurig binnen de kaders van het genre en levert een onderhoudende, zij het inktzwarte thriller af. Hij schetst een wereld zonder hoop of humor, volgepropt met gewelddadige uitbarstingen. In een scène rukt Terrier zelfs bij iemand een oor af om aan informatie te komen.
De stripbewerking van Manchettes roman krijgt wat mij betreft vooral een meerwaarde door de pakkende tekenhand van Jacques Tardi. Dit is een van de betere boekverstrippingen die ik heb gelezen. In tegenstelling tot de slaafse stripversies die Dick Matena maakte van Nederlandse literaire klassiekers als De Avonden en Kort Amerikaans, waarbij de tekenaar letterlijk verbeeldt wat we ook in de integraal opgenomen tekst kunnen lezen, laat Tardi beeld en tekst een symbiotische relatie aangaan. Hij kiest zorgvuldig wat hij wel en niet uitbeeldt, waardoor de platen en proza elkaar in veel gevallen aanvullen. Al overheersen de grote lappen tekst soms wel het beeld.
Stripmaker Jacques Tardi is met name bekend van zijn verhalen over de Eerste Wereldoorlog, zoals de stripromans Loopgravenoorlog en Isabelle Avondrood. Eerder maakte hij verstrippingen van het werk van Louis-Ferdinand Céline en Kleine West Coast blues van Manchette.
In De Sluipschutter zet Tardi het Parijs van de jaren zeventig gedetailleerd en sfeervol op het papier. Het is een genot om zijn realistische decors te bestuderen.
Tardi, Jacques en Manchette, Jean Patrick – De sluipschutter Oog&Blik/De Bezige Bij, € 17,90 ISBN: 9789054923121
The Dark Knight Returns is een van de beste Batman-strips ooit verschenen. Frank Miller blies met deze graphic novel de legende van Batman nieuw leven in. Een van de meest iconografische tekeningen uit die strip ging donderdag 5 mei onder de hamer. Een anonieme koper legde er $448.125,- voor neer.
Batman en de nieuwe Robin (Carrie Kelley – ja, een meisje) springen hoog boven de daken van Gotham City.
De originele tekening is afkomstig uit nummer #3 van de vierdelige serie uit 1986. Het tekenwerk is van Miller, Klaus Janson inkte het.
“I’ve always loved that drawing,” commented Miller, when asked before the auction what his thoughts on its imminent sale were. “Danced around my studio like a fool when I drew it. I hope it finds a good home.”
Ik vind het ook een prachtige tekening, al had ik die 400.000 niet ergens slingeren om hem te kopen. Gelukkig is de paperback van The Dark Knight Returns gewoon nog te koop. Sterker nog: De Vliegende Hollander heeft net een nieuwe Nederlandse editie op de markt gebracht. Ger Apeldoorn friste zijn vertaling uit de jaren tachtig op.
Je mag je serieus afvragen waarom er na al die tijd nog een Nederlandse vertaling van de strip verschijnt. Niet dat The Dark Knight Returns geen belangrijke Batman-strip is, maar Baldakijn Boeken heeft indertijd al een trade uitgebracht en ondertussen zal iedere Batman/Miller-liefhebber wel gewoon de Engelse editie op de plank hebben liggen. Misschien was The Long Halloween van Jeph Loeb en Tim Sale – die nog niet in het Nederlands in verschenen – een betere keuze geweest. Maar goed, misschien vergis ik me wel daarin en gaat Millers meesterwerk als een warm broodje over de striptoonbank. We zullen zien.
Na het verhaal One More Day, werd Peter Parker wakker in het huis van tante May terwijl ze het ontbijt aan het maken was. Van de een op de andere bladzijde was het huwelijk dus ongedaan gemaakt en zag Peters leven er weer uit als de jaren voor voordat hij getrouwd was. Terug naar de basis was nodig vond Marvel, omdat de jonge lezers zich niet zouden kunnen identificeren met een getrouwde Peter Parker.
In One Moment in Time (dat als acroniem heel slim OMIT spelt) wordt duidelijk dat er wel degelijk tijd is verstreken en hoe het huwelijk werd ontbonden.
Mislukte bruiloft
Peter Parker kwam nooit opdagen voor de ceremonie, want hij lag bewusteloos onder het lijf van een schurk die hij probeerde te redden toen die van het dak afviel. Een nogal klungelig handelende Spiderman wist op die manier de val van de man te breken, maar raakte zelf buiten bewustzijn. Dit is het zwakste punt uit het verhaal van Quesada, dat verder redelijk goed in elkaar steekt.
Wat ik er vooral goed aan vind is dat Quesada de gebruikelijke thema’s die bij Spiderman horen gebruikt om de grote veranderingen in het leven van Peter te motiveren, namelijk zijn verantwoordelijkheid jegens de mensheid en de prijs die hij daar op persoonlijk vlak voor moet betalen. Mary Jane wil eerst niets meer van Peter weten nadat hij niet op kwam dagen voor het huwelijk, maar besluit later dat ze toch met hem samen wil leven, ook al wil ze niet meer met hem trouwen. Ooit wilde ze kinderen, maar het ouderschap combineren met het gevaarlijke leven dat Peter leidt ziet ze niet zitten. Dat ze uiteindelijk toch een punt zet achter de relatie heeft alles met dat gevaarlijke leven te maken.
Ontmaskering
Tante May werd geraakt toen misdaadbaas Wilson Fisk opdracht gaf om Parker te vermoorden. Parker was zo dom om tijdens Civil War zijn identiteit aan de gehele natie te tonen. Vanaf dat moment zat iedere vijand achter hem aan. In OMIT is ook Mary Jane doelwit van een huurmoordenaar. Hoewel Peter haar weet te redden, beseft ze dat haar hele familie gevaar loopt omdat ze Spidermans liefje is. Het is een last die ze niet langer wenst te dragen. Daarom zet ze uiteindelijk een punt achter hun relatie – ook al heeft Doctor Strange er op magische wijze voor gezorgd dat niemand anders dan zij weet wie Spiderman is.
(Ook een slimme zet van Marvel, want hoewel de publieke ontmaskering van Spiderman enkele interessante verhalen in de persoonlijke sfeer opleverden, uiteindelijk bleek het een doodlopende weg te zijn.)
De ontbinding van Spidermans huwelijk ligt dus wat ingewikkelder dan één vingerknip van de duivel.
Het thema dat de geheime identiteit van de held een gevaar is voor zijn naasten is een rode draad in de verhalen van Spiderman. Quesada maakt hier goed gebruik van. Ook schrijft hij natuurgetrouwe dialogen. Het is fijn om te lezen dat Peter en Mary Jane hun koude oorlog hebben beslecht door de dialoog met elkaar aan te gaan en dat ze na dit verhaal weer op goede voet met elkaar staan. Dat biedt hoop voor de toekomst.
Hoewel ik als Spiderman-fan nog steeds niet echt blij ben met de redactionele veranderingen die er door Brand New Dayzijn doorgevoerd, vind ik dat editor-in-chief Quesada zich hier goed heeft uit geschreven. Al is de algemene tendens van de fans anders, maar goed het merendeel kon zijn bloed toch al drinken sinds Brand New Day.
Wat minder goed werkt in OMIT zijn de verschillende tekenstijlen die door elkaar gebruikt worden. Marvel herprintte oude scènes uit Amazing Spider-Man annual #21 uit 1987 getekend door Paul Ryan en geschreven door David Michelinie. Dit zijn de scènes voorafgaand aan het huwelijk. Ze worden afgewisseld met de herschreven geschiedenis getekend door Paolo Rivera en Joe Quasada.
Quasada tekende de scènes die zich in het heden afspelen, waarin Mary Jane en Peter met elkaar praten over het misgaan van de huwelijksdag en de tijd erna. Rivera tekent de flashbackscènes. De drie stijlen mengen niet lekker met elkaar. Dat is prima zolang het om Ryans werk versus dat van Rivera gaat, want zo zijn de aanpassingen in Spidermans geschiedenis duidelijk zichtbaar. Maar waarom Rivera niet gewoon de rest heeft getekend is me niet duidelijk. Het was de homogeniteit zeker ten goede gekomen.
Spider-Man: One Moment in Time is een tradepaperback waarin Amazing Spider-Man #638 tot en met #641 gebundeld zijn.
Gisteren schreef ik al dat Peter Pontiac dit jaar de Marten Toonderprijs, die ik graag ‘De Marten’ noem, krijgt. Ik schreef hierover ook een bericht voor Het Parool en sprak Pontiac daarvoor kort over de telefoon. Zoals beloofd hier het stuk dat vandaag in de krant verscheen.
Striptekenaar Peter Pontiac krijgt de Marten Toonderprijs 2011, tegenwoordig de belangrijkste Nederlandse oeuvreprijs voor stripmakers.
De Marten Toonderprijs van het Fonds BKVB is een oeuvreprijs die wordt uitgereikt aan een stripmaker die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan het beeldverhaal. De jury noemt Pontiacs werk vernieuwend: ‘Hij heeft een combinatie van schrijver- en kunstenaarschap toegevoegd aan de Nederlandse strip.’
‘Ik was stomverbaasd dat ik hem kreeg,’ zegt Pontiac. ‘Sommige mensen vinden misschien dat ik voor een stripprijs relatief weinig strips heb gemaakt. Volgend jaar komen er twee overzichtsboeken uit, eentje met het beste tekenwerk en eentje met alle strippagina’s. Dat zijn er toch wel 300. Maar goed, op veertig jaar tekenen is dat niet zo veel.’
De autodidactische tekenaar Pontiac (1951) publiceerde aan het begin van zijn internationale carrière in Nederlandse, Spaanse en Amerikaanse undergroundbladen. Later illustreerde hij voor Oor, NRC Handelsblad en het AD. Muziek, rock-‘n-roll, is altijd een belangrijk thema gebleven in zijn illustraties, strips en albumcovers. Pontiac maakte ook autobiografisch getinte strips over zijn drugsgebruik. Zijn belangrijkste wapenfeit is echter Kraut (2000), een graphic novel over zijn vader die tijdens WOII oorlogsverslaggever was voor de SS. De jury noemt dit de beste Nederlandse graphic novel.
‘Ik sta nog steeds vierkant achter Kraut en wilde het boek al jaren maken,’ vertelt Pontiac. ‘Ik heb ermee gewacht tot mijn moeder niet meer leefde, ze had het verhaal niet getrokken.’
Illustratie voor Kraut.
Op dit moment is Pontiac bezig met een grote prent over de Belgische zanger Guido Belcanto. Ook wil hij al jaren een boek over de dood maken, maar betaald opdrachtwerk houdt hem hiervan af.
Bij de Marten Toonderprijs – vernoemd naar de beroemde stripmaker van onder meer Olivier B. Bommel en Tom Poes – hoort een overzichtstentoonstelling en een geldbedrag van €25.000. Een welkome aanvulling op het stripmakersalaris. ‘Ik heb nog nooit zoveel geld gehad,’ zegt Pontiac. ‘Schraalhans is hier keukenmeester dus het is ontzettend fijn om nu eens een financieel buffertje te hebben.’
9 september krijgt Pontiac de prijs op het nieuwe Stripfestival Breda. Vorig jaar werd ‘de Marten’ voor het eerst aan Jan Kruis gegeven.
Peter Pontiac (1951) krijgt dit jaar de Marten Toonderprijs, een oeuvreprijs die wordt uitgereikt aan een stripmaker die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan het beeldverhaal.
Pontiac heeft met Kraut de beste Nederlandse graphic novel getekend én geschreven. Zijn werk is vernieuwend. Hij heeft iets aan de Nederlandse strip toegevoegd wat er nog niet was: een combinatie van schrijver- met kunstenaarschap – laat de jury via een persbericht weten.
Foto: Marco Bakker
Pontiac begon in undergroundbladen in Nederland en in Spanje en Amerika, zoals Modern Papier en Tante Leny Presenteert. In het blad Gummi publiceerde hij autobiografisch getinte strips over zijn drugsverslaving.
De prijs wordt uitgereikt tijdens Stripfestival Breda in september dit jaar. Behalve een geldbedrag van 25.000 euro hoort bij de prijs een overzichtstentoonstelling in het Graphic Design museum Breda. De tentoonstelling opent op 9 september, de dag van de prijsuitreiking, en duurt tot 27 november 2011.
De jury bestond uit Robbert Ammerlaan, directeur van de Bezige Bij, Emily Ansenk, directeur van de Kunsthal in Rotterdam en René Windig, tekenaar van Heinz. Voorzitter van de jury was Lex ter Braak, directeur van het van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst (Fonds BKVB). Dit fonds heeft de prijs ook in het leven geroepen. Vorig jaar werd deze uitgereikt aan Jan Kruis.
Ik sprak Peter net aan de telefoon voor een kort artikel in het Parool morgen. Later dus meer over dit heugelijke nieuws.
Grafisch vormgever/stripmaker Erik de Graaf is donderdag een van de sprekers tijdens Ignite Amsterdam 8.
Ignite is overgewaaid uit Seattle: mensen uit allerlei verschillende disciplines (kunst, video, muziek, strips, online media) presenteren een project. Dat doen ze in maximaal 5 minuten en met de hulp van 20 slides. Of je nu klaar bent of niet: na 5 minuten word je afgekapt.
Stripmaker en grafisch vormgever De Graaf zal spreken over zijn boek Scherven, een striproman over verlies en de Tweede Wereldoorlog. In Scherven verliezen de geliefden Victor en Esther elkaar aan het begin van de Tweede Wereldoorlog uit het oog en ontmoeten elkaar weer in mei 1946. De oorlog heeft hen onherroepelijk veranderd. De Graaf baseerde zijn verhaal deels op oorlogsherinneringen van zijn oom, die voor en tijdens de eerste dagen van de oorlog als soldaat van de 4e Batterij Luchtdoelartillerie op de boerderij van de grootouders van de auteur verbleef.
Wat gaat De Graaf in zijn 5 minuten behandelen?
‘Het thema, hoe ik tot het verhaal geïnspireerd ben, hoe ik het heb aangepakt, de verhaalopbouw, de grafische opbouw, dat soort dingen,’ vertelt De Graaf.
Hij is ook enthousiast over het idee van Ignite. ‘Ik vind het goed dat de graphic Novel aandacht krijgt van een publiek dat niet of minder bekend is met dit type beeldverhaal. Ik ben nog steeds van mening dat onbekend onbemind maakt en dat graphic novels juist het type strips zijn dat een nieuw en groter publiek kan bereiken dan de meer traditionele strips. En daar wil ik graag aan meehelpen.’
Behalve De Graaf spreken er nog 11 anderen, waaronder videokunstenaar Jasper van den Brink, Guy Königstein en filmmakers Niels van Koevorden & Sabine Lubbe Bakker die een film maken over het einde van België.
De Noorse dondergod Thor, al jaren ingelijfd in het Marvel Universum, is de volgende in een rij superhelden die van het witte doek afspat. In 3D nog wel. Kenneth Branagh regisseerde een zeer vermakelijke en romantische blockbuster.
In wezen is Thor een familiedrama; een broedertwist tussen de broers Thor en Loki. Thor is de zoon die de goedkeuring van zijn vader wil, maar hij is nog te ijdel en impulsief om de troon van Odin, Koning van Asgaard, over te nemen. Na een impulsieve daad, ontneemt Odin Thor zijn goddelijke krachten en verbant hem naar de aarde. Ook stuurt hij Thors hamer Mjollnir die kant uit. Pas wanneer de zoon de macht van Thor waardig is, dus als hij ‘volwassen’ is geworden, zal hij Mjollnir weer mogen hanteren. Ondertussen ziet broer Loki zijn kans schoon om uit Thors schaduw te stappen en de macht te grijpen. Thor gaat dus eigenlijk over een superheld die de overgang van puber tot volwassene ondergaat.
Romantisch
De volwassenwording van Thor komt in een stroomversnelling als hij Natalie Portman ontmoet – ze is een wetenschapper die uitzonderlijke hemellichamen onderzoekt. In dat opzicht is niets menselijks deze Noorse god vreemd. Branagh geeft in de film het menselijk drama ruimschoots de ruimte.
Thors hamer zit op magische wijze stevig vast in een berg versteend zand. Dat levert in de film een aardig tafereel op dat duidelijk een knipoog is naar de legende van Koning Arthur: veel stevig gebouwde mannen proberen Mjollnir los te wrikken en op te tillen, maar niemand sterk of waardig genoeg zal het lukken.
Thor is wederom een held uit de koker van striplegende Stan Lee en een van de tekenaars van Marvel, namelijk de even legendarische Jack Kirby. Lee is natuurlijk de man achter creaties als de Hulk, The Fantastic Four, X-Men en Spider-Man. Dit keer tapte de goedlachse schrijver niet uit het vaatje van radioactiviteit of gammastraling om zijn held van buitengewone krachten te voorzien; hij maakte handig gebruik van Noorse mythologie om de wereld van Thor in het Marvel Universum in te voegen.
Stan Lee heeft overigens weer een leuke cameo, al zal ik niet verklappen welke kleine rol hij nu mag spelen. Hij is niet de enige met een cameo overigens. Schrijver J. Michael Straczynski speelt een kleine rol in een bar. Zijn reeks Thor-comics was ook een van de invloeden voor het script.
Het taalgebruik van Thor in de film is bloemrijk, maar niet zo barok als de stripversie. Al is vanaf het eerste moment dat hij voet op aarde zet, wel duidelijk dat Thor er niet echt thuis hoort.
Behalve dat hij zich zeer hoffelijk naar Natalie Portman opstelt – wie in het echte leven de hand van een vrouw vastpakt om een handkus te geven kan waarschijnlijk een klap verwachten – gooit hij ook vrolijk koffiemokken stuk op de grond om aan te tonen dat het hem smaakt.
3D spieren
Een extra pluim voor production designer Bo Welch: Asgaard ziet er fantastisch uit. Ook een zegen is het feit dat 3D-effecten ingetogen worden ingezet. Je komt niet duizelig de bios uit en de film is op meer gestoeld dan alleen visueel effectbejag. (Overigens, als Chris Hemsworth zijn ontblote, zwaar gespierde bovenlijf toont, snap je opeens wel waarom men voor 3D heeft gekozen.)
Kenneth Branagh zal niet willekeurig gekozen zijn om Thor te regisseren. Branagh heeft namelijk enkele filmadaptaties van Shakespeare op zijn naam staan. Koningsdrama’s zijn dus gesneden koek voor hem. Ook maakte hij verfilmingen als Mary Shelley’s Frankenstein een toneelstuk van Chekhov. Ik vermoed dat de producenten door Branaghs naam aan de film te verbinden deze extra allure hopen mee te geven. Ook de casting van acteer zwaargewichten als Anthony Hopkins en Portman geven de film krediet.
De cast zit dan ook stevig in het zadel. Hopkins zit de mantel van Odin als gegoten. Ook de Australiër Hemsworth is geen dom gespierd blondje, en weet Thor de juiste hoeveelheid warmte en humor te geven. Daarmee doet de film recht aan het schrijfwerk van Lee, die ook van goden mensen van vlees en bloed weet te maken.
Minpuntje is wel dat Thors optreden op aarde wel wat langer had gemogen. Ook het gevecht dat daar plaatsvindt stelt ietwat teleur: we hebben in het superheldengenre wel beter vuurwerk gezien. Dat gezegd hebbende: Thor is bijna net zo vermakelijk als de eerste Iron Man, en al is Hemsworth nog geen Robert Downey Jr., ik zie hem graag terug in een volgend avontuur van de Noorse dondergod.
Blijf vooral zitten tot na de aftiteling voor het bruggetje naar de film The Avengers die volgend jaar uitkomt.
Thor draait vanaf woensdag 27 april in de Nederlandse bioscoop, in 3D en IMAX 3D.