Categorieën
Media Strips

Batman in de sixties

In de jaren zestig gebeurde er natuurlijk veel gekke dingen, en de maffe tv-serie over Batman is daar een goed voorbeeld van.In deze serie speelde Adam West een Batman die je eigenlijk niet serieus kan nemen. Dit kwam omdat de serie gekenmerkt wordt door camp. Nu valt van camp niet snel een duidelijke definitie te geven. In het geval van de tv-serie betekent camp vooral flauwe grappen, kleurrijke decors en verhalen die niet serieus te nemen zijn, al doen de personages dat wel. Verhalen met een vette knipoog dus. Slim natuurlijk, want zo werkte de serie op twee niveaus: de kids zaten gespannen voor de televisie te kijken naar de avonturen van hun stoere stripheld terwijl de volwassenen moesten lachen om deze duidelijke parodie.

De televisieserie liep van 1966 tot en met 1968. Er werden in totaal 120 afleveringen gemaakt. Twee afleveringen vormden samen een verhaal dat op twee achtereenvolgende avonden werd uitgezonden. De eerste aflevering eindigde met een cliffhanger net als in de oude filmserials. Zo moest je een nacht lang in spanning wachten om te weten of Batman en Robin (Burt Ward) uit een benarde situatie wisten te ontsnappen.Alle schurken uit de strips passeerden de revue en werden vertolkt door indertijd grote sterren. Cesar Romero (The Joker), Frank Gorshin (The Riddler), Vincent Price (Egghead) en Burgess Meredith (The Penguin) kwamen regelmatig terug om het Batman erg lastig te maken.

Flauw

Foto afkomstig van de facebookpagina van Rick Worley.
Foto afkomstig van de facebookpagina van Rick Worley.

De serie was een groot succes. Volgens aanhangers van de duistere versie van Batman, heeft de tv-serie ervoor gezorgd dat de strips indertijd ook steeds flauwer werden. Dit spreekt Will Brooker echter tegen in zijn proefschrift Batman Unmasked. Volgens Brooker waren de strips van zichzelf ook al camp en behoorlijk kinderachtig in die jaren.Als je erover nadenkt valt een campy Batman maar moeilijk te rijmen met iemand die uit wraak op misdadigers jaagt. Batman houdt geen stand als je hem niet in zekere mate serieus kunt nemen, dus een clowneske versie kan door puristen gezien worden als heiligschennis. In deze serie staat Batman zelf voor Joker.En het vreemdste is nog, dat in de serie helemaal niets verteld wordt over de oorsprong van Batman. Er wordt geen woord geroerd over de moord op zijn ouders, waardoor je eigenlijk geen idee hebt waarom een volwassene in zo’n maf pak rondloopt om misdaad te bestrijden. Een superheld is immers niets zonder zijn oorsprong. Wanneer Batman en Robin weer een schurk te pakken hadden gekregen, was deze Batman niet wars van een preek – de Batman van Adam West was een echte moraalridder die het goede voorbeeld probeerde te geven. Nergens is er dus sprake van een getraumatiseerde Bruce Wayne die wraak neemt op de misdaad.

Slecht imago
De serie heeft een dikke stempel op het imago van Batman gedrukt. Vooral de oude generatie associeert Batman met Adam West en camp. Wanneer er over Batman werd geschreven door de pers, stonden de koppen altijd vol met ‘pow’ of ‘wham’- de onomatopeeën in strips die ook in beeld verschenen tijdens de gevechten in de tv-serie. Popart op zijn best (of op z’n slechts, het is maar hoe je het bekijkt.)

Dat de serie een blijvende indruk heeft gemaakt blijkt uit het feit dat Warner Bros in 1988 een advocaat in de arm nam om Adam West te verbieden in het openbaar op te treden in zijn vertrouwde Batman-kostuum. De filmstudio wilde niet dat de nieuwe film van Tim Burton geassocieerd werd met de televisieserie uit de jaren zestig. De film zou immers over een duistere Batman gaan, en niet over een clown in een vleermuis-pak.

Maar over Burtons Batman later meer…

Categorieën
Strips

Verschillende Batmen

Omdat het concept van Batman eigenlijk erg simpel is, kun je er verschillende interpretaties op loslaten.

In wezen komt het Batman-concept hier op neer: omdat de jonge Bruce Wayne getuige is van de moord op zijn ouders, besluit hij wraak te nemen op de misdaad. Hij traint zichzelf fysiek en geestelijk en neemt de Batman-identiteit aan om zijn wraak uit te voeren.Omdat het concept van Batman zo simpel is, kun je makkelijk verschillende interpretaties op het figuur loslaten die binnen dat concept passen. Je kunt het stripfiguur zwaar dramatisch benaderen, maar ook op een wat vrolijker toon.

Geweld
Toch, omdat Batman voortkomt uit bruut geweld, past een duistere en harde versie het beste bij de vleerman. In zijn begindagen was Batman daarom meedogenloos tegen misdadigers. Zo nu en dan bracht hij er zelfs een om het leven. Bij de introductie van Robin werd Batmans rol aangepast. Van een wraakzuchtige vigilante werd hij een vaderfiguur. Na de publicatie van Batman #1 (1940) besloten de makers dat Batman niemand meer om het leven zou brengen – en datis ook nooit meer gebeurd. Zelfs niet in Frank Millers The Dark Knight Returns, waarin de Joker zijn eigen nek breekt, omdat Batman weigert zijn leven te nemen.Midlifecrisis
Het was overigens striptekenaar en -schrijver Frank Miller die Batman weer terug wilde brengen tot zijn oorspronkelijke vorm. Miller blies Batman in de jaren tachtig nieuw leven in, toen de held commercieel gezien op sterven na dood was. In zijn The Dark Knight Returns, is Batman met 55 jaar flink op leeftijd voor een superheld die van gebouwen afspringt. Tien jaar nadat hij zijn cape aan de wilgen hing, besluit hij toch weer Batman te worden. Dit idee kwam voort uit Millers eigen strubbelingen met zijn leeftijd. Miller zegt dat hij geen problemen had met het feit dat zijn jongere broertje ouder was dan Spider-Man, maar dat hij het niet kon verteren dat hijzelf ouder werd dan Bruce Wayne. De 29-jarige Miller corrigeerde dit feit door The Dark Knight Returns te schrijven en een ‘bejaarde’ Batman op te voeren. Eigenlijk heeft Miller Batman gevormd naar zijn eigen maatstaven: de meeste verhalen van Frank Miller spelen in een mistroostige, gewelddadige en naargeestige wereld waarin je zonder prozac moeilijk overleeft. Millers Gotham City lijkt wel wat op Millers Sin City al zien de gebouwen er wat stoerder uit.Overigens kwam Millers creatie niet zomaar uit de lucht vallen. In de jaren zeventig werd Batman al de gewiekste detective die hij eigenlijk hoort te zijn. Vooral in de verhalen van Dennis O’Neil – die later ook editor werd – is Batman een speurneus én een obsessieve eenling. De verhalen waren realistisch en ze hadden een grimmige toon. Het is O’Neils werk, verbeeld door tekenaar Neal Adams, dat de weg vrijmaakte voor de radicalere interpretaties die zouden volgen.

Auteurs
Halverwege de jaren tachtig waren persoonlijke interpretaties van Batman in de mode. Stripschrijvers werden gezien als auteurs wiens werk herkenbaar was. De Batman van Frank Miller is dan ook een ander personage dan de Batman van Alan Moore in The Killing Joke. Millers Bat in The Dark Knight Returns is cynisch, meedogenloos en gewelddadig. Een anarchist die zijn eigen regels bepaalt. Moores Batman is van een heel andere aard: hij is welsprekend terwijl Millers Batman vaak korte commando’s blaft. Moores Batman is ook obsessief, maar meer beschaafd: in The Killing Joke probeert hij de Joker te helpen in plaats van de hersens in te slaan.

Categorieën
Strips

Batman op de divan

Als Bruce Wayne in therapie was gegaan, dan had Batman nooit bestaan. Welke volwassene loopt er immers rond als een levensgrote vleermuis, om detective te spelen tijdens de nachtelijke uren?

Aan de andere kant: gelukkig maar dat hij nooit op de divan van een psychiater heeft gelegen, anders had de stripwereld het zonder een van de meest interessante superhelden moeten doen.Een doktersgezin komt uit de bioscoop: vader Thomas Wayne, moeder Martha en zoontje Bruce. Ze worden overvallen. Vader en moeder worden voor de ogen van de jonge Bruce doodgeschoten. Bruce besluit zijn leven en rijkdom te wijden aan het bestrijden van de misdaad. Hij traint lichaam en geest. Hij ontwerpt een kostuum dat angst bij de misdaad moet inboezemen. Batman is geboren.

Dark Knights
Het gegeven is simpel en juist daarom zo interessant. Je kunt er alle kanten mee uit. Er zijn meerdere interpretaties mogelijk. Sinds zijn creatie in 1939 is Batman dan ook in verschillende vormen en versies verschenen. Sommige versies zijn met veel gejuich door de fans ontvangen, zoals Frank Millers radicale interpretatie van de Dark Knight, terwijl andere versies het liefst meteen vergeten worden, zoals het homo-erotische festijn in de Joel Schumacher-films – uitgebreide shots van Batmans achterste en kruis.Batman is boeiender dan andere superhelden, omdat hij alles op eigen kracht doet. Hij heeft hard getraind en gebruikt logica en technologie om de misdaad te bestrijden. Hij is geen ruimteweesje zoals de man van staal en hij is ook niet gebeten door een radioactieve vleermuis. Batman is menselijker dan de andere superhelden. De aantrekkingskracht van Batman spookt in zijn hoofd: zijn jeugdtrauma. Doordat de jonge Bruce getuige was van de moord op zijn ouders, moet er iets in hem geknapt zijn en kan hij niet anders dan de misdaad bestrijden. Dat klinkt mooi, maar eigenlijk wil de jonge Bruce gewoon zijn ouders wreken. Om in vrijheid te kunnen handelen, ontwikkelt hij de Batman-identiteit.

Grimmig
Toch is deze dubbele identiteit zorgelijker dan die van andere gemaskerde helden. Neem Zorro die lachend zijn partijtjes op de floret weggeeft. Batman is een grimmige verschijning. Een bovennatuurlijk monster, een nachtmerrieachtig wezen. Batmans identiteit is de belichaming van Bruce’s jeugdtrauma. Bruce verkleedt zich als monster om een ander monster, de misdaad, te bestrijden. Bruce is een kind dat door zijn traumatische ervaring nooit echt is opgegroeid. Een kind met allerlei duur speelgoed, zoals de Batmobile, Batarangs en een geheime schuilplek de Batcave.In sommige verhalen wordt de geestesgesteldheid van Batman zelf behandeld. In de graphic novel Arkham Asylum, waarin Batman in het gekkenhuis terechtkomt, wordt Bruce geconfronteerd met zijn eigen trauma’s en demonen. Of zoals Vicki Vale (Kim Basinger) in de film Batman van Tim Burton stelt: ‘Je bent niet echt normaal, of wel soms?’

Dualisme
Bruce Wayne voert niet alleen een strijd met de misdaad, maar ook met zichzelf. Hij balanceert tussen goed en gek, tussen zin en waanzin, tussen verstand en gevoel. En tussen gerechtigheid en recht. Daarbij is de wereld van Batman er een vol contrast en dubbelzinnigheid. Net als de held zelf. Het duistere Gotham City dat geregeerd wordt door geweld lijkt alleen op te lichten door de verschijning van de kleurrijke schurken, die allemaal in het gekkenhuis thuishoren. Een figuur als de Joker ziet eruit als een grappenmaker, maar zijn gevoel voor humor is dodelijk. Net als Batman wankelt Gotham City op het randje van sanity en insanity. Gotham City is een oorlogsgebied, het Armageddon waar licht en donker, orde en chaos, goed en kwaad elkaar bestrijden.

Categorieën
Film Strips

Film: Striptaal in The Green Goblin’s Last Stand

Toen ik met mijn scriptie over stripverfilmingen bezig was stuitte ik tijdens mijn research op een vreemde maar intrigerende Spiderman-film. Begin jaren negentig produceerde en regisseerde Dan Poole zijn eigen versie van Spiderman in de film The Green Goblin’s Last Stand.

Deze lowbudget-film maakte Poole om indruk te maken op regisseur James Cameron die indertijd de echte Spiderman-film zou maken. Poole draaide de film in ruim een jaar tijd met een budget onder de 500 dollar. Hij speelde zelf de hoofdrol van Spiderman en Peter Parker.In vele opzichten is deze amateurfilm tot op dit moment de meest getrouwe comicbook-adaptatie van Spiderman. Poole baseerde zijn script op The Amazing Spider-Man (Vol. 1) #121 en 122 uit 1973. (Geschreven door Gerry Conway en getekend door Gil Kane.) In dit verhaal wordt Peters vriendin Gwen Stacy vermoord door de Green Goblin, die even later zelf sterft. Deze verhaallijn is ook gebruikt voor de climax van Raimi’s Spider-Man, zij het dan dat deze erg veranderd is ten opzichte van de comics.

Dichtbij de bron
Dan Poole heeft de belangrijkste scènes uit deze comics in zijn film opgenomen en blijft behoorlijk dicht bij de oorspronkelijke versie: dialogen worden vrijwel letterlijk uitgesproken en in sommige gevallen komt de kadrering van de shots overeen met de plaatjes uit de comics. Hier en daar zijn wel aanpassingen gemaakt vanwege budgettaire overwegingen: zo wordt Gwen Stacy van Peters dak gegooid in plaats van de Washington Bridge. Zelfs het team van Raimi kon onmogelijk filmen op de brug, zodat ze alles in een studio moesten nabouwen. Die luxe had Poole uiteraard niet.

Al moet gezegd worden dat deze productie geen cinematografisch hoogtepunt is: veel shots overstijgen het niveau van de gemiddelde homevideo niet en je zou wensen dat de cameraman meer gebruik had gemaakt van een statief. Voor een lowbudget film zijn de stunts overigens erg indrukwekkend. Aan de film is de passie van de filmmaker voor het strippersonage duidelijk af te lezen. Dit is een van de redenen die deze film charmant maakt. Aan de andere kant zorgt Poole’s respect voor het oorspronkelijke stripmateriaal er juist voor dat The Green Goblin’s Last Stand op een laag niveau blijft steken.Striptaal
In strips zijn de woorden van de personages de belangrijkste indicatoren van hun emoties en gedachten. In de Spidermancomics praat de held vaak tegen zichzelf; zo weet de lezer precies wat er in hem omgaat. De vertelstijl van Stan Lee (die samen met Steve Ditko Spiderman creëerde en in het begin de verhalen schreef) is doorspekt met drama en humor. Edward Gross, auteur van Spider-Man Confidential (uit 2002), omschrijft Lee’s schrijfstijl als volgt:

‘Lee’s dialogue often may seem bombastic, melodramatic, and corny, but it nonetheless endows his Spider-Man stories with sharp humor, incisive characterizations, and surprisingly affecting drama.’

In Raimi’s Spiderman-films zitten teksten die veel weg hebben van Lee’s vertelstijl, zoals Peters voice-over aan het begin van Spider-Man. In feite vertelt Peter op dezelfde manier als zijn geestelijk vader Stan Lee. Dat deze melodramatische dialogen niet overdreven overkomen is voornamelijk te danken aan het optreden van de acteurs, want de teksten zijn van zichzelf hoogdravend en liggen er te dik bovenop.

Theatraal
Dat het overnemen van stripdialogen niet altijd even goed werkt, bewijst de film The Green Goblin’s last stand. In deze film wordt dialoog op dezelfde manier toegepast als in de comics: gedachten worden uitgesproken door de personages. (Er wordt overigens nergens gebruik gemaakt van een voice-over, dus alle gedachten worden door de acteurs uitgesproken: ze praten tegen zichzelf.) Hierdoor worden in sommige gevallen dingen dubbel verteld.

Dit komt erg theatraal over, wat voor een deel te wijten is aan het beperkte talent van de acteurs, maar ook aan het feit dat als alles gezegd wordt er weinig te raden overblijft. Daarbij komt nog dat het erg onnatuurlijk overkomt als mensen in een film constant tegen zichzelf praten.Het theatrale en overdreven karakter van de film wordt versterkt door het acteerwerk van Jimmy Kinstle die de Green Goblin speelt. Kinstle gebruikt bij het uitspreken van zijn tekst grote gebaren. Daarbij neemt hij poses aan om zijn woorden te onderstrepen. Het is bijna alsof hij de houdingen van de Goblin in de strip letterlijk plaatje voor plaatje overneemt, waardoor het geheel overdreven wordt.

Bewonderingswaardig
Poole’s film bewijst wat mij betreft twee dingen: als je een adaptatie maakt van een strip is het belangrijk jezelf voldoende los te maken van het bronmateriaal zodat je in staat bent in filmtaal het verhaal te vertellen. De film maakt ook duidelijk dat Sam Raimi een waar vakman is als het om regisseren gaat. Zijn Spider-Man-films hebben voldoende respect voor het bronmateriaal. Tegelijkertijd heeft Raimi er met zijn eigen stijl een eigentijdse filmversie van gemaakt.Overigens neemt dat niet weg dat Poole’s film een bewonderenswaardig project is dat bij mij als Spidey-fan respect afdwingt.

Nieuwsgierig geworden naar Pooles film? The Green Goblin’s Last Stand is onder andere te bekijken op: http://www.ifilm.com/ifilmdetail/2403520.

Categorieën
Strips

Liz Greenfield: Femme fatale in webcomics

De jonge Nederlandse tekenares Liz Greenfield won afgelopen zomer de Clickie voor haar verhalende webcomic Stuff Sucks. Ze trekt er een internationaal publiek mee en studeert zelf inmiddels ook over de grens: in Manchester. Een interview.Liz is 18 jaar oud. Ze reist de hele wereld over om haar comic te promoten en andere striptekenaars te ontmoeten. Ze volgt de opleiding Animatie aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Bij een eerste ontmoeting vallen haar ontwapenende uitstraling en wilde rode krullen meteen op. Haar passie voor strips, muziek en vreemde personages vindt zijn weg in Stuff Sucks.
Daniel, het hoofdpersonage uit Stuff Sucks (‘a comic about life, love & rock’) heeft het niet makkelijk. Hij zit nogal onder de plak bij zijn moeder en zijn vriendin Nicole. Hij zegt zelfs z’n baan in de platenzaak op om te werken voor het bedrijf van zijn aanstaande schoonvader. Totdat oplichtster Zemi ten tonele verschijnt. Op het moment dat Daniel Nicole ten huwelijk wil vragen, doet Zemi zich voor als zijn nieuwe vlam. Dan beginnen de problemen pas echt. Stuff Sucks is met veel subtiele humor geschreven en lijkt een kruising tussen romantische komedie en de film High Fidelity (Stephen Frears, 2000), met een snufje (tiener)soap. De humor en cartooneske tekenstijl vormen de grootste aantrekkingskracht van de luchtige comic.De eerste vraag die opkomt is waarom Liz voor een man als hoofdpersoon heeft gekozen. ‘Ik had eigenlijk heel veel moeite met het tekenen van mannen. Mijn vorige webstrip, Weirdism, ging over drie meisjes met een overeenkomstige lichaamsbouw en karakter. Mannen had ik bijna nog nooit getekend. Het leek me een leuke uitdaging – vooral om te tekenen. Het leek me ook leuk om in een mannenhoofd te duiken. Ik moet zeggen dat vanuit een man schrijven niet zo heel erg moeilijk is. Ik weet natuurlijk niet of ik het heel goed heb gedaan, maar ik heb meer begrip voor hoe mannen denken dan voor hoe vrouwen denken. Ik heb ook veel meer mannelijke vrienden dan vrouwen, dus ik hoor meer over hun kant van het verhaal. Met vrouwen kom ik zelf ook wel in de knoop. Ook al ben ik zelf een vrouw, echt snappen doe ik ze toch niet,’ vertelt Liz met een brede grijns.Stuff Sucks?
‘Ik dacht eerst veel aan woordspelingen voor de naam van de site. Ik vond het erg grappig om iets met ‘malicious’ te doen, maar bedacht me dat niemand dat woord zou onthouden. Ik zocht naar iets dat plat genoeg is om te onthouden. Toen dacht ik “Stuff Sucks.” Het roept meteen een gevoel op. En het is lekker vaag. Ik kan er alle kanten mee op; het geeft me alle vrijheid.’‘Inspiratie komt bij mij op een heel indirecte manier. Meestal muziek, films en de dingen die ik lees. Vaak strips van vrienden – je moet elkaar blijven inspireren. Een film als Matchstick Men met Nicholas Cage heeft me op ideeën gebracht. Ik heb altijd een fascinatie gehad met con artists. Dat zijn bijzonder snuggere types die iedereen te slim af zijn. Ook al zijn ze moreel gezien verkeerd bezig, ik heb toch een zwak voor players op het gebied van geld. Het personage Zemi is daar direct door beïnvloed.’
Geen potlood
Liz levert een strippagina per week af die nog even snel op zaterdag of zondagochtend getekend wordt. De rest van de week zit ze tot de late uurtjes op de animatieafdeling van de Willem de Kooning Academie, of stoom af te blazen in de sportschool. Ook is ze regelmatig te vinden in haar favoriete bars. ‘De uurtjes dat ik een beetje helder ben, werk ik aan mijn strip…’ lacht ze.‘Ik teken altijd digitaal. Ik gebruik tablets en teken via het beeldscherm. Soms maak ik een kladversie met potlood. Ik teken dan een thumbnail, een kleine schets. Deze teken ik dan opnieuw in Flash of Photoshop. Daarna voeg ik de tekst erin – ik heb met mijn handschrift een eigen font gemaakt. Als laatste vul ik de vlakken en achtergronden in. Dat duurt tegenwoordig niet zo lang meer, want ik heb overal shortcuts voor. Over een pagina doe ik in totaal drie uur. Schrijven doe ik meestal apart, dat kost me zo’n twintig minuten.’ Na het tekenwerk uploadt ze de strip naar de site. ‘Overigens vind ik met potlood tekenen soms wel lekker. Gewoon om in te tekenen. Dat is op de academie weer begonnen. Ik had toen drie jaar niet meer met een potlood getekend. Het was wel weer even wennen. Geen “Control-Z” als het mislukt’.

Eigenzinnig
In haar werk is ze een perfectionist. Het komt voor dat ze oude pagina’s opnieuw tekent en weer op de website zet. Wie de strips in volgorde leest, kan de evolutie die haar tekenstijl heeft ondergaan duidelijk aflezen. ‘Ik ben begonnen met heel goedkope pennen. Ik wilde express slordig en schetsmatig tekenen als reactie op al het gelikte werk dat met computers gemaakt wordt. Lekker tegendraads. Dat viel echter niet in de smaak en is tot mijn teleurstelling geen succes geworden. Uiteindelijk ben ik toch weer overgegaan op digitaal tekenen.’In haar strips is een duidelijke voorkeur – maar vooral afkeur – voor bepaalde cultuurelementen te vinden. Ze rekent af met zangeres Enya, de bands Maroon 5 en Death Cab For Cutie (waarvoor ze overigens veel hate-mail kreeg). ‘Ik doe het wel in een derde persoonsvorm, soms komt het commentaar voort uit het karakter van de personages. Aan sommige populaire dingen erger ik me echter kapot. Aan bands die echt overgewaardeerd worden bijvoorbeeld. Af en toe neem ik ook artiesten die ik zelf heel leuk vind op de hak, gewoon omdat ik vind dat ze overgewaardeerd worden. Artiesten waarvan ik vind dat ze nog niet genoeg aandacht krijgen, probeer ik wel onder de aandacht te brengen. Maar zodra ze dan Ahoy Rotterdam vol krijgen, dan heb ik weer zoiets van “Oké, volgende”.Opmerkelijk genoeg wordt de site onderhouden door de lezers van Liz. De database, opmaak en hosting, ze heeft er geen omkijken naar. ‘Ik heb al die mensen nog nooit ontmoet, we hebben alleen contact via het internet. Mensen zoeken contact met me en bieden zelf hun hulp aan. Ik ben daar echt heel blij mee. Ik hoef de strip alleen nog maar te tekenen.’Feedback
Scott McCloud, de stripgoeroe die in zijn boek Reinventing Comics een pleidooi houdt voor het publiceren van online comics, heeft ze één keer ontmoet. Net als McCloud gelooft Liz in de grote voordelen van webcomics: het beeldscherm als een oneindig canvas waarop alles mogelijk is; strips zijn niet gebonden aan de maat van het papier en comics online zetten is ook een stuk goedkoper dan je eigen strips in boekvorm uitbrengen. Het grootste voordeel is het directe contact tussen maker en lezers. ‘Het is gewoon leuk om over de hele wereld lezers te hebben. Ik krijg brieven toegestuurd uit Polen, Zuid-Afrika en Amerika. Het is leuk om te lezen hoe het verhaal aanslaat bij mensen die op een heel andere plek wonen. Dat vind ik er echt heel spannend aan.’Met de hoeveelheid bezoekers die haar site trekt, houdt ze zich niet zo bezig. Liz schatte het dit voorjaar nog op zo’n tweeduizend per dag wereldwijd. En dat is een hoop voor een strip die eens per week geüpdatet wordt. ‘Opvallend is dat veel van de bezoekers geïnteresseerd zijn in muziek. Mensen die in bandjes spelen of op een andere manier bezig zijn met muziek. Stuff Sucks biedt een kijkje in die subcultuur en dat spreekt mensen kennelijk aan. De lezers komen dan ook meestal niet op stripbeurzen.’

Liz overigens wel. Ze reist stad en land af om haar werk te promoten en in contact te komen met andere stripmakers. ‘Dat zijn heel positieve ervaringen. Ik ontmoet stripmakers waar ik naar opkijk. Ook ontmoet ik lezers en krijg zo feedback die je anders niet krijgt. Dingen die je niet makkelijk in een e-mail zet. In de Verenigde Staten kwam een Cubaanse jongen naar me toe, al-rappend over mijn stripverhaal. Hij had alle gebeurtenissen erin verwerkt. Ik stond echt versteld.’Tournee
Afgelopen zomer was ze op tournee op stripbeurzen in de VS. Dat betekende elf dagen lang tekenen, signeren en lachen op een beurs, in drie verschillende staten. ‘Ik word steeds vaker door Amerikaanse stripbeurzen gesponsord om als stripmaker Europa/Nederland te representeren, omdat zij het internationale exotisch vinden en ik daar vrij bekend sta als iemand die snel op een vliegtuig springt. Overigens verkoop ik in de VS meer dan hier.’ Vaak financiert Liz haar reizen door het verkopen van haar werk in drukvorm.De webcomic-scene in Nederland loopt – niet verbazingwekkend overigens – achter op de Verenigde Staten, waar de comic al veel langer serieus genomen wordt. Liz was in 2003 in de Comicon van San Diego waar ze jonge stripmaaksters ontmoette. Deze werken nu allemaal aan grote projecten voor grote uitgevers. In Nederland zijn er nu ook eindelijk vrouwelijke striptekenaars te vinden met een eigen stem en stijl. Opvallend is dat ze ook allemaal jong zijn, zo’n 17-18 jaar. Veel stripmaaksters lieten zich inspireren door Manga: Japanse strips die in allerlei genres uitgegeven worden en vaak een opvallende visuele stijl hebben.Liz ziet wel een toekomst in haar strips. ‘Ik denk dat ik in de toekomst zeker animatie zal gaan doen. Maar ik zie mezelf niet dertien uur per dag tekenen met een bloedende hand. Strips spreken me uiteindelijk toch meer aan. Ik hoop daarin verder te gaan. Het is wel een grote droom, maar als ik zou mogen kiezen, zou ik zeker voor de strips gaan!’

Dit artikel is recentelijk verschenen op de website Comicbase.

Categorieën
Media Strips

The Incredible Hulk 2: Niet van de buis te slaan

Na de televisieserie over de Incredible Hulk verschenen er nog enkele tv-films van de groene held. Deze wijken echter af van de oorspronkelijke serie en halen ook niet het zelfde niveau.Toen televisiemaker Kenneth Johnson gevraagd werd om eens tussen de stapel superhelden van Marvel te snuffelen om te zien welke hij geschikt achtte voor televisie, zag hij voorzichtig iets in The Incredible Hulk. Toch besefte hij dat het een en ander aangepast moest worden om het stripverhaal geloofwaardig naar het televisiescherm te brengen.

Johnson zegt hierover in een interview met Mark Rathwell:

‘I was reading Les Miserables so I had Jan Val Jean and Javert and The Fugitive concept in my head. I thought, “well – maybe there’s a way to take a little Victor Hugo, a little Robert Louis Stevenson and this ridiculous premise called The Incredible Hulk and turn it into something, if they allow me to do it as a psychological drama with real adult appeal and with strong, classy casting.” And they did!’ (Bron: http://www.incrediblehulktvseries.com.)

Johnson heeft met de serie eigenlijk The Fugitive met het stripverhaal van de Hulk vermengd. In The Fugitive is de hoofdrolspeler op de vlucht omdat hij verdacht wordt van de moord op zijn vrouw. Hij zwerft van stad tot stad, op de hielen gezeten door een US Marshall. De Hulk wordt verdacht van de moord op Banner en collega-wetenschapper, op de hielen gezeten door een reporter van een tweederangs krant. Omdat de naam Bruce te veel een homoseksuele connotatie had, werd ervoor gekozen om Bruce Banner te veranderen in David. (Alsof dat veel beter is :-). )De pilot
Ook de gehele ontstaansgeschiedenis van de Hulk werd veranderd. Dit keer beschermt Dr. Banner niet ene Rick Jones tegen een explosie van de gammabom, maar zoekt de goede dokter naar de extra krachten die in ons allen verborgen liggen. Hij verloor zijn vrouw in een auto-ongeluk en was niet sterk genoeg haar te redden uit de vlammenzee. Andere mensen die een soortgelijke ervaring hadden meegemaakt, beschikten opeens over supermenselijke krachten. Banner ontdekt dat dit met gammastraling te maken heeft en neemt per ongeluk een overdosis gammastraling, waarna hij dus geregeld in de Hulk verandert als hij boos wordt.

Dit verhaal wordt met veel pathos en met een realistische psychologische achtergrond verteld in de pilot van de serie. Uiteindelijk sterft Elaina Marks (Susan Sullivan), de vrouw met wie Banner samenwerkt, en krijgt het monster de schuld van haar dood en de dood van Banner zelf. De pilot werd goed ontvangen en snel opgevolgd door A Death in the Family, waarna de serie het groene licht kreeg en elke week een aflevering van de Hulk verscheen.

Daredevil
Toen de serie al een aantal jaar ten einde was, werden er eind jaren tachtig nog drie zogenaamde reüniefilms gemaakt. De eerste twee hiervan waren ook voorzichtig bedoeld als pilot voor andere helden uit het Marvel-universum. In de eerste, The Incredible Hulk Returns, krijgt de Hulk te maken met Thor. (Dat deze ontmoeting op meerdere vlakken niet geheel geslaagd is, kun je in dit fragment zien.) In de tweede, The Trial of the Incredible Hulk, wordt de blinde held Daredevil op een aardige manier geïntroduceerd. Bruce is door al het jaren zwerven zo afgestompt, dat hij zich ver houdt van iedere vorm van menselijk contact. Totdat voor zijn ogen een vrouw verkracht dreigt te worden in de metro. Bruce wordt echter als dader gezien en het is aan advocaat Matt Murdock – het alter ego van Daredevil – om hem uit de bak te krijgen. Banner en Murdock werken samen om de inmiddels ontvoerde vrouw uit de toren van Kingpin te halen.Trial is een opmerkelijke aflevering om verschillende redenen. John Rhys-Davies (Professor Orturo in Sliders) geeft een interessante interpretatie van misdaadbaas Kingpin: een videoverslaafde voyeur die alles in de gaten houdt via een reeks videoschermen. Goed, hij is niet zo bedreigend als Michael Clarke Duncan in de film Daredevil, maar ook in die film lijkt Kingpin in de verste verte niet op de stripversie. Rex Smith speelt een aardige Daredevil (al zie ik toch liever Ben Affleck in de rol), maar het zwarte turnpakje dat hij aan heeft slaat een modderfiguur. Of, om het in de woorden van Stan Lee te zeggen:

‘Whoever designed [DD’s] nowhere costume should be stranded on a desert island with nothing to read but DC mags until he begs for mercy!’. (Geciteerd in Comic Book Heroes of the Screen, William Schoell).

Opmerkelijk detail is dat Stan Lee een cameo heeft als een van de juryleden tijdens de rechtszaak tegen de Hulk. Helaas is deze aflevering iets te veel een promofilmpje voor een potentiële Daredevil-serie en in de laatste actiescène verandert Banner niet eens in de Hulk.

Dood eind
De laatste televisiefilm, The Death of the Incredible Hulk, bracht Banner weer in romantische moeilijkheden als hij verliefd wordt op een dievegge (voormalig Miss America en ster uit de Highlander tv-serie Elizabeth Gracen). De Hulk sterft door uit een opstijgend vliegtuig te vallen. Gek genoeg overleefde hij in een aflevering uit de serie een veel hogere val. Daarmee komt de Incredible Hulk dus een beetje knullig aan zijn eind. Het moment dat de gevallen Hulk in de armen van zijn geliefde langzaam terugverandert in Banner is erg roerend omdat Bruce door de dood eindelijk bevrijd zal zijn van zijn ‘vloek’. Er waren nog plannen om de Hulk wederom te reanimeren in een vierde film, maar doordat Bill Bixby ziek werd en uiteindelijk stierf aan prostaatkanker, is het er niet meer van gekomen.

De televisiefilms halen geen van allen het niveau van de televisieserie. Veel fans klagen over het feit dat er veel inconsistenties in de films zitten ten opzichte van de serie. Zo vindt men het vreemd dat als Banner verandert in de Hulk, zijn gehele baard verdwijnt. (Volgens mij zou een Hulk met baard er te belachelijk hebben uitgezien, wat de producenten gelukkig zelf ook beseften). Ook zien we Jack McGee (Jack Colvin) niet meer terug na Return of the Incredible Hulk.Het grootste manco van de films is wellicht het combineren van de Hulk met andere superhelden. De vertolking van Thor (Eric Allan Kramer) is te kinderachtig voor woorden. Hoewel Daredevil redelijk goed gedaan is, steelt hij weer te veel de show van onze groene held. Wat dat betreft had Johnson het goed ingezien om het menselijke aspect van de Hulk centraal te stellen en overdreven fantastische figuren achterwege te laten. Het meest irritante is wellicht dat hoewel de Hulk uiteindelijk sterft, dit einde niet voelt als een goede afronding van het verhaal van David Banner. Johnson wilde de serie laten eindigen met een televisiefilm waarin Banner aangeklaagd zou worden voor de moord op Elaina Marks uit de pilot. Omdat de serie abrupt werd gestopt, is het hier nooit van gekomen. Zoals vaak in televisieland, blijft de hartstochtelijke kijker met veel losse eindjes zitten.De drie reüniefilms danken hun bestaansrecht aan een misplaatste nostalgie voor de televisieserie. De films bewijzen dat wie echt goede Hulkverhalen wil ervaren, zich het beste kan houden bij het lezen van de strips.

Zie ook: The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie en Spiderman in de seventies.

Categorieën
Media Strips

The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie

Wie regelmatig de televisieserie The Incredible Hulk kijkt, weet dat Dr. David Banner (Bill Bixby) geen makkelijk leven leidt.

Niet alleen verandert hij om de haverklap in het groene monster de Hulk als hij boos wordt, de meeste vrouwen die hij ontmoet sterven of moet hij vroegtijdig verlaten doordat reporter McGee (Jack Colvin) hem op de hielen zit. Banner zwerft van stad naar stad en weet zichzelf iedere aflevering goed in de nesten te werken. Alleen de immense kracht van de Hulk is in staat de misdaad een halt toe te roepen.

Lief
The Incredible Hulk werd eind jaren zeventig en begin jaren tachtig gemaakt en werd sindsdien meerdere keren uitgezonden. Tegenwoordig is de serie op dvd te krijgen en te zien bij SBS6 rond 6:15 in de ochtend.

De serie is heel anders dan de film van Ang Lee uit 2003. In de jaren zeventig was er nog geen sprake van een computer-Hulk en speelde bodybuilder Lou Ferrigno het monster. Ferrigno werd voorzien van een kortgeknipte spijkerbroek, groene bodypaint en een slechte pruik. In tegenstelling tot de strip-Hulk kon hij niet praten. Ook was de televisieversie niet zo sterk als in de strips. Sterker nog: producent Kenneth Johnson schreef de Hulk zo dat hij kind- en diervriendelijk overkomt. Momenten van pure agressie waarin de Hulk van alles wegsmijt komen dan ook abrupt tot een eind wanneer het monster een kind of lief dier ontwaart.

Metamorfose

Ik zag The Incredible Hulk voor het eerst toen ik een jaar of vier was en was zeer onder de indruk van het monster en de specialeffects. Tegenwoordig zijn deze nogal doorzichtig, maar als we het beperkte televisiebudget in het achterhoofd houden, zit de serie toch heel aardig in elkaar. De verandering van Banner naar de Hulk zijn op ouderwetse wijze gemaakt: shots van verschillende fasen van de verandering vloeien in elkaar over.
Vooral in de eerste seizoenen werd veel werk gemaakt van de transformaties. Later liet men vaak zien dat Davids ogen wit werden (dankzij contactlenzen), waarna een close-up van een scheurend T-shirt of openscheurende schoenen met daarin de groene gestalte van de Hulk voldoende werd geacht om de transformatie aan de kijker te verkopen. De transformatie ging altijd gepaard met enge muziek. In sommige gevallen gebeurde de verandering volledig buiten beeld terwijl de enge muziek aangaf wat er aan de hand was.
(Overigens was The Incredible Hulk voor televisiebegrippen een dure show; het budget voor de specialeffects was groter dan voor Buck Rogers in the 25th Century. Omdat Banner door het hele land zwierf, moesten er voor iedere aflevering nieuwe decors gebouwd worden – ook dat dreef de productiekosten op.)

Charmeren
Bill Bixby zette een aantrekkelijke en sympathieke Banner neer. Banner is een renaissanceman van de jaren zeventig en weet in ieder vreemd baantje wat hij krijgt overtuigend te functioneren (een Pretender avant la lettre). De dames die hij onderweg tegenkomt, weet hij dan ook vaak te charmeren, al staat het monster een fatsoenlijke relatie natuurlijk in de weg. Een interessant gegeven is dat veel vrouwen die Banner ontmoet geëmancipeerd zijn. Zo zijn de meeste wetenschappers met wie hij samenwerkt vrouw.

Het is niet verrassend dat de producenten zich concentreerden op de menselijke helft van het duo Banner-Hulk om het programma aantrekkelijk te maken voor volwassen en kinderen. De nadruk ligt op het psychologische vlak en dat is eigenlijk wel bijzonder voor die tijd. De meeste critici waren dan ook blij verrast met de pilot, omdat ze een flauwe camp-versie hadden verwacht zoals de Batman-serie tien jaar eerder. De toon van de serie is dan ook serieus en maatschappelijke zaken als alcoholisme, kindermishandeling en verschillende geestesziekten worden geregeld behandeld.

Sloopwerk
Stan Lee, bedenker van de Hulk, was zeer enthousiast over deze versie van zijn held. Wie de Hulk kent uit de strips krijgt bij het zien van de serie toch een dubbel gevoel. Hoewel het een plausibele adaptatie is voor het kleine scherm, is het toch betreurenswaardig dat er niet meer gedaan is met de Hulk. In het begin van de serie was deze wat agressiever en deed hij veel meer. De Hulk viel misdadiger fysiek aan en deelde nog wel eens een tik uit. Dit werd later vervangen voor worstelworpen en een hoop sloopwerk van het decor.

Sommige scènes beloofden voorhand heel wat: zoals de scène waarin Banner in een taxi op Times Square in de Hulk verandert. (In de aflevering ‘Terror in Times Square’, van het eerste seizoen.) Helaas blijft het in deze scène bij het aanbrullen van omstanders en een joggingsessie over Times Square naar een parkeergarage.

Het zal voor de productie lastig en duur genoeg zijn geweest om in New York te draaien. De scènes in Times Square worden in de montage dan ook sluw afgewisseld met shots die in een studio-omgeving zijn opgenomen. Dit geldt overigens voor de gehele serie: vaak werd de setting neergezet door archiefmateriaal, waarna de straatscènes op de backlot van de studio werden gedraaid. Dit drukte de kosten van een aflevering aanzienlijk en is de normale procedure in televisieland.
Desondanks werd de serie tijdens het maken van het vijfde seizoen onverwachts stopgezet vanwege het hoge budget. Harvey Shepherd, hoofd programma’s van CBS indertijd, was geen fan van de serie en trok de stekker eruit. Toch was dat niet geheel het einde van The Incredible Hulk op televisie, maar daarover later wellicht meer.

Zie ook: Spiderman in de seventies.

En het dagboek van de Hulk online.

Volgende keer: The Incredible Hulk televisiefilms.

Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomic: Review Nieuw gehoer

Wat krijg je als je een stel melige cartoonisten op een site stopt die op elkaars stripjes reageren? Precies: Nieuw Gehoer. Een samenwerkingsproject van Soff, Thijs, Mattt, Hallie Lama, Erwin, Roel Schuit, Zeke en Menno – allemaal geen onbekenden in het stripwereldje. Meligheid, strakke tekeningen en een soapachtige verhaallijn zijn de hoofdkenmerken van deze vreemde doch voedzame stripmaaltijd die onregelmatig wordt opgediend. De hoofdpersonages in deze strip zijn niet de minsten: God, de Duivel, Jezus (die altijd jeuk heeft aan zijn kruis), een Transformer, Sinterklaas en Trui. Het verhaal begon met het overlijden van Menno’s vaste figuurtje Trui, maar al snel nam de Duivel het roer over om aan wereld dominatie te werken. Ook schijnt hij op een bepaalde manier achter het broeikaseffect te zitten. Maar eigenlijk is dit ook maar een subplot: het verhaal is chaotisch en springt alle kanten op. Het valt niet samen te vatten tot een logisch geheel, hoewel Hallie Lama wel een poging heeft gedaan: Tekenbattle
Nieuw Gehoer is een zogenaamde tekenbattle. Omdat de ene tekenaar op de ander reageert, gaat het verhaal alle kanten op en blijft het ‘fris’. Wanneer Hallie een drol met een hoedje introduceert, wordt dit figuurtje gretig overgenomen door de anderen en geïntegreerd in het universum van Nieuw Gehoer. De grap escaleert echter al snel, wanneer de drol met een Jezus-masker van papier-maché de Goddelijke Vader wil bezoeken.Wie dit niet grappig vindt kan de website beter overslaan. Wie dit soort meligheid goed kan waarderen, zoals deze recensent, zit bij Nieuw Gehoer goed, want echt beter dan dit wordt het niet. De site sluit dus prima aan bij het werk van de individuele deelnemers, waar poep en plasgrappen en andere verstripte grofheden en meligheid regelmatig de revue passeren. (Het is altijd fijn als het cliché van de seksueel gefrustreerde 20+ striptekenaar in stand wordt gehouden met humoristisch werk.) Los van het hoge grapgehalte, is de site natuurlijk een mooie manier om kennis te maken met de verschillende tekenstijlen van de tekenaars die schijnbaar alles uit de kast halen om een zo goed mogelijk antwoord op de vorige grap te verzinnen. Daarbij is een battle een creatieve manier om met het democratisch beginsel, dat iedereen zijn stem kan laten horen op het internet, om te gaan. Al blijft het aantal comments van de bezoekers ver achter op de reacties van de makers zelf. Oud Gehoer
Nieuw Gehoer werd een tijd geleden gestart door Menno Kooistra en Erwin Steenbergen, onder de naam Oud Gehoer. Menno zegt hierover:

‘Het [project, red] bloedde dood en toen kwam Mattt Baay met het voorstel de boel nieuw leven in te blazen en er een soort van “tekentopic” van Clickburg van te maken. Zo geschiedde. Samen met die andere tekenheld, Hallie Lama, begonnen we de site die we op de Blogger-ruimte gooiden. We nodigden enkele tekenaars erbij uit, tot we kwamen op dit fijne clubje tekenaars. Binnenkort beginnen we weer met het aantrekken van nieuwe tekenaars. Want: hoe meer mensen, hoe leuker de tekenbattle.’

Het geheel is te bekijken op een blogspot-pagina en dat is eigenlijk het enige wat een beetje jammer is. Niet dat er voor elk gelegenheidsproject meteen een nieuwe website met een eigen url aangemaakt moet worden, maar omdat de nieuwste toevoeging altijd bovenaan staat, moet de archieflezer altijd eerst naar beneden scrollen om het verhaal te kunnen lezen. Afgezien daarvan geeft een blogpagina natuurlijk alle tekenaars de kans makkelijk hun werk te uploaden. Mijn goede voornemen voor dit jaar is om de site regelmatig te bezoeken om te zien welke gedachtekronkels het verhaal nog opgaat. Zie voor de laatste update http://nieuwgehoer.blogspot.com.Meer webcomicreviews op Clickburg.nl

Categorieën
Mike's notities Strips

Dingen veranderen (niet)

‘People are crazy and times are strange
I’m locked in tight, I’m out of range
I used to care, but things have changed’

– Bob Dylan
Things have changed Ze zeggen wel eens dat de tijden veranderen. Volgens mij zijn ‘wij’ het die veranderen. Ik merk het de laatste tijd aan mezelf. Ik zal niet zeggen dat ik opeens heel anders ben nu ik de dertig nader – leeftijd interesseert me niet. Maar ik merk wel dat er naast de kern waar ik uit besta, er een hoop anders aan me is. Mijn smaak verandert. Dingen waar ik vroeger erg enthousiast van werd, laten me nu koud. Bepaalde muziek bijvoorbeeld. Toen ik op de middelbare school zat was ik gek op de muziek van Prince. Ik kocht alle cd’s en luisterde constant naar zijn muziek. Nu was Prince in de jaren tachtig een geniaal muzikant & componist: ieder nieuw album hoorde je weer iets anders. Tegenwoordig is niet meer zo: Prince is nog steeds een goede muzikant, maar als ik de eerste keer een nieuwe cd van hem hoor, kan ik het verloop van de nummers en de teksten voorspellen.Dat wil niet zeggen dat ik tegenwoordig muzikaal-geniaal ben, maar dat de Kleine Geile Dwerg zichzelf herhaalt. Wat mij betreft is dat niet zo heel boeiend om naar te luisteren. Ook vind ik de teksten van Prince tegenwoordig thematisch niet meer zo interessant: liedjes over Liefde, Seks en God (waarbij het een vaak staat voor het ander). Ik kan zo nu en dan nog steeds erg genieten van het oude werk, maar dat komt voor een deel ook door de nostalgische gevoelens die ze oproept. De dagen van mijn adolescentie zijn lang voorbij, maar mijn platenkast kan me weer even terugbrengen. Al is het alleen maar in mijn hoofd. 🙂 Van hetzelfde
Steven Spielberg was vroeger een van mijn favoriete filmregisseurs. Ik verslond films als Indiana Jones, Close Encounters of the Third Kind… Maar na Schindler’s List is een nieuwe Spielberg-film geen must-see meer voor mij. Sterker nog, de laatste paar films heb ik voor het gemak maar overgeslagen. Ik vind ze gewoonweg niet meer interessant. (Catch Me if You Can en Minority Report zijn knapgemaakte films, ik bedoel eigenlijk te zeggen dat mijn passie voor Spielberg zodanig is afgenomen dat het feit dat hij een nieuwe film heeft gemaakt, voor mij nog geen reden is om de film te gaan zien.) Andere dingen zijn wel gebleven: ik ben nog steeds een Beatles-fan, hou van Tim Burton-films en kan nog erg genieten van comics – ook al moet ik toegeven dat ook daar het een en ander veranderd is. Ik lees veel minder dan vroeger, en waar het voorheen vooral ging om Superheldenstrips, lees ik behalve die meer andere strips. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat ik tegenwoordig meer webcomics lees, maar vooral met een andere leesbehoefte. Je mag me nog steeds wakker maken voor een goed geschreven Spider-Man verhaal geschreven door J. Michael Straczynski en getekend door John Romita Jr. en een goede Batman-graphicnovel gaat er zeker in, maar als ik in de stipwinkel sta valt mijn oog toch meer op semi-realistische graphic novels zoals Beg the Question van Bob Fingerman.Ergens verbaast mij dit wel, want ook al word ik van buiten ouder en weet ik meer dan toen, toch voel ik mij niet veel anders. Dit komt voor een deel dat veranderingen geleidelijk gaan en je ze daardoor minder snel opmerkt. Toch geloof ik ook dat het cliché waar is: hoe meer dingen veranderen, hoe meer ze hetzelfde blijven.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Chasing Amy 3: Meer thema’s in Amy

Het derde deel in de serie over de film Chasing Amy, en een tweede kijkje naar de thema’s van de film en hoe die zich verhouden tot de andere films van Kevin Smith. Naast het eerder genoemde thema van de relatie tussen man en vrouw (de Ware, de break-up en de make-up), zijn andere belangrijke Smith-thema’s: katholicisme (het beste voorbeeld is natuurlijk de film Dogma), homoseksualiteit en de onderdrukking van de zwarte medemens.Dit laatste wordt in Amy belichaamd door het personage Hooper X – prachtig gespeeld door Dwight Ewell. Deze zwarte striptekenaar heeft als imago de stripversie van de Black Panthers te zijn. In een grappige scène trekt hij zijn wapen tijdens een interview op een stripbeurs en lost hij twee schoten nadat Banky en Holden ‘schijnbaar’ de representatie van zwarten in Star Wars belachelijk hebben gemaakt. (De Star Wars-trilogie is overigens ook een terugkerend thema in de films.) Het is allemaal een act om de verkoop van zijn strip White Hating Coon te vergroten. In werkelijkheid is Hooper homo en allesbehalve militant. That’s sooooo gay
Het thema homoseksualiteit speelt natuurlijk een grote rol in Amy, maar omhelst meer dan het feit dat Alyssa lesbisch is. Het is een interessant gegeven dat Holden zich wel druk maakt over die ene heteroseksuele groepsuitspatting die Alyssa heeft gehad en dat hij niet wakker ligt van het feit dat ze met een reeks vrouwen het bed heeft gedeeld. Kennelijk vormen die vrouwen geen bedreiging voor zijn seksualiteit. Homofobie is ook een terugkerend thema in het universum van Kevin Smith. In Chasing Amy is het vooral Banky die homofoob reageert. Banky praat graag over Lul en komt naar vrouwen toe over als een chauvinistisch varken. Van de andere kant bekeken lijkt zijn fascinatie met het mannelijk geslachtsdeel juist te wijzen op de ontkenning van zijn seksuele geaardheid. Het moment dat Banky Hooper probeert te overtuigen dat het stripfiguur Archie absoluut niet gay is, staat voor het feit dat hij zichzelf probeert te overtuigen dat hij geen homo is. Ook zijn overdreven heterogedrag wijst hier op.Ware Vriendschap
In Amy wordt gehint naar Banky’s homoseksualiteit, wat zijn gevoelens naar Holden op zijn minst ambigue maakt. De eindscène waarin de twee vrienden elkaar na een jaar weer treffen op een stripbeurs is wat dat betreft erg tekenend. Holden en Banky communiceren met elkaar zonder te spreken, en kunnen met een enkele blik duidelijk maken wat ze bedoelen. De vriendschap is diepgeworteld en de twee mannen lijken daarmee een oud getrouwd stel. In dit opzicht spiegelt de relatie tussen de twee stripmakers de relatie tussen Holden en Alyssa – twee mensen die elkaar door en door kennen en snappen.Misschien is Vriendschap (met of zonder homo-erotische ondertoon) wel de Ware Relatie. Saillant detail: wanneer vrienden in Smiths films aan elkaar toegeven dat ze van elkaar houden, wordt daar altijd ‘op een heteroseksuele manier’ bij gezegd. Overigens is Banky niet het enige figuur in het Askewniverse waarvan de seksuele geaardheid niet helemaal duidelijk is. Jay lijkt net als Banky geobsedeerd door seks met vrouwen en mimiekt regelmatig pijpbewegingen met zijn mond en hand. Net als Banky heeft hij ook een obsessie met ‘The Cock’. (De ‘sexy’ dans die Jay in Clerks II tot twee keer uitvoert, heeft ook een sterke homo-erotische lading).Tot slot nog even een laatste thema uit Chasing Amy: comics! De algemene interesses van adolescente mannen vormen eigenlijk een rode draad in Kevin Smith’s films. Comics zijn een verbindende factor. In Amy zijn de hoofdrolspelers striptekenaars en Holden en Alyssa ontmoeten elkaar dan ook op een stripbeurs. Smith verwijst regelmatig naar popcultuur en dus ook naar strips. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Jay & Silent Bob Strike Back een grote stripfilm is, maar daarover wellicht een andere keer.

Categorieën
Strips

Spider-Man in de seventies

Sinds Stan Lee en Steve Ditko in 1962 de stripheld Spiderman bedachten is hij in verschillende gedaanten op televisie en film verschenen. Een van de meest curieuze verschijningen is de televisieserie The Amazing Spider-Man.

Voordat Tobey Maguire het strakke pak van Spiderman mocht aantrekken in de recente klassiekers geregisseerd door Sam Raimi, was Nicholas Hammond hem voor. Nicholas wie? vraag je je wellicht af. Hammond is een acteur die misschien wel het meest bekend is door zijn rol in The Sound of Music. Hij was een van de kinderen van vader Von Trapp. In de jaren zeventig speelde hij ook Peter Parker in de kortlopende televisieserie The Amazing Spider-Man.De serie bestond in totaal uit dertien afleveringen, waarvan de pilot in Europa in de bioscoop is vertoond. Hoewel de serie aardig genietbaar is, zijn de makers er niet in geslaagd een geloofwaardige Spider-Man te creëren. Kenmerkend aan de serie zijn de doorzichtige specialeffects en het hergebruik van eerder vertoonde opnames. In de pilot-aflevering doen de blue screeneffecten goedkoop aan. Wanneer Spiderman langs de muren kruipt, wordt de acteur zichtbaar aan kabels omhooggetrokken. Het ergste zijn de continuïteitsfouten door veelvuldig hergebruik van eerder vertoonde beelden. Zo komt het voor dat Spiderman in het ene shot een riem draagt en het volgende shot opeens niet.

Funky
Ook wisten de makers niet de juiste toon te zetten. Het is bewonderingwaardig dat het materiaal redelijk serieus benaderd werd. Tien jaar daarvoor durfden televisiemakers superhelden alleen maar met een flinke dosis camp op het scherm te brengen zoals in de serie Batman met Adam West. Toch ontkomt The Amazing Spiderman ook niet aan de nodige camp, al komt dat vooral doordat de serie nu gedateerd overkomt dankzij de jaren zeventig look. Daarbij bevat de soundtrack overdadig schallende trompetten en een vleugje discomuziek. Aan de andere kant geeft dit de serie juist een bepaalde curiositeitswaarde en een vleugje funk. Nicholas Hammond schiet duidelijk tekort als Peter Parker. In de meeste scènes speelt hij als een stijve hark. De charme waarmee Maguire van Peter een aandoenlijke nerd maakt, ontbreekt volledig in het spel van Hammond.

Vertaling met gebreken
Het grote manco van de serie is dat van het concept van de Spiderman-strip weinig is overgebleven. Peter is een student die zijn krachten krijgt tijdens wat labwerk. In de strip en in de film van Raimi wordt hij door de spin gebeten tijdens een schoolexcursie. Die setting is dramatischer en verhalender: Peter wordt eigenlijk bij toeval gebeten door de spin. In principe had het ook iemand anders kunnen zijn. In de televisieserie is Peter alleen als hij gebeten wordt.In de televisieserie komen weinig personages uit de comic voor: in de pilot speelt Tante May een rol en verder is J. Jonah Jameson een vaste speler die het leven van Peter zuur maakt.Omdat oom Ben is weggelaten ontbreekt een goede verklaring waarom Peter besluit met zijn krachten de wereld te helpen. In de serie wordt Ben immers niet vermoord door de moordenaar die Peter even daarvoor heeft laten gaan, omdat hij vond dat het niet zijn taak was om boeven te vangen. Het gegeven van ‘grote krachten geven grote verantwoordelijkheden’ wat zo centraal staat in de strips en in de films van Raimi ontbreekt daardoor volledig.

Doe maar gewoon…
In de serie vecht Spiderman tegen gewone mensen en niet tegen superschurken. Hier zijn enkele verklaringen voor te geven. In de eerste plaats wordt een televisieserie die op primetime wordt uitgezonden nooit alleen voor kinderen gemaakt. Volwassenen moeten er ook van kunnen genieten. Daarom probeert men de verhalen niet te fantastisch te maken. Door Spiderman het op te laten nemen tegen gewone schurken, blijft de verhaalwereld nog enigszins realistisch.In de tweede plaats is het budgettair niet erg aantrekkelijk om dure specialeffects te moeten gebruiken om de krachten van de schurken geloofwaardig te maken. Om dezelfde redenen hield men de serie The Incredible Hulk uit dezelfde tijd ook redelijk down to earth. De Hulk (Lou Ferrigno) is maar twee keer per aflevering te zien en dan niet erg lang. De meeste tijd is Bruce Banner (Bill Bixby) in zijn normale gedaante. Om volwassenen geïnteresseerd te houden werd de nadruk gelegd op human interest-verhalen en niet op het bovennatuurlijke.

Dat allemaal in het achterhoofd gehouden…. The Amazing Spider-Man is zeker de moeite waard om een keertje te bekijken. Goed, het pak zit slecht, het verteltempo is traag en deze Spiderman is niet altijd even handig: juist deze elementen (en de seventies uitstraling) maken dat de serie genoeg in zich heeft om een avondje even lekker te ‘genieten’. Probleem is echter dat de serie tot op heden niet officieel op dvd is uitgebracht. Gelukkig zwerven er op het internet nog enkele VHS versies. (En op YouTube zijn wat fragmenten te vinden, zie daarvoor ook de links in dit stuk.) Goed zoeken dus voor de liefhebber.

Categorieën
Film Strips

The trouble with Superman

Sinds de jaren veertig is iedere generatie opgegroeid met een versie van Superman op het witte doek of op het kleine scherm. Je kunt je afvragen of al deze aandacht terecht is, want Superman is namelijk de meest ongeloofwaardige en saaie superheld die er is. Hoe zorg je dat het publiek met een onoverwinnelijke Superman meeleeft?

Superman is een saaie voorspelbare held. Clark Kent is het product van zijn opvoeding: groot geworden in de schoot van zijn liefhebbende adoptie-ouders, is hij vergiftigd met allerlei goede karaktereigenschappen. Superman representeert natuurlijk het goede in de mens. Aangezien hij goddelijke krachten bezit is dit een geruststellende gedachte – een kwaadwillende Superman zou over de gehele wereld kunnen heersen.

Bad guy
De eerste versie van Superman die Jerry Siegel en Joe Shuster bedachten, was dan ook een echte schurk. In het verhaal The Reign of the Superman, lijkt hij een voorloper van Lex Luthor: een glimmend kaal hoofd en gebrand op domineren van de wereld. Toen Siegel en Shuster uit commercieel oogpunt Superman in een held veranderden, was hij in het begin erg hard voor criminelen – al was zijn collega Batman meedogenlozer.

Na de Tweede Wereldoorlog stelde hoofdredacteur Whitney Elssworth enkele richtlijnen op voor alle helden van DC Comics, waarmee Superman werd gedegradeerd tot de vriendelijke padvinder zoals we hem nu kennen. Behalve dat hij door zijn rechtlijnigheid saai en voorspelbaar is, kampt Superman ook met een geloofwaardigheidsprobleem.

Hypnose
Omdat Superman geen masker draagt, is de scheiding tussen Clark Kent en zijn alter ego nogal doorzichtig. In de strip Superman #330 uit 1978 wordt een verklaring gegeven waarom een doortastende journalist als Lois Lane nog nooit de vermomming van Clark heeft doorzien. In het verhaal wordt uitgelegd dat Superman zijn superhypnose gebruikt om mensen een Clark Kent te laten zien die breekbaarder en kaler lijkt dan hij werkelijk is. Beide mannen lijken genoeg op elkaar om de gelijkenis enigszins verdacht te maken, maar door de hypnose lijken de verschillen te groot om ze één man te laten zijn. De brilglazen, gemaakt van de ramen van de raket waarin Superman naar de aarde gezonden is, versterken de hypnosekracht om de illusie in stand te houden. Helaas is in latere comics nooit meer gebruik gemaakt van deze creatieve oplossing.

Superman Returns biedt overigens ook geen bevredigend antwoord op deze kwestie. In de film wordt hier en daar wel een grapje gemaakt over de gelijkenis tussen Clark en Superman, maar meer dan een knipoog naar het publiek is het niet. Misschien kan geloofwaardigheidsprobleem in een volgend deel worden uitgewerkt.

Gezin
Wat Superman tot slot minder boeiend maakt dan zijn collega’s, is zijn onoverwinnelijke kracht. Het is moeilijk spanning in een verhaal te creëren als je held onverslaanbaar is. Eén oplossing hiervoor is om het conflict op het emotionele vlak te zoeken. In Superman Returns speelt de klassieke vraag hoe een superheld een normaal leven kan leiden, met plaats voor een gezin en kinderen, een belangrijke rol. Superman is eigenlijk het ex-vriendje dat met pijn in het hart moet toezien hoe zijn vriendinnetje geschaakt is door een ander. Lois heeft sinds het vertrek van Superman een ‘normaal’ leven, inclusief gezin. Is dat wel weggelegd voor iemand die Beschermer van de Mensheid als baan heeft? Spider-Man kampt met dezelfde vraag.

Om het probleem van onoverwinnelijkheid van Superman op te lossen, maken Singer en zijn schrijversteam gebruik van een beproefd concept: ze maken een kwetsbaar mens van hem. Wanneer Superman in de val wordt gelokt door Luthor, is hij ernstig verzwakt door het eiland van kryptoniet waar ze zich op bevinden. Superman wordt geschopt en geslagen door de handlangers van Luthor. De misdaadbaas zelf dient de genadesteek toe met een geïmproviseerd mes van kryptoniet. De rauwe scène doet denken aan de manier waarop in gevangenisfilms doorgaans met een tegenstander wordt afgerekend. Het is een indrukwekkend tafereel waarin Superman tot menselijke proporties wordt teruggebracht. Juist omdat Superman niet opgeeft op dit soort moeilijke momenten symboliseert hij het goede in ons.

Brandon Routh als Superman
Brandon Routh als Superman

Dit concept van een verzwakte Superman werd overigens ook in Superman II gebruikt. Nadat Clark zijn krachten vrijwillig opgaf om met Lois het bed te delen, wordt met hem de vloer aangeveegd door een asociale trucker.

Tijdelijk dood
Sinds zijn debuut in 1938 is er veel gesleuteld aan Superman, al is hij in grote lijnen hetzelfde gebleven. Een belangrijk moment in de stripgeschiedenis van Superman is de serie van John Byrne – Man of Steel uit 1986. Byrne actualiseerde de geschiedenis van Superman en zwakte enkele van zijn krachten af. Tijdreizen was er niet meer bij; zijn onkwetsbaarheid en supersterkte werden ook verminderd. Superman werd er menselijker door. Zo menselijk, dat hij in 1993 doodgeslagen kon worden door het monster Doomsday. Natuurlijk was deze ‘dood’ maar tijdelijk, en na een viertal Superman-imitators kwam uiteindelijk de enige echte weer terug.Superman representeert zoals alle superhelden de wensversie van onszelf. Graag zouden we buitengewone krachten bezitten om ons te onderscheiden van de normale mensen. Helaas zijn de meeste van ons een versie van Clark Kent – stuntelig, onopvallend en heel normaal.