Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Amoras

Er was een hoop promotioneel gedoe rondom Amoras, een spin-off van de langlopende reeks Suske en Wiske waarin een frisse blik op het bekende stripduo wordt geworpen. Een nieuwe aanpak gericht op de young adult-lezers.

amoras1Een actieve campagne, bestaande uit onder andere posters waarop Wiske als vermist wordt opgegeven tot een grote perspresentatie in Antwerpen. Zelf vond ik de rouwkaart van Wiske die de uitgeverij mij toestuurde wat te ver gaan. Toen ik de rouwenvelop tussen de post zag zitten, dacht ik namelijk eerst dat er iemand van de publiciteitsafdeling van Standaard Uitgeverij was overleden. Bezorgd maakte ik de envelop open om te kunnen constateren dat het hier om ‘het overlijden’ van Wiske ging, wat tevens de aankondiging van bovengenoemde perspresentatie was. Kies of niet, de nieuwsgierigheid voor Amoras was gewekt.

Amoras is geschreven door Marc Legendre, bekend van o.a. Biebel, Sam en diverse graphic novels. Charel Chambré (van o.a. Jump) zette het op papier. Het is een nieuwe benadering van de Suske en Wiske-reeks waar wijlen Willy Vandersteen in 1945 mee begon onder de titel De avonturen van Rikki en Wiske. Rikki werd echter al snel afgeserveerd om plaats te maken voor Suske die Wiske op het eiland Amoras tegenkomt. Aan het einde van Het eiland Amoras (1947) besluit Suske met Wiske mee te gaan naar Vlaanderen. De rest is stripgeschiedenis.

Die Hard
wiske_vermistGezien de locatie van hun eerste ontmoeting is het zeer toepasselijk dat de nieuwe spin-off speelt op het eiland Amoras, maar dan wel in het jaar 2047. Suske en Wiske geraken daar per ongeluk door de teletijdmachine van Professor Barabas, maar doordat Lambik weer eens onhandig doet ontploft niet alleen de machine, maar komen Suske en Wiske ook op verschillende plekken op het eiland terecht. Terwijl Wiske door Krimson gevangen wordt gehouden, ontmoet Suske een jonge strijdlustige dame genaamd Jérusalem. Strijdlust is op Amoras broodnodig want Krimson zwaait daar de scepter. Hij stuurt de voltallige bevolking de mijnen in om deze te ontginnen. Wie niet wil, wordt vermoord. Door de ontginning van de mijnen komt er veel energie vrij die zeebevingen en scheuren in de bodem veroorzaakt. Kortom: Amoras lijkt de setting van een post-Apocalyptisch verhaal.

Fuck!
Wat is er allemaal zo nieuw en fris aan Amoras? Allereerst de tekenstijl van Chambré die duidelijk anders is dan hoe de reguliere reeks wordt getekend. De personages hebben een meer volwassen uiterlijk gekregen. Suske en Wiske zijn echte tieners. Ook kleine Wiskes worden groot en krijgen borsten, zullen we maar zeggen. Legendre zoekt de volwassenheid van het stripduo echter vooral in hun woordkeus: Suske en Wiske zijn grofgebekter dan we van ze gewend zijn. ‘Fuck!’ blijkt Suskes favoriete woord te zijn. Ook Wiskes ‘Godverdegodverdomme!’ zal niet alle ouders gezellig in de oren klinken. Aan het begin van het verhaal heeft Wiske Schanulleke nog steeds bij zich, dat zegt genoeg lijkt me.

amoras_scene

Het geweldsniveau is hoger: Jérusalem gooit een mes door het hoofd van een van Krimsons handlangers om Suskes leven te redden. Hoewel Sus met een uzi rondloopt, is het vooral zijn nieuwe vriendinnetje die heel ‘Die Hard’ te keer gaat. Ook is er iets meer seks in de strip, al blijft het allemaal heel braaf. Wanneer Jérusalem bij hun eerste ontmoeting en een maaltijd best met hem naar bed wil, duwt Suske haar weg alsof ze iets verschrikkelijks voorstelt.

De reeks zal voorlopig uit zes albums bestaan. En er zullen twee afleveringen per jaar van uitkomen. Ik ben positief over deze nieuwe invalshoek. Het is een slimme poging van Standaard om een iets ouder publiek aan te spreken in tijden dat de reeks nog steeds goed loopt, maar minder verkoopt dan voorheen. En daarbij is het gewoon leuk dat er iets nieuws geprobeerd wordt met deze stripiconen.

English
Waar ik wel mijn vraagtekens bij heb: waarom moet de tekst op de cover in het Engels geschreven zijn? Ook in het verhaal zijn bepaalde geschreven teksten Engelstalig. Wiske wordt niet vermist volgens de krant, maar is ‘missing’. Het is niet nodig om Engels door het Nederlands te mixen: de opzet van Amoras is van zichzelf al spannend genoeg. Ik ben benieuwd naar het volgende deel dat ergens dit najaar uit zal komen.

Marc Legendre & Charel Cambré. Amoras: Deel 1 – Wiske
Standaard Uitgeverij, € 6,95

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Ardalén

Ardalén van de Spaanse stripauteur Miguelanxo Prado is een poëtische striproman die je eigenlijk heel langzaam moet lezen. De prachtige illustraties van Prado, die architectuur studeerde, romans schreef en schilderde voordat hij aan strips begon, zijn een lust voor het oog en alleen daarom al de aanschaf waard.

Ardalén gaat over Sabela Rego Llamas die op zoek is naar informatie over haar grootvader. Dit zwarte schaap van de familie verliet in de jaren vijftig Spanje om zijn geluk te beproeven in Cuba. Sabela reist af naar zijn geboortedorp in de hoop sporen van hem terug te vinden. Daar ontmoet ze Fidel die zegt nog met haar grootvader gevaren te hebben. Maar Fidels geheugen is slecht en zeer onbetrouwbaar. Bovendien ziet hij ze af en toe letterlijk vliegen: walvissen die boven het bos uitvliegen. Dat niet alleen: Fidel wordt ook geregeld bezocht door spoken uit het verleden. Wat gedurende de interviews die Sabela met hem voert een steeds belangrijker vraag wordt: wiens verleden herinnert Fidel zich eigenlijk?

Ardalén draait om enkele interessante thema’s, zoals hoe belangrijk onze afkomst is, maar bovenal: in hoeverre bepalen onze herinneringen wie we zijn? Het geheugen is geen objectief en onveranderlijk register. Hoeveel waarheid vinden we daarin terug, vooral als de geest waar het geheugen in huist troebel is? Daarnaast is Ardalén een mooie studie van een kleine dorpsgemeenschap, waarvan de grote intrigant ook maar een eenzame ziel blijkt te zijn.

ardalen_prado

Prado vertelt zijn verhaal in een lekker traag tempo en voert tussen de hoofdstukken door fictieve documenten en semi-wetenschappelijke teksten over de werking van het geheugen en walvissen op. Op die manier biedt hij de lezer extra puzzelstukjes. Heel aardig, alleen onderbreken die pagina’s tekst wel de flow van het verhaal. Wellicht was het voor de leesbaarheid beter geweest als die teksten achter in het boek hadden gestaan.

De vertelling komt voort uit een reeks oceaanschilderijen die Prado aan het begin van de eenentwintigste eeuw maakte. Het verhaal van de schilder van deze doeken verwerkte hij tot de animatie De profundis, waar hij later weer een strip van maakte. Een ander verhaal dat uit de schilderijen voortvloeide was dat van de schipbreukeling die nooit van het vasteland is afgeweest. Dat werd Ardalén.

Miguelanxo Prado. Ardalén.
Oog & Blik/De Bezige Bij. € 34,95
ISBN 978 90 5492 390 9

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Vincent van Gogh, de vroege jaren

Beroemde Nederlandse schilders waar een strip over gemaakt is, het lijkt een trend te zijn op dit moment. Vincent van Gogh en Rembrandt van Rijn zijn daarin koplopers, al zijn er ook plannen voor een strip over respectievelijk Mondriaan en Jeroen Bosch heb ik vernomen. Vorig jaar verraste Barbara Stok vriend en vijand met een prachtige psychologische roman over Van Gogh. Bijna tegelijkertijd kwam Vincent van Gogh: De vroege jaren uit van Teun Berserik.

vincentvangogh_vroegejarenDe vroege jaren behandelt de beginjaren van Van Gogh als schilder. In die tijd verbleef hij in Den Haag en kreeg hij zijn eerste schilderlessen van zijn neef Anton Mauve. Van Gogh krijgt een affaire met een van zijn modellen. Sien had al een dochtertje maar is zwanger van een tweede kind. Van Gogh neemt Sien en kinderen in huis. Ondertussen probeert hij zich met veel moeite te bekwamen in het schildersvak.

Als kunstenaar wordt Van Gogh in die tijd niet serieus genomen. Niet door Mauve, niet door diens collega’s van de Haagse school. Ook zijn familie ziet Vincents ambities als kunstenaar als de zoveelste bevlieging. Eerder was Van Gogh al kunsthandelaar, onderwijzer en hulppredikant.

Teun Berserik is schilder en illustrator en leverde mooi grafisch werk af voor Vincent van Gogh, De vroege jaren. De gedetailleerde potloodtekeningen zijn sfeervol met aquarel afgewerkt. Daarmee geeft hij een mooie impressie van hoe Den Haag anno 1881 eruitzag.

Lastig mannetje
Als hoofdfiguur is Vincent van Gogh eigenlijk niet zo aantrekkelijk. Hij blijkt een koppige vent te zijn met hoogdravende ideeën over het kunstenaarsschap die nog niet worden ondersteund door wat hij laat zien op grafisch vlak. Van Gogh weigert te luisteren naar de wijze raad van Mauve om vooral ook onderwerpen te schilderen die goed verkopen zodat hij iets met zijn kunst kan verdienen. In plaats daarvan leeft Van Gogh constant op de zak van zijn broer Theo die hem geld overmaakt om te kunnen overleven. Geld dat Van Gogh vervolgens makkelijk weer uitgeeft. Van Gogh leeft met een romantisch beeld van wat een kunstenaar moet zijn en refereert constant naar zijn helden. Met zijn zelfingenomen houding en uitgesproken mening jaagt hij al snel anderen in het harnas. Ook deze lezer had na een tijdje wel genoeg van Van Gogh als hoofdpersonage. Hij wekt weinig empathie op.

Droog
vangogh_berserikHet is vooral voor de liefhebbers van Van Gogh interessant om De vroege jaren te lezen. Berserik heeft veel aandacht voor de techniek van het schilderen. We zien hoe Vincent leert om te gaan met bepaalde materialen en hoe hij vecht met perspectief. De kunstliefhebber pikt zo nu en dan nog goede tips op over het schilderen van aquarellen bijvoorbeeld en over het er toentertijd in een de kunsthandel aan toe ging. Toch mist het verhaal een drijvende kracht. Leuk dat men gekozen heeft om de vroege periode van Van Gogh te belichten, maar het verhaal blijft erg anekdotisch en riekt mijns inziens te veel naar een droge, educatieve strip. De vertelling komt niet echt tot leven. Als de schilder in wording Den Haag heeft verlaten, heb je als lezer het gevoel het punt van het verhaal gemist te hebben. Het boek is zomaar uit zonder dat het verhaal ergens naartoe heeft gewerkt.

Teun Berserik. Vincent van Gogh: De vroege jaren.
Tekstadvies: Ger Apeldoorn.
Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij, €19,90
ISBN: 978 90 549 2370 1

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Snippers #1

snippers_cover1Je kent het wel: Je zit in de trein. Iemand heeft een vervelend herkenbare ringtone op zijn telefoon en als die afgaat zit je de rest van dag met een hit van Rick Astley in je hoofd. Of: eindelijk kom je toe aan het lezen van je gratis krantje, heeft de reiziger tegenover je deze net ingepikt. Geduldig wacht je tot hij hem uit heeft, maar dan niest hij een grote klodder snot tegen het laatste nieuws aan. Laat maar zitten dus. En: het is niet verkeerd om vanaf het moment dat je opstaat eraan te denken dat je niet moet vergeten je ov-chipkaart in te checken zolang je er maar wel aan denkt om een broek aan te trekken voordat je het huis verlaat.

Drie herkenbare forenzengrappen uit de semi-autobiografische gagstrip Snippers die sinds januari 2012 die dagelijks in gratis forensenkrant Metro zit. Stripmaker Aimée de Jongh fleurt de dag van de reiziger op met luchtige en vrolijke strookjes. De eerste reeks is nu door Strip2000 gebundeld in Het is weer zo’n dag.

snippers_deoderant

Gelukkig beperkt De Jongh zich niet tot herkenbare situaties in de trein. In wezen is Snippers een sitcom rondom de dagelijkse avonturen van Aimée en haar al even nerdy huisgenoot Stef. De avonturen lopen van je sleutels vergeten en daardoor jezelf buitensluiten, dates, het uitvallen van internet – heel belangrijk anno 2013 – en sociale omgangsnormen: hoe geef vrouwen elkaar een knuffel zonder tegen elkaars buste aan te wrijven?

Nou ja, in principe kunnen de strookjes overal over gaan. In dat opzicht heeft de stripmaker goed nagedacht over de heterogene doelgroep: de toon van de strip wordt nergens te grof en blijft overwegend luchtig. Al zag ik tot mijn genoegen er wel een anti-jezusgrap tussen zitten die me deed denken aan Aimées smallpressboekje Oh my God!, waarin ze in smakelijke cartoons het leven van sprookjesfiguur Jezus op de hak neemt.

Het merendeel van de stripjes in Snippers kan mij bekoren, al vind ik de strookjes waarin De Jongh haar fantasie de vrije loop laat wel het leukst:

snippers_schapentellen

snippers_indiana_jones

Kurt Morrisons legde de tekenaar recent enkele vragen voor. Opmerkelijk genoeg bleek daaruit dat Aimée vaak de vijf stroken in anderhalve dag bedenkt en tekent.

De deadline is in feite elke zaterdag. Dan moet ik de vijf strips inleveren voor de komende week. Soms heb ik zo’n drukke werkweek gehad, dat het halen van die deadline me heel zwaar valt. Dan begin ik pas op een vrijdag met het verzinnen en tekenen van de strips. Ik merk ook dat de grappen dan niet zo goed zijn als anders. Op andere momenten kan ik juist drie weken vooruit werken, en een kleine vakantie nemen als ik wil. Die flexibiliteit bevalt wel!

Krantenstrips
Ik vind het fijn dat er ondanks de crisis toch nog zo nu en dan ruimte is voor Nederlandse strips in de dagbladen. Recent voegde Het Parool de reeksen Doyouknowflo van Floor de Goede en Kort en triest van Jean-Marc van Tol aan haar strippagina toe. Ook met Snippers zijn we weer een goede dagelijkse krantestrip rijker. Hulde!

Wie niet iedere dag een Metro wil opsnorren kan voor dagelijkse Snippers terecht op Facebook of op de site.

Aimée de Jongh. Snippers #1: Het is weer zo’n dag
Strip2000, € 8,95
Isbn: 9789070060299

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Victor & Vishnu op safari

victor_vishnu_1april

Deze strip is afkomstig uit het album Victor & Vishnu 3: Op safari dat zojuist is verschenen bij Strip2000. Het leek me vandaag – 1 april – een toepasselijke strip, vooral omdat deze het type humor van Jeroen Funke, de geestelijk vader van Victor & Vishnu, demonstreert: vrolijke kolder. De personages van Funke zien vlak voordat ze verzwolgen zullen worden door een dinosauriër nog de humor van de situatie in. En ach, het volgende verhaal huppelen ze weer gewoon vrolijk rond.

Mocht het nog niet duidelijk zijn: Victor is die beer met bril en Vishnu is half vogel, half aap.

In 2011 won Funke de Jan Hanlo Essayprijs voor een stripessay waarin Victor en Vishnu de hoofdrol spelen. In zijn stripessay pleit Funke ervoor dat we meer onbevangen moeten zijn, zoals kinderen naar de wereld kijken.

De wereld van Victor & Vishnu heeft ook wel iets kinderlijks: ze beleven avonturen met The A-Team, vliegen op een vliegend tapijt naar een andere planeet en ontmoeten figuren als Pinokkio, Robin Hood en herrie makende strandpiraten als ze lekker bruin bakken op vakantie. Ondanks al die kinderlijkheid kunnen Funkes twee helden soms ook een flinke denknoot kraken, zoals in het verhaal Leven na de dood, waarin nadenken over wat erna dit leven komt tijdens een potje badminton.

Ze hebben een leuke kijk op de wereld, die beer en het vogel-aapje. In een van de stripjes loopt het duo Reinaart de Vos tegen het lijf die hen probeert een niet-bestaand onzichtbaar huis aan te smeren. Tot verbazing van de vos zijn Victor en Vishnu erg tevreden met hun aankoop, want in een onzichtbaar huis hoef je nooit de rommel op te ruimen. En wat een lekker ruime gang heeft dat onzichtbare huis!

De strips in Op safari zijn in diverse uitgaven voorgepubliceerd. Ze hebben daarom verschillende formaten, wat de homogeniteit van dit album geen goed doet. Jammer ook dat de twee verhalen over het vliegende tapijt worden onderbroken door een strandavontuur. Een iets andere volgorde van de strips zou het album meer tot een geheel hebben gemaakt. Ook is er een verhaal opgenomen dat Funke oorspronkelijk voor Stichting Teken mijn Verhaal maakte: deze stichting laat verhalen van kinderen die door hun handicap zelf niet kunnen tekenen, door stripmakers verbeelden. Een mooi initiatief die stichting, daar niet van, maar qua kwaliteit blijft deze strip achter bij de rest van de geselecteerde verhalen. Wat mij betreft had het dus uit het album gelaten mogen worden.

Maar goed, dat alles neemt niet weg dat er voor de fans van Funke een hoop te lachten valt. En wie dat net als ik kan om onderstaande cartoon, kan gerust Op safari met Funke en zijn personages.

victor_vishnu_deo

Jeroen Funke. Victor & Vishnu #3: Op safari
Uitgeverij Strip2000, € 8,95
Isbn: 9789070060343

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Haas

Toen in 2010 het eerste deel van de reeks Haas uitkwam, was de boekpresentatie in het Verzetsmuseum te Amsterdam. Ik was erbij en vond het indertijd een boeiende presentatie. Tijdens de speeches werd er tekenwerk van Fred de Heij op een scherm geprojecteerd. Heel goed, want het nauwkeurige, realistische tekenwerk van De Heij verdient het om zo goed mogelijk bestudeerd te kunnen worden. Haas #1: De weg terug werd in eerste instantie echter in het kleine graphic novel-formaat uitgegeven. Op de cover staat duidelijk vermeld dat het hier een grafische roman betreft. Ik snap heel goed dat uitgeverij Don Lawrence Collection indertijd op de trein die graphic novel heet wilde springen en dat daarom ook de chique boekpresentatie in het Verzetsmuseum plaatsvond. Maar de strip Haas is geen graphic novel. Het is een avonturenstrip en nog een verdomd goede ook.

De cast van haas geschilderd door Fred de Heij. Helemaal links: Haas, de blonde van Donkersloot in het midden.
De cast van haas geschilderd door Fred de Heij. Helemaal links: Haas, de blonde van Donkersloot in het midden.

Haas is de schuilnaam van een rooms-katholieke priester die in het Brabantse dorp Drimmelbergen anno 1942 een verzetsgroep aanstuurt. In het eerste deel probeert de groep een jong meisje en de joodse rabbijn Ben Eli terug naar Antwerpen te brengen. Ze zijn de stad ontvlucht tijdens de jodenrazzia’s van 11 september. Erg ver komt het reisgezelschap echter niet en voordat het verhaal uit is, is er heel wat bloed vergoten en heeft de rabbijn de plaats ingenomen van de rooms-katholieke priester.

In Blind vertrouwen proberen Haas en zijn mannen een stel onschuldigen uit de gevangenis van de Duitsers te laten ontsnappen. Haas komt erachter dat in de verzetsgroep Jonas enkele verraders zitten die de nazi’s op de hoogte brengen wanneer er weer een lading Joodse vluchtelingen het land uit gesmokkeld worden. In het derde deel, Biechtvader, gaan Donkersloot en Mahé naar Antwerpen om de waarheid te achterhalen en de schuldigen te straffen terwijl twee andere mannen van het verzet een locale verrader een lesje willen leren. Beide acties lopen goed uit de hand en leiden tot een spannende ontknoping.

Rob van Bavel, hoofdredacteur van het stripblad Eppo, schreef de scenario’s van Haas. Hij trakteert de lezer op een flinke dosis actie en houdt het tempo hoog. Menige actiescène had niet misstaan in een actiefilm en wellicht haalt hij daar deels zijn inspiratie vandaan (zie afbeelding hieronder). Dat de strip in de Eppo wordt voorgepubliceerd, is vooral in het eerste album te merken waarin er om de drie bladzijden een duidelijke cliffhanger in het verhaal zit. Die plotpunten verlopen in deel twee en drie al veel soepeler. Van Bavel houdt het verhaal spannend: het is telkens de vraag wanneer de Duitsers Ben Eli zullen ontmaskeren. Ondertussen dendert het verhaal van de ene onverwachte wending in de andere en blijken nazi-sympathiesanten opeens vrienden van het verzet te zijn.

Een actiesequentie uit Haas die in een film niet had misstaan.
Een actiesequentie uit Haas die in een film niet had misstaan.

Haas is een zeer vermakelijk fictieverhaal over het Nederlandse verzet tegen de Duitsers, waarbij de avonturen van het verzet allesbehalve vlekkeloos verlopen. Er vallen aan beide zijden slachtoffers en grof geweld wordt niet in de verhalen geschuwd. Vooral het personage Donkersloot is er niet vies van om voor de goede zaak zeer gewelddadig uit de hoek te komen. In de loop van de reeks begint hij zich ook steeds moordlustiger te gedragen met tot gevolg dat hij bijna iemand van de goede kant per ongeluk doodschiet.

Ik hoop dat Van Bavel in de toekomst wat dieper ingaat op het verleden van Donkersloot en Ben Eli, want daar ben ik na drie delen actie wel benieuwd naar geworden.

Wat het leesplezier van Haas verhoogt zijn de tekeningen van Fred de Heij die niet alleen erg goed is in zijn spelregie maar ook veel zorg besteed om de prachtige Hollandse decors, het verhaal speelt in de Biesbosch, goed tot hun recht te laten komen.

Haas#4: Vergelding komt uit in het weekend dat de Stripdagen Gorinchem plaatsvinden.

Rob van Bavel & Fred de Heij: Haas.
Uitgeverij Don Lawrence Collection, € 7,95

Er zijn ook duurdere dossiers edities van de eerste drie albums op de markt gebracht.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Striprecensie: Economix

I never paid much attention in economics class when I was in high school. All those number crunching theories seemed so boring to me, and I never really got what the fuzz was all about. That probably explains why I never got rich buying or selling stock, but am working as a low-paid freelance journalist instead. Anyway, now there is Economix, a book, a comic book to be exact, that introduces and explains economic theories in an accessible manner and at the same time offers an entertaining read.

economixAuthor Michael Goodwin is a freelance writer living in New York, with a serious interest in the subject. For Economix he teamed up with artist Dan E. Burr.

What makes this book so good is the fact that Goodwin didn’t make a straight comics version of an econ 101 text, but instead deals with basic principles and places them within a historical context. He introduces economic theory and lays bare its basic ideas, and then tells us how they worked, or in most cases, didn’t work in practice. He doesn’t shy away from a joke here and there, which makes Economix an easy read and not at all as boring as the classes I had to take in high school.

Because of the simplified form Goodwin tells his story, it is a good starting point for anyone who wants to understand the basics and wants to continue exploring via more in-depth sources, for which the book provides a list of titles for further reading. Besides being entertaining to a point, Goodwin at the same time argues that, at least since the work of nineteenth-century economist David Ricardo, mainstream economics, with its central faith in free markets, has reflected and served the partial interests of wealth and power, and not the interest of the general public, although it is being presented as an universal truth. Because of giving the free market a free reign, with not too much interference by governments, people have become poorer and the middle class collapsed in the last thirty years.

economix_p290

Since all good citizens fall victim to the global economic crisis, Goodwin’s comic couldn’t have come out at a better time. Of course Economix is part of a trend of educational and non-fiction comic books that have been popular for quite some years, and is similar to comics like Logicomix, a graphic novel about the foundational quest in mathematics that came out a few years ago and was a sleeper hit. In the Netherlands Margreet de Heer has made a number of comics in a similar matter on subjects like philosophy and religion.

Artist Dan E. Burr has earned his stripes as a comic book artist and worked in a variety of fields. He is perhaps best known for the two books he made with James Vance: Kings in Disguise and its sequel On the Ropes. These stories are set during the Great Depression, so there’s a link to Economix. Kings in Disguise has won several Harvey and Eisner awards. Although Burrs cartoonish style in Economix is not particularly aesthetically pleasing, it does the job of visualising Goodwin’s story in a simple, straightforward manner.

Michael Goodwin & Dan E. Burr. Economix
Abrams Comicarts, € 19.99
ISBN: 9780810988392 | ISBN-10: 0810988399

Deze recensie is gepubliceerd op het blog van de ABC.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Marvel, stop killing Peter Parker!

If you don’t want to be spoiled, don’t read any further. Because I am going all out on Amazing Spider-Man 700.

amazing_spider_man_700_variant
Amazing Spider-Man #700 variant cover by Joe Quasada.

Still here? Cool, let’s get started.

I have known Peter Parker ever since I was seven years old. I think Spider-Man is Stan Lee’s greatest creation; everything about Peter Parker was spot on from the beginning. I love the guy; Spidey is my favourite comic book character of all time. Period. When I was young, Pete was the guy to look up to, because, no matter how hard things got, he would always do the right thing, he would always try his best and he would never give up. And, most of the time he would succeed.

Later on, Peter Parker became like a good friend I liked keeping taps on, see how he was doing. How his lovely wife Mary Jane was doing, and Aunt May and all the other regulars on the series. I’ve enjoyed a lot of great comics made by some of the greatest writers and artists in the American Comic Book industry, like Roger Stern, Tom DeFalco, Gerry Conway, Michael Straczynski, Steve Ditko, John Romita Sr. and John Romita Jr., Ron Frenz, and so on. But since the early ninety nineties Marvel seems to have lost some of its magic. The company doesn’t seem to know how to handle Spider-Man. They’ve been tinkering with the formula ever since, with mixed results at best. And somehow, they seem to try to get rid of Peter Parker while wanting to keep Spider-Man as a character. As if those two could ever be separated. We all know the best Spider-Man stories are about Peter and not the Webhead’s exploits.

And with Marvel Now! the company is starting a new series called Superior Spider-Man, without Peter Parker. Once again Marvel tries to kill its flagship character.

Another death in the family
In the last issue of Amazing Spider-Man Peter Parker dies. Well, not really. His archenemy doctor Octopus swapped brains, so now Doc Ock’s brain is inside Peter Parker’s body, while poor Peter is locked up inside Doc Ock’s body. That’s not a problem because Ock is overweight or because Doc Ock is a notorious bastard, but because he’s dying. And if Peter cannot make the switch back in time, he’ll die and Doc Ock will be Spider-Man/Peter Parker. And that is exactly what happens. But there is a small twist: during the final confrontation, the octobot that contains Pete’s brain patterns, manages to download Peter’s memory inside Ock. All the hardships and pain Peter has ever endured, all the sacrifices he has made and all the friend’s he has lost during his life as Spider-Man are shown as key moments in Parker’s life. But they are mixed with Ock’s personality, so it’s like Ock lived through all this hardship and pain. This emotional memory overload if you will miraculously changes the villain’s point of view on life. All of a sudden he believes that with great power comes great responsibility. Ock vows to dying Peter he will be Spider-Man from now on, keeping his family safe.

ams700_octopusflashback

And yes, knowing Doc Ock, the guy who tried to conquer planet earth numerous times and killed a zillion people, this is a totally believable plot twist. NOT. Sorry, Dan Slott, I just don’t buy it. You didn’t set this up properly: Doc Ock has always been a villain, and now he wants to be the good guy all of a sudden?

Spidey-writer Dan Slott really dropped the ball on this one. He and Spidey’s editor Stephen Wacker let Peter Parker die a dishonourable death. After 700 episodes of Amazing Spider-Man, he deserves a lot better. Why end the series in such a dour note? I thought in 2012 we celebrated 50 years of Spider-Man, not spit in the face of Peter Parker, and kick him while he was already down on the ground?

Dan Slott: © Luigi Novi / Wikimedia Commons
Dan Slott: © Luigi Novi / Wikimedia Commons

Of course, I find solace in the idea that this death will not be permanent. Marvel has a history of trying to get rid of Peter Parker: Parker has died a couple of times already and he was replaced by a clone for a while, but those mistakes were always turned around after a while, because the audience, Spidey’s fans, didn’t like these changes. They want Peter Parker in Spider-Man’s suit. It is as simple as that, but a message the marketing people at Marvel do not seem to understand. So I am certain Peter will be back someday. That golden octobot that holds his brain essence or whatever will probably play a big part in the return of Peter Parker.

But that doesn’t mean that the way Marvel has ended Amazing Spider-Man, a series that started in 1963 and has been going on ever since, has left a bad taste in my mouth. It is heart breaking, really.

Superior Spider-Man will be all about Doc Ock’s exploits as Spider-Man, until sales drop and Peter returns once more.

This is not Mary Jane
This is how I would have liked to end the series. Let’s go with Slott’s crazy plot, because up until Amazing 700 it is a pretty good read, and ignore the fact that Slott’s characterisations are way off sometimes. Apart from Doc Ock seeing the light all of a sudden, Mary Jane is very poorly written. Slott reduces her to a one women Spider-Man fan club that talks in over used clichés like: ‘Go get them Tiger’ and ‘You hit the jackpot!’ I find it hard to believe that Mary Jane hasn’t picked up on the strange way Peter/Octopus talks to her and treats her. He snaps at her, calls her ‘woman’ numerous times. Come on, these guys have known each other for ages, Pete would never address her in the way Ock does. Mary Jane must smell something fishy about Peter’s behaviour. But somehow, because Slott doesn’t allow it, she doesn’t. No, she gives him another pep talk and confesses her love to ‘Peter’. Mary Jane was written totally out of character.

Humerto Ramos and his trouble with anatomy.
Humerto Ramos and his trouble with anatomy.

‘No one dies’
But following Slott’s plot, I would have liked it if during the final confrontation Peter succeeded in transferring his brain patterns back inside his body. After Ock died in Spidey’s arms, Peter and MJ would get back together again, nullifying the whole Brand New Day nonsense and we would be back on track. Even if Peter decided after the transfer to lay low as Spidey for a while, it would have been a better ending for Amazing Spider-Man. Give Pete and us a break, Marvel, and give him a happy ending for once. Don’t try to get rid of Parker all the time to rejuvenate Spider-Man. You killed Ultimate Peter already, you replaced Peter a number of times. Try to think up something original. Marvel used to be called the house of ideas. When it comes to Spider-Man calling Marvel the house of bad ideas seems more appropriate.

Humberto Ramos
There’s one last bone I have to pick: I really don’t like Humberto Ramos’ artwork. His drawing style is a cross between Disney and manga. I always believe Spider-Man is best served with a lot of realism as possible. Sure, Slott uses a lot of humour in his stories, and that’s great fun. But to keep Spidey relatable, he needs to stay realistic for the most part. So a semi-realistic style would counterbalance the sci-fi and humourous elements perfectly. The greatest artist on Marvel, like the Romita’s and Steve Ditko always drew Spider-Man that way. Ramos’s cartoony drawing style would fit the adventures of the Spectacular Spider-Ham better than Amazing Spider-Man.

Not only is his style too cartoony for my taste, it seems that Ramos fell asleep during anatomy class, or maybe he’s never seen a girl naked, because the way he draws the human form is simply appalling. Check out this panel from an earlier Amazing Spider-Man comic and look at Spider-Man’s torso. Spines don’t work like that, unless it is Mr. Fantastic in the Spidey suit- which it isn’t – I’d say Ramos has a lot of catching up to do when it comes to human anatomy.

Humberto Ramos clearly doesn't know the limits of the human spine.
Humberto Ramos clearly doesn’t know the limits of the human spine.

Most of the time body parts are out of proportion. The faces of a lot of characters look alike. And besides that: Ramos couldn’t draw convincing facial expressions if he wanted to. Look at how he draws Mary Jane in this panel:

ams700_bad_maryjane

The Spidey cast act like bad actors when they come from Ramos’s pencil. And what’s with all these stripes on everybody’s noses? Is everyone having a cold in the Marvel Universe nowadays?

Maybe they are getting as sick of the nowadays Spider-Man stories as I am. Oh, well, there are always the reprints of Spider-Man’s golden age. Maybe I’ll pick up the current story when Peter Parker has returned from the grave and Ramos has taken a permanent position at Disney drawing cartoon characters.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Urbanus #151 – Het verbeterde testament

Ik moest toch beslist eens een Urbanus-album openslaan, vertelde een vriend mij laatst. Urbanus is de komiek uit België waar ik sinds de film Koko Flanel uit 1990 niet meer om heb gelachen. ‘Beter een vogel in de hand als geen hand!’ riep Urbanus daarin uit. Toch maar een deel van De avonturen van Urbanus opengeslagen.

In Het verbeterde testament krijgt de jonge Urbanus het aan de stok met niemand minder dan God zelf. Wanneer Urbanus tijdens de godsdienstles de gebeurtenissen uit het Oude Testament te veel betwijfelt, verschijnt een chagrijnige God in de klas om de komiek en zijn klasgenoten een lesje te leren. Hij veroordeelt alle bewoners van het plaatsje Tollenbeek tot het herbeleven van de schepping en creëert een tweede aarde uit een plastic aardbol op een puntenslijper. Daar spelen Urbanus en zijn familie de rollen van belangrijke personages uit het oude testament, maar het zal de lezer niet verbazen dat deze versie van het eerste boek van de bijbel heel anders verloopt. Ontregelende humor, maar bovenal ongein en platte grappen kenmerken het universum van Urbanus, of die zich nu in het paradijs bevindt of elders.

De stripreeks bestaat al sinds 1983. De eerste twee albums schreef en tekende Willy Linthout in zijn eentje, daarna schreef hij de verhalen samen met Urbanus. Het verbeterde testament is alweer het 151ste deel. Kennelijk lusten de Vlamingen de stripavonturen van Urbanus wel.

Op zich biedt Het verbeterde testament een leuk uitgangspunt: de God uit het Oude Testament is immers een wraakzuchtige zuurpruim en die mag wat mij betreft best eens op zijn nummer worden gezet. Toch is het soort humor van Linthout en Urbanus (zie afbeelding rechts) niet de mijne. Veel grappen overstijgen het niveau van de seksgrap niet.

Soms komt het duo wel gevat uit de hoek: wanneer Urbanus en co. aan de schepping ontspannen door met een ruimteschip in de vorm van een kip weg te vliegen, worden ze achterna gezeten door God op een vliegende scooter die roept: ‘Halt! Stop! In naam der schepping!’

Het ietwat eenvoudige tekenwerk van Linthout past in principe prima bij de kolderieke verhaaltjes en dit stripgenre. Het totaalpakketje is echter niet wat ik graag lees en ik zal dus niet snel weer een album van Urbanus oppakken. Misschien komt dat door het cultuurverschil tussen Vlaamse humor en de Nederlandse.

Willy Linthout en Urbans. De avonturen van Urbanus #151.
Standaard Uitgeverij.
ISBN 9789002249679 € 5,95

Categorieën
English Striprecensie Strips

Striprecensie Blacksad 4: A Silent Hell

Private detective John Blacksad is hired by a record-producer to track down legendary pianist Sebastian “Little Hand” Fletcher, who is missing. Together with his pal Weekly, Blacksad uncovers a dark and twisted piece of local history.

A Silent Hell is the fourth instalment of the Blacksad series created by writer Juan Díaz Canales and artist Juanjo Guarnido, originally published in France. In addition to winning prestigious comic book awards like the Eisner and Harvey awards, the albums have been translated into over twenty different languages. And rightly so, because this series is what we consider to be quality comic book storytelling.

Being a detective story that’s staged in 1950s New Orleans, A Silent Hell contains all the trappings one may expect: a detective with snappy comebacks, unexpected plot twists, New Orleans’s legendary music scene, Mardi Gras and voodoo. Still, Canales and Guarnido present the reader with a captivating story, beautifully drawn and water-coloured by Guarnido. And yes, it helps that all the characters in this series are animals to give the detective genre a new look and feel. Blacksad is a smart cat, while his sidekick Weekly is a foxy journalist. But appearances aside, this animal kingdom is much like our own world, where beauty and pain walk hand in hand, and people in power have dark secrets they do not want uncovered.

The story is carefully constructed: although the plot unfolds in one single night and the nightly events are mixed with flashbacks and flash forwards, the reader never loses track of the order of events.

A romantic encounter during a chase.

Both Spanish artists have earned their stripes as animators, which is very visible in Guarnido’s lively facial expressions reminiscent of his work for the Disney studios, although his drawing style has a unique quality of its own. Guarnido renders his drawings in water colours, adding mood and texture.

Guarnido meticulously explains his use of colour in The Watercolour Story, a bonus section added in this edition of A Silent Hell. The book also includes two short stories that supply some background information about the Blacksad characters.

Canales, Juan Diaz|Guarnido, Juanjo. Blacksad: A Silent Hell
Dark Horse Comics, € 19.99
ISBN: 9781595829313 | ISBN-10: 1595829318

Waarom een recensie in het Engels vraag je je wellicht af. Ik schreef deze voor het blog van The American Book Center, waar ik sinds kort maandelijks een striprecensie voor schrijf.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Suske de rat

Suske de rat speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog en is dus een period piece. We zien het Amsterdam uit vervlogen tijden, waaronder het Vondelpark, de Dam en het oude Kerksplein, weergegeven in de eenvoudig aandoende stijl van Luc Morjeau.

Het Oudekerksplein te Amsterdam in Suske en Wiske. Onder zoals het plein er nu uit ziet. Persoonlijk vind ik de versie van Morjeau romantischer, want de nieuwbouw op het plein kan mij niet echt bekoren.


In album 319 van de reeks Suske en Wiske krijgt Suske een dagboek van zijn grootoom Cois Antigoon in handen. Daarin beschrijft deze hoe hij in 1914 als jonge knaap naar een internaat in Amsterdam wordt gestuurd omdat zijn vader als soldaat in de Eerste Wereldoorlog gaat vechten. Cois sluit al snel vriendschap met Willemien en samen komen ze in opstand tegen de verschrikkelijke opvoedster Ina, die niet geheel zuiver op de graad blijkt te zijn.

Hoewel de titel duidelijk verwijst naar de trilogie rondom Ciske de Rat, doet schrijver Peter van Gucht hier eigenlijk maar weinig mee. Goed, Suske komt net als Ciske in een internaat terecht en wordt Rat genoemd, maar daar blijft het ook wel bij. De personages uit het dagboek van Cois Antigoon worden neergezet door de bekende cast van de reeks. Sidonia is Corina, de directeur van het internaat, Lambik de zwerver Johnny en sterke arm Jerom is kapitein Ankerman. Suske en Wiske zijn respectievelijk Cois en Willemien. Het blijft altijd vreemd als de bekende personages opeens een andere rol in hun schoenen geschoven krijgen. Het doet wat mij betreft wat vergezocht aan.

Morjeau grijpt visueel terug naar de vroege avonturen van Suske en Wiske. Vooral Wiske lijkt op de eerste versie zoals Vandersteen haar tekende. Gek genoeg zien Lambik en Sidonia er nog hedendaags uit. Kortom, dit album is vooral een vreemde mix van elementen, waarvan je het idee bekruipt dat een gerichtere uitwerking het geheel beter tot zijn recht had laten komen. Wat dat betreft leverde de mix Max Havelaar met het Vlaamse stripduo twee jaar geleden een beter resultaat op. Dat neemt niet weg dat Suske de rat een onderhoudend avontuur is waarin Suske en Wiske zichzelf traditiegetrouw flink in de nesten werken en in de handen komen van een stel schurken. Voor de jonge lezertjes is er dus genoeg spanning te beleven.

Categorieën
Striprecensie Strips

Başiboş: Getekend portret van Istanbul

In 2011 woonde en werkte tekenaar Gijs Kast een halfjaar in Istanbul. Hij tekende er een prachtig prentenboek over vol en debuteerde er in oktober mee bij de uitgeverij Harmonie.

Başiboş is Turks voor leeghoofd, maar kan ook afdwalen of verdwalen betekenen. Het prentenboek leest dan ook als een ontspannen wandeling door de stad, waarbij de tekenaar enkele markante momenten voor de lezer heeft vastgelegd.

Een ongeschoren verkoper op de markt die staat boven een berg gekleurde slipjes; een nors kijkende collega-koopman met op de achtergrond fel gekleurde roze jurken; een meisje dat verlegen lacht en naar beneden kijkt. Schetsmatige overzichtshots van de stad getekend in krachtige zwarte lijnen, afgewisseld met markante portretten van standbewoners, zwerfdieren en straatbeelden.

Beeldverhaal
Wat ik erg leuk vind aan het boek is dat de tekeningen niet op zichzelf staan, maar vaak een serie vormen met elkaar. Kast wijdt een paar tekeningen aan een kat die rond en door de benen van een meisje loopt bijvoorbeeld. Een enkele meeuw blijkt bij de omslag van de pagina onderdeel van een zwerm te zijn die gevoerd wordt door een meisje in een groene jas. Kast plaatst zijn rake observaties op deze manier in context met elkaar waardoor er sprake is van een losse vorm van sequential art, oftewel een beeldverhaal.

De beelden zijn zonder enig commentaar. Je mag je eigen verhaal eraan toevoegen.

Levend
De tekenhand van Kast is altijd heel herkenbaar vind ik. Trefzekere lijnen die een duidelijk beeld scheppen, maar die toch een schetsmatige kwaliteit bevatten, waardoor ze levendig blijven. Alsof de geportretteerden ieder moment van uitdrukking kunnen veranderen.

Gijs Kast tekent voor onder andere de Volkskrant, Het Parool, DJ Broadcast en Vrij Nederland. In 2009 kreeg hij de Dutch Design Award voor Best Illustratie voor zijn afstudeerproject Böhnhase. Tijdens oktober was er tijdens het ITEF (Istanbul Tanpinar Literature Festival) in Istanbul een expositie van zijn werk in het kader van 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije.

Gijs Kast: Başiboş
Uitgeverij De Harmonie, € 19,90
ISBN: 9789076168418