Hannigan werkte als tekenaar, coverontwerper en schrijver voor zowel Marvel als DC. Zijn carrière loopt grofweg van de jaren zeventig tot in de jaren negentig. Tegenwoordig heeft hij multiple sclerose en tekent hij volgens mij helemaal niet meer. Dat is heel spijtig, want hij was erg goed.
Kijk maar eens naar deze openingspagina uit PPSS #64. Ik vind het drie prachtige platen onder elkaar met een goede, scherpe zwart-wit verdeling. Niet alleen het tweede plaatje, waarin we Spider-Man voorbij zien slingeren, is fantastisch, de onderste plaat is een mooie impressie van een straat in New York anno begin jaren tachtig,
Digitaal lezen
Het grafische werk komt het beste tot zijn recht als je het zo groot mogelijk bekijkt. Tegenwoordig lees ik veel comics digitaal en als de scan van hoge kwaliteit is, kun je lekker diep inzoomen. Dat verandert de relatie met het beeld. De stripplaatjes komen weliswaar meer op zichzelf te staan, maar je kunt wel details veel beter bekijken. Bovendien komen kleuren mooier uit op de monitor dan op het pulp-achtige papier waar comics toen op afgedrukt werden. Op dat papier vervaagden de kleuren zwartvlakken. Het is juist door dit inzoomen dat ik een herwaardering voor het werk van Hannigan kreeg, juist doordat ik de details beter kan bestuderen zo. Het inktwerk is trouwens van Jim Mooney.
Cloak & Dagger
Bovengenoemd nummer is extra speciaal, omdat het Cloak & Dagger introduceert. Schrijver Bill Mantlo en Hannigan creëerde dit tienerduo. Doordat de maffia hen gebruikte als proefkonijn om experimentele drugs uit te testen, kregen zij hun speciale krachten. Cloak kan mensen in een duistere dimensie opslokken en hun levensenergie afnemen. Ook kan hij teleporteren. Dagger schiet lichtdolken af die vol levensenergie zitten. Ze kunnen iemand verwonden, doden of juist zuiveren van het gif in hun lichaam. Geen idee hoe die drugs dat voor elkaar hebben gekregen overigens. De rest van de proefkonijnen, allemaal zwerfkinderen, overleefden de experimenten niet.
Om een idee te geven van hoe Cloak & Dagger er ook alweer uitzien, deze prachtige Hannigan-cover:
Dit vind ik ook een prachtige illustratie van Hannigan: Spider-Man slingert naar het dak van zijn ouderlijk huis. Let vooral op de daken achter Spider-Man die Hannigan in diapositief zette. Deed mij denken aan Frank Millers vroege Daredevil-werk en zijn Sin City-comics.
Tante May woont op dat moment in een verzorgingstehuis, maar wil haar oude huis verbouwen om er een pension voor ouderen van te maken. Daarom gaat ons webhoofd er weer een kijkje nemen. Getekend door Hannigan lijkt het welhaast een spookhuis, maar dat is ook niet zo gek: de inbreker die oom Ben ooit vermoorde heeft recent het hele huis van binnen gesloopt op zoek naar een oude schat die inmiddels vergaan was. Papiervisjes hadden de buit al opgegeten.
In deze video zien we Hannigan aan het woord over zijn werk en zijn ziekte:
Vaak genoeg heeft Spider-Man geprobeerd te stoppen met de held te spelen en iedere keer mislukte dat. Ook tijdens de gangsteroorlog.
Vorige week had ik het over de twee covers voor het eerste deel van Gang War, een vijfdelig verhaal waarin verschillende partijen uit de onderwereld van New York vechten om de baas te worden nu Kingpin tijdelijk van het toneel is verdwenen. Onze arme held Spider-Man zit middenin deze gangsteroorlog en dat terwijl hij een tijdje terug heeft besloten om te stoppen met Spider-Man te zijn. Peter Parker wil namelijk een normaal leven leiden, maar omdat zijn goede vriend Flash Thompson ervan wordt verdacht the Hobgoblin te zijn en vermist wordt, heeft Parker besloten Spider-Man te blijven totdat de Thompson-zaak is opgelost.
Een scène die als jonge lezer indruk op me maakte was deze uit Amazing Spider-Man #284. Spider-Man is op weg naar huis waar Mary Jane op hem wacht. Onderweg ontdekt hij een schietpartij tussen twee gangs. Instinctmatig duikt Spider-Man er tussen om levens te redden, maar dan besluiten de gangsters hun oorlog even op te schorten om Spider-Man aan gort te schieten:
Ongehoord: een held die het opgeeft! Spider-Man gaat naar huis in plaats van zich met de gangsters te bemoeien. Het is een scène die mij altijd is bijgebleven. Vaak als ik me op een plek bevind waar ik me niet thuis voel of als ik me voor een karretje gespannen voel, schieten Spidey’s woorden uit het laatste plaatje me te binnen. Overigens wel in de Nederlandse vertaling van Siebe Snoeren zoals de strip in Spektakulaire Spiderman #89 (1987) is verschenen:
Aan de andere kant: je kunt het Spider-Man niet kwalijk nemen dat hij besluit dat die domme gangsters het zelf maar moeten uitzoeken. Als zij elkaar willen omleggen, waarom zou hij eigenlijk ingrijpen om ze te redden? Iedere keer als ik in het nieuws hoor dat in Amsterdam een misdadiger is omgekomen door een shoot-out met andere klootzakken, denk ik ook ‘opgeruimd staat netjes’, want iedere dode gangster is een stapje dichterbij een betere wereld. Laat ze elkaar maar lekker afschieten, zolang ze maar niet onschuldige voorbijgangers raken met hun kogels, want daar maak ik me wel zorgen over.
Maar goed, we hadden het over Spider-Man, niet het saaie leventje van the Amazing Spider-Mike. Als Peter thuiskomt, zit Mary Jane al op hem te wachten. Ze wil een gezellig avondje met z’n tweeën thuis doorbrengen en gaat naar de keuken om gehaktbrood te maken.
Dan ziet Peter op de televisie dat er een aanslag is gepleegd op misdaadbaas Hammerhead. Die heeft het overleefd, maar niet zijn entourage. Bovendien zijn gewone burgers die in het restaurant aan het eten waren, wel zwaargewond geraakt. Peter beseft dat hij die mensen niet in de steek kan laten en dat hij zijn krachten moet inzetten om verder bloedvergieten te voorkomen:
Ik vind het een krachtige scène omdat het laat zien dat Peter op dit moment in zijn leven, het Spider-Man-zijn meer als een vloek dan een zegen beschouwt. Hij wil zich niet mengen met de gangsteroorlog, maar zijn gevoel voor rechtvaardigheid dicteert dat hij wel als Spidey aan de slag moet. En dat gaat in dit geval ten koste van zijn avondje met Mary Jane – wat een exemplarisch voorbeeld is voor hoe het vaker ging in hun relatie. Spider-Man lijkt altijd in de weg te staan van Peters geluk. En dat van Mary Jane. Mijn hart huilt als ik in het laatste plaatje Mary Janes teleurstelling in haar lichaamshouding zie.
Het vijfdelige verhaal Gang War is mij als Spider-Man-fan altijd bijgebleven. Recent ontdekte ik dat er van het eerste deel een alternatieve cover bestaat.
In Gang War, of Gangsteroorlog zoals hij in de uitgave van Juniorpress werd genoemd, is de Kingpin (alias Wilson Fisk) tijdelijk van het toneel verdwenen. In de misdaadwereld van New York is daardoor een machtsvacuüm ontstaan. Verschillende partijen vechten met elkaar om de nieuwe misdaadbaas van New York te worden en Spider-Man zit er middenin. Dat laat de cover van Amazing Spider-Man #284 ook goed zien:
Spider-Man ligt op de grond in zijn zwarte kostuum. Let wel: dit is een stoffen versie van dat kostuum en niet het buitenaardse symbiont. Om de neergeslagen held staan schurken Hammerhead (midden), The Rose (links) en Arranger (rechts). Arranger is de rechterhand van Kingpin en die neemt de zaken waar zolang deze ‘op vakantie is’. Achter the Rose staat Jack O’Lantern die in dienst van Arranger een aanslag pleegt op misdaadbaas Silvermane.
De cover is getekend door Tom Morgan en geïnkt door Joe Rubenstein, maar dat is niet het uiteindelijke omslag geworden van dit deeltje van Amazing Spider-Man. Het origineel werd in 2002 geveild op de site Heritage Auctions. De beschrijving is als volgt:
Tom Morgan and Joe Rubenstein – Unused Original Cover Art for The Amazing Spider-Man #284 (Marvel, 1987). An unused cover for ASM #284 (the final cover by Ron Frenz uses a similar layout, but different placement of figures) features Hammerhead, Jack-O-Lantern, and Spidey’s black costume. The strip of Marvel characters at the left is a stat, and the title stat is, obviously, not original. 11″ x 17″ on Marvel stock.
Uiteindelijk heeft de redactie van Marvel voor een tweede versie gekozen waarin the Hobgoblin prominent in beeld is. (Hobgoblin werd getekend door Ron Frenz). De andere personages zijn een beetje van plek veranderd om ruimte voor hem te maken en Spider-Man is volledig weggehaald. Ook Arranger valt nu buiten beeld, op een stukje van zijn arm rechts na.
Eigenlijk is deze tweede cover beter, want in de eerste afbeelding lijkt het of de gangsters het op Spider-Man hebben voorzien, terwijl op de tweede veel duidelijker naar voren komt dat het gangsters versus gangsters betreft. Toch vind ik het heerlijk om die eerste cover te kunnen zien. Het is een strakke plaat met mooi inktwerk. En daarbij vind ik het altijd leuk om nieuwe details te ontdekken aan verhalen die ik nog van vroeger ken.
Ik vond beide afbeeldingen op het toffe blog Marvel Comics of the 1980s, maar de uitleg over de eerste cover (en een nog betere afbeelding ervan) op de site RomitaMan.com, een site waar origineel tekenwerk wordt verkocht.
Voorheen bezocht ik mijn moeder zeer regelmatig. Dat is tegenwoordig wat lastiger, want ik woon niet meer bij haar in de buurt, dus daarom bellen we elkaar geregeld. Ook dat heb ik geleerd van Spider-Man-strips.
Een interessant en warmhartig element in de Spider-Man-strips is de band tussen Peter en zijn Tante May. May is zijn surrogaat moeder en de twee familieleden drukken hun liefde voor elkaar vooral uit door zich heel veel zorgen over de ander te maken. May maakt zich altijd zorgen of Peter wel goed eet en of hij een warme trui aan heeft. Dat werkte in het begin van de Spider-Man-reeks als een aardige grap, want over Spider-Man hoef je je natuurlijk geen zorgen te maken.
Een terugkerend element in de verhalen zijn de telefoontjes tussen Peter en May. De oude vrouw wil graag weten dat alles goed gaat met haar neefje en vraagt hem om haar te bellen. Soms schiet dat er wel eens bij in, als Peter als Spider-Man met een of andere superschurk moet vechten. In Peter Parker The Spectacular Spider-Man #57 (1981) laat hij zich daar zelfs niet door tegenhouden om zijn tante even te bellen:
Goed, schrijver Roger Stern gebruik dit element hier vooral als stukje slapstick. Saillant detail: de layouts van de tekeningen zijn gemaakt door Jim Shooter, toen al hoofdredacteur van Marvel Comics, maar altijd zeer streng als het om de visualisatie van de verhalen gaat. Ten alle tijden moest de tekenaar duidelijk laten zien wat er aan de hand is. Jim Mooney inkte de tekeningen.
Een emotioneler en dramatischer gebruik van bovengenoemd verhaalelement zien we in Amazing Spider-Man Vol. 2 #34 (#475 in de oude telling). Spider-Man neemt het op tegen Morlun, een vijand die onverslaanbaar lijkt. Al twaalf uur is Spider-Man tegen hem aan het vechten en het lukt Spidey maar niet om Morlun te verslaan. Peter vermoedt dat dit zijn laatste gevecht wordt en belt eerst met zijn vrouw Mary Jane, maar krijgt voicemail. Dan belt hij met Tante May:
Schrijver J. Michael Straczynski trakteert ons op een prachtig dramatisch en emotioneel moment. Hij laat zien dat de Spider-Man-verhalen draaien om Peter Parker en de mensen in zijn leven, niet om de superheldenpraktijken daar omheen.
Dat Peter de moeite neemt om met May te bellen, laat zien dat hij om haar geeft en hoe serieus de confrontatie met Morlun is. Dit is niet een tien-in-een-dozijn gevecht tegen een superschurk maar een strijd op leven en dood.
Als we de dood in de ogen kijken beseffen we pas dat het leven draait om liefhebben en dat we niet vaak genoeg tegen onze naasten zeggen dat we van ze houden. Een wijze les.
Wanneer heb jij voor het laatst met je ouders gebeld?
Als je Peter Parker laat spelen door een zwarte acteur, maak je inherent een ander personage van hem en geen getrouwe stripverfilming.
Spider-Man gaat deel uitmaken van het cinematografische universum van Marvel omdat Marvel Studio’s en Sony Pictures eindelijk een deal met elkaar hebben gesloten. Dat is voor mij goed nieuws, want nu kunnen de films van Marvel weer een beetje meer lijken op de Marvelwereld uit de strips. Al zal het nog een tijd duren voordat de X-Men en Fantastic Four daar deel van gaan uitmaken.
Er is op dit moment echter een hardnekkig gerucht gaande dat de nieuwe incarnatie van Spider-Man waarschijnlijk zwart zal zijn. Filmjournalist Jeff Sneider liet zich ontvallen in een podcast (vanaf 44:30) dat hij uit betrouwbare bron had vernomen dat het 95% zeker is dat Spider-Man door een donkere acteur gespeeld gaat worden. Meteen ging dit gerucht als een lopend vuurtje door het web en schreeuwlelijk Dan Slott, die al een jaar of drie Amazing Spider-Man schrijft en daardoor mijn leven als Spider-Man-fan flink verzuurt, opperde op Twitter dat Peter Parker best door een zwarte acteur gespeeld kan worden. Er is volgens Slott niets inherent wits aan Parker.
Samuel L. Jackson
Toen de superhelden van Marvel werden bedacht door Stan Lee, Jack Kirby, Steve Ditko en anderen, was het een andere wereld. Er waren vrijwel geen donkere helden in fictie te vinden. In ieder geval niet in comics. In de loop der jaren zijn er bij Marvel aardig wat etnische superhelden bij gekomen, maar in verhouding zijn dit nog steeds een handje vol ten opzichte van blanke helden. Nu er steeds meer behoefte lijkt te zijn aan diversiteit, aan helden met een andere etnische achtergrond én aan heldinnen, en de mediamakers doorhebben dat hieraan gehoor geven veel geld oplevert, is de roep om representatie in de filmversies van de strips groot. Iedereen draagt Nick Furyals voorbeeld aan, maar vergeten er vaak bij te zeggen dat Samuel L. Jacksons versie van Fury is ingegeven door de Fury uit het ultimate universe van Marvel. Dus ook al loopt er sinds jaar en dag een blanke Fury rond, in de films en de tv-serie Agents of SHIELD is hij zwart, want het is eigenlijk de ultimate versie. Sterker nog: schrijver van de strips Brian Michael Bendis had Jackson in gedachten toen hij Fury een make-over gaf.
In de aankomende reboot van The Fantastic Four wordt Johnny Storm gespeeld door acteur Michael B. Jordan terwijl Johnny in de strips een blanke huidskleur heeft en de broer is van Sue Storm die gespeeld wordt door blanke actrice Kate Mara. Iemand opperde ergens dat ze nog steeds broer en zus kunnen zijn omdat hun ouders een interraciaal stel zijn. Allemaal leuk en aardig, maar ik heb grote bezwaren tegen lukraak de etniciteit van bestaande personages veranderen.
Peter Parker is een blank personage. Dat is hij altijd geweest. Ik zie filmadaptaties van strips het liefst zo trouw mogelijk. Bij een adapatie van het ene naar het andere medium moeten er altijd dingen worden aangepast. Een film is nu eenmaal geen strip. En een verhaal dat in 1962 is gedacht, zoals de origin van Spider-Man, behoeft updates als je in 2002 een film daarvan uitbrengt, wat Sam Raimi’s eerste Spidey-flick duidelijk laat zien. In de kern is het verhaal behoorlijk trouw aan die van de strips gebleven en dat vond ik juist zo goed aan Raimi’s films. Maar een zo’n update zou niet de huidskleur van het personage moeten zijn, want dan verander je een belangrijk onderdeel van zijn identiteit.
Stel je voor dat we een biopic maken over Martin Luther King en dat een blanke acteur die hoofdrol speelt. Of een film over Nelson Mandela en hetzelfde geintje flikken. De wereld zou op zijn kop staan. En terecht, want in hun verhaal, in hun geschiedenis speelt hun etniciteit een grote rol. Hetzelfde geldt voor bepaalde superhelden van Marvel. Black Panther moet ook gespeeld worden door een donkere acteur en Storm van de X-Men kun je ook niet door een roodharige Ierse dame laten spelen. Nu zou je nog kunnen zeggen: Ja, maar bij die personen en personages wordt hun geschiedenis mede bepaald door hun afkomst. Mijns inziens geldt dit voor ons allemaal in meer of mindere mate.
Kleur bekennen
Volgens Slott is er niets inherents blank aan Peter Parker, maar dat ben ik niet met hem eens. Onze huidskleur bepaalt deels onze identiteit. Huidskleur en afkomst zijn belangrijke kenmerken van hoe mensen je zien. Geloof je me niet? Vraag je dan eens af of je leven anders zou zijn geweest als je niet blank maar met een donkere huid geboren was. Of andersom. Stel dat alles in je leven hetzelfde is als nu, maar dat je een andere etniciteit hebt. Ik weet wel zeker dat mensen anders op mij hadden gereageerd als ik niet blank was geweest of als ik een Marokkaanse naam had gehad. Niet altijd, maar er zouden zeker momenten zijn geweest dat ik gediscrimineerd werd of was uitgescholden vanwege mijn huidskleur.
Lukraak personages van etniciteit veranderen is zeggen dat ras en huidskleur niet uitmaken. Dat is ontkennen dat onze maatschappij racistisch is. En die vlieger gaat al helemaal op voor Amerika, waar de kloof tussen zwart en blank groot is. Waarschijnlijk groter dan hier, maar Nederland is al te klein als het om Zwarte Piet gaat. Huidskleur maakt uit. Het zou mooi zijn als we in een wereld zouden leven zonder racisme en vooroordelen jegens de ander, maar voorlopig is dat nog een utopie. (En daarop wijzen maakt me nog geen racist.)
De kloof maak je niet kleiner door blanke personages zwart te maken. Wel door interessante zwarte personages die Marvel al heeft de spotlight te geven. Een zwarte Peter Parker is niet de Peter Parker die ik uit de strips ken. Dat betekent niet dat er geen zwarte, Aziatische of Latino Spider-Man kan zijn. Natuurlijk wel, maar noem hem dan niet Peter Parker.
Parkers etniciteit veranderen zou mijns inziens net zo radicaal zijn als een vrouw van hem maken.
Voor mij maakt het niet uit dat Peter Parker een fictiefiguur is en niet ‘echt’ bestaat. Dat hij fictie is geeft de mensen van Sony geen vrijbrief om zomaar zijn etniciteit te veranderen. Ik ken Peter Parker al dertig jaar en ik ken hem beter dan menig familielid of vriend of social media-contact. Over de hele wereld is Spider-Man bekend en het merendeel van de mensen die hem kennen weet ook dat Peter Parker onder het masker schuilgaat. Als men een film over hem maakt, wil ik die als Spider-Man-fan die het liefst zo getrouw mogelijk zien, En veel andere Spidey-fans ook. Hetzelfde gevoel kennen veel Star Wars-fans als George Lucas weer eens met een aangepaste versie van zijn films komt.
Overigens heb ik niet de illusie met dit betoog anderen van gedachten te doen veranderen. Als jij vindt dat Peter best door een zwarte acteur gespeeld kan worden, voor wat voor reden dan ook, kan ik je vast niet van het tegendeel overtuigen. En dat hoeft ook niet, want iedere Spidey-fan heeft recht op zijn eigen mening en visie op Peter Parker. Ik geloof ook niet dat als de mensen van Sony een zwarte Peter Parker prefereren om bovenstaande redenen, dat zij de mening van de stripfans mee laten tellen. Het grote geld regeert immers. Maar ik wilde het wel even gezegd hebben. Dat ben ik mijn vriend Peter wel verschuldigd.
Tijdens een bezoekje aan Curt Connors komt Peter Parkers professor Morris Sloan binnenwandelen met een stapel examens. Daar zit ook Parkers uitslag tussen. Als hij ziet dat hij een tien heeft gehaald voor zijn eerstejaars kandidaatsexamen (graduate studies) kan hij zijn blijdschap niet onderdrukken.
Hoe dat eruit ziet? Zo dus:
Ik word erg vrolijk van het onderste plaatje waarin Spidey dolblij over de straten van New York springt. Dat Spider-Man erg blij is dat hij geslaagd is voor het eerste jaar van zijn promotiestudies snappen we natuurlijk helemaal. Ik kan me zelf nog goed herinneren hoe blij ik was toen ik mijn bul haalde en mezelf Drs. in de filmwetenschap mocht noemen.
Als de vrolijke bui wat bekoeld is en Peter nadenkt over zijn situatie, wordt hij somberder. Later die avond slingert hij door New York om eens goed na te denken. Zijn vriendin Black Cat ligt in het ziekenhuis en haar behandeling gaat een flinke berg rekeningen opleveren. De studie zal in het tweede jaar meer tijd opeisen en dat betekent dat Peter minder tijd heeft om geld te verdienen met het maken van foto’s. En dat terwijl zijn leven als Spider-Man ook al zo’n tijdvreter is. Uiteindelijk besluit Peter om zijn studies voorlopig op pauze te zetten. Een beetje een domper op een verhaal dat zo vrolijk begon. Kijk daarom nog maar een keer naar het plaatje van de vrolijke Spider-Man.
Amazing Spider-Man #243. Tekst Roger Stern. Tekeningen John Romita Jr.
J. Jonah Jameson die Spider-Man in elkaar slaat en ook nog eens laat toegeven dat hij inderdaad een gevaar voor de maatschappij is, zoals de krantenmagnaat altijd heeft beweerd. Dat moet wel een droom zijn.
En dat is het ook, namelijk de (natte) droom van Jameson, getoond in The Daydreamers in Amazing Spider-Man #246 (1983). In dit verhaal trakteren Roger Stern en John Romita Jr. de lezer op de dagdromen van respectievelijk Felicia Hardy, Jameson, Mary Jane en Peter Parker. Alle dromen zijn interessant om eens goed te bestuderen, want al deze avonturen in het onderbewuste vertellen veel over het karakter van het personage dat aan het dagdromen is. Vandaag hou ik het echter bij de dagdroom van Jameson, die overigens boekdelen spreekt. Kijk maar:
Leuk detail is dat Lance Bannon én Peter Parker aanwezig zijn om foto’s te nemen. Duidelijk een signaal dat Jameson geen idee heeft dat Parker en Spider-Man dezelfde persoon zijn. Ook interessant is Jamesons ontkenning dat hij meer kranten verkoopt door nieuws over Spider-Man te plaatsen. Natuurlijk verkoopt de krant beter omdat er foto’s van Spider-Man op de voorpagina staan. Wat Spider-Man doet en de andere superhelden doen in het Marvel Universum is nieuws en dat willen mensen lezen. En dat weet de hoofdredacteur van de krant heus wel. Het hoog houden van de verkoopcijfers is volgens mij de hoofdreden om zijn lastercampagne tegen de Muurkruiper vol te houden.
(Toentertijd in ieder geval. Later werd Jameson de burgemeester van New York en ging hij gewoon door met lasteren. Sterker nog, hij huurde een heel team SpiderSlayers in om Spider-Man te bestrijden.)
Als Jameson aan het einde van de scène denkt: ‘But the Bugle prints the news… not fiction,’ is dat maar de halve waarheid. De berichtgeving over Spider-Man is door Jameson op zijn zachts gezegd gekleurd.
Het idee van een superheld heeft natuurlijk iets romantisch: iemand in een speciaal kostuum met een masker die de misdaad bestrijdt. Één van Peter Parkers speciale krachten lijkt zijn kustechniek te zijn. In de geschiedenis van Spider-Man komen verschillende prachtige kusmomenten voorbij en altijd meer zeer aantrekkelijke vrouwen. Een mooi onderwerp in de week van Valentijnsdag.
De beroemde ‘Spider-Man Upside down-kiss’ uit Spider-Man (Sam Raimi, 2002) is misschien wel het meest romantische moment in een superheldenfilm ooit:
Deze foto heeft jaren lang bij mij in de kamer gestaan boven de televisie. De foto zat in een lijstje waar voorheen een foto van mij en een vriendinnetje in zat. Toen het uit ging, had ik behoefte aan een reminder dat er zoiets als ‘ware liefde’ bestond om deze liefde achter me te laten en weer positief naar de toekomst te kunnen kijken. I know, ik ben een verschrikkelijke nerd met een romantisch hartje.
De eerste keer dat Mary Jane en Peter iets met elkaar hadden werd het liefdesvuurtje pas goed aangestoken door deze kus (Amazing Spider-Man #143):
En natuurlijk mag in dit overzicht Gwen Stacy niet ontbreken. De eerste keer dat Peter Parker Gwen kustte of moet ik zeggen, door Gwen gekust werd, was in Amazing Spider-Man #59 uit april 1968. Het is tevens de eerste keer dat we in de strip Peter een vriendinnetje zien kussen:
De superkrachten van Spider-Man, wie zou ze niet willen hebben? Ook in de strips van Spider-Man komen personages voor die net als hij willen zijn. Scholier Ollie Osnick bijvoorbeeld met wie ik in Spektakulaire Spiderman # 68 (1985) /Amazing Spider-Man # 263 kennismaakte.
De mollige Osnick was idolaat van superschurk Doctor Octopus en wist zelfs een stel tentakels in elkaar te zetten die echt werkten. Ollie was de leider van een superschurkenclub en wilde een crimineel genie te worden net als Ock. Tot Ollie op een avond een speelgoedwinkel probeerde leeg te roven en door Spider-Man werd tegengehouden. In de verduisterde winkel dacht de Muurkruiper eerst dat Ollie de echte Doctor Octopus was en samen vochten ze in het waterbassin van de winkel. Gelukkig zag Spidey snel dat het om een kind ging en niet om zijn aartsvijand en bracht het joch weer thuis.
Na deze ontmoeting besluit Osnick dat hij een superheld wil zijn en ontwerpt zijn eigen Spider-Man-pak. Niet in staat om zelf webvloeistof te maken, modificeert Ollie zijn octopusarmen in spinnen-tentakels en wordt The Spectacular Spider-Kid! Vastbesloten om Spider-Mans sidekick te worden, gaat hij ’s avonds op pad om de misdaad te bestrijden. Maar als verdediger van onschuldigen slaat de krachteloze dikzak een modderfiguur en het is alleen dankzij het plotseling opdagen van politie te danken dat Ollie zijn eerste confrontatie met een stel gangleden overleefd.
Overdag is doorgaans slimme Ollie het lulletje van de klas. In dat opzicht lijkt hij wel wat op de jonge Peter Parker van de middelbare school. Groot verschil is echter dat Jane, het populaire meisje van de klas, het voor Ollie opneemt als hij weer eens getreiterd wordt door Brad Rossi, terwijl de populaire dames Peter Parker links lieten liggen.
Zijn grote held ziet een samenwerking overigens niet zitten, want Osnick mag dan een leuk pakje aan hebben, hij heeft natuurlijk helemaal geen speciale krachten. In een erg grappige scène gebruikt Ollie een Spider-Signal, vergelijkbaar met het Bat-Signal, om de aandacht van het Webhoofd te krijgen.
Uiteindelijk komt het wel weer goed met Ollie. Als hij en Jane bedreigd worden door de gangleden van de avond ervoor, helpt Spider-Man ze uit de brand. Als Spider-Man Ollie de volgende ochtend op het schoolplein op zoekt om hem zijn excuses aan te bieden voor zijn botte afwijzing de avond ervoor, is hij helemaal het mannetje bij zijn klasgenoten.
Hoewel Ollie als misdaadbestrijder niet serieus genomen kan worden, is hij wel geschikt als voorbeeld voor veel jonge Spider-Man-lezers die in navolging van de Muurkruiper een superheld willen zijn. Niet beseffende dat superkrachten een minimale vereisten zijn, en dat geregeld de sportschool bezoeken een begin kan zijn van een dergelijke carrière, denken veel van deze kids dat ze er al zijn als ze een tof kostuum aantrekken. In dat opzicht doet Ollie mij aan mezelf denken. Ook ik had als kind immers een Spider-Man-pak.
Volgens mij is het fenomeen hipster alweer op zijn retour. Toch wilde ik je graag deze illustratie van Phillip Sevy laten zien omdat ik hem erg tof vind:
Sevy, die onder de naam The Creator HD publiceert op DeviantArt.com heeft een serie gemaakt waarin hij bekende superhelden als hipsters afbeeldt: X-Men, Batman en Spidey. In zijn Spidey tekening zien we weliswaar geen hipster met baard, en dat is jammer, maar wel grappige interpretaties van Doctor Octopus en The Vulture. Vooral de figuur op de voorgrond, met het zwarte Spider-Man-pak als motief, lijkt helemaal te kloppen en zou je volgens mij zo op straat kunnen tegenkomen. Waar er nog hipsters voorkomen, uiteraard. 😉
‘Interestingly enough, he was a character I started to introduce in Web of Spider-Man, and he was actually supposed to be a she. I began with the alien costume that had come back with Spider-Man fromSecret Wars, and had been used throughout [Tom DeFalco’s] run. It was basically in limbo at the time, having already been rejected by Spider-Man. I was intrigued with the idea that there was this thing that did not trigger Spidey’s spider-sense. Most people forget that the spider-sense is a very unique power, and that Spider-Man really depends on it.
I actually started Venom’s story in two issues of Web [of Spider-Man]. In Web #18, Peter Parker is waiting for a subway train. A hand comes from the crowd and pushes him in front of the train. He leaps to safety, but he’s spooked because someone was able to sneap up on him and his spider-sense didn’t react. I set up another scene inWeb #24 where he’s stuck to the side of a building. Someone suddenly reaches out of a window, yanks him by the ankle and sends him falling. Peter starts to really freak out because someone is getting past his defences.
I originally wanted the character to be a woman. She was pregnant and about to give birth. Her husband is rushing to get her to a hospital. He runs into the road to flag down a cab, but the cabbie is looking up at Spider-Man who is fighting someone – I think it might even have been the Living Monolith from my graphic novel. The cabbie doesn’t see the husband and accidentally hits and kills the guy. The woman sees her husband splattered in front of her just as she goes into labour. She loses the child and her mind at the same time, and is institutionalised. Though she eventually gets her mind back, she blames Spider-Man for the death of her husband and her child. The alien costume, which has also been hurt by Peter Parker, is drawn to the woman because her intense hatred of Spider-Man. The costume then bonds with her to try to kill Peter.
When I was switched to Amazing, Jim Salicrup told me that he wanted to do something special in issue #300, and he suggested I introduce a new character. I hit him with the idea of using the alien costume. Though he liked it, he wasn’t sure the readers would see a woman as a physical threat to Spider-Man, even a woman enhanced by the alien costume. At that point I came up with the Eddie Brock angle and tied it in with the Peter David Sin-Eater/ ‘Death of Jean DeWolff’ story that had appeared in Spectacular Spider-Man #107-110. That became the basis of Venom’s origin in Amazing #300, and we had ourselves a new villain.
Een interessant detail in dit verhaal is natuurlijk dat Salicrup, de redacteur van de Spider-Man titels, Venom als vrouw niet geloofwaardig vond. Gezien Marvels recente focus op heldinnen, was Venom waarschijnlijk wel een vrouw geweest als het personage nu bedacht zou zijn. De kans is in ieder geval groot. Tegenwoordig lopen er sowieso vrouwelijke afgeleiden van Venom en Carnage, de eerste schurk na Brock die zich verbond met het nageslacht van de oorspronkelijke Symbiont, in het Marvel Universum rond, zoals Scream.
Een ander grappig detail dat ik je nog kan vertellen is dat Todd McFarlane geen fan was van het zwarte kostuum. Toen hij begon met Amazing Spider-Man te tekenen gaf hij aan dat hij liever het klassieke kostuum tekende. Hij stelde dat overigens niet als voorwaarde om de tekenklus aan te nemen.
Dat is ook de reden waarom Mary Jane dat zwarte kostuum niet meer kan zien nadat ze thuis is overvallen door Venom. Het was Michelinies manier om ervoor te zorgen dat Spider-Man weer zijn oude vertrouwde pak zou aantrekken.
Venom is een van mijn favoriete Spider-Man opponenten omdat hij in wezen de negatieve of schaduwversie van Spidey is. Venom heeft vrijwel dezelfde krachten als het Webhoofd – hij kan aan oppervlaktes kleven en webdraden schieten – maar is een slechterik.
Venom is hiertoe in staat omdat het buitenaardse Symbiont (Zie deze en deze afleveringen van Spidey’s web) die krachten van Spider-Man kan nabootsen. Een instinct dat hem waarschuwt voor gevaar, heeft Venom niet, maar daar staat tegenover dat Peter Parkers instinct ook niet op het Symbiont reageert.
Eddie Brock en het Symbiont gingen een partnerschap aan om wraak te nemen op Spider-Man. Het Symbiont omdat hij zich door Peter Parker verraden voelde; Brock omdat in zijn versie van de waarheid Spider-Man verantwoordelijk was voor het mislukken van Brocks carrière als journalist. In Amazing Spider-Man #300 wordt Venom geïntroduceerd. Eddie Brock vertelt zelf aan het Webhoofd waarom hij hem zo haat:
Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane
Interessant is dat Spider-Mans instinct niet op Venom reageert omdat het kostuum vroeger van Peter Parker was. Parker kan Venom dus niet aan voelen komen. Wat Venom extra gevaarlijk maakt is het feit dat hij weet wie Spider-Man echt is. Hij is daardoor een grote bedreiging voor Peters naasten. Brock is verder eigenlijk een heel goed getrainde bodybuilder wiens kracht vergroot wordt door het Symbiont.
Uiteraard geldt voor Venom ook dat niets hetzelfde blijft. Brock was eerst een van Spidey’s grootste vijanden, daarna dacht hij een tijdje de held te moeten spelen. Tegenwoordig is Flash Thompson degene die het Symbiont draagt om goede daden te verrichten in dienst van de Amerikaanse overheid. Toch, toen Venom zijn intrede deed in 1988 was ik als Spidey-fan erg blij, want het was alweer een tijd geleden dat een nieuwe, spannende tegenstander zijn opwachting maakte. Venom was als anti-Spider-Man een prachtige opponent voor het webhoofd.