Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De wake

Dood gaan we allemaal. Zoveel is zeker. Ik kijk niet bepaald uit naar het moment dat ik het leven achter me laat om het in te ruilen voor het grote niets. Begrafenissen zijn ook niet aan mij besteed. Gelukkig hoef je bij die van jezelf niet aanwezig te zijn. Geestelijk niet in ieder geval.

dewakeDaar dacht schrijver Ronald Giphart wellicht anders over. Hij schreef een kort verhaal genaamd De wake, waarin Siem, een hoogleraar, met zijn vrouw Margot een bergwandeling in Zweden maakt. Siem valt van de berg en sterft. De vriendenclub van de hoogleraar besluit zich aan een oude belofte te houden en houdt een wake.

Wat ik heel sterk aan dit verhaal vind is dat we vanaf het moment dat Siem valt, alles wat er met zijn lichaam gebeurt stap voor stap kunnen volgen, omdat de hoofdpersoon alles kan volgen. Het verhaal is vanuit zijn perspectief verteld. Hierdoor geeft Giphart een aardige indruk van wat ons te wachten staat als we eenmaal overleden zijn. Je gaat bij het lezen toch even fantaseren over hoe je eigen begrafenis eruit zou kunnen zien. Het verhaal mag op sommige punten wat sentimenteel zijn, alleen het uitgangspunt al maakt dat de vertelling niet in je koude kleren gaat zitten.

De wake, een kort verhaal dat oorspronkelijk als kerstgeschenk van de Vrije Universiteit Amsterdam is geschreven, werd in een bundel van drie verhalen uitgegeven.

Nanne Meulendijks maakte een beeldromanversie van De wake. Zij blijft in de verbeelding dicht bij het perspectief dat Giphart heeft gekozen: veel illustraties zijn vanuit het perspectief van Siem getekend. Dat levert soms koude rillingen op: wanneer de lijkzak waarin Siem ligt, wordt open geritst bijvoorbeeld en zijn twee zoons en vrouw ‘ons’ aan staren.

"Dag Siem"
“Dag Siem”

Gelukkig is Meulendijks geen slaaf van de tekst en voegt ze haar eigen interpretatie aan het geheel toe. Ze zit dus niet vast aan het perspectief van Siem en wisselt tussen zijn blik en die van de alwetende verteller. Ondanks het feit dat de tekst van Giphart integraal in het boekwerk is opgenomen, voegen de illustraties dus een extra laag toe. Dat is bij sommige verstrippingen waarin de brontekst geheel is overgenomen wel eens anders.

Het boek opent en eindigt met een extreme close-up van Siems gezicht. Bij de opening heeft Siem de schrik op zijn gezicht staan omdat hij naar beneden stort, bij het slotbeeld een soortgelijke uitdrukking omdat hij in de crematieoven ligt en zijn lijf in rook opgaat. Dat impliceert volgens mij dat de hele vertelling ook een fantasie kan zijn geweest die door Siems hoofd flitste terwijl hij zijn laatste adem uitblies. Maar dat is voor interpretatie vatbaar. En dat maakt het boek ook zo goed vind ik, dat Meulendijks in haar visualisering genoeg ruimte laat voor eigen invulling.

Kortom: De wake van Meulendijks & Giphart is een intrigerende vertelling geworden.

Wel erg jammer is dat het boek na een keer lezen uit elkaar viel: kennelijk niet goed geplakt bij de drukker, want het omslag liet de rest van het boek al vallen voordat Siem de oven in ging. De fysieke vorm van het boek gaf als het ware de geest voordat de vertelling voorbij was. Van een boek dat € 22,50 kost mag je toch een betere productie verwachten. En dit verhaal verdient sowieso beter.

Ronald Giphart & Nanne Meulendijks. De wake
Uitgeverij Podium, € 22,50
ISBN 9789057595950

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: The Property

After the death of her son, Regina Segal takes her granddaughter Mica to Warshaw. They hope to reclaim a family property lost during World War II when her family had to flee the country. Soon Mica begins to wonder if the reasons for their trip might have nothing to do with the lost property per sé, but everything to do with what happened with her grandmother in the past.

She gets help from Tomasz, a Polish comic book artist/tour guide, to get acquainted with Warshaw. He also helps her get rid of a bothersome friend of the family, who Mica and her grandmother happen to bump into on the plane and now follows Mica around town.

PROPERTY_modan

Rutu Modan is an Israeli illustrator and comic book artist whose first graphic novel Exit Wounds (2007) received much critical acclaim and won the 2008 Eisner Award for Best New Graphic Novel. With The Property she made an elegant and intriguing little story. Her characterisations lean toward archetypes but Modan has a knack for natural-sounding dialogue so she is able to make her characters seem real and act natural.

I liked the character of Regina, who seems to be a typical, stubborn grandmother who has a natural dislike for bureaucratic behaviour. This is demonstrated in the first scene in which a customs officer tells her she can’t bring her bottle of water with her on the plane because of security guidelines. She refuses to throw away a new bottle of perfectly good water, so when she doesn’t succeed in persuading the young man to let her have her water, she ostentatiously gulps down the contents of the whole bottle, making all the other passengers wait. Regina is the kind of woman that can be a pain in the ass sometimes, but who’s heart is in the right place.

property_customs

Intriguing detail: the credits list contains a list of actors. It seems Modan uses actors or models to base her characters on. Another detail I found interesting and a bit disappointing is the following: Modan drew her graphic novel in the clear-line style pioneered by Hergè, but the sketches in Tomasz’s sketchbook have a more natural look to them. These sketches appear to be drawn by Asaf Hanuka. I actually prefer the style of these sketches to the clear-line style Modan uses to visualise her graphic novel because the sketches seem livelier and more realistic while the clear-line drawing style is more academic. The sketches seem to draw you into the story world, while the clear-line style keeps a distance between the reader and the comic.

Because Modan collaborates with models and other artists she almost seems to operate like a film director when it comes to constructing a comic book. Speaking of film: I wouldn’t be surprised if this well-paced story will be made into a motion picture someday.

This review was published on the blog of the American Book Center.

Categorieën
Striprecensie Strips

Deze comics moet je lezen

Iedere maand komen er tientallen comics uit op de Amerikaanse markt. Maar welke zijn nu echt de moeite van het lezen waard, op papier of gedownload op tablet? De beste series op een rij.

batman court of owlsBatman (DC Comics)
In 2011 besloot uitgeverij DC Comics alle lopende series stop te zetten om met 52 nieuwe reeksen bij nummer 1 te beginnen. Helden als Superman, Wonder Woman en Green Arrow werden gemoderniseerd, evenals hun origin story. Handig, want zo kre-gen lezers een nieuwe kans om kennis te maken met de striphelden zonder dat ze jarenlange geschiedenis in hun achterhoofd moesten houden. Sommige personages zijn namelijk allang bejaard: Batman wordt volgend jaar 75. Zijn maandelijkse avonturen in de comicserie Batman, geschreven door Scott Snyder en sfeervol getekend door Greg Capullo, steken met kop en schouders boven de rest uit. In de eerste verhalen neemt Bats het op tegen the Court of Owls: een geheim genootschap dat al eeuwen de touwtjes in handen heeft in Gotham. Snyder biedt nieuwe inzichten in de psyche van Batman en diens familiegeschiedenis. Een hele prestatie.

Beginnen bij Batman: Court of Owls.

Fables (Vertigo/DC Comics)
Fables_coverLeefden ze nog lang en gelukkig? De succesvolle en met prijzen overladen reeks Fables van Bill Willingham en diverse tekenaars, vertelt wat er na het einde van het sprookje gebeurde. Overbekende sprookjesfiguren zijn uit hun rijk gesodemieterd door The Adversary en wonen tegenwoordig in ballingschap in onze wereld en proberen voor normale mensen door te gaan. Sneeuwwitje, inmiddels gescheiden van haar prins omdat hij vreemdging, is de baas, de grote boze wolf is de sheriff van Fabletown, etc. De figuren die zich geen menselijk uiterlijk kunnen aanmeten wonen in een sprookjesdorp buiten New York. Sinds 2002 schrijft Willingham deze inventieve interpretatie van bekende folkloristische en sprookjesfiguren. Willingham, een uitgesproken conservatief, schroomt niet om hedendaagse thema’s als abortus aan te snijden en een pro-Israël standpunt in zijn werk door te laten schemeren.

Beginnen bij Fables vol 1: Living in exile.

Hawkeye (Marvel Comics)
Marvel Comics kon na de grote herstart bij DC Comics niet achterblijven en startte vorig en dit jaar allemaal nieuwe series onder de vlag Marvel Now!. Superhelden-teams werden door elkaar gehusseld en creatieve teams wisselden van serie. Hawkeye, de soloserie over de boogschutter van The Avengers, is in de rivier van papier die maandelijks uitkomt een fijne verrassing. Schrijver Matt Fraction focust in de verhalen op wat de superheld in zijn vrije tijd doet. Dan pakt hij bijvoorbeeld op ludieke wijze de louche huisbaas aan die zijn buren afzet door de huur drievoudig te verhogen. Hawkeye is fris, gevat en grafisch oogstrelend.

Beginnen bij Hawkeye, Vol. 1: My Life as a Weapon.

Pagina uit Hawkeye #2.
Pagina uit Hawkeye #2.

Locke & Key (IDW Publishing)
Al jaren een regelrechte page-turner. Na de gruwelijke moord van hun vader, verhui-zen de drie Locke-kinderen en hun moeder naar het huis van hun voorouders, ge-naamd Keyhouse. Deuren in dit bijzondere huis zijn poorten naar andere werelden en een aantal magische sleutels in het huis geven de dragers bijzondere gaven. De demon Dodge wil deze sleutels in zijn bezit krijgen om zo zijn vriendjes uit de hel op onze wereld los te laten. Ondanks de vele magische elementen in deze griezelstrip, weet schrijver Joe Hill (Stephen King Jr.) deze te aarden door goed uitgedachte personages te schrijven in een allesbehalve kinderlijk verhaal. De levendige tekenstijl van Gabriel Rodriguez is net cartoony genoeg om de horror te verlichten.

Beginnen bij Locke & Key: Welcome to Lovecraft.

locke&Key

Saga (Image Comics)
Geheel terecht kreeg Saga dit jaar Eisner Awards (de Amerikaanse strip-Oscars) voor beste nieuwe en beste lopende serie en beste auteur, plus een Hugo Award voor beste beeldverhaal. Scribent Brian K. Vaughn was al eerder verantwoordelijk voor intelli-gente series als Y: The Last Man en Ex Machina, waarin een ex-superheld burgemeester van New York wordt. Saga draait om de verboden romance tussen een man en vrouw van twee verschillende soorten die in oorlog met elkaar verkeren. Als deze intergalactische Romeo en Juliet een kind krijgen, is het gezin op de vlucht voor auto-riteiten van beide zijden. Vaughn omschrijft zijn strip als ‘Star Wars for perverts’ en noemt dat ruimte-epos als een de inspiratiebronnen voor deze inventieve strip waarin humor, science fiction en menselijkheid samenkomen. Tekenaar Fiona Staples laat de personages overtuigend acteren en vindt een mooie balans tussen grootschalige sf-actie en momenten van emotie.

Beginnen bij Saga, Vol. 1.

saga03

The Wake (Vertigo)
The-Wake-Scott-Snyder-issueScott Snyders tiendelige serie The Wake is al net zo goed als zijn Batman-verhalen. The Wake is een spannende horrorthriller die doet denken aan films als The Abyss en The Thing. Walvisdeskundige Dr. Lee Archer en een team van uiteenlopende experts staan oog in oog met een zeemonster dat de evolutie van de mens in een ander dag-licht stelt. Snyder verweeft drie tijdsperioden met elkaar: het heden, het verre verle-den en gebeurtenissen die over 200 jaar zullen plaatsvinden in een postapocalyptische toekomst. Tekenaar Sean Murphy, die ook de reeks American Vampire van Snyder visualiseerde, zet het spektakel met een energieke doch trefzekere toets op papier. Er zijn inmiddels vier delen uit.

Beginnen bij The Wake, issue 1.

The Walking Dead (Image Comics)
WalkingDead_Vol1Wie de succesvolle televisieserie niet gezien heeft, denkt wellicht dat de term ‘The Walking Dead’ slaat op het groepje ronddolende hersendoden waaruit Rutte II bestaat, maar ingewijden weten dat hiermee de overlevenden van de zombie-apoclaypse worden bedoeld die zich staande proberen te houden in een wereld bevolkt door levende doden. De televisieserie is gebaseerd op de gelijknamige en succesvolle comicreeks die al tien jaar loopt en geschreven wordt door Robert Kirkland. Kirkland weet menselijk drama en horroractie goed te combineren in deze zombiesoap die begint als politieagent Rick Grimes ontwaakt uit een coma en op zoek gaat naar zijn gezin. De visueel sterke zwart-wit strip is volgens de schrijver geen horrorverhaal, maar een studie naar hoe mensen zich gedragen in extreme situaties en hoe ze daardoor veran-deren. Inmiddels zijn er 115 deeltjes verschenen die ook in Nederlandse bundels worden uitgegeven, door uitgeverij Silvester.

Beginnen bij Volume 1: Days Gone Bye.

Dit artikel is gepubliceerd in Nieuwe Revu #45 (2013)

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Hand-drying in America

Because of its size, Ben Katchor’s Hand-Drying in America: And Other Stories is hard to overlook when walking by the bookcase. But what got me to pick it up, is Katchor’s eye-catching scratched-drawing style: his comics look like he sketches them directly on paper with a pen, without making a set-up in pencil first.

However, Katchor brilliantly uses this seemingly spontaneous way of drawing to make well-thought-out drawings rich with detail. For me, this symbolises the core of his work, which is Katchor’s penchant for small but quirky details of modern-day urban life.
handdrying_katchorKatchor’s stories in Hand-Drying… tend to favour topics related to architecture and urban design and the way people respond to them, which they often do in an atypical fashion. Most of the time his observations are very funny and dry. The story ‘Open House Season’ for instance, opens with the statement that our knowledge of the domestic interiors of a city is limited to the homes of a small circle of friends, acquaintances and relations. Few of us have the opportunity of a gasman or exterminator who visit a lot of houses. However, Open House Aficionados have a solution to that problem: they use the real estate section of the newspaper to pick out houses to visit. Not to buy, but to get a feel of the apartment and later discuss it with fellow Open House Aficionados.

The story from which the book takes its title deals with the adventurous undertakings of a businessman who wants to dry his hands after a visit to the toilet in a restaurant. He can choose between paper towels or an electric hand dryer, but of course the dispenser is empty and the dryer is out of order. We’ve al been there, yet still Katchor is able to give this tale an uneasy ending: the businessman has to shake hands with a foreign student even after all his efforts he still hasn’t been able to dry them properly. Urban life can be uneasy at times and pretty absurd, and that’s what Katchor deals with in one-page stories. They often ridicule the trappings of urban life so we can have a good laugh about it.

handdrying_memorial-225The material in Hand-Drying in America was originally serialized in Metropolis magazine between 1998 and 2012, a magazine that covers architecture and urban design, which explains why this collection of comics deals with design or urban issues. Then again, Katchor always had a knack for tackling urban themes in his comics and especially with using big cities as the setting for modern-day dystopia.

Ben Katchor (1951, New York) debuted in Raw Magazine. The comic character Julius Knipl, Real Estate Photographer, which he created for the Jewish socialist magazine, is probably his best-known work. The often moody and surrealist stories in this strip paint a picture of historical New York City.

Please take the time to check out Katchor’s presentation at Ted Talks (see below), for not only do you get a nice impression of his comic book artwork and stories, there’s nothing like hearing him reading his own work in his very distinctive way of speaking.

Ben Katchor will be at the Crossing Border Festival in The Hague on Saturday, November 16th, and in Antwerp on Sunday, November 17th. And he will be guest on VPRO’s Boeken on Sunday, Ned 1, 11:20-12:00. 

This review was published on the ABC Blog.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De slappe lach met Hara Kiwi #9

Hara Kiwi #9 van Lectrr (Steven Degryse) kwam recent uit bij Strip2000 en dat is goed nieuws, want vrijwel iedere cartoon in deze bundel is een schot in de roos.

Cartoonist en stand-upcomedian Lectrr tapt voor zijn grappen uit een flink vaatje absurditeit. Hij maakt droge woordgrappen, slimme filmverwijzingen, interessante grafische punchlines en soms komt hij met lekker ouderwetse, seksistische gekheid. Allemaal goed om bij deze recensent de lachspieren een flinke workout te geven. Ik vermoed dat Lectrr er zelfs in slaagt om aan een zure Gereformeerde een glimlach te ontrekken.

Over cartoons moet je niet te veel praten, vind ik, daarom hier drie van mijn favoriete prenten uit de bundel. Als je er daar niet om kunt lachen, zou ik Hara Kiwi #9 laten liggen, maar mocht je net als ik in de slappe lach geraken, dan is het een leuk cadeau voor jezelf of voor een ander met Sinterklaas of kerst.

lecttr_starwars
Het mooie aan deze cartoon vind ik dat hij op verschillende niveaus werkt. Niet alleen gebruikt Lectrr de iconografie waarmee we Disney en Star Wars associëren op een slimme manier. Ook lijkt hij door drie keer the Death Star af te beelden commentaar te leveren op Disney’s aankoop van de Star Wars-franchise: de films die komen gaan zullen vooral meer van hetzelfde zijn.

lecttr_hulk lecttr_lactose

Tot voorkort kwamen Lectrrs boeken uit bij Silvester, maar nu zit hij dus in het fonds van Strip2000, de uitgeverij van Peter van der Heijden die inmiddels een aardige collectie humorstrips op de Nederlandse markt brengt.

Een bezwaar heb ik wel bij deze bundel: na 78 pagina’s heb ik nog steeds trek naar meer Lectrr-grappen. De bundels mogen dus wel wat dikker zijn, wat mij betreft.

Signeersessie in Amsterdam
Wie Lectrr in het echt wil ontmoeten, en dat weekend toevallig niet in Breda vertoeft voor de stripbeurs, kan zaterdag 26 oktober bij stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam terecht. Vanaf 15 uur signeert de sympathieke Belg daar zijn nieuwste Hara Kiwi en de bijbehorende scheurkalender voor het komende jaar.

Lectrr. Hara Kiwi #9.
Uitgeverij Strip2000. € 8,95.
isbn: 9789070060596

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Munch

Soms lees je een strip die een paar dagen lang in je hoofd blijft gonzen. Munch van Steffen Kverneland, over de beroemde Noorse schilder, is zo’n strip.

munch-coverHoewel, strip? Nou ja, graphic novel moet ik het boek eigenlijk noemen volgens de marketingmensen. En dat is prima, want een grafisch overdonderend boek is het zeker. Kverneland hanteert namelijk uiteenlopende stijlen om het verhaal van Edvard Munch vertellen en varieert van cartooneske karikaturen naar rake realistische portretten. Tussendoor mengt hij nog wat fotostripstroken. Dat laatste heeft een functie als Kverneland de twee locaties wil laten zien die Munch in zijn meesterwerk De Schreeuw heeft gebruikt. Wanneer Munch zelf spreekt, tekent Kverneland hem als oude man in een realistische stijl. Maar los van deze voorbeelden is mij eerlijk gezegd de logica achter het gebruik van de verschillende stijlen, ontgaan. Dat neemt niet weg dat Munch op visueel vlak een lust is voor het oog. Misschien is dat reden genoeg.

Het boek is sowieso een zeer gelaagde vertelling: de stripmaker legde zich de regel op dat alle tekst afkomstig moest zijn uit authentieke citaten van mensen die Munch gekend hebben. Hij mocht niets in deze teksten veranderen. Schilder Munch wordt getoond door de ogen van zijn tijdgenoten en middels zijn eigen aantekeningen tot leven gebracht door de stripmaker. Een gelaagd subjectief portret van ruim 270 pagina’s is het resultaat.

Munch omringt door zijn werk.
Munch omringt door zijn werk.

Metavertelling
Kverneland en zijn collega Lars Fiske spelen allebei ook een rol in de roman. Ze bespreken geregeld de vorderingen van Kverneland bij het maken van de strip. Heel meta allemaal.

De Noorse schilder Edvard Munch (1863-1944) is wereldberoemd door zijn schilderij De schreeuw, maar heeft nog veel meer intrigerend werk op zijn naam staan. Samen met andere revolutionaire kunstenaars schudde hij de ingeslapen, burgerlijke kunstwereld wakker op het hoogtepunt van de belle époque. Munch schilderde vooral vanuit eigen herinnering en gebruikte modellen uit zijn naaste omgeving. Vaak schilderde hij ’s nachts als hij laat was thuisgekomen om een bepaalde indruk vast te houden. Bijna alles wat hij maakte is op een bepaalde manier autobiografisch.

Stripmaker
Saillant detail: Al heel vroeg in zijn carrière werkte Munch aan een plan om beeld en tekst te integreren. Hij maakte rond 1880 een soort van autobiografische strip. Zo leer je nog eens wat. (Voor wie het na wil lezen, zie blz. 94 van Munch en Edvard Munch: Het levensfries van schilderij tot grafiek van Arne Eggum.)

Munch werkt aan 'De schreeuw'.
Munch werkt aan ‘De schreeuw’.

Munch is een fascinerend kunstwerk geworden, al valt er hier en daar dus wel wat op aan te merken. Behalve het eerder genoemde mixen van de verschillende tekenstijlen, voert Kverneland in het begin zo veel personages op, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Daarnaast komt hij meermalen terug op Munchs levensfries, maar legt hij pas later in het boek uit wat daarmee wordt bedoeld. Gek, want van ieder personage wordt middels een voetnoot meteen verteld wie het is. In de tweede helft van verhaal focust de stripmaker zich meer op Munch zelf zonder telkens citaten van anderen erbij te betrekken of te veel over anderen uit te weiden. Dat gedeelte is daarom een stuk overzichtelijker en leesbaarder. Dankzij Kvernelands boek heb ik erg veel zin gekregen om het werk van Munch nader te aanschouwen en me in de schilder te verdiepen.

Steffen Kverneland. Munch.
Oog & Blik/ De Bezige Bij, €34,90
ISBN: 978 90 549 2384 8

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Mao’s mussen

Dirk-Jan Hoek is grafisch ontwerper, redacteur bij de Speld en stripmaker. Ook is hij vogelliefhebber, daarom maakte hij Mao’s mussen.

maos-mussenAls de Chinese dictator Mao het bevel geeft alle mussen uit te roeien omdat ze de oogst zouden opeten, wil leraar Dong Tjong daar niets van weten. Hij is namelijk een groot vogelliefhebber en besluit zoveel mogelijk mussen te redden. Zijn leerlingen laat hij dan ook geen katapulten maken om de vogels te doden en dat valt de partij natuurlijk op. Dong brengt hiermee zichzelf en zijn vrouw in groot gevaar. Dong wordt dan ook gevangen genomen voor zijn ongehoorzaamheid. Uiteindelijk bleek het plan van Mao nogal dom te zijn: door de mussen nagenoeg uit te roeien waren de sprinkhanen hun natuurlijke vijand kwijt en hadden vrij spel. Dit leidde tot hongersnood in China. Mao was dus duidelijk blij met een dooie mus.

Tijdens een fietsvakantie kwam Hoek op het idee voor zijn strip, zo vertelt hij aan The Post Online:

Mijn vriendin en ik waren op reis door China en mijn vriendin die ook van vogels houdt zocht op internet naar het antwoord op de vraag waarom er zo weinig vogels in China zijn. Ze vond een artikel in The Economist waarin een Chinees vertelt hoe zijn buurt vier dagen lang de mussen moest opjagen tot ze dood neervielen. Dit plan keerde zich tegen de Chinezen: het resulteerde in een sprinkhanenplaag waardoor er pas echt veel graan verloren ging. Ik vond het wel een mooie, zij het trieste fabel en het leek me heel geschikt om iets mee te doen.’

In een schetsachtige stijl die verder niet bijzonder opmerkelijk is, vertelt Hoek op adequate wijze zijn verhaal. Persoonlijk vond ik de vignetten op de hoofdstukpagina’s mooier getekend dan de rest van de strip. Al is een hoofdstukindeling bij een dergelijk dun boekje eigenlijk overbodig.

Hoek heeft de neiging om voice-overs te laten zeggen wat je eigenlijk ook al in de plaatjes kunt zien. Als in de introductiescène Dong diep gebogen in zijn vogelencyclopedie zit gebogen horen we zijn vrouw Choyu zeggen: ‘Maar eigenlijk was mijn man getrouwd met de vogelenencyclopedie.’ Mocht het al niet duidelijk zijn in wat voor boek Dong zit te lezen, dan wordt dat heel duidelijk gezegd in de dialoog die volgt. Hetzelfde gaat op voor de scène waarin als Choyu zonder veel moeite de mussen op zolder vangt omdat deze te zwak zijn. Ook daarin spreken de beelden voor zich en is de voice-over overbodig. Tegenover deze scenes staan de momenten waarin Hoek met leuke visuele vondsten komt, bijvoorbeeld als Choyu de zak met mussen van de brug in het water wil gooien en deze zak metaforisch verandert in haar man:

maos-mussen-pagina

Als ze de mussen doodt, doodt ze hetgeen waar hij het meeste van houdt. Door de mussen te redden houdt ze de hoop levend haar man ooit nog terug te zien. (Er wordt waarschijnlijk niet mee bedoeld dat ze haar man een zak vindt, ook al heeft Dong meer oog voor de vogeltjes in de bomen dan voor het vogeltje waar hij mee getrouwd is.)

Mao’s mussen is een aardig tussendoortje.

Dirk-Jan Hoek. Mao’s mussen
Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN 978 905492 4081 € 17,90. (ebook= €12,99)

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De Chninkel

Op de planeet Daar wordt al eeuwig oorlog gevoerd tussen drie onsterfelijke rassen. Het dwergenvolkje de Chninkels leven als slaven en fungeren als kanonnenvlees tijdens de vele veldslagen tussen de drie onsterfelijken. J’on de Chninkel weet zo’n veldslag wonderwel te overleven. Tot hem verschijnt de Schepper der Werelden en geeft hem de opdracht mee om vrede te brengen over Daar. Hij moet binnen vijf zonnekruisingen zijn taak volbrengen, anders vernietigt de Schepper de boel. J’on gaat tegen wil en dank op pad, bijgestaan door de aapachtige Bom-Bom en G’Wel, een blonde, sexy Chninkel, met wie onze held natuurlijk veel liever de koffer in duikt dan dat hij zijn zware taak uitvoert.

chninkel_coverAldus in het kort de premisse van de striproman De Chninkel, geschreven door Jean van Hamme en getekend door Grzegorz Rosinski, waarvan zojuist een jubileumeditie is verschenen bij Casterman. Het is dit jaar namelijk een kwart eeuw geleden dat De Chninkel voor het eerst uitkwam en het album wordt door velen als echte stripklassieker beschouwd. Het album heeft in ieder geval altijd goed verkocht. Ik had het verhaal nog niet gelezen, maar was er nieuwsgierig naar geworden door de goede en uitgebreide special die erover in Brabant Strip Magazine stond. (Ga dat interessante striptijdschrift lezen, mensen!) De special bevat interviews met de makers en is ook in het mooi uitgegeven album opgenomen, evenals wat schetsen en voorstudies van Rosinski.

Gekleurd
Van Hamme en Rosinski kenden elkaar al van de stripreeks Thorgal toen ze aan De Chninkel begonnen. Rosinski gaf aan dat hij graag eens een strip in zwart-wit wilde maken. Er valt een hoop te genieten aan De Chninkel: het tekenwerk van Rosinski is prachtig en het album is sfeervol ingekleurd door Graza. Oorspronkelijk verscheen de strip dus in zwart-wit, waarbij Rosinski zwaar gebruikmaakte van diverse rasters om zijn tekeningen van grijstinten te voorzien. De inkleuring is echter goed gelukt en voegt echt iets toe aan de vertelling, al waren de zwart-wit platen overigens ook oogstrelend. Wat mij verder aan het verhaal aansprak is de groei die J’on doormaakt. Ziet hij zichzelf in het begin nog als nietsbetekenend mannetje, zonder zelfvertrouwen en zonder geloof dat hij zijn taak goed zal kunnen volbrengen, langzaamaan zien we zijn zelfvertrouwen toenemen.

Onlogisch

G'wel, J'ons vriendinnetje. Er zit ook wat erotiek in de Chninkel.
G’wel, J’ons vriendinnetje. Er zit ook wat erotiek in de Chninkel.

Tot zover het goede nieuws. Een paar strips daargelaten, ben ik over het algemeen niet zo’n fan van het fantasy-genre. Bij films als Bored of the Rings haal ik graag mijn slaaptekort even in, en de verbeeldingen van elfjes en dwergjes in strips zijn vaak zo verschrikkelijk clichématig dat je je soms afvraagt waarom het fantasy heet als de makers zelf geen fantasie hebben om met iets nieuws te komen. Ook bevatten die zelfverzonnen mythologieën dikwijls onlogische elementen die vragen oproepen. In De Chninkel is bijvoorbeeld sprake van drie onsterfelijke rassen, waarvan een Zembria de cyclopen wordt genoemd. Dit zijn halfnaakte amazones die hun linkeroog hebben dichtgenaaid. Een van de bestaande Amazonemythen vertelt dat deze krijgers hun rechterborst verwijderden om beter te kunnen boogschieten. Van Hamme dacht daar een leuke variatie op te maken door zijn amazones dus met één oog te laten vechten. Een gek idee, want wie maar door een oog kan kijken, kijkt zonder diepte. Dat lijkt me lastig zwaardvechten op je paard als je geen diepte kunt zien. Een erg onlogische keuze van de auteur dus.

Bijbels
Daarbij leunt Van Hamme naar mijn smaak te veel op de Bijbel als template, waardoor de parallellen tussen De Chninkel en de Heilige Schrift, die we anno 2013 toch wel mogen beschouwen als het oudste fantasyboek ter wereld, snel gaan vervelen. Het is overduidelijk dat J’on als een soort Messias door het leven gaat. Vooral omdat er al in zoveel heldenverhalen met verwijzingen uit de Bijbel wordt gespeeld en me elke superheld een verwijzing naar de Messias meent te zien, is deze aanpak enigszins als sleets te duiden.

De Schepper der Werelden wordt verbeeld als een zwarte monoliet en die lijkt zo nagetekend uit 2001: A Space Odyssee. Deze God is net zo onverdraagzaam, rancuneus en kleinzielig als de schepper uit het Oude Testament. Zelfs als onze kleine Chninkel zijn taak op tijd volbrengt, doodt De Schepper der Werelden wraakzuchtig de levende wezens op de planeet Daar. Eigenlijk zijn die Goden maar enorme zeikerds.

De Messias uithangen is niet zonder risico's. Je weet altijd waar je baantje eindigt.
De Messias uithangen is niet zonder risico’s. Je weet altijd waar je baantje eindigt.

Natuurlijk zijn die parallellen bewust zo geschreven door Van Hamme. Tegen interviewers Tom Vermeeren en Gert Bussens zei hij hier het volgende over:

‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door mythologie en andere sterke verhalen. En de Bijbel is nu eenmaal een boek waarin veel boeiende verhalen te lezen zijn. Ik ben niet gelovig maar toch hebben die godsdienstige verhalen me altijd gefascineerd. Mijn idee was om een mix te maken van thema’s uit het Oude en het Nieuwe Testament. Uit het Oude Testament waren me vooral de bloederige massamoorden bijgebleven en uit het Nieuwe Testament de figuur van Jezus als Messias, als de Verlosser die het ene mirakel na het andere doet en de mensen met verstomming slaat. Ik wilde een verhaal vertellen met als vertrekpunt de “marketingstrategie van een god”, ik noem het meestal “theologische marketing”. Dat is een term die ik zelf heb bedacht. In heel veel primitieve beschavingen is het toch zo dat de goden eerst fouten uitlokken bij de aardse stervelingen, om vervolgens boos te kunnen worden. En tenslotte sturen ze allerlei straffen op hen af om te tonen wie er echt de baas is. Daaruit ontstaat de angst en de vrees van de gelovigen die hun hele leven keihard hun best doen om in de gratie van die goden te blijven en zo verdere straffen in de toekomst te vermijden. Tegelijk bewonderd en gevreesd worden is toch dé ultieme sleutel van elke dictatuur. Zo verzon ik de wereld Daar waarin een opperwezen dat zich manifesteert als een grote monoliet het slavenvolkje van de kleine Chninkels uitkiest als uitverkoren volk om de wereld te redden.’

In het antwoord van Van Hamme lees ik een duidelijke kritiek op de Bijbel en het godsbeeld dat in de Heilige Boeken wordt geschetst en in dat uitgangspunt kan ik mij als atheïst goed vinden. Die kritiek is ook wel in de strip terug te vinden bijvoorbeeld in de wijze mannetjes die denken te weten wat hun god denkt, zitten er zoals altijd naast en heulen onder een hoedje met de machthebbers. Toch: hoewel naar mijn smaak de parallellen tussen Jezus en J’on weer te duiden worden gelegd, is naar mijn gevoel de godskritiek weer iets te subtiel, die had wat meer uitgesproken mogen zijn. Vooral door Van Hammes suggestie in de epiloog dat Daar eigenlijk onze aarde is, zwakt zijn in het interview gemaakte punt wat af.

Maar daar kunnen de lezers van De Chninkel onderling uren over discussiëren, wat al aangeeft dat het een interessant en gelaagd verhaal is. Dat verklaart wellicht  waarom de strip al jaren als klassieker wordt gezien.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Kick-Ass 1, Hitgirl, and Kick-Ass 2

Dave Lizewski is just another ordinary American Teenager: he likes girls (but can’t get a date) and he loves videogames and comic books. One day he has an epiphany. ‘Why hasn’t anyone tried to be a superhero in real life?’ he asks himself, and decides to become one. Dressed up in a green bodysuit and a ski mask and armed with just a pair of batons he calls himself Kick-Ass. After walking around in his suit for weeks without doing anything really, his first act as a superhero is an attempt to stop three loitering hoodlums painting graffiti. They beat Dave into a pulp and stab him. When Dave stumbles into the street, he gets hit by a car. This experience answers his question: nobody dresses up as a superhero in real life because when they do, they get their ass kicked.

kickass1

In the hospital it takes numerous operations – they fit three metal plates inside his head – and after weeks of recovery and physical therapy Dave is well again. Before we know it, he’s back hitting the streets. After one of his fights ends up on YouTube, Kick-Ass is an overnight success, and more people start to dress up as superheroes. Like the mysterious Red Mist, who seems to steal the spotlight from Kick-Ass, and Dave doesn’t like that one bit. Soon he’ll learn there’s more to Red Mist than he suspects. Of all the hero-wannabees Hit-Girl and her partner in crime Big Daddy seem to be the genuine article. Although Hit-Girl is only ten, she’s a lethal weapon all by herself and soon things get very, very violent when they take on the mafia.

Original ideas
Kick-Ass
is the brainchild of comic book writer Mark Millar and artist legend John Romita Jr. Millar is known for ultraviolent comic books that deal with marvel1985coverinteresting concepts. In Marvel 1985, a limited series Millar wrote a couple of years ago, the baddies from the Marvel Universe all of a sudden show up in the real world and make havoc. Young Toby Goodman has to travel to the fictional world of Marvel to get help. In Superman: Red Son Millar explores the notion what would have happened if Superman’s rocket landed in Russia instead of Kansas, making him a communist hero. Millar also wrote hits like Wanted, which was turned into a film starring Angelina Jolie, and worked with John Romita Jr. on Wolverine: Enemy of the State.

Romita Jr. is one of the best artists working in the comic book industry today. For the past thirty plus years he’s drawn every major Marvel Comics character including Iron Man, Spider-Man and currently Captain America. Romita is a brilliant visual storyteller: he always puts ‘the camera’ in the right spot and makes sure he presents the story in a clear, exciting way. One can read his comics just by looking at the drawings.

The first Kick-Ass comics inspired a film by the same name by director Matthew Vaughn, but this was not just a carbon copy adaptation. The comic book series had only just begun when the film was being written and shot, so the screen story deviates a bit from the comic book. Which is a good thing, because that way both stories are worth looking into. This summer the sequel Kick-Ass 2 is coming out, and that flick is based on the comics part two and part three in the series, respectively titled Hit-Girl and Kick-Ass 2.

Kick-Ass-hit-girl-schopt-ko

Hit-Girl is a great follow up to the original Kick-Ass comic and deals with the daily adventures of the title character. Although Mindy McCready as Hit-Girl could slice a mafia hoodlum in half with her sword without breaking a sweat, she has a hard time leading a normal life and blending in with her high school classmates. How can she outsmart Debbie Forman, smart-mouthed queen bee of the seventh-graders, if she doesn’t even know what Justin Bieber’s latest album is called and what the hell The Hunger Games are? This is where Dave Lizewski comes in. While Hit-Girl teaches him a thing or two about crime fighting, she learns from Dave what TV series are hip and what songs to put on her iPod.

When Red Mist and the Genovese gangster family try to get revenge on Hit-Girl and Kick-Ass for what they did to the Family in the first comic series, it’s just a matter of time before Mindy and Dave have to suit up once more.

Real-life superheroes
In the third story, Kick-Ass 2, Millar and Romita take the concept of real life superheroes up to a new level when Kick-Ass joins a superhero team. Besides chasing criminals, they also consider more mundane actions such as distribute blankets to the homeless and volunteer at a local hospice. (Stuff we never see DC Comics’s Justice League do.) This shows that Millar is really into tabs on the real-life superhero thing, which is a phenomenon that exists for real in the United States: people dress up as superheroes not so much to fight criminals but to help homeless people or volunteer to help other people in need.

Since Kick-Ass 2 is a comic book, soon things get really ugly and violent when Red Mist, now calling himself The Motherfucker, wants to be the biggest supervillain known to men. He and his group of hired thugs start a violent rampage targeting Kick-Ass’s family and friends and they leave a nasty, bloody trail of victims.

kick-ass-hit girl

The Kick-Ass stories are a wonderful, satirical take on the superhero genre, with a lot of humorous nods and winks at the comic book scene and contemporary popular culture. The humour makes the ultraviolent action sequences digestible for most readers. However, I had the feeling that in Kick-Ass 2 the creators went a bit overboard when for no particular reason the Motherfucker shoots a bunch of kids and adults in a quiet street in the suburbs. Although the depiction of violence has always been a big part of the story in the series – for example: when the mafia in the first series interrogates Dave they torture him and electrocute his scrotum – in Kick-Ass 2 the violence seems even harsher, even more in your face than before and this time it’s presented with little humour to lighten things up. I would say this kind of satire is probably not for the faint of heart.

Still, the artwork looks great, and on the whole, the Kick-Ass series is definitely worth reading for anyone who loves superheroes or likes to take a piss at dressed-up comic book characters. Needless to say: I am looking forward to the third series and the upcoming movie.

This review is published on the ABC blog.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Superman Action Comics vol. 1

Since Man of Steel by film director Zack Snyder is showing in theatres, it’s a good time to pick up some Superman comics. So why not read the first collection of Action Comics, in which a new and fresh take on Superman is presented? Written by comic book author Grant Morrison and illustrated by Rags Morales and Andy Kubert, Superman Action Comics volume 1: Superman and the Men of Steel collects the first eight issues plus back stories and also contains an insightful making-of these comics.

action_comics_1_coverIn 2011 publisher DC Comics, home of heroes such as Batman, the Flash, Green Lantern, Wonder Woman and Superman, revamped and relaunched its entire line of comic books, starting 52 new series with number one. A fresh start for DC’s stall of heroes, giving them updated origins and a modern makeover. And at the same time giving new readers a fresh starting point to get acquainted with heroes that have been around for ages. Superman for instance, as you probably know, has been around since 1938. This creation of Jerry Siegel and Joe Shuster was the first superhero known to men and started it all. You can imagine that having to keep in mind seventy-plus years of history can be quite a burden for writers and readers alike. So it was about time Suup got a fresh start.

Just like Snyder’s flick, writer Grant Morrison’s take on Clark Kent and his alter ego is a re-interpretation of Superman. But while Snyder opted for a dark brooding version of Superman, not unlike Christopher Nolan’s Batman-movies (Nolan was co-author of the film’s story), Morrison presents us with a more optimistic version of Superman’s world. Thank god, I’d like to think, because dark and brooding might suit The Dark Knight, but it’s not really a comfortable fit for everyone’s favourite alien boy scout who flies around in primary colours and grew up on a farm in Kansas.

Morrison’s tale starts at the beginning of Superman’s career: Clark Kent has just moved to the big city Metropolis and is still exploring his incredible powers. Mind you, this Superman is not the all-powerful dude that was before: although he has super strength, can run like the devil and shoots laser-beams from his eyes, he can also get hurt and, when he’s beat up, his face gets bruised. In the beginning, he can’t fly either, but leaps tall buildings in a single bound, just like Jerry Siegel and Joe Shuster envisioned him back in the late 1930’s. Although within a couple of issues he does fly and, judging by the Superman of five years from now that Morrison presents in issue 7 and 8 (Grant likes to play with timelines in his stories), Superman could soon be like his old omnipotent and boring self again. At least, that’s one of my fears.

actiocomics_grantmorrison

But for now, the new Clark Kent is in his early twenties, renting a small room from a nosey landlady, working for a small-time newspaper in the city and uncovering all kinds of nastiness and corruption. With a youthful arrogance Superman goes head-to-head against a corrupt businessman who uses illegal cheap labour and breaks all kinds of laws. This is The People’s Superman. There is no Lois & Clark, yet, although Kent is friends with Jimmy Olsen, the photographer of the Daily Planet, who works closely with Miss Lane. What I really like about this incarnation is the fact that Clark’s features look significantly different from Superman’s, so maybe the wearing-glasses-as-disguise-joke finally works when he does get up close and personal with Lois Lane.

When Clark is saving lives as Superman he’s dressed in a T-shirt and jeans, looking more like a construction worker with a cape than a Superhero. Besides, he’s not considered to be a hero by the American Government anyway: this is America post 9/11, so Superman is treated as an alien and therefore considered a possible threat to national security. Brilliant but shady Lex Luthor advises the army on how to bring Superman down. It’s not until Earth is truly threatened by an alien life form that the American Government figures it might not be a bad thing to have a Superman on their side.

action-comics1_clark

Grant Morrison is known for having an original mind, writing comics that deal with complex concepts, blurring the boundaries between realism and fantasy. He often mixes autobiographical elements with heroic adventures. His series The Invisibles (published in the 90s) is one of the most complex and interesting stories ever published in the comic book industry. Although I like his fresh take on Clark and Superman, and Superman and the Men of Steel is an enjoyable read, it doesn’t reach the heights of his other work. Maybe writing a high-profile character like Superman comes with many constraints: one can make him wear jeans and tone down his powers, but in the end one can’t stray too far from the conceptual boundaries that make up Superman.

I am afraid it’s only a matter of time before even this version of the Man of Steel grows stale. But that doesn’t mean that in the meantime, the ride provided by Grant Morrison, Rags Morales and Andy Kubert isn’t enjoyable.

This review is published on the blog of the American Book Center.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Striprecensie: The Incal

The Incal, written by Alexandro Jodorowsky and drawn by legendary comic book artist Moebius, is considered a classic science fiction comic which inspired a lot of comic book artists and filmmakers.

incal-moebiusJodorowsky and Moebius present us with a complex universe and narrative that isn’t easily explained in a couple of sentences. On the surface The Incal is a sci-fi adventure in which low class private detective John Difool is the main character. When a great darkness threatens the existence of the galaxy, Difool races through the cosmos with his sidekick Deepo, a concrete bird, and a band of characters such as the great warrior Metabaron, on a quest to face the ultimate evil. The Incal guides and protects them. It is described as pure consciousness, a direct emanation of the divine will.

Moebius is the pseudonym of French comic book artist Jean Giraud (1938 –2012). Giraud is best known for the western-series Blueberry, which he created with writer Jean-Michel Charlier. Drawn in a very naturalistic style, the cowboy Blueberry is known as one of the first anti-heroes of western comics. As Moebius, Giraud made unconventional and surrealist science fiction comics, such as Arzach and The Incal which feature a limitless inventiveness, bright colours and a great sense of humour and sense of perspective.

Klik op plaatje voor grotere versie.
Klik op plaatje voor grotere versie.

At the end of the seventies Jodorowski and Moebius worked on a film adaptation of Frank Herbert’s Dune. When the project got cancelled, they put all their ideas in a new comic-serial that became The Incal. The Chilean Jodorowski chose detective John Difool as the main character. Difool is very much an anti-hero: not the brightest of the bunch, certainly not the bravest. Most of the time he’s the one trying to avoid adventure instead of jumping in headfirst. Interestingly, every major character in The Incal is based upon Tarot cards. Obviously Difool is based on ‘the fool’, his name being a nice pun pointing out his origin.

The fast-paced storyline takes Difool from one great mission to the next and is sometimes hard to follow during the first read. The writer and artist treat us to new surprises and inventions on almost every page and present the complex story-world, filled with extraordinary concepts and creatures, in a self-evident manner. Sometimes The Incal leans towards science fiction satire, for instance when our heroes have to infiltrate ‘The War Star’, a massive military complex in which their enemies hide out, an obvious nod to the Death Star in Star Wars.

However esoteric and unparalleled the narrative might be, Moebius’s beautiful artwork is always a pleasure to look at and works as a guide through this fast and complex story-world. Basically The Incal isn’t simply a comic book, as a reading experience it’s best qualified as a psychedelic roller coaster ride.

incal

This beautiful edition from Self Made Hero collects six volumes and stays faithful to the colouring used in the original publication of the series. It includes the extra story ‘In the heart of the impregnable Metabunker’. Comic book writer Brian Michael Bendis provides the foreword.

Deze recensie is gepubliceerd op het blog van The American Book Center. The Incal is ook in het Nederlands gepubliceerd door Oog & Blik.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Helden van de Tour

Wanneer ik mensen boven de vijfenveertig ontmoet, word me nog wel eens gevraagd of ik familie van wielrenner Gaby Minneboo ben. Volgens mij is hij een neef van mijn opa, maar zeker weten doe ik het niet, is dan meestal mijn antwoord. In wielrennen ben ik nooit geïnteresseerd geweest en de Tour de France zie ik toch vooral als een opeenhoping van dopingschandalen. Die wedstrijd draait in mijn ogen meer om grote financiële belangen en niet om sportiviteit. Daarom sloeg ik dan ook aarzelend Jan Cleijnes Helden van de Tour open.

Met de striproman Helden van de Tour brengt Jan Cleijne ter gelegenheid van de honderdste Tour de France, die dit jaar gereden wordt, een eerbetoon aan de helden en gevallen helden uit de wielergeschiedenis. Zoals, Lucien Buysse, Fausto Coppi, Jacques Anquetil, Eddy Merckx en natuurlijk Joop Zoetemelk. Cleijne gaat daarbij niet de zwarte bladzijden uit de weg. Er is ook een hoofdstuk gewijd aan dopingschandalen zoals rond Lance Armstrong.

En het begon allemaal zo romantisch in 1903, toen Herni Desgrange een wielerwedstrijd bedacht. Desgrange was de hoofdredacteur van het tijdschrift L’Auto en hoopte met de Tour de France de verkoop ervan op te krikken. Op 1 juli dat jaar werd de allereerste etappe van de allereerste Tour de France gereden, een rit van Parijs naar Lyon, maar liefst 467 kilometer lang. Cleijne brengt die eerste dagen van de Tour prachtig in beeld, als waren zijn stripplaatjes stills uit een oude film. Eigenlijk is het hele boek prachtig getekend en bovenal: meeslepend. Omdat ik niet weet wie welke tour heeft gewonnen, zijn de verbeeldde strijdtaferelen tussen de favoriete rijders uit de verschillende tijdperken extra spannend om te lezen. En Cleijne bedient zich geregeld van aantrekkelijke visuele metaforen om zijn verhaal te vertellen:

heldenvandetour

Overigens ziet Cleijne de toekomst van de Tour positief in en eindigt met een hoofdstuk waarin hij hoopt dat de Tour in de toekomst niet meer zal draaien om wie de technisch beste fiets kan te betalen of wie de beste doping gebruikt, maar om een eerlijke strijd tussen sporters.

Jan Cleijne (1977) is striptekenaar, illustrator en amateur wielrenner. Zijn passie voor de sport mag dus voor zichzelf spreken. Gelukkig heeft hij dankzij zijn vakmanschap die passie weten te gieten in een onderhoudende striproman.
Kortom, een Tour-liefhebber ben ik nog steeds niet, maar ik heb me goed vermaakt met Helden van de Tour. Ik raad iedere wielerliefhebber dit boek dan ook aan.

De boekpresentatie vindt vrijdag 31 mei plaats in Lambiek te Amsterdam om 16.30 uur. Zaterdag 15 juni signeert Cleijne het boek in De Bijenkorf Amsterdam vanaf 16 uur.

Jan Cleijne. Helden van de Tour
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 19,90.
ISBN 978 90 5492380 0