Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Mans zelfportretten

Een van de meest fascinerende aspecten aan Peter Parker alias Spider-Man vind ik het feit dat hij als freelance fotojournalist zijn brood verdient en dan in het bijzonder omdat hij foto’s van zichzelf als Spider-Man aan de krant verkoopt.

Peter bewondert zijn fotowerk. Uit: ASM #238. Tekening: John Romita Jr. Inkt: John Romita Sr.
Peter bewondert zijn fotowerk. Uit: ASM #238. Tekening: John Romita Jr. Inkt: John Romita Sr.

Inmiddels is doet Peter dit werk niet meer. Sterker nog: in de huidige verhaallijnen is Peter Parker dood en heeft Doctor Octopus zijn plaats ingenomen. Daar gaan we het nu niet over hebben.

Jarenlang verkocht Peter zijn foto’s aan J. Jonah Jameson en Robbie Robertson van The Daily Bugle. Met een automatische camera maakte hij foto’s van zichzelf in actie als Spider-Man. Die camera webde hij op een strategische plek aan de muur en deze maakte met intervallen een foto waarop dan te zien was hoe Spidey met een superschurk vocht of een stel straatschoffies inrekende. Zoals dit prachtige plaatje van Spider-Man in Londen uit Amazing Spider-Man #96 (1971):

Art: Gil Kane, Inkt: John Romita Sr.
Art: Gil Kane, Inkt: John Romita Sr.

Peter Parker, architectuurfotograaf
Toch roept Peters modus operandi enkele vragen op die de dispension of disbelieve bemoeilijken. Aangezien Spider-Man heel snel beweegt en die actie niet statisch op een plek plaatsvond, kun je je voorstellen dat het toestel vaak misschoot. We spreken hier nog van het analoge tijdperk, waarbij de rolletjes maximaal 36 opnames bevatten. Ik denk dat het merendeel van die rolletjes dus volstaan met de straten, steegjes en het interieur van loodsen waar de gevechten plaatsvonden zonder dat er verder iets noemenswaardig op staat. Pas halverwege de jaren tachtig bedenkt Peter dat het misschien slim is om een zendertje in zijn riem te stoppen. Die geeft een signaal af waar de camera op reageert: zodra Spidey voor de lens van de camera komt, wordt er pas een foto gemaakt en dus niet automatisch om de zoveel seconden.

ASM-222-camera1
ASM #222. Script: Bill Mantlo. Tekeningen: Bob Hall. Inkt: Jim Mooney.

Je kunt je ook voorstellen dat een reeks foto’s van dezelfde gebeurtenis maar weinig variatie bevatten, want die camera hangt immers maar op één plek. Peter heeft geen tijd om tijdens het gevecht zijn camera even anders in te stellen. Dat is iets waar Kate Cushing, de chef-stad van the Bugle, eens een scherpe opmerking over maakte. Kate was sowieso nooit een fan van Parkers fotowerk, maar als hij een keer handgemaakte foto’s meebrengt van een op professionele wijze vermoord echtpaar dat een winkeltje runt, is ze vol lof. ‘De foto’s zijn geweldig, Peter! Wie heeft ze genomen?’ zegt Cushing bits als ze Parkers werk bekijkt. ‘Ongelofelijk. Meestal zien je foto’s eruit alsof je ergens een automatische camera vastplakt! Was je altijd maar zo goed.’ Peters dag wordt hierna nog erger als hij in opdracht van Jameson samen met Ned Leeds naar Oost-Berlijn wordt gestuurd. Het vermoorde echtpaar was namelijk in dienst van de KGB en de laatste dagen zijn er meer KGB-agenten omgelegd. Leeds en Parker moeten naar Oost-Berlijn om de vermoedelijke dader op te sporen en daar een stuk over schrijven. (Dat is te lezen in Spider-Man versus Wolverine #1, geschreven door James C. Owsley, getekend door Mark Bright. In Nederland uitgegeven als Superhelden #35 (1987).

Behalve dat de scène met Cushing erg grappig is op een cynische manier, is het verhaal wederom een mooi voorbeeld van hoe Peters werk als journalist vaak een aanjager is voor Spider-Mans avonturen, want in Oost-Berlijn moet onze held het uiteindelijk opnemen tegen niemand minder dan Wolverine die de huurmoordenaar die Leeds en Parker zoeken, in bescherming neemt.

ASM #256. Tekeningen Ron Frenz. Script: Tom DeFalco.
Black Cat neemt dit keer de foto’s. ASM #256. Tekeningen Ron Frenz. Script: Tom DeFalco.

Het is makkelijk voor te stellen dat Parker in het begin van zijn carrière goed zijn brood kon verdienen met het maken van Spider-Man foto’s. De spectaculaire actiefoto’s van Spider-Man door Peter Parker deden de oplage van de krant geen kwaad en waren lang nieuwswaardig. En dankzij de foto’s had Jonah Jameson altijd illustratiemateriaal voor bij zijn giftige redactionele stukjes tegen de muurkruiper.
Voor lange tijd was Peter ervan verzekerd dat de krant zijn foto’s zou afnemen. Toch maakte Robbie Robertson op een gegeven moment wel de opmerking dat Peter ook eens met andere onderwerpen op de proppen mocht komen en dat Spider-Man als subject sleets begon te raken.

Een andere baan?
In Amazing Spider-Man #256 (1984) neemt Robertson schoorvoetend een reeks nieuwe foto’s in ontvangst omdat Spider-Man daarin een nieuw pak draagt. Dat maakte ze nog enigszins nieuwswaardig. Maar ook dat is maar van korte duur, waarschuwt Robbie. Het is ook sneu dat Robbie wel een opmerking maakt over het feit dat Peters fotowerk de laatste tijd vooruitgaat. Dat is eigenlijk geen compliment voor Peter, maar voor zijn vriendin the Black Cat die de foto’s heeft gemaakt. Je kunt je voorstellen dat haar handwerk veel beter is dan wat die automatische camera schiet.

ASM 256. Art: Ron Frenz, Script Tom DeFalco.
ASM 256. Art: Ron Frenz, Script Tom DeFalco.

In Amazing Spider-Man #297  (1988) maakt Robertson wederom een opmerking dat het voor Peter misschien tijd is om een andere baan te zoeken: ‘I had an idea a while back, one that might help your recurring financial problems. But I never knew how to tell you. Guess the best way is to just blurt it out. Peter, you seem to have a chronic difficulty making a living as a freelance photographer. So maybe… Well, maybe you should consider some OTHER line of work.’ Peter reageert geschrokken. Robbie vervolgt: ‘I hope you understand that I’m just trying to help. Consider it fatherly advice. I have to go put the afternoon edition to bed now, but think it over okay?’

De relatie tussen Peter en Robbie is altijd heel hartelijk geweest, waarbij Robertson de rol van een vaderfiguur of goede vriend met de juiste adviezen speelt. In hoeverre Robertson, die toch ook een pientere journalist is, door heeft dat Peter en Spidey dezelfde zijn, is een kwestie die ik later graag aansnijdt.

Peter Parker, modefotograaf?
Goed bedoeld of niet, de woorden van Robbie komen hard aan bij onze favoriete freelance fotograaf. En bij deze freelance journalist trouwens. Aangezien het tegenwoordig steeds moeilijker is om een redelijk inkomen te vergaren als freelance journalist, is de raad van Robbie ook aan mensen als ik besteed.

Peter neemt de raad ook serieus. In Amazing Spider-Man #300 oefent hij met zijn vrouw Mary Jane, die op dat moment fotomodel is, hoe het is om in de modefotografie aan de slag te gaan.

asm_300_13_web

asm_300_14_web
ASM #300. Art: Todd McFarlane. Script: David Michelinie. Druk op plaatje voor grotere versie.

Natuurlijk blijft hij gewoon nieuwsfoto’s maken. Gelukkig maar ook, want anders zouden Spider-Mans avonturen zich vanaf dat moment alleen nog maar in de kitscherige fashionwereld hebben afgespeeld.

Het laatste woord over Peter Parker als fotograaf is nog lang niet getypt. Wordt vervolgd dus…

Categorieën
Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Waarom Peter Parker nooit een Chippendale zal zijn

Kun je je de Chippendales nog herinneren? Gespierde mannelijke strippers die vrouwenharten sneller doen kloppen. Ze kwamen op in de jaren tachtig en schijnen tegenwoordig nog steeds Las Vegas onveilig te maken.

Ik heb er niet veel mee, met die Chippendales. Vrouwen mogen dan terecht klagen dat ze niet aan het ideaalbeeld kunnen voldoen dat door de media en de modewereld gepropagandeerd wordt, hetzelfde geldt net zo goed voor de ideaalbeelden die van mannen in onze wereld overheersen. Daar kan 99% van de mannelijke bevolking ook niet aan kan voldoen. Er zijn maar weinig mannen die met de lichamen van de Chippendales kunnen concurreren. Superhelden natuurlijk wel.

Peter Parker mag dan het gespierde lichaam van een Chippendale hebben, hij is te preuts om ooit als mannelijke stripper zijn geld te verdienen. Die ene keer dat hij zich door de Chippendales liet ‘inspireren’ liep zijn ‘act’ met een sisser af:

ASM-298-07-web
Zie linksonder de cover van People Magazine met een feature over die Chippendales.

ASM-298-08-web

Spectaculaire_Spiderman_104In deze scène probeert Peter extra romantisch te zijn voor zijn kersverse vrouw Mary Jane. Pech voor hem dat haar make-updame een hapje komt mee-eten die dag. De scène is afkomstig uit Amazing Spider-Man #298. Het is de eerste Spidey-comic getekend door Todd McFarlane. Dat niet alleen: de Nederlandse editie is ook de eerste Spidey-comic die ik kocht om te beginnen met verzamelen. Hij kwam hier uit juli 1988, toen zat ik nog op de basisschool. Al een paar jaar kocht ik zo nu en dan comics bij ’t Gele Teken in Hoorn, maar vanaf De spektakulaire Spiderman #104 kocht ik iedere maand alle series rondom Peter Parker. Al snel via een abonnement bij Juniorpress, want dat was wel zo makkelijk. Het verhaal waarin Spidey het opneemt tegen de huurmoordenaar Chance, is een mooi begin van een verzameling. Chance gokt graag op de goede afloop van de klussen die hij aanneemt met als inzet zijn honoranium. Een echte gokker dus, die zich prima zal thuisvoelen in Las Vegas. Al betwijfel ik of hij de show van de Chippendales zou bezoeken.

Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane. Inkt: Bob McCleod.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Tim Sales Spider-Man

Tim Sale heeft maar een echt Spider-Man-verhaal getekend, maar zijn unieke stijl is dermate oogstrelend, dat ik er toch even een stukje over wil schrijven.

Samen met schrijver Jeph Loeb maakte Sale een reeks superheldenverhalen die een geheel eigen sfeer hebben. Ze maakten boeiende Batman-verhalen als The Long Halloween en het vervolg Dark Victory die zijn doordrenkt met nostalgie en tegelijkertijd heel eigentijds aanvoelen. Sales tekenstijl voelt retro aan. Wie zijn tekeningen goed bestudeert, herkent hierin de hand van een meesterlijk verteller.

Klik op plaatje voor grotere afbeelding.
Klik op plaatje voor grotere afbeelding.

Loeb en Sale maakten samen de zesdelige miniserie Spider-Man: Blue die in 2002 en 2003 in losse comics verscheen en later als trade. In dit verhaal is Peter Parker zelf de verteller. Hij spreekt in een reeks van cassettetapes het verhaal in van hoe Gwen Stacy en hij met elkaar verkering kregen. Dat ging allemaal niet zo makkelijk, want hoewel zowel Gwen als Mary Jane interesse in de niet onaantrekkelijke boekenwurm toonden, stonden Spider-Mans gevechten met verschillende schurken in de weg van het liefdesgeluk. In eerste instantie is The Green Goblin de vijand, maar die loopt tijdens een gevecht met Spidey geheugenverlies op. (Dat heb je kunnen lezen in deze aflevering van Spidey’s web.) Ondertussen worden Peter en Harry Osborn, de zoon van de goblin, steeds betere vrienden en gaan een appartement in de stad delen.

Spider-Man: Blue grijpt terug naar de late tienerjaren van Peter Parker die oorspronkelijk verteld werden door Stan Lee, Steve Ditko en John Romita Sr. Dankzij de voice-over van Peter krijgen deze oude verhalen een nieuwe dimensie. En dankzij het prachtige tekenwerk van Sale wordt deze oude geschiedenis gepresenteerd alsof ze vandaag de dag plaatsvindt terwijl er tevens een retrosfeertje omheen hangt.

Ieder deeltje toont na de openingspagina van de comic, de splashpage, een spread: een plaatje dat twee pagina’s bestrijkt. Deze spreads zijn van een ongekende schoonheid. De bovenste afbeelding in deze blogpost is de spread van #2. Hoewel gedetailleerd, kennen de illustraties van Sale ook grote kleurvlakken waardoor het oog gemakkelijk de informatie tot zich neemt.

Check de grote versie voor de tekst door op de afb. te klikken.
Check de grote versie voor de tekst door op de afb. te klikken.

Ook kent het werk van Sale mooi gebruik van diepteperspectief wat de tekeningen dynamisch maakt. Vooral bij de actiesequenties komt dat goed uit de verf:

Spidey vs. Kraven met Harry Osborn op de achtergrond.
Spidey vs. Kraven met Harry Osborn op de achtergrond.

In deeltje #4 vecht Spidey tegen een gangster die het pak van The Vulture gestolen heeft. Sale toont het gevecht waarin ons Webhoofd het onderspit delft door een reeks platen waarin onze held opbokst tegen de grote vleugels. Keer op keer krijgt Spidey klappen van ze totdat hij tegen een grote kerkklok aangeknald wordt. Pas daarna zien we de nieuwe Vulture van top tot teen. Een knap staaltje visuele vertelling waarbij goed duidelijk gemaakt wordt hoe hard die enorme vleugels eigenlijk aankomen als je erdoor geraakt wordt. Je moet niet vergeten dat de vaste Spider-Man-lezers the Vulture al jaren kennen en dat hij net als schurken als Kraven of Doctor Octopus eigenlijk een beetje sleets is geworden. Door de kracht van de vleugels te benadrukken op een visuele wijze is Sale in staat om de sleetse schurk weer opnieuw dreigend over te laten komen.

Wat ook opvalt is dat Sale relatief grote platen gebruikt om zijn verhaal te vertellen. Zijn stripplaatjes zijn vaak paginabreed. Dat geeft zijn werk een ‘cinematografishe’ kwaliteit. Hij kiest ook de juiste keyframes om zijn verhaal in relatief weinig afbeeldingen te maken. Toch heb je het gevoel dat je niets mist van de vertelling.

Gwen en MJ in de Sale-versie.
Gwen en MJ in de Sale-versie.

Het enige minpuntje aan Sales interpretatie van Spider-Man vind ik dat hij de held iets te gespierd tekent. Spidey hoort een slanker te zijn en niet het lijf te hebben als bijvoorbeeld Captain America of Thor.

Toch zijn zoals gezegd de gevechten voornamelijk een afleiding van de rode draad in het verhaal, namelijk hoe Peter en Gwen eindelijk bij elkaar komen. Spider-Man: Blue eindigt dan ook op het moment dat ze elkaar voor het eerst kussen en hun relatie begint. Een korte epiloog, waarbij we Peter op de zolder van het huis van Tante May zien terwijl hij zijn laatste tapeje aan Gwen inspreekt en waarin blijkt dat Mary Jane al een tijdje meeluistert, maakt het verhaal af. Peter sprak de tapes dus in als een soort liefdesbrief aan zijn verloren liefde Gwen. En ook al heeft hij op dat moment in Mary Jane de liefde van zijn leven gevonden, Gwen zal altijd een speciale plek in zijn hart houden.

Loeb en Sale hebben een hele reeks van dit soort mini-series gemaakt, allemaal getiteld naar een bepaalde kleur: Daredevil: Yellow (2002), Hulk: Grey (2004) en Captain America: White (2008).

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Opgesloten in de gekkenzaal

cover_spec_spider_133

Bovenstaande cover van Peter Parker, the Spectacular Spider-Man #133 is gemaakt door Bill Sienkiewicz. Voor de tekening heeft hij zich laten inspireren door het werk van de Oostenrijkse expressionistische schilder Egon Schiele (1890-1918). Het is een van de grafisch meest afwijkende en opvallende Spider-Man-covers die ik ken.

Nu ben ik niet zo’n Schiele-kenner, daar niet van, maar een rondje Google image search maakt de gelijkenis tussen de tekenstijl en lijnvoering tussen Schieles kunst en de tekening van Sienkiwicz is duidelijk. Sienkiewicz mag ook gezien worden als kunstzinnige striptekenaar, hij maakt zeer opvallend werk.

WEB_OF_SPIDER_MAN_033-coverDe cover past goed bij het verhaal dat er in dit deel van Peter Parker verteld wordt. Het is het laatste deel van een driedelig verhaal waarin Spider-Man wordt opgesloten in een gekkenzaal. Nee, onze held is niet opeens volledig doorgedraaid, al zou je je dat met zijn drukke leven en de slechte reputatie die hij in die tijd had, wel kunnen vermoeden. Daar zou ieder mens op een gegeven moment onder bezwijken. Maar dus niet Peter Parker.

De gekkenzaal is een psychiatrisch ziekenhuis waar misdaadkoning Kingpin mensen laat opsluiten als ze een gevaar voor zijn organisatie vormen maar hij ze voor de een of andere reden niet makkelijk kan laten omleggen. Als de echtgenote van een van Kinpings gangsters dreigt te gaan praten met de autoriteiten wordt ze op de gekkenzaal opgesloten. Terwijl ze wordt weggereden met de ambulance, rennen haar zoon en dochter de wagen achterna en lopen ze tegen Peter Parker op. Ze vertellen hem dat hun moeder wordt opgesloten in Pleasant Valley om haar het zwijgen op te leggen. Spidey gaat later die avond op onderzoek uit en vindt de twee kinderen op het dak van de inrichting, waar de kids samen met vader een poging doen in te breken. Dat loopt uit de hand als de bewaking de kinderen bedreigt. Spidey weet de kinderen te redden maar wordt door een kogel geraakt en raakt buiten bewustzijn.

Als Peter wakker wordt is hij geopereerd en volgespoten met kalmerende drugs een nieuwe bewoner van de gekkenzaal. J. Jonah Jameson zou meteen zeggen dat Spidey daar thuishoort, maar wij weten wel beter. Uiteraard is de baas van de afdeling een enge dokter die de meest agressieve patiënten met een radicale therapie klaarmaakt om als huurmoordenaar te fungeren voor Kingpin. (De dokter is afgebeeld in de Peter Parker cover: het is dat enge mannetje met de bril.) Tijdens zijn verblijf wordt Peter vrienden met Zero, een patiënt die denkt dat hij een superheld is. Mary, een van de nieuwe verzorgers, kan het leed dat het personeel en de dokter de patiënten aandoet, niet aanzien. Als Zero de volgende wordt die een malafide operatie van de dokter zal ondergaan, besluit ze in te grijpen en zorgt ze ervoor dat Peter en zijn medeslachtoffers even geen medicijnen krijgen. Nu kan onze held in actie komen. Hij moet het opnemen tegen de getrainde psychopaat van de dokter. Dat levert de volgende actieplaatjes van Spider-Man in zijn pyama op:

Spectacular-Spiderman-133-1Spec-Spiderman-133-14kill

ASM-295-coverOndertussen stormt de gangster wiens vrouw gevangen wordt genomen het pand binnen om haar te redden. Spidey saves the day en hoewel de media op de hoogte komen van de nare praktijken in de gekkenzaal en de dokter gearresteerd wordt, is de hele zaak schoongeveegd voordat de autoriteiten Kingpin kunnen aanpakken.

Het driedelige verhaal werd geschreven door Ann Nocenti, getekend door Syndy Martin. Het verscheen in Web of Spider-Man #33, Amazing Spider-Man #295 en Peter Parker, the Spectacular Spider-Man #133 (allen 1988). Het is een goed voorbeeld van hoe in de tweede helft van de jaren tachtig grimmige verhalen de boventoon voerden in de superheldenverhalen van Marvel en DC. Alle drie de bijhorende covers werden getekend door Sienkiewicz.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Familierelaties ontmaskerd

ASM_39_coverToen de identiteit van the Green Goblin werd onthuld in Amazing Spider-Man #39 was dat een big deal.

Spidey’s grootste vijand bleek niemand minder dan Norman Osborn te zijn: de vader van een van Peters studiegenoten Harry. Harry zou later Peters beste vriend worden. Maar de grootste schok in dit nummer is dat de Goblin eerst Spider-Man zelf ontmaskerd. Het mooie aan dit verhaal is echter dat het ook over twee uiteenlopende families gaat. Stan Lee zet de liefdevolle relatie tussen Peter met zijn Tante May tegenover de koude verhoudingen tussen Osborn en zijn zoon.

De twee deeltjes #39 en #40 zijn slim geconstrueerd door schrijver Stan Lee en tekenaar John Romita Sr, die zijn Spider-Man debuut maakt. Peter Parker heeft last van een koudje en gaat daarom langs bij dokter Bromwell. Die vertelt hem dat Tante May na haar operatie nog erg zwak is. Ze mag vooral niet onverwachts schrikken of spannende dingen meemaken. Daarna gaat Peter met een kop vol zorgen over zijn tante naar college. Daar praat hij voor het eerst eens goed met Harry Osborn. Tot nu toe zaten die twee vooral op elkaar te fitten maar nu Harry zich zorgen maakt over zijn vader en daar openlijk over praat, hebben de twee mannen een klik. Dit is een belangrijk verhaalelement omdat een paar bladzijden later blijkt dat Harry’s vader Peters grootste vijand is.

Ondertussen is Osborn vastbesloten om te ontdekken wie Spider-Man nu eigenlijk echt is. Hij lokt onze held in de val door een stel kruimeldieven een overval op het dak van het Empire State Building te laten plegen. Als Spidey de mannen in een gevecht tegenhoudt slagen ze erin een gasbom naar zijn hoofd te gooien. De explosie van de bom lijkt in eerste instantie onschadelijk, maar het gas schakelt Peters spinneninstinkt uit. Dit huidige zintuig waarschuwt hem voor gevaar. Nu zijn interne alarmsysteem is uitgeschakeld, kan de Green Goblin Spider-Man van een afstandje volgen. Zodra Spidey zijn burgerkloffie aantrekt ziet Norman Osborn dat zijn tegenstander een jonge tiener is. Peter bezoekt The Daily Bugle en omdat Osborn buiten het gesprek afluistert weet hij ook dat Spider-Man Peter Parker heet.

De Goblin confronteert Peter vlak voor het huis van Tante May.
De Goblin confronteert Peter vlak voor het huis van Tante May.

Hij volgt Peter naar huis en valt hem vlak voor de deur aan. Let wel: Peter woonde toen nog bij Tante May, dus als zij uit het raam zou kijken en ziet dat haar neefje aangevallen wordt door the Green Goblin, zou dat een schok zijn waar ze niet meer overheen komt. (Denk nog maar even terug aan de waarschuwing van dokter Bromwell.) Gelukkig zorgt de dikke rook van de Goblin Glider ervoor dat May niets dan rook ziet als ze uit het raam kijkt om te horen wat het kabaal allemaal is.

The Goblin schakelt Peter uit en neemt hem mee naar zijn schuilplaats. Daar onthult hij aan Peter zijn ware gezicht en vertelt hij zijn levensgeschiedenis (zo hoort dat in comics en Bond-films), want hij zal hierna toch zijn vijand voor eeuwig het zwijgen opleggen.

De grote onthulling.
De grote onthulling.

Omdat ik de beroerdste niet ben, (en geen zin heb om alles uit te tikken), presenteer ik hier de ontstaansgeschiedenis van the Green Goblin uit ASM #40. (Klik vooral op de plaatjes voor grotere versies om de tekst goed te kunnen lezen.)

ASM-40_03 ASM-40_04 ASM-40_05

Een enorme klootzak
Wat ik vooral interessant aan het verhaal van Osborn vind is dat hij weliswaar gek werd door de explosie, maar dat duidelijk wordt dat hij daarvoor al een enorme klootzak was. ‘After all.. I had a business to take care of! Money was the most important thing of all! I had to get rich! I needed wealth… for that was the key to power!’, aldus Osborn. Hij klinkt hier overigens niet anders dan hoe die bankiers en andere geldwolven die de crisis hebben veroorzaakt zouden klinken.

Osborns obsessie met geld en macht maakt hem blind voor de behoeften van zijn zoon. De familieperikelen van de Osborns staan in schril contrast met die van de Parkers. Osborn koopt zijn schuldgevoel jegens Harry af door hem te overladen met cadeaus terwijl de Parkers het niet ruim hebben, maar wel zo goed mogelijke ouders voor hun neefje Peter proberen te zijn.

Ondertussen maakt Tante May zich erge zorgen over Peter die nog steeds niet thuis is. Niet dat Peter er iets aan kan doen: die arme jongen zit stevig geboeid aan een stoel naar het geratel van The Goblin te luisteren. In een moment van overmoed bevrijdt de Goblin zijn vijand voor een laatste gevecht. Dat gevecht eindigt als Spidey Osborn tegen chemicaliën trapt waar spanning op staat. Door de schok is the Goblin bewusteloos. Als hij bij kennis komt, kan hij zich niets meer herinneren van zijn Goblin-verleden noch dat Peter Parker Spider-Man is. Voorlopig lijkt zijn identiteit veilig gesteld. Al zal dat natuurlijk niet al te lang duren.

Als Peter thuiskomt blijkt dat Tante May van onrust bijna bezweken is. De dokter spreekt Peter dan ook vermanend toe: hij had toch gewaarschuwd dat May het rustig aan moest doen? Wat een onverantwoorde tiener is die Peter eigenlijk? Wij weten wel beter natuurlijk. Als May bijkomt maakt ze zich karakteristiek meer zorgen over haar neefje dan haar eigen gezondheid. in het laatste plaatje dient ze dan ook een soepje op terwijl Peter van haar rust in bed moet houden. Ondertussen staat Harry Osborn bij het ziektebed van zijn vader die zich niets kan herinneren van de afgelopen jaren. Vanaf nu zal het allemaal beter gaan, denken ze.

ASM-40_20

Familierelaties
Wat dit verhaal een klassiek Spidey-verhaal maakt is de balans die Lee weet te vinden tussen het avontuurlijke leven van Spidey en de zorgen die dat leven oplevert in Peter Parkers omgeving. De zorg van Tante May spreekt boekdelen en Peter, die toch eigenlijk ook maar gewoon zijn best doet, weet haar toch telkens weer ongerust te maken. Uiteindelijk gaat het verhaal over twee tieners en de relatie met hun ouders. Die van Peter en May is een liefdevolle relatie van twee mensen die voor elkaar willen zorgen, terwijl de relatie tussen Osborn en zijn zoon behoorlijk mank loopt. Osborn denkt eigenlijk alleen aan zichzelf en ziet Harry als een zwakkeling die hem van zijn werk afhoudt. De herstellende Osborn belooft aan het einde van het verhaal beterschap, maar die belofte zal hij snel weer verbreken.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Koffieleuten in the Coffee Bean

Klik op plaatje voor de grotere versie.
Klik op plaatje voor de grotere versie.

Deze prent van Larry Lieber uit Amazing Spider-Man Annual #4 (november, 1967) geeft een aardig beeld van the Coffee Bean. Dit is het koffiehuis waar Peter Parker en zijn medestudenten na collega’s graag rondhingen om te socializen.

Lang voordat New York volstond met ketens als Starbucks, hingen tieners en studenten graag rond in de vele koffiehuizen die Greenwich Village in de jaren vijftig en zestig rijk was. Vooral de cultuur van de Beatniks bloeide daar op, want in veel van de koffiehuizen traden volkzangers op en lazen poëten hun werk voor.

The Coffee Bean werd door Stan Lee en John Romita Sr. geïntroduceerd in Amazing Spider-Man #53 (Oktober 1967). Het was de hangplek in de East Village voor studenten van de Empire State University, waar Parker, Harry Osborn, Flash Thompson, Mary Jane en Gwen Stacy toen studeerden.

In bovenstaande afbeelding zitten Anna Watson en May Parker voor hun doen zeer modern taalgebruik uit te slaan. Zij kwamen overigens ook wel eens een kopje koffie in the Coffee Bean drinken. In ASM #53 komen ze langs om Peter te vertellen dat May kamers gaat verhuren. Peter waarschuwt haar nog dat ze wel moet oppassen aan wie ze de kamer verhuurd. ‘Maak je geen zorgen, ik vraag natuurlijk om goede referenties’, stelt ze naar neef gerust. Niet veel later is Otto Octavius, ook wel bekend als superschurk Doctor Octopus, haar eerste huurder. Toen Peter daar achterkwam heeft hij zich vast in z’n koffie verslikt.

Spidey neemt er nog eentje.
Spidey neemt er nog eentje.

Saillant detail: Thompson draagt een uniform omdat hij toentertijd in het leger diende. Hij heeft gevochten in Vietnam. Omdat de doorlopende tijd een probleem is in het Marvel Universum en de personages in principe niet veel ouder worden, diende Thompson later in de Irak-oorlog. De dingen veranderen, maar ergens ook weer niet.

Zo zullen studenten nu gewoon rondhangen in de Starbucks. Overigens was Harry Osborn (in in het plaatje draagt hij een bruin pak en groene strik) na Brand New Day een tijdje de eigenaar van een koffieketen genaamd the Coffee Bean die is gebaseerd op hun oude hangplek.

In mijn studententijd zat ik graag in het Crea Café van de UvA. Een fijne plek bij de Oudemanhuispoort om met medestudenten te praten, koffie te drinken en te studeren. Tegenwoordig zit Crea in de Roetersstraat. Maar goed, in studentenkoffiehuizen kom ik eigenlijk niet meer tegenwoordig. Mijn favoriete hangplekken zijn nu: De Balie aan het Leidseplein, het Ketelhuis op het Westergasfabriekterrein en soms zit ik met Linda in de Smoeshaan.

En heb jij nog een favoriet koffietent? Zo ja, welke en waarom deze?

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: J. Jonah Jameson

jameson-ditkoSpider-Man kent een zeer uitgebreide selectie aan schurken die hem het leven zuur maken. J. Jonah Jameson is wellicht de gevaarlijkste opponent van allemaal, want hij weet de publieke opinie tegen Spidey op te zetten.

Als hoofdredacteur en eigenaar van de krant The Daily Bugle schreef hij jarenlang haatvolle artikelen waarin hij het Webhoofd zwart maakt en vaak in verband brengt met allerlei misdaden die de held gepleegd zou hebben.

Jameson was er al bij vanaf het eerste uur en maakte zijn opwachting in Amazing Spider-Man #1 (maart 1963). Behalve naargeestige artikelen ging hij ook de boer op om het publiek te waarschuwen voor het gemaskerde gevaar: Spider-Man zou een slechte invloed hebben op de jeugd omdat hij een gemaskerde man is die het recht in eigen hand neemt. ‘Children my try to imitate his fantastic feats! Think what would happen if they make a hero out of this lawless, inhuman monster! We most not permit it!’ schreeuwt Jameson bij een bijeenkomst. Dan komt de aap uit de mouw: in plaats van een schurk als Spider-Man te aanbidden, kan de jeugd beter een voorbeeld nemen aan zijn zoon, John Jameson. Die is een echte held, vindt Jonah, want zijn zoon is een dappere testpiloot die op het punt staat met een raket de ruimte in te vliegen.

Uit Amazing Spider-Man #01. Illustratie: Steve Ditko. Script: Stan Lee.
Uit Amazing Spider-Man #01. Illustratie: Steve Ditko. Script: Stan Lee.

De ironie van het lot wil dat deze testvlucht mislukt en dat Spider-Man degene is die John Jameson van een wisse dood redt. Niet dat dit heethoofd Jameson doet afkoelen. In tegendeel: zijn haatcampagne tegen Spider-Man gaat door.

Ondertussen lukt het Peter Parker niet om een fatsoenlijke baan te vinden. Zijn showbizzdagen als Spidey zijn geteld door de negatieve campagne die Jameson voert. Maar goed, hij kon toch de cheques niet inwisselen die zijn uitgegeven aan Spider-Man. (Gemaskerde mannen die geld komen halen bij de bank worden doorgaans niet vriendelijk ontvangen.)

In Amazing Spider-Man #2 looft Jameson een groot bedrag uit voor de fotograaf die in staat is om een goede foto van the Vulture te schieten –de nieuwste superschurk in New York. Als Peter dat te horen krijgt, besluit hij dat hij als Spider-Man in staat moet zijn dat soort lucratieve plaatjes te schieten. Zijn eerste confrontatie met the Vulture verliest onze held, maar het levert hem wel een vol rolletje film op. Zo ontmoet hij Jameson voor de eerste keer.

Amazing Spider-Man #2. Illustratie: Steve Ditko. Script: Stan Lee
Amazing Spider-Man #2. Illustratie: Steve Ditko. Script: Stan Lee

Vanaf dit moment is Peter Parker de fotograaf die spectaculaire actiefoto’s weet te schieten en met name van zijn alter ego Spider-Man die Jameson weer gebruikt om zijn haatartikelen mee te illustreren. Overigens is Jameson in deze eerste scènes nog niet de vrek die hij later wel blijkt te zijn. Hoe goed Peters foto’s ook zullen zijn in de toekomst, Jameson zorgt ervoor dat hij altijd maar de helft betaald van wat ze werkelijk waard zijn.

In Amazing Spider-Man #10 wordt eindelijk onthuld waarom Jameson zo’n hekel aan het Webhoofd heeft. Hij is namelijk jaloers:

ASM_10-jameson_jaloers

In de jaren die volgen doet Jameson er alles aan om Spider-Man uit te schakelen en te ontmaskeren. Niet alleen blijft hij zijn krant te gebruiken voor zijn haatcampagne, ook laat hij Spider-Slayers bouwen om het Webhoofd een kopje kleiner te maken. Ook is hij verantwoordelijk voor de creatie van the Scorpion: een superschurk die in zijn loopbaan veel slachtoffers maakt. Je kunt je afvragen wie van de twee nu echt een gevaar is: Spider-Man of Jameson.

Desondanks heb ik een zwak voor de man. Jameson mag dan vaak overkomen als een lafaard, een kniert en heethoofd, soms treedt hij op als echte vaderfiguur voor Peter en ondanks zijn fouten blijft hij een journalist in hart en nieren die de waarheid boven tafel probeert te krijgen. Nou ja, afgezien van het Spider-Man stokpaardje dan, want dat maakt de scherpe journalist eigenlijk blind voor de feiten.

Als the Hobgoblin dreigt te onthullen dat Jameson achter de creatie van the Scorpion zit, besluit Jameson zelf te bekennen en zijn bekentenis in de krant af te drukken. Jameson laat zich door niemand chanteren. Dat kost hem zijn baan als hoofdredacteur van de Bugle, een krant waar hij zielsveel van houdt. In deze scène uit AMS # 50 komt Spider-Man erachter wat Jameson van plan is en probeert hem tegen te houden. Dus ondanks het feit dat Jameson Peter het leven zuur maakt met zijn nare stukjes, geeft hij ook om zijn baas. Het is een complexe relatie.

ASM_250-13-dialoog ASM_250-14-dialoog

ASM_250-15-typen
ASM #250. Script Roger Stern. Illustraties: John Romita Jr. Inkt: Klaus Janson

Natuurlijk heeft Spidey wel gelijk dat Jameson een hypocriet is: als Hobgoblin Jamesons geheim niet bekend zou maken, zou de hoofdredacteur nooit zijn bekentenis hebben getikt. Maar toch…

Overigens is Jameson tegenwoordig de burgemeester van New York en zijn Peter Parker en hij familie van elkaar omdat tante May getrouwd is met Jamesons vader, maar dat is een verhaal voor later. Nu sluit ik graag af met een montage van de hoogtepunten van J. K. Simmons’ optreden als Jameson uit de drie Spider-Man-films van Sam Raimi:

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Peter Parkers huis krijgt eindelijk meubilair

In de jaren zeventig en tachtig woonde Peter in een klein appartement op 410 Chelsea Street. (Lees daar meer over in deze aflevering van Spidey’s web.) Het huis stond vol met een vreemd allegaartje aan meubels én een grote houten indiaan. Sterker nog: de eerste maanden dat Peter er in woonde, had hij helemaal geen spullen. Het magere salaris dat hij bij The Daily Bugle verdiende, was nooit genoeg om een stoeltje of een tafeltje aan te schaffen. Dit waren natuurlijk de jaren voor IKEA.

Peter huurde het appartement van Mrs. Muggins in Amazing Spider-Man #139:

ASM-139-05
Illustratie: Ross Andru. Script: Gerry Conway. Inkt: Frank Giacoia
& Dave Hunt.

De coverdatum van deze comic is december 1974. In ASM #163 krijgt Peter pas meubels. Aangezien de coverdatum van dat nummer december 1976 is, heeft onze held dus twee jaar zonder meubilair gewoond. Gelukkig maar voor Parker dat in onze wereld de tijd veel sneller verloopt dan in het Marvel Universum. In verhaaltijd zijn er maar een paar weken, misschien een paar maanden verstreken. (Bij Marvel is tijdverloop een relatief begrip.) Maar toch, het werd de hoogste tijd dus dat hij een bank en een stoel had om op te kunnen zitten.

Buurvrouw Glory Grant kon het niet langer aanzien dat Peters huis volledig kaal was en organiseerde een feestje waarbij iedereen een ding meenam dat hij of zij kon missen. Nu weet je waarom er een grote houten indiaan in het huis van Parker stond. En wie die verschrikkelijke vis aan de muur heeft gehangen.

ASM-163-07
Illustratie: Ross Andru, inkter: Mike Esposito. Script: Len Wein.

Doordat alle meubels bij elkaar geraapt zijn, maakt Peters appartement de indruk van een studentenflat. Die indruk klopt natuurlijk, want jarenlang was Peter student aan de universiteit terwijl hij parttime fotograaf was bij the Bugle en fulltime superheld.

Herkenbare leegte
In een vrijwel leeg huis wonen is overigens zo gek nog niet. Toen ik in Amerika woonde, had ik een klein appartement aan University Avenue in Berkeley. Behalve een bed, een tafel en een stoel in de keuken, had ik ook geen meubels. Er was wel een kast in de muur; twee kartonnen dozen naast het bed dienden als een nachtkastje en een boekenkast. Zo’n fijn appartement was het trouwens niet: in het huurcontract stond expliciet vermeld dat je geen huisdieren mocht nemen. Helaas vielen de vele kakkerlakken die in het pand woonden kennelijk buiten het contract. Gif strooien bood telkens maar een tijdelijke oplossing, want na een paar weken waren de nare beestjes gewoon weer terug.

Ik hoop dat Peter Parker wat dat betreft meer geluk had op 410 Chelsea Street. Hier voor de volledigheid nog een overzichtspagina van Peters optrekje:

chelsea street meer

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Een gesprek met Oom Ben

Er was een tijd waarin Spider-Man-verhalen dubbel en dwars de moeite van het lezen waard waren. Dat tijdperk eindigde zo’n beetje nadat schrijver J. Michael Straczynski ermee ophield en Brand New Day aanbrak. Daarna zaten er soms nog wel heel genietbare verhalen tussen, maar zo goed als de reeks comics van Straczynski en John Romita Jr. is het niet meer geworden.

Een zo’n juweeltje is het verhaal ‘Happy Birthday’ dat in Amazing Spider-Man 498 t/m 500 (2003) is gepubliceerd. In dit verhaal zien we niet alleen op originele wijze enkele interessante momenten uit Spider-Mans carrière, ook krijgt Peter de kans om nog één keer met zijn Oom Ben te praten.

ASM_498-heroes_web

Hierin krijgen Peter Parker, The Fantastic Four, Thor, Iron Man en Cyclops te maken met een invasie van the Mindless Ones. Deze zijn in onze dimensie geraakt en dreigen de hele stad te vernietigen. Mr. Fantastic bedenkt een wapen waarmee hij ze denkt terug te sturen naar waar de Mindless Ones vandaan komen, maar het blijkt een val te zijn: door het wapen te activeren komt Dormammu weer tot leven die de aarde wil vernietigen. Doctor Strange komt net te laat aan om de helden te waarschuwen en gaat de strijd aan met zijn aartsvijand Dormammu. Spidey bemoeit zich ermee, want hij wil de Doctor niet alleen laten vechten tegen de machtige Dormammu, maar door de acties van het Webhoofd komen Strange en Spidey buiten onze dimensie terecht. Sterker nog: ze bevinden zich in the void: de dimensie voor het ontstaan van alles, voor tijd en ruimte. Ja, ja, het klinkt allemaal ver van je bed, maar blijf nog even lezen, true believer.

The Thing en Spidey aan het vechten met de Silent Ones.
The Thing en Spidey aan het vechten met de Silent Ones.

Dr. Strange is dankzij zijn magie in staat Spidey en hemzelf naar onze aarde terug te transporteren, maar daar bevinden ze zich buiten de tijd. Ze zien een potentiële toekomst waarbij Dormammu en zijn Mindless Ones alles vernietigd hebben en de superhelden dood zijn. Maar omdat ze buiten de tijd bestaan, flitsen ze soms terug naar het heden waaruit ze zijn vertrokken. Dit betekent dat Spidey zich zowel in de toekomst als het verleden bevindt, en als Spidey van het pad afdwaalt, bevindt onze held zich op verschillende momenten in zijn carrière. Hij bevindt zich zowel in de toekomst op het moment waarop zijn oudere ik aan zijn einde zal komen en in het verleden, in het het moment waarop de radioactieve spin de jonge Peter Parker zal bijten en hem zijn spinnenkrachten zal geven. Durft Spider-Man in te grijpen en te voorkomen dat de spin hem zijn krachten geeft, zodat Parker een normaal leven kan leiden? Het zou de jonge Peter veel leed in de toekomst besparen. Door zijn acties als Spider-Man kwamen immers Gwen en haar vader George om het leven. Ook verloor Peter zijn geliefde Oom Ben door zijn eigen stommiteit. Niet gebeten worden door de spin zou kunnen betekenen dat ze allemaal nog leven. Maar ja, dat betekent ook dat al die mensen die Spider-Man zou redden, niet gered zullen worden. Wat weegt zwaarder?

Dr. Strange roept Spidey op om zijn stem naar de toekomst te volgen en terug te keren naar het moment voordat Reed Richards zijn wapen gebruikt en alles naar de verdommenis helpt, zodat hij Reed kan tegenhouden. Straczynski laat Peter een reis maken door de tijd, en dat betekent dat hij bepaalde momenten uit zijn verleden nog eens moet doormaken. Hij bekijkt deze niet van een afstand, maar maakt deze dus mee alsof ze nu gebeuren.

Zo zien we zijn eerste gevecht met the Sandman uit Amazing Spider-Man #4, zijn eerste ontmoeting met the Vulture, the Lizard en Electro. Het gevecht tussen de Hulk en Spidey in de grot uit Amazing Spider-Man #14. En zo gaat het nog even door. Spidey vecht zich als het ware door het verleden naar zijn toekomst, en hoewel hij doodmoe is van al het geweld, zet hij door. Als het hem echter weer niet lukt om Gwen Stacy te redden, wil hij het opgeven.

Dan spreekt Doctor Strange onze held vermandend in astrale vorm toe:

ASM_500_strange_web

Het Webhoofd besluit door te zetten en in een prachtige spread van John Romita Jr. zien we hoe hij al zijn vijanden nog eens confronteert (klik vooral op het plaatje voor de grotere versie):

asm_500_johnromitajr

Uiteindelijk is Peter weer terug op het moment dat hij het samen met Thing opneemt tegen de invasie van Mindless Ones, vlak voordat Richards zijn machine gaat gebruiken. Uiteraard lukt het Peter om Reed Richards ervan te overtuigen zijn machine niet te gebruiken en hoewel zijn tijdreisverhaal ongeloofwaardig klinkt, geloven de andere helden het Webhoofd op zijn woord. Als dankzij ingrijpen van de helden en Dr. Strange de wereld gered is, geeft Strange Peter een magisch cadeautje: het is immers Parkers verjaardag. Later die avond op het dak maakt hij dit cadeautje open: het geeft hem op magische wijze de kans om 5 minuten door te brengen op de manier waarop Peter wenst. En dan verschijnt oom Ben op het dak. Wat volgt is deze prachtige en ontroerende scène die ik je niet wil onthouden:

ASM_500_ben1_web ASM_500_ben2_web ASM_500_ben3_web

Ik geef toe dat ik bij dit soort momenten ook een traantje wegpink. Dit prachtige verhaal, waarin sciencefiction elementen moeiteloos worden gecombineerd met een emotionele dimensie, staat in schril contrast met de verschrikkelijke manier waarop het huidige creatieve team Spider-Mans vijftigste verjaardag ‘vierde’ in Amazing Spider-Man #700.

Straczynski en JRJR (wiens tekeningen geïnkt werden door Sr!) gaven de Spideyfans en Peter Parker met Amazing Spider-Man #500 het perfecte cadeautje: op een interessante manier wordt er teruggeblikt op zijn leven. Uiteraard komen in het leven van Spider-Man vooral de moeilijke momenten aan bod, want op dat soort momenten laat een held zien wat hij waard is. Tegelijkertijd verstrekt het Peter in zijn overtuiging Spider-Man te blijven en te beseffen waarvoor hij het allemaal doet. En als dank voor al zijn moeite krijgt hij de kans om nog een keer met zijn geliefde oom Ben te spreken. Wie zou dat niet willen? Nog een keer een goed gesprek voeren met een overleden naaste?

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Todd McFarlanes Spider-Man

Een van de tekenaars bij Marvel die altijd veel indruk op me heeft gemaakt is Todd McFarlane. Toen hij Amazing Spider-Man begon te tekenen bij nummer 298 (1988), leek het alsof hij uit het niets kwam, maar dat kwam vooral omdat ik de strips van The Incredible Hulk die hij daarvoor getekend had, nog niet kende.

webslingerend_mcfarlane
ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane

McFarlanes benadering van Spider-Man was radicaal anders dan de tekenaars die hem voorgingen. De meeste van hen streven namelijk een zekere vorm van realiteit na, terwijl Todd gaat voor comic book expressionisme. Zijn stijl kent veel overdrijving en heeft soms karikaturistische trekjes. Spider-Man zag er daarvoor nog nooit zo spinachtig uit. En als McFarlane hem tekende schoot hij meters webdraden af. Vanuit een esthetisch oogpunt interessant, maar in de praktijk niet heel erg praktisch aangezien Parker nogal eens klaagt hoe duur het is om zijn webvloeistof te maken.

McFarlane zegt in een interview het volgende over zijn unieke benadering:

‘I felt we were now in the 1990s and it was time to update some of the characters that had originally been envisioned in the sixties or seventies. I looked at John Romita’s Spider-Man as a young fledging artist looks at Norman Rockwell. You can try to knock off Norman Rockwell, but you can’t win that fight. The best you can hope for is that people will compare you favourably with Rockwell. As much as I admired Romita, I didn’t want to be compared to him. A lot of artists tried to follow Romita when they did Spider-Man and they put a heavy emphasis on the word ‘man’. I decided to be different and focus on the word ‘Spider’. When Peter Parker put on his costume, I cheated on the anatomy and I cheated on the dynamics. I made the costume a little blacker and put a lot more webs on it, I drew the eyes a lot bigger. I wanted him to really look like a spider. On top of that, I also took Peter Parker and Mary Jane out of their 1968 wardrobes and into the kind of clothes people were actually wearing in the 1990s. It seemed more dramatic than it actually was, probably because up to that point everybody was loyal to the Romita look. No one was pushing the character forward because they were afraid of messing with an icon.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.

ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane
ASM #303. Illustratie: Todd McFarlane

Een kwestie van speculeren

Spidey in een smoking. ASM #322.
Spidey in een smoking. ASM #322.

Het is interessant om McFarlane te horen vertellen over zijn tekenstijl, waarmee hij zichzelf mooi in de kaart speelde. McFarlanes Spidey was bijna meteen een fanfavoriet, waardoor hij een paar jaar na Amazing gedaan te hebben getekend (en geïnkt!) zijn eigen serie kreeg waarvoor hij ook zelf de verhalen mocht schrijven. Spider-Man #1 (1990) verkocht een gigantisch grote hoeveelheid, namelijk een kleine 3 miljoen exemplaren! Dat kwam niet alleen omdat iedereen zo dol was op McFarlane: beginjaren negentig had je de investeringsbubbel in comics. Verzamelaars lieten zich helemaal gek maken door het idee dat je veel geld kon verdienen met strips te sparen. (Iets waarvan Catawiki de kopers laatst ook van probeerde te overtuigen.) Uitgevers speelden hierop in door nieuwe series te beginnen zodat de speculanten nummers 1 konden kopen, ze brachten comics met speciale covers uit, verkochten strips in plastic zakjes… Het kon niet op. Verzamelaars kochten vaak meerdere exemplaren van dezelfde comic: eentje om te lezen en eentje om onaangeroerd te bewaren in de hoop deze later voor veel geld van de hand te kunnen doen. De verkoop steeg als in het begin als een tierelier om daarna als een kaartenhuis weer in elkaar te vallen. Want, ja, je kunt tegenwoordig 1 miljoen dollar krijgen voor een Action Comics #1 uit 1938 als deze in zeer goede staat verkeert, omdat die heel zeldzaam is. Probeer nu maar eens geld te verdienen aan jouw exemplaar van McFarlane’s Spider-Man #1 terwijl er nog 2.999.999 andere exemplaren in omloop zijn.

Dieptewerking
Maar ik dwaal af. McFarlane had een duidelijke reden om de dingen op zijn manier op papier te zetten. Neem bijvoorbeeld zijn manier van Spidey’s webdraden tekenen:

‘All I did was change the design of the webbing so that it was thicker and had more mass. I wanted to be able to wrap it around Spider-Man and create a foreground, a middle ground and a background. In comics, you’re dealing with a two-dimensional art form, and one of the things that John Romita taught me was that you create the illusion of depth by establishing as many different planes as you can. I’d put Spider-Man’s arm in front of his face to create depth, and then add another layer of depth by drawing the webbing in front of that. The traditional way of doing the webbing was drawing straight lines with these ‘X’s on it. The problem with that method was you couldn’t shoot the webbing out towards the reader because the ‘X’s just became bigger. All credibility went away. I changed the style of the webbing so that it worked when it was being shot directly into the reader’s face.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.

Wat Todd dus vooral probeerde te bewerkstellingen was dieptewerking in zijn tekeningen. En zijn methode werkt heel goed. Veel beter dan een 3D brilletje zou doen. Bekijk bijvoorbeeld de compositie van onderstaande plaatje maar eens goed. McFarlane maakt hier heel goed gebruik van dieptewerking en de standaard leesrichting om het verhaal te vertellen. Daarbij is aan het hoofd van the Tinkerer goed te zien dat Todd een voorkeur heeft voor expressionistische koppen.

ASM #310. Na jaren loopt Spidey the Tinkerer tegen het lijf.
ASM #310. Na jaren loopt Spidey the Tinkerer tegen het lijf.

McFarlanes stijl zal niet ieders smaak zijn, maar een ding is zeker: het was een compleet nieuwe manier om Spider-Man en zijn wereld te tekenen. Een stijl die veel navolging kreeg overigens. De stijl van Erik Larsen die Amazing Spider-Man van McFarlane overnam, is duidelijk schatplichtig aan die van McFarlane. Ook nam Larsen McFarlanes opvallende pagina-indeling over. Oudgediende Sal Buscema, op dat moment de tekenaar van Spectaculair Spider-Man, begon het Webhoofd in vergelijkbare poses als McFarlane te tekenen. Ook nam Buscema diens kostuumaanpassingen over en de meterslange webdraden.

Todd, die later met de strip Spawn goed geld zou verdienen, is ook belangrijk in het web van Spider-Man vanwege een andere creatie van zijn hand, namelijk: Venom. Maar daarover een andere keer meer.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Zonnende buurmeisjes

Net als de vorige aflevering van Spidey’s web blijven we nog even in zomerse sferen.

Deze grappige tekening is gemaakt door John Romita Sr. en stond in the Amazing Spider-Man annual #21 (1987). Precies, het nummer waarin Peter Parker en Mary Jane Watson met elkaar trouwen. Maar over dat huwelijk hebben we het een andere keer.

romita_spidey_mj

Gelukkig is deze illustratie niet kenmerkend voor het huwelijk dat Peter en Mary Jane hadden. Mocht jouw relatie er wel op lijken, dan heb ik medelijden met je.

Maar goed, over naar de orde van de dag. Deze post heet zonnende buurmeisjes, dus laten we het daar eens over hebben.

Lazen we de vorige keer over hoe Peters zonaanbidding verkeerd afliep, in de tijd dat Peter in het appartement aan 410 Chelsea Street woonde, heeft hij wel vaker last gehad van dit fenomeen, ware het niet dat dit vooral belichaamd werd door zijn drie buurmeisjes Randi, Candi en Bambi. Deze aantrekkelijke dames bruinden hun slanke lichamen graag op het dak van het pand. Een probleem voor Spider-Man, want die kwam zijn huis graag via het dakraam binnen. Dus wat te doen als de dames weer eens liggen te bakken terwijl Spidey naar binnen wil? Schrijver Tom DeFalco bedacht een aardige oplossing:

ASM-271-zonnebaden1

Toch waren Candi, Bambi en Randi volgens mij geen verkeerde buren om te hebben. Ze zijn in ieder geval een stuk vrolijker en leuker dan Peters hospita Mrs. Muggins. Meteen op de volgende bladzijde maakt DeFalco het contrast tussen hen duidelijk:

ASM-271-zonnebaden2

Je gaat je na deze scène toch afvragen Mrs. Muggins en J. Jonah Jameson geen familie van elkaar zijn.

Saillant detail: aan de indeling van de tweede pagina kun je goed zien dat Ron Frenz bij dit verhaal nog vasthoudt aan de stijl van Steve Ditko, met veel vertikale kaders op één pagina.

Amazing Spider-Man #271 (1985).Tekst: Tom DeFalco. Tekeningen: Ron Frenz. Inkt: Joe Rubinstein.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Een aangebrand webhoofd

Als ik uit mijn raam kijk zie ik de groene zone van het Westerpark vol liggen met meisjes in bikini en bezwete mannen in ontbloot bovenlijf. Een zomerse aflevering van Spidey’s web lijkt me daarom wel op zijn plaats.

Iedereen kent het Vrijheidsbeeld in New York wel, maar niet iedereen zal weten dat het een van Spidey’s favoriete plekken is om na te denken. Ook is het de plek waar hij en the Human Torch vaak afspreken.

Dat zien we niet veel: Peter Parker op het strand.
Dat zien we niet veel: Peter Parker op het strand.

WSM-028-parker-sunburnedIn Web of Spider-Man #28 (1987) blijkt dat Peter de neiging heeft om zijn kleding wel eens achter te laten in het bovenste gedeelte van de Toorts en als hij deze op een avond komt ophalen, wordt deze net weggevoerd door een helikopter. Een slechte zaak: want behalve zijn kleding en identiteitsbewijs had Peter dit keer ook een kapotte webschieter achtergelaten. Een beetje slimme snuiter legt het verband tussen Parker en Spider-Man. De Toorts wordt verscheept naar Pasadena in Californië om te schitteren in een parade. Dus reist Peter daar naartoe om er een fotoreportage voor The Daily Bugle over te maken en meteen zijn kleding op te halen. Californië is natuurlijk de staat vol filmsterren en lange stranden langs de oceaan. Omdat hij toch nog niet bij de Toorts terecht kan, bezoekt Peter het strand en al zonnend valt hij in diepe slaap. Als hij vijf uur later wakker gemaakt wordt, is hij heel naar verbrand.

Zo rood als een kreeft en vol met lichamelijk ongemak trekt hij zijn Spidey-pak aan en gaat naar de Toorts. Iedere beweging die hij maakt doet zeer. Je begrijpt dat Peters humeur er niet beter op wordt als blijkt dat een verveeld rijkeluigroepje de Toorts probeert te stelen om aandacht te vragen voor de slechte bestaansomstandigheden van de avocadokwekers. Iedere beweging doet hem pijn en dat beïnvloedt zijn behendigheid aanzienlijk.

WSM-028-spidey-in-action

De snoodaards zien kans de Toorts op een truck te laden en weg te rijden. Spidey volgt hen op het dak van een van hun auto’s. Hershel, de leider van het stelletje ongeregeld, veroorzaakt een verkeersongeluk waardoor de Toorts losraakt, gelanceerd wordt en op de auto terechtkomt waarop Spidey zit – die het zware geval maar net kan ontwijken.

Als Spidey de Toorts inspecteert, komt de auto, die niet op de handrem is gezet, plotseling in beweging. Door het gewicht van de Toorts rijdt deze met volle vaart recht op een stadsbus af.

WSM-028-spidey-in-action2

Met veel pijn en moeite weet Spidey een webnet te spannen over de straat waardoor de auto langzaam maar zeker snelheid verliest en een botsing voorkomen kan worden.

Uiteindelijk blijkt alle moeite voor niets te zijn: als Spidey zijn kleding uit de Toorts wil halen, blijkt dat dit niet de echte is. Zijn kleding zit er dus ook niet bij, want die zitten in de Toorts die gewoon voor restauratie zit te wachten in een loods in New York.

Natuurlijk is dit verhaal van Bob Layton vooral geschreven om de lachspieren te stimuleren. Het uitschakelen van de derderangs schurken zou normaliter geen probleem voor Spider-Man zijn. Ook hun motivatie om de toorts te stelen lijkt uit de lucht geplukt en dat is het ook: Hershel, de leider wil de toorts voor 7 miljoen aan een zakenman verkopen. Helemaal logisch is Laytons verhaal niet, want het is een raar idee dat Peter zijn burgerkleding in de Toorts zou achterlaten. Aangezien het Vrijheidsbeeld op Liberty Island staat en hij eerst de veerboot moet nemen om er te komen, is het helemaal niet logisch om zich daar om te kleden en zijn kleren achter te laten. Layton had daar iets beter over na kunnen denken. Het is overigens zijn tweede Spider-Man-verhaal waarin de mogelijke ontdekking van het Webhoofds geheime identiteit een rol speelt. (Zie: Het ware gezicht van Peter Parker?)

Wat kunnen we nu van dit Spider-Man avontuur leren? Altijd zonnebrand gebruiken als je in de zon gaat liggen, want doordat je het weet moet je met je verbande lijf een stelletje randdebielen tegenhouden die een monument willen stelen. En misschien kun je als spinnetje beter helemaal niet op het strand komen.

Web of Spider-Man #28 (1987)
Tekst: Bob Layton. Tekeningen: Steve Geiger. Inkt: Vince Colletta.