Categorieën
Spidey's web Strips

Te gast in Thijs’ Nerdpaleis

Een paar weken geleden kwam Thijs van Domburg bij me thuis langs om een podcast op te nemen.

Thijs is cabaretier, tekstschrijver en collega-geek. En daarnaast is hij nog eens een heel aardige kerel. Hij doet onder andere een gesproken column bij het programma Spijkers met koppen en hij werkt bij Zondag met Lubach. Ook heeft hij al een paar keer een cabaretprogramma gemaakt en altijd met een lekkere geeky-thema. Zo was hij in De wraak van de Koolmees een heuse Nederlandse superheld op een crossfiets.

Sinds een jaar neemt hij geregeld een podcast op waarin hij een geek interviewt genaamd Thijs’ Nerdpaleis. En aangezien mijn boek Mijn vriend Spider-Man uit is gekomen, was dat een mooie gelegenheid om elkaar te spreken.

Michael, Thijs, en een kast vol met comics.

Eerder sprak Thijs onder andere met Ger Apeldoorn, Junaid Chundrigar en Hedwig van Driel. Een mooi rijtje om tussen te staan.

Als bedankje had Van Domburg een action figure van Hydroman meegenomen. Dat is een van de schurken waar Spider-Man het weleens tegenop neemt. Deze figuur kan zijn lichaam in water veranderen.

Hydroman was in de uitvoering van Spider-Man:The Animated Series uit de jaren negentig. Zijn hoofd heeft een hoog glamrock gehalte, vind ik. Verder kijkt hij lekker psychopathisch uit zijn ogen. Maar goed, Hydroman is dan ook een waterhoofd natuurlijk.

Echt een leuk cadeautje. Je kunt via een plastic dingetje Hydroman ook water later uit zijn vuisten spuiten. Het duurde echter even voordat deze twee volwassen mannen doorhadden hoe dat precies in zijn werk ging. En toen kwam er eigenlijk maar een lullig straaltje uit. Dat mocht de pret niet drukken, natuurlijk.

Luister hier de podcast. Een uur lang geeken en nerden.

https://soundcloud.com/thijs-nerdpaleis/thijs-nerdpaleis-michael-minneboo-ep-013

Categorieën
Spidey's web Strips

Spider-Man in het Parool

De media-aandacht voor mijn boek Mijn vriend Spider-Man was overweldigend deze week. Radio-interviews, gesprekken voor papier en de boekpresentatie.

Daar ben ik natuurlijk heel erg blij mee, en ik hoop van harte dat het kopers en lezers voor het boek oplevert.

Niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn uitgever SubQ. Rijk word je niet heel snel van het schrijven van boeken in Nederland en elders – dat is een onderwerp voor een latere post. Maar het idee dat mijn tekst gelezen wordt door anderen, dat mijn zinnen in hun hoofd zitten, vind ik heel bijzonder. Schrijven en lezen zijn nog steeds een van de beste middelen om gedachten, ideeën en ervaringen op elkaar over te brengen.

Nu wil ik jullie niet iedere dag overspoelen met de aandacht voor mijn boek, maar ik wil uiteindelijk wel een zo volledig mogelijk beeld van de media-aandacht publiceren. Al was het alleen maar voor mezelf. Ik zal dus in de komende tijd zo nu en dan wat online zetten.

Woensdag stond bijvoorbeeld een kort interview in Het Parool. Journalist André Nientied belde me dinsdagochtend op om over Mijn vriend Spider-Man te praten. Erg tof van hem en volgens mij is het een grappig interview geworden. Nientied stelde enkele scherpe vragen en ik herkende hem een mede-geek. Volgens mij zouden we uren kunnen praten over Twin Peaks bijvoorbeeld.

Bij de boekpresentatie was hij ook aanwezig om een boek aan te schaffen. Klasse!

Waar ik deze week ook heel bij van werd, is dit cadeautje van vriend en cartoonist Hallie Lama:

Telkens als ik aan deze cartoon denk, plooit mijn mond automatisch in een glimlach. Thanks, Hallie!

Categorieën
Boeken Spidey's web Strips

Boekpresentatie van Mijn vriend Spider-Man

Woensdag 7 juni 2017 was voor mij een historische dag. Je presenteert immers maar een keer je debuut. En dan ook nog aan een groot publiek.

De presentatie vond plaats in Scheltema te Amsterdam, toch eigenlijk een tempel voor het boek. Daar was ik erg blij mee, want ik vind het een fijne boekwinkel en de boekverkopers hebben hart voor de strip. Ieder jaar organiseren ze een hele maand over strips in januari. Verder weten ze duidelijk wat ze doen, want qua apparatuur en catering was alles goed geregeld.

Minneboo is blij. Foto: Linda Delis.

Voor mij was het een spannende, chaotische en vooral emotionele middag. Mijn ouders waren erbij: mijn vader en mijn twee moeders. (Nee, hij is geen bigamist, gewoon opnieuw getrouwd.) Mijn broertje en zusje, mijn zwager. Mijn schoonfamilie, mijn geliefde. En verder heel veel vrienden en bekenden. In de lange signeerrij kwamen ook enkele onbekende gezichten voorbij. Leuk om nieuwe Spidey-fans te ontmoeten.

Bruno Felix, de man van Submarine Channel en co-uitgever van SubQ gaf me een warme en leuke introductie. Hij had het Spider-Man-kostuum van zijn zoontje meegenomen. ‘Dankzij Michaels boek kan ik eindelijk snappen waarom mijn zoontje zo’n pak wil dragen,’ zei hij. Het is onder andere aan Felix te danken dat het boek er nu is, want hij en Bart Wessels waren allebei enthousiast over het concept en gaven de uitgave groen licht.

Bruno Felix. Foto: Daan Westerink.

Daarna gaf ik een korte lezing over de totstandkoming van het boek. Wat ik eigenlijk altijd vergeet te vertellen op dat soort momenten, en dus gisteren weer, is dat het boek ook een beetje een monumentje is voor de mensen die ons zijn ontvallen. Ik voer niet alleen mijn ouders in het boek op als personage, maar ook de inmiddels overleden grootouders die een belangrijke rol in leven hebben gespeeld. En Rien Bonte, mijn oud-leraar Nederlands, die onlangs overleed, heeft ook een rol in het boek.

Damn, er wordt naar me geluisterd! Foto: Linda Delis.
En soms ook gelachen. Foto: Bruno Felix.

Maar bovenal is het boek toch een eerbetoon aan Peter Parker. Zo kon ik eindelijk iets terugdoen voor meer dan dertig jaar leesplezier, troost en vriendschap.

Maaike van Veen, die mij in het begin erg heeft geholpen om dit project op de rails te zetten, gaf ik het zogenaamde eerste exemplaar. Maaike hielp me met het schrijven van het voorstel voor uitgevers en maakte me wegwijs in de Nederlandse uitgeverswereld.

Maaike krijgt ‘het eerste exemplaar.’ Foto: Linda Delis.

Het was ook erg leuk dat Daan Westerink en Linda Duits erbij waren. Zij zijn twee van de experts die ik voor het boek heb geïnterviewd. De anderen konden er helaas niet bij zijn.

Het signeren was een overweldigende ervaring. Het is een beetje gek om zo maar in een nieuw boek te gaan schrijven. Zeker met mijn moeilijk te lezen handschrift. En wat schrijf je er dan eigenlijk in? In ieder geval de naam van de koper zou je denken. Maar door de zenuwen slaagde ik erin om twee mensen een nieuwe naam toe te bedelen. Op zich slim natuurlijk: als je iemand die Phil heet Chris noemt, en hij kent toevallig een Chris, dan kan hij het boek cadeau doen en zelf nog een exemplaar kopen. Zo komen we wat sneller door de voorraad heen.

‘De boeken zijn bijna op!’ roept Esther Gasseling van Uitgeverij Xtra. Foto: Linda Delis.
Nuff said. Foto: Daan Westerink.

Overigens hadden we daar gisteren niet over te klagen want op een gegeven moment waren de boeken op. Er waren dus meer kopers dan boeken. Hopelijk is dat ook een voorbode voor de volledige verkoop van deze eerste druk, al vond ik het vervelend om mensen teleur te stellen. Hopelijk kan ik het goedmaken door binnenkort nog een krabbel in hun exemplaar te zetten, als ze dat willen.

‘Dit is de eerste en de laatste keer dat ik in de rij sta voor Michael Minneboo. De boekpresentatie is wel errug leuk en een groot succes!’ schrijft vriend Jooper op zijn fakebookpagina. De foto is ook van hem.

Op dit moment ben ik de middag nog een beetje aan het verwerken. Het was een overweldigende ervaring. Blij dat mijn ouders trots zijn, en om het enthousiasme bij mensen te zien. Ik kreeg nog een paar heel aardige presentjes van mensen, waaronder een oude Spinneman-comic. (Die laat ik binnenkort even zien.)

Via deze weg wil ik iedereen die aanwezig was (of aanwezig wilde zijn en niet kon komen) van harte bedanken. Het was voor mij een hartverwarmende middag.

Categorieën
Media Spidey's web Strips

Spider-Man bij Opium

Sinds Mirjam van de uitgeverij het persbericht over Mijn vriend Spider-Man verstuurde, hebben we niet te klagen gehad wat betreft media-aandacht.

De afgelopen dagen zat ik in veel radioprogramma’s. Zo nu en dan word ik als freelance journalist door programmamakers uitgenodigd om te praten over een striponderwerp, dus radio is niet nieuw voor me. Dit keer werd ik echter uitgenodigd om over mijn eigen boek te praten, mijn debuut, en dat geeft een speciaal gevoel.

Maandag 5 juni zat ik bij Opium op NPO 4. Te gast zijn in een programma over klassieke muziek om te praten over Spider-Man, dat vond ik wel heel bijzonder. Van klassieke muziek heb ik namelijk geen verstand. Gelukkig mocht ik wat filmmuziek uitzoeken die relevant was voor mijn boek.

Michael met Jan Mom. Foto: Linda Delis.

Natuurlijk koos ik het Spider-Man-thema van Johnnie Spence, gecomponeerd en uitgevoerd voor de televisieserie met Nicholas Hammond. Het gaf me een subversief genoegen dat het programma daarmee opende. Ongetwijfeld muziek die de luisteraar niet zo snel zo verwachten.

Presentator Jan Mom stelde leuke en boeiende vragen. Mom en de redactie van Opium hadden het boek van kaft tot kaft gelezen en dat kon ik merken. Het was ook boeiend om hun reacties op het boek te horen, zij waren immers een van de eerste lezers. Ik had een paar dagen eerder een zeer aangenaam voorgesprek met producer en redacteur Annemieke Bosman. Bosman presenteert ook zelf radioprogramma’s. Ze heeft er ook de perfecte stem voor, viel me op tijdens het voorgesprek. Het leuke is: ze vindt superhelden fascinerend.

Michael met Annemieke Bosman. Foto: Linda Delis.

Voorgesprekken zijn een vast onderdeel voor als je op de radio komt. De redacteur stelt dan allerlei vragen om te horen wat je eventueel in de uitzending zou antwoorden. Het is tevens een manier om te horen of de gast uit zijn woorden kan komen en een beetje leuke antwoorden heeft.

Het grappige is dat je nooit zeker weet of de presentator ook daadwerkelijk dezelfde vragen gaat stellen. Dat leidt wel eens tot verrassingen tijdens de uitzending. Zo maakte Mom bijvoorbeeld een opmerking over Captain America en Trump die me even van mijn stuk bracht. Ook merkte ik dat korte en bondige antwoorden het beste werken op de radio en dat die ook een beetje verwacht worden. Het mag allemaal best snel.

Opium wordt uitgezonden vanuit het Vondelpark. In het gebouw waar vroeger het Filmmuseum zat. Linda en ik waren ruim op tijd en werden door een assistent naar een van de kamers geleid waar de opnames plaatsvonden. Er stond een Russisch orkest te oefenen. Die speelden tijdens de uitzending een paar keer een stuk van een specifieke componist.

Muziek die ik zelf had uitgekozen bestond nog uit The Lonely Man Theme van de Hulk-tv-serie en muziek van Danny Elfman. Uiteraard de Batman-soundtrack, want die film heeft op mij enorme impact gehad. Ik schrijf daar ook over in mijn boek. The Lonely Man Theme van Joe Harnell was altijd te horen aan het einde van The Incredible Hulk. Als Bruce Banner zijn nieuwverworven vrienden weer moest verlaten omdat de reporter hem op de hielen zat. Een mooi stukje muziek dat me altijd een beetje in een melancholische stemming brengt.

Ik vond het erg leuk om bij Opium te gast te zijn. De uitzending heb ik nog niet teruggeluisterd. Ik moet nog een paar radioprogramma’s doen de komende dagen en ben bang dat als ik te zelfbewust ben, op slot schiet.

Luister hier de aflevering van Opium terug.

Categorieën
Boeken Spidey's web Strips

Vers van de drukker!

Yay! Ik ben vader geworden! Soort van dan, hè. Vrijdagochtend heb ik mijn debuut opgehaald bij de uitgeverij. Vers van de drukker.

Ligt vanaf woensdag 7 juni in de boekhandel, stripwinkel en bij de online boekverkoper. Mijn vriend Spider-Man!  Ben ik blij? Ja, heel blij!!

Foto: Mirjam Renting.

Daarna naar huis gereden in euforische stemming. Je debuut in je handen houden, dat maak je ook maar een keer in je leven mee. Ik ga er dus even lekker van genieten.

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Missende strippagina’s

Vandaag heb ik lekker ouderwets wat Spider-Man-comics van Juniorpress gelezen. Het zesdelige verhaal ‘Het moordcomplot’ om precies te zijn, dat in 1990 is gepubliceerd.

Marvel bracht toentertijd in de zomermaanden twee Amazing Spider-Man-comics per maand uit in plaats van één. Leuk voor de lezers, maar dubbel zoveel werk voor tekenaar Todd McFarlane die een van de delen door Erik Larsen liet tekenen.

In ‘Het moordcomplot’ of ‘The Assassin Nation Plot’ gaan Spider-Man, Silver Sable en Paladin naar Symkaria, het land waar Sable vandaan komt, om de koning te beschermen. Een internationaal complot probeert Amerika en Symkaria tegen elkaar op te zetten. Uiteindelijk blijkt Red Skull hierachter te zitten. Die wil ervoor zorgen dat de Amerikaanse economie tot wankelen wordt gebracht zodat hij uiteindelijk de macht kan overnemen. Zoiets.

Missende pagina’s en covers
Omdat Juniorpress niet wilde dat de serie Spektakulaire Spider-Man achter ging lopen op de Amerikaanse series, plaatsten ze anderhalve comic in de Nederlandse uitgaven. Hierdoor misten de lezers niet alleen de covers van sommige deeltjes, maar moesten er ook enkele bladzijden sneuvelen. Dat laatste geldt zeker voor de Special waarin de laatste drie delen van het verhaal zijn opgenomen. Die waren namelijk maar 64 pagina’s, terwijl drie comics gemiddeld 66 strippagina’s bevatten.

Deze cover is niet in de Nederlandse uitgaven opgenomen.
En deze helaas ook niet.

Door slim te selecteren miste je als Nederlandse lezer die pagina’s eigenlijk niet. Zeker niet als het om een cliffhanger gaat die op de splash page van het volgende nummer nog eens herhaald wordt.

Het is echter altijd een leuke verrassing als je later de Amerikaanse versies leest en die pagina’s dan opeens tegenkomt. In de begindagen van Spektakulaire Spider-Man bestonden alle Nederlandse uitgaven uit anderhalve comics, dus miste je om de haverklap zo’n pagina.

Hier is een van die missende pagina’s:

Het is de splash page van Amazing Spider-Man #232 en die is niet opgenomen in Spektakulaire Spider-Man #43.

Categorieën
Spidey's web Strips

Todd McFarlane vlogt

Todd McFarlane, eind jaren tachtig en begin jaren negentig de Spider-Man-tekenaar bij Marvel, vlogt tegenwoordig.

Op YouTube zijn al meerdere afleveringen te vinden. Meestal laat McFarlane zien hoe hij  een specifiek personage tekent. Zoals Venom bijvoorbeeld.

Deze aflevering vertelt McFarlane het verhaal van de corner box op Amazing Spider-Man, die hij ontwierp. De corner boxes zijn de logo’s die links boven op de covers staan. Eigenlijk zijn het kleine kunstwerken.

Check hier Todds YouTubekanaal.

Overigens vergist McFarlane zich hier wel. De corner box waar hij het over heeft, werd al vanaf 1988 door Marvel gebruikt en niet begin jaren negentig. Ze staan vanaf Amazing Spider-Man #302 op de cover. Maar goed, laten we daar niet te veel over kniesoren.

Het enige wat ik jammer vind aan de vlogs is dat McFarlane zijn smartphone niet horizonaal houdt. Dat is echt een vloek als mensen met een smartphone video’s maken, dat ze dan verticale beelden schieten. Maar verder vind ik ze echt leuk om te zien.

Wil je nog meer Todd zien? Dit is een interessante documentaire over hem gemaakt rond het jaar 2000.

Categorieën
Spidey's web Strips

Steve Geigers Spider-Man

Eigenlijk zou ik mijn hele dag wel strips willen lezen en daarna de mooiste plaatjes willen delen met anderen. Zoals deze Spider-Man-illustraties van Steve Geiger.

Dat laatste kan tegenwoordig makkelijk via social media en tumblr. Sommige stripplaatjes vind ik namelijk mooi genoeg om in te lijsten. Ze zouden niet misstaan aan de muur en dat mag best een muur in een museum zijn. Natuurlijk kent de kunstwereld pop-art, waarbij kunstenaars als Roy Lichtenstein zich laten inspireren door het beeldverhaal en stripplaatjes naschilderen. Dat levert vaak tof werk op, maar ik heb het nu dus over het echte stripwerk.

Van de week zat ik Web of Spider-Man #29 te lezen in zo’n dikke Essential-bundel. De strips zijn daarin zwart-wit en daardoor valt het lijnwerk extra goed op. Je kunt zo de tekeningen bestuderen zonder afgeleid te worden door de kleuren.

Sommige afbeeldingen hebben een rake compositie, anderen spatten bijna van de pagina af door de actie die ze laten zien. Ze zijn allemaal meeslepend en zorgen dat je ogen van het ene naar het volgende plaatje gaan omdat je wilt weten hoe het verhaal verloopt.

In dit geval was de comic vakwerk van Steve Geiger met inktwerk van Art Nichols. Eigenlijk heeft Geiger geen eigen en opvallende tekenstijl. Zijn stijl is echter zeer dienstbaar aan het verhaal. Verder heeft hij de menselijke anatomie goed in de vingers.

Dat levert onder andere dit soort mooie plaatjes op (wel in kleur want deze zijn afkomstig van de digitale bestanden die ik heb van Web of Spider-Man):

Mooi hoe de denkbeeldige diagonale lijn die van rechtsboven naar linksonder loopt de lijn van de actie benadrukt. De armbeweging van Wolverine maakt hem af. Door deze compositie is er ook voldoende ruimte voor de tekstballons. Verder is de tekst natuurlijk erg grappig.

Eigenlijk heb ik hier niet heel veel aan toe te voegen, behalve dan dat het een spectaculair plaatje is met veel diepte. Dat laatste komt vooral door de explosie rechtsboven die dicht bij de lezer komt. Je kunt bij dit plaatje trouwens makkelijk fantaseren dat James Bond in de auto zit. Dat zou een interessante crossover zijn, nietwaar?
Prachtig dramatisch. Zou een mooie coverillustratie geweest zijn.

Nog een leuk opmerkelijk detail trouwens. Hier is de cover zoals hij oorspronkelijk gedrukt is:

Dit is de opnieuw ingekleurde versie van de coverillustratie zoals hij achterop Essential Web of Spider-Man #2 staat. De herkleuring is gedaan door Tom Smith.

De inkleuring is duidelijk anders en laat duidelijker zien dat het hier om een avond of nachtscène gaat. Wat vind jij de mooiste versie?

Web of Spider-Man 29.
Script James C. Owsley
Art: Steve Geiger & Art Nichols.
Colouring: Bob Sharen.

Categorieën
Spidey's web Strips

Toen Ben Reilly stierf

Weet je, eigenlijk mag ik die Ben Reilly wel.

Ja, echt. Reilly kan er ook niets aan doen dat hij niet weet dat hij niet de echte Spider-Man is, maar een kloon van Peter Parker. Hij probeert gewoon mensen te helpen en te redden omdat hij superkrachten heeft. Net als de echte Spider-Man.

Tot aan zijn dood in Spider-Man #75: Revelations, Part Four, weten wij ook niet zeker hoe de vork in de steel zit. Maar als het lichaam van Ben tot as vervalt, is duidelijk dat Peter Parker de echte Spider-Man is en Reilly een kloon. Meer dan een jaar in comicstijd hielden de makers van Marvel ons voor dat de situatie precies andersom was.

Ik heb het natuurlijk over de gewraakte kloonsaga uit de jaren negentig waar ik de afgelopen weken delen van las. Begrijp me niet verkeerd: dat hele kloonidee staat me tegen en hoe de mensen bij Marvel uiteindelijk de boel hebben teruggedraaid kan me evenmin bekoren, maar dat neemt niet weg dat sommige avonturen van Ben Reilly best lekker leesvoer waren.

Kloonsaga
Het idee dat Peter Parker een kloon bleek van de originele Spider-Man was bedacht om de superheld een verjongingskuur te geven, maar omdat de fans voor het merendeel Ben Reilly niet accepteerden als nieuwe Spider-Man, werd die beslissing later weer teruggedraaid. Ingewikkeld? Ja, dat was het. In mijn boek Mijn vriend Spider-Man ga ik hier uitgebreider op in en wat dit soort retcons doen met de fans.

Gisteravond las ik de laatste bundel van de Complete Ben Reilly Epic. Delen hiervan heb ik ooit in het Nederlands aangeschaft, maar tot mijn grote vreugde waren er aan het slotakkoord van Reilly in de Amerikaanse uitgaven enkele scènes toegevoegd in de trade paperback die niet in de oorspronkelijke uitgave zaten.

Reilly Sterft nadat hij doorboord is door een goblin glider en van heel hoog op een auto is gevallen.

Afscheid
In een scène komen vrienden en familie bij Peter en Mary Jane bijeen om te rouwen. Het echtpaar heeft zojuist een miskraam gehad en hun spirituele broer Ben verloren. In de scène erna strooit Peter het as van Ben uit vanaf de Brooklyn Bridge. Zo krijgt Reilly de begrafenis die in het origineel ontbrak.

Die abortus van Mary Jane zit me nog steeds niet lekker. Ook dat Norman Osborn de mastermind achter de hele kloonsaga bleek te zijn, niet. Maar goed, we hebben het hier over strips die meer dan twintig jaar geleden uitkwamen. Ik koester dus geen wrok. Bovendien zit wat Mark Ginocchio hierover te zeggen heeft, logisch in elkaar:

So put all that aside – it’s a lot to ask, I realize – because once you move past the unsteady narrative, the infanticide and the silly deus ex machina, you should hopefully realize that Norman’s inevitable return to the Green Goblin persona led to one of the most gripping and emotionally fraught Spider-Man battles from the 1990s. Rather than ease Osborn back into the Spider-Verse, Marvel delivers “The Night of the Goblin,” which depicts crazy Norman acting as unhinged as he’s ever been (until Warren Ellis played around with the character in Thunderbolts). He’s basically Spider-Man’s worst nightmare fully realized, dropping pumpkin bombs from the sky like it’s the early 1970s and attempting to kill everybody Peter has held dear since the character was first created.

And that’s when it all starts to make sense. Sure, resurrecting a character that had been dead for more than 20 years, who died in one of the most important comic book stories of all-time, is such a 90s thing to do. But if the Spider-books were going to be moving on from the “Clone Saga” – which they desperately needed to do – bringing Norman back into the fold was a necessary move. Spider-Man’s rogues gallery had been decimated by poor editorial choices, leaving only the Jackal, Electro and Carnage as the only pseudo “A” listers to break out for a big story. And considering the reader had just gotten a steady diet of Jackal for the past few  years, and Carnage had played himself out (and Electro isn’t THAT big of a deal), a revived Norman  was the best way to balance the scales and create believable conflict in a Spider-Man comic again.

Zoals gezegd: over de kloonsaga koester ik geen wrok. Laat ons in plaats daarvan genieten van het fantastische tekenwerk van John Romita Jr. geïnkt door Scott Hanna.

Categorieën
Film Spidey's web Strips

Spider-Man: Homecoming

Van de drie posters van Spider-Man: Homecoming die recent online werden gepresenteerd, vind ik die op het verkeersbord langs de snelweg het tofste:

Zo’n soort poster hebben we volgens mij nog niet gezien. Het alledaagse van dat bord en de kleurrijke en bijzondere verschijning van Spider-Man vind ik een leuke mix. Bovendien is het feit dat dit verkeersbord de afslag naar Queens aangeeft heel toepasselijk natuurlijk, want daar is Peter Parker opgegroeid. Daar is zijn thuis.

Het doet me denken aan mijn bezoek aan Forest Hills, Queens in 2009. In mijn boek Mijn vriend Spider-Man ga ik daar uitgebreid op in. Het is een bijzondere wijk. Uiteindelijk lukt het mij om het echte huis van Peter Parker te vinden. (Het boek is trouwens al te bestellen bij de boekwinkel en online winkels, het komt eind mei uit.)

Het filmaffiche van Spider-Man op het gebouw van the Avengers vind ik ook mooi. Misschien is het feit dat Spider-Man over muren kan kruipen en aan oppervlakten vast kan kleven wel zijn mooiste superkracht, en dat wordt hier min of meer getoond.

Of je zijn kostuum mooi vindt, daar kun je over twisten. Ik vind het zelf altijd het mooist als Spider-Mans filmkostuum zo dichtbij mogelijk bij de papieren versie zit. En dan heb ik het over het design van Steve Ditko natuurlijk. Of zoals John Romita Sr. hem na Ditko tekende.

Over de trailer wil ik het verder nu niet hebben. Ik vind het een beetje jammer dat ik die gezien heb namelijk: ze geven zo veel details al weg. Van de plot, van the Vulture en de rol van Tony Stark in het geheel. Erg jammer. Ook negeer ik alle analyses die ervan online verschenen ook zoveel mogelijk.

Ik kan me herinneren dat de filmposter van Sam Raimi’s Spider-Man onze held ook muurkruipend toonde:

Lang geleden alweer dat die film uitkwam, toch blijven de eerste twee Spidey-films van Raimi mijn favoriet. Daar kon Andrew Garfield niets aan veranderen. En ook al vond ik Tom Hollands introductie in Captain America: Civil War meesterlijk gedaan, toch blijf ik vooralsnog een voorkeur houden voor Tobey Maguire als Peter. Nou ja, uiteindelijk is er maar een Peter Parker en dat is die uit de strips van voor Brand New Day.

Dat neemt niet weg dat ik nieuwsgierig ben naar deze cinematografische incarnatie van mijn favoriete fictieheld. Nog even wachten tot juli dus.

Categorieën
Spidey's web Strips

Bernie Wrightson (1948 – 2017)

Met het overlijden van Bernie Wrightson is de internationale stripwereld een fantastische illustrator kwijtgeraakt. Wrightson overleed zaterdag 18 maart 2017. Hij leed aan hersenkanker.

Wrightson specialiseerde zich in het horrorgenre, tekende strips als House of Mystery en was met Lein Wein co-creator van Swamp Thing. Hij tekende ook superheldenstrips, waaronder Batman: The Cult en een bijzondere Spider-Man-strip.

Hooky, geschreven door Susan K. Putney en dus geïllustreerd door Wrightson, kwam in 1986 in Nederlandse vertaling uit als Mandi. Toevallig heb ik deze marvelstrip recent nog gelezen.

Hierin helpt Spider-Man de jonge, magische Mandi die eeuwig tiener lijkt te blijven. Ze neemt Spidey mee naar haar dimensie om samen de Tordenkakerlakk te bestrijden. Maar iedere keer als ze dit monster verslaan komt hij groter en enger terug. Het is een boeiend verhaal over hoe je soms confrontaties aan moet gaan met je monsters en niet langer van ze weg moet lopen. Over hoe je pas kan groeien als je een uitdaging aangaat die iets groter is dan dat je aan lijkt te kunnen.

Het scenario van Hooky zit dus vol met monsters en enge wezens, de specialisatie van Wrightson. Misschien is hij nog het bekendste van zijn visuele interpretatie van het Monster van Frankenstein. Hij maakte prachtige, gedetailleerde illustraties die lijken op gravures.

Prachtig hoe hij de verbaasde blikken van de Hulk en Thing tekende:

Check dit korte fragment uit de documentaire The Masters of Comic Book Art waarin de illustrator wordt geïnterviewd. Hij licht zijn benadering van het monster van Frankenstein toe en vertelt over het tekenen van Batman.

De kwaliteit van de video is niet zo hoog, check daarom vooral ook Wrightsons porfolio op zijn website om zijn werk beter te kunnen zien.

Categorieën
Spidey's web Strips

Sal Buscema’s Spider-Man

Op dit moment ben ik druk met het schrijven van de biografie van Peter Parker. Geen tweede Spider-Man-boek hoor, maar wel een extraatje achter in Mijn vriend Spider-Man waarin ik kort en bondig een selectie van belangrijke momenten uit het leven van Spider-Man behandel.

Daarvoor moet ik soms weer even een strip uit de kast trekken, zoals laatst The Spectacular Spider-Man #200 (mei 1993), geschreven door J.M DeMatteis en getekend door Sal Buscema.

In dit verhaal is Harry Osborn weer vrij en wil wraak op Peter Parker. Sterker dan ooit dankzij een versterkte chemische Goblin-formule, stalkt en treitert Harry Peter een tijd, en dreigt zijn geheim openbaar te maken. Osborn weet immers dat Peter Spidey is. Hij is behoorlijk in de war en hemelt zijn vader Norman op. Harry denkt zelfs dat Peter verantwoordelijk is voor Normans dood en ontkent dat Norman Gwen Stacy vermoordde. (Zo van de pot gerukt is hij op dat moment dus.)

Het komt tot een confrontatie tussen de Goblin en Spider-Man in het gebouw waar ze allebei wonen. Harry weet Spider-Man tijdelijk te verlammen met een chemisch goedje. Harry heeft bommen geplaatst om het hele pand op te blazen zodat ze allebei zullen sterven, maar dan realiseert hij zich dat Mary Jane en zijn zoon ook in het gebouw zitten. Uiteindelijk redt hij hen en Peter voordat de bommen afgaan. Harry sterft in de ambulance aan de gevolgen van de goblinformule die hem zo sterk maakte. Peter verliest zijn beste vriend.

Sal Buscema illustreert de comic op prachtige wijze in een expressieve stijl en een feilloos gevoel voor storytelling. Spectacular Spider-Man #200 is een van de beste comics die hij ooit heeft getekend. DeMatteis was zo van het tekenwerk onder de indruk dat hij besloot de sterfscène van Osborn in de ambulance tekstloos te houden.

Hieronder enkele afbeeldingen uit de strip die duidelijk het vakmanschap van Buscema laten zien.

Dit plaatje zou zo in een museum mogen hangen wat mij betreft.

De situatie is in een oogopslag duidelijk en Buscema lijkt de personages op precies de juiste plek neergezet te hebben. De achtergrond bevat slechts het hoogstnodige en is nogal minimalistisch, zodat deze niet te veel afleidt van de actie, dus wat er verteld moet worden. Ondertussen tekent Buscema de personages met veel meer details.

Dit is de pagina waar het stripplaatje onderdeel van uitmaakt. Iedere afbeelding is raak waardoor er een vloeiende leesbeweging ontstaat.

Prachtig hoe de tekenaar de Green Goblin en MJ net laat omringen door de maan.

Laten we nog een pagina doen:
Wat Buscema deels zo’n goede tekenaar maakt is zijn gevoel voor expressie. Je kunt van de gezichten van de personages heel goed aflezen wat ze denken en hoe ze zich voelen. Ook daarin toont hij zich een meesterlijk verteller.

Kijk maar eens naar MJ’s gezicht op deze pagina:

Het is bovendien een erg dynamische plaat waarin een dwingende diagonale lijn van rechtsboven naar linksonder overheerst. Ook is Mary Jane hier letterlijk in de hoek gedreven, zodat we weten dat ze niet aan de Goblin zal kunnen ontsnappen.

Met dit soort krachtig tekenwerk vind ik het niet erg om oude strips weer eens te lezen.