Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Suske en Wiske: Het lijdende Leiden

Waarom nummer 314 in een langlopende reeks recenseren? Sinds Suske en Wiske en de Halve Havelaar lees ik na jaren weer geregeld een album van dit fameuze stripduo. Daarbij staan de deeltjes los op zichzelf en zijn daardoor individueel te beoordelen. Maar de echte reden om dit album nader te beschouwen is omdat de stripmakers met Het lijdende leiden hebben geprobeerd een historische gebeurtenis te vermengen met de avonturen van Suske en Wiske. Dat gegeven maakte me in het bijzonder nieuwsgierig naar dit album.

Dit jaar bestaat de 3 October Vereeniging Leiden 125 jaar. Samen met deze Vereniging heeft Standaard Uitgeverij een Suske en Wiske verhaal gesponnen rondom Leidens Ontzet uit 1574.

Lambik is bode bij een incassobureau en dreigt Sidonia uit haar huis te zetten, tot groot ongenoegen van de boekenwurmen in Sidonia’s kast. Een van de wurmen is in staat om de stripvrienden naar het Leiden van 1574 te toveren, naar het moment dat de stad is omsingeld door Spaanse troepen die onder leiding staan van opperbevelhebber Valdez. Hij wil de stad uithongeren om deze zo tot overgave te dwingen.

De vaste castleden van Suske en Wiske vervullen ieder een rol in het historische drama dat zich ontvouwt. Lambik is Valdez, Sidonia Magdalena Moons. Ze zijn overduidelijk verliefd op elkaar, maar zolang Lambik de stad belegert wil Sidonia niet aan haar gevoelens toegeven.

Liefdesverklaring zonder consequenties
Dat Sidonia en Lambik heimelijk elkaar heel leuk vinden speelt natuurlijk al langer. Dat ze nooit echt iets met elkaar zullen krijgen, mag ook duidelijk zijn.
De stripmakers hebben naar een manier gezocht om de liefde die al jaren tussen Sidonia en Lambik sluiert eens uit te spelen zonder dat het echte consequenties heeft voor de reeks. Niets mag natuurlijk ingrijpend veranderen, aan het begin van ieder album zijn we weer terug bij af. Zo blijft de ontwikkeling van Suske en Wiske steken in een constant vacuüm terwijl hun wereld wel voorzichtig wordt aangepast aan de tijdgeest waarin de lezer leeft. Toch doet de toneelmatige constructie van Het lijdende Leiden gekunsteld aan.

Je moet in het begin al accepteren dat een boekenwurm die zijn buikje rond heeft gegeten aan de Harry Potter-reeks opeens in staat is om de helden naar het verleden te te toveren. Waarom hij ze precies naar Leiden anno 1574 stuurt wordt nergens verklaard. De teletijdmachine van Professor Barabas had wellicht beter afgestoft kunnen worden om als plotgegeven te dienen.

Kapstok
Hoewel schrijver Peter van Gucht historische feiten gebruikt als basis voor zijn verhaal, hoeft men geen compleet plaatje van Leidens ontzet te verwachten. Er wordt genoeg context gegeven om mensen nieuwsgierig te maken. Google of een goed geschiedenisboek zullen daarna soelaas bieden. In Museum De Lakenhal is van 12 november tot en met 4 maart volgend jaar een presentatie van de originele tekeningen uit het album te zien. Deze presentatie maakt deel uit van de grote familietentoonstelling Vrijheid! Leidens Ontzet 1574 – 2011. In de Lakenhal is een speciale editie van het album te koop met daarin acht pagina’s informatie over het Leidens Ontzet. Nu begrijp ik best dat men potentiële bezoekers een extra prikkel wil geven om de expositie te bezoeken, maar het was leuk geweest als historische achtergrondinformatie ook in de reguliere editie was opgenomen. Dan had het album meer gewicht gehad en op een aangename wijze entertainment met educatie kunnen mengen in plaats van de historie slechts als kapstok te gebruiken.

Een scene uit 'Het lijdende Leiden' getekend door Luc Morjaeu. (Let op het huis achter Sidonia in de middelste strook dat opeens in de grond lijkt te zakken.)

De grapdichtheid van dit avontuur is hoog genoeg om te vermaken. Van Gucht varieert veel op het thema eten en mager zijn – de bewoners van Leiden vergaan immers van de honger. Vooral de running gag dat de kok van de Spanjaarden niet kan koken is zeer smakelijk en leidt uiteindelijk tot een leuk concluderend grapje.

Toch stijgt deeltje 314 mijns inziens niet uit boven de rest van de reeks. In dat opzicht is het geen historische Suske en Wiske geworden.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Mad nummer 1

Sinds 1994 lag er geen Nederlandse Mad in de schappen, maar daar is nu verandering in gekomen. Dankzij de inspanningen van hoofdredacteur Ger Apeldoorn, Mad-kenner bij uitstek, en uitgever Rob van Bavel, kunnen we sinds eind september weer een Nederlandstalige Mad lezen.

De content in het magazine is deels gemaakt door Nederlandse schrijvers en stripmakers. De rest is een selectie van de Amerikaanse Mad, zoals een parodie op The Big Bang Theory, ‘Mads kijk op kookprogramma’s’ en Spy vs Spy – de klassieke strip van Peter Kuper die niet in Mad mag ontbreken over welke taaleditie we ook spreken.

Hufters
De tekenstijlen van de Nederlandse bijdragen passen goed bij de Amerikaanse inzendingen. In dat opzicht is het magazine dus een geheel geworden. Van de Nederlandse bijdragen vind ik de serie ‘Mars rekent af met hufters’ het meest geslaagd. De stijl van Mars Gremmen past naadloos in de Mad en hij komt bovendien grappig uit de hoek. En dat is mooi meegenomen in een satirisch blad.

Ook grappig is de rubriek ‘Gestript: stripfiguren over hun naakte lichaam’, waarmee schrijver Bastiaan Geleijnse (Fokke & Sukke) een geslaagde parodie maakt op de rubriek ‘Anybody’ uit de Viva.Deze aflevering vertellen Asterix en Obelix welke delen van hun lichaam ze fijn vinden en welke niet. Asterix blijkt nogal groot geschapen te zijn maar wat onzeker te zijn over zijn schouders. Obelix is ervan overtuigd een goddelijk lichaam te hebben. Nozzman tekende de lijven van de helden.

Herman Roozen maakte de geslaagde paginalange gagstrip Een avond in Toomler.

Tekst: Ger Apeldoorn Illustratie: David de Rooij

Coupe Tintin
Verder vond ik Nieuwe kapsels voor Geert Wilders erg grappig: hierin wordt het hoofd van de politicus telkens van een ander kapsel voorzien. De coupe Tintin staat hem steevast het beste, maar ook het playmobil-hoofd past bij hem en als hofnar van de Tweede Kamer mag de coupe tv-clown natuurlijk niet ontbreken. Daar komen vast Kamervragen van.

Niet alles in deze Mad stimuleerde mijn lachspieren. Wanneer de grappen het niveau afzeikhumor niet ontstijgen haak ik meestal af. Tv-coryfee Linda de Mol is duidelijk het doelwit van deze eerste Mad. Leuk dat iedereen die Linda de Mol heet een gratis abonnement krijgt aangeboden, maar naamverbasteringen als Linda de Snol zijn wel erg belegen en makkelijk.

Gert Jan Dröge
Minder vrolijk werd ik van een parodie op de smaakpolitie. Hierin gaat Get Jan Dreuge op pad om te kijken hoe het gesteld is met de hygiëne in de keukens van societyminnend TV-land. Vreemd dat ze Dröge voor deze rol hebben gecast, want hij is immers al een tijdje dood. Beetje oubollig dus of lag deze strip nog ergens op de plank? Dröges aanwezigheid leidt tot een weinig opzienbarende conclusie van de strip. De flauwe tekst is van John Croezen. De karikaturen van BN’ers door René Uilenbroek zijn wel geslaagd.

Kortom, niet alles kon mij bekoren van de Nederlandse Mad. Maar humor is net zo smaakgebonden als hoe sterk je je koffie drinkt, dus wellicht kunnen anderen wel om de dingen lachen die mij niet aanstonden. Er kijken immers ook nog steeds volkstammen naar zenders als RTL-4 en SBS. Het eerste nummer van Mad maakt een overwegend positieve indruk, een bemoedigende eerste poging om een Nederlandse editie van Mad op de markt te brengen. Je moet een nieuw tijdschrift en zijn redactie altijd een tijdje gunnen voordat ze de juiste formule in de vingers hebben. Ik ben dan ook benieuwd hoe de Nederlandse Mad zich gaat ontwikkelen en waar de redactie in het tweede nummer mee komt.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Blast 1 & 2

‘Als ik nu terugkijk, waren het de heerlijkste maanden van mijn reis… De eenzaamheid maakte me zielsgelukkig en ik besefte dat er een uitzonderlijk leven voor me was weggelegd. Wat een verrassing! Opgesloten in dit altijd al verstikkende lichaam had ik mij neergelegd bij een bestaan van zelfverloochening. En toen die Blast… die ongekende euforie.. Het was een nieuwe kans, onverwacht en overduidelijk… En dat leven in de open lucht! Wat een avontuur, wat een openbaring! Als er ooit een plaats voor mij in het universum was, dan kon het niet anders dan deze zijn! Ha,ha! Ik leefde zo dronken als u nog nooit geweest bent, zo smerig als u nooit zult zijn! Om mijn afzichtelijkheid niet door stand te verergeren heb ik mezelf altijd brandschoon gehouden. Twee keer douchen per dag, onberispelijke mondhygiëne, geparfumeerde zeep, crèmes, deodorant. Net als u, zonder twijfel. De waarheid is dat ik, net als u, riekte naar werknemer van de maand… U weet wel, dat hoerige industriële luchtje dat je overal tegenkomt. Metro, kantoren, liften… De uniforme geur van de massa…’

Aan het woord is Polza Mancini: clochard en voormalig culinair schrijver die nu alleen nog maar het leven wil proeven op een voor hem zo puur mogelijke manier.
Ik wilde je dit citaat niet onthouden omdat het een goed beeld geeft van de zienswijze van Mancini, de hoofdpersoon uit de stripreeks Blast.
Mancini wordt verhoord omdat hij verdacht wordt van de moord op Carole Oudinot.

Tijdens het politieverhoor doet hij zijn verhaal, vertelt in flashbacks. Na de traumatische dood van zijn vader ervaart Mancini voor het eerst ‘de blast’: een openbaring, een euforische ervaring die zijn gelijke niet kent. Hij keert de maatschappij de rug toe. Een maatschappij waar er nooit echt een plek was voor de corpulente en eigenaardige Mancini. Een man waar volgens de norm een steekje bij los zit. Een psychotische zwerver met het hart van een poëet die opzoek gaat naar de blast.

Slow reading
Blast is een wonderschoon beeldverhaal van de hand van de Fransman Manu Larcenet, waarin de stripmaker zijn eigen donkere kant exploreert, maar middels Mancini ook zijn gal lijkt te spuien over de westerse samenleving. Larcenet, bekend van autobiografische strip De dagelijkse worsteling, trakteert de lezer op prachtige en sfeervolle zwart-wit tekeningen waarin werkelijkheid en Polzas subjectieve ervaringen door elkaar vloeien. Wat hij precies met het slachtoffer heeft uitgespookt en of hij het ook daadwerkelijk gedaan heeft, wordt gaandeweg steeds onduidelijker. Het uitgangspunt lijkt ook meer een McGuffin te zijn; het verhaal gaat vooral om de reis die de hoofdpersoon en de lezer meemaken.

Larcenet neemt zijn tijd: er staan vijf delen van 200 pagina’s gepland. Recent verscheen bij Oog & Blik/De bezige bij deel 2: De openbaring van Sint-Jacky. De lezer adviseer ik om de boeken langzaam te lezen. Om te genieten van de details, het taalgebruik en het grafische werk. En om zich mee te laten voeren in Mancini’s wereld en zijn zoektocht naar de Blast. Dit is een beeldverhaal dat je moet ervaren. Je zult niet teleurgesteld worden.

Tot slot nog een aardige video die een impressie geeft van het art work in Blast. Mocht je net als ik geen Frans spreken, gewoon negeren en genieten van de tekeningen.

Manu Larcenet – Blast !: Vette bast & Blast 2: De openbaring van Sint-Jacky
Vertaling: Pieter van Oudheusden
Oog & Blik/De Bezige Bij, €24,90
ISBN: 978 90 549 2289 6
ISBN: 978 90 549 2319 0

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Er was eens

Er was eens is een boeiende stripreeks over het leven van de joodse ijzerhandelaar Joseph Joanovici. Volgens de een was hij een collaborateur, volgens de ander een verzetsstrijder. De strip van Fabien Nury en Sylvain Vallée toont dat de waarheid veel genuanceerder is dan dergelijke etiketten doen vermoeden.

De joodse arbeider Joanovici heeft geen stuiver op zak als hij aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk binnenkomt. Al snel weet hij directeur te worden van een schrootbedrijf dat oude metalen terugwint. Maar het leven is zwaar en om zijn vrouw en twee dochters te beschermen moet hij zich inlaten met zowel de nazi’s, het Franse verzet en met criminelen.

Het ingenieuze script van Fabien Nury laat zien hoe Joanavici zich manoeuvreert tussen de verschillende partijen en steeds weer voor morele keuzes komt te staan. Langzamerhand worden zijn handen vuiler en vuiler. Uiteindelijk vervreemd Joanavici zich niet alleen van zijn gezin maar ook van zichzelf.

Nury baseert zich op ware feiten, maar schrijft in een voorwoord dat het hier fictie betreft waarin authentieke gebeurtenissen, veronderstellingen en verbeelding naar goeddunken met elkaar zijn vermengd. Het mengsel levert boeiende strips op die ondanks de vele dialoogscènes een behoorlijke vaart hebben. Maar het is vooral het prachtige tekenwerk van Sylvain Vallée dat de serie zeer genietbaar maakt. De oud-student van Sint-Lukas in Brussel trakteert de lezer op gedetailleerde platen en benut iedere millimeter van de pagina om het verhaal te visualiseren.

Recent verscheen bij Standaard uitgeverij ‘Eer en geweten’, het derde deel van de reeks Er was eens.

Het zijn over het algemeen verzorgde albums met een harde kaft. Alleen spijtig dat deel 2 opvallend veel typefouten bevat.

Fabien Nury en Sylvain Vallée – Er was eens
Standaard Uitgeverij, € 12,95

Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Kravens laatste jacht

Kravens laatste jacht is een zesdelig verhaal dat in 1987 liep in de series Amazing Spider-Man, Spectacular Spider-Man en Web of Spider-Man. Het verhaal is als album in het Nederlands uitgegeven door Nona Arte.

Kravens laatste jacht speelt zich af in de eerste weken van Peter Parkers huwelijk met Mary Jane. Dat zou een rooskleurige periode moeten zijn, maar niet in het leven van Spider-Man. Kraven de Jager slaagt er eindelijk in Spider-Man te verslaan en terwijl deze levend begraven in een kist ligt, neemt Kraven de plaats in van het webhoofd. Hij weet zelfs Vermin te verslaan, een ratachtig wezen dat Spidey nimmer solo wist te neutraliseren. Na twee weken ontwaakt het webhoofd en graaft zichzelf uit om vervolgens de jager met zijn daden te confronteren.

Kravens laatste jacht is een bloedserieus verhaal geschreven door J.M. DeMatteis en getekend door Mike Zeck. DeMatteis kruipt in het hoofd van de personages en maakt de lezer deelgenoot van hun gedachtes en vooral hun angsten. DeMatteis gooit het dus over de psychologische boeg en levert een boeiend, zij het zeer somber script af. DeMatteis schrijft bombastisch: het dondert en regent de hele strip door tot de eindoverwinning op het kwaad wordt onderstreept door een zonnig ochtendgloren.

Beestachtig
Een belangrijke verdienste van DeMatteis is dat Kraven diepgang krijgt. Kraven was tot dit verhaal uitkwam altijd een beetje een tweederangs Spider-Man schurk. Een soort van snobistische Tarzan van Russische komaf, die jacht maakt op Spider-Man maar keer op keer door hem verslagen wordt. In de versie van DeMatteis blijkt Kraven een getormenteerde ziel die probeert zijn eer terug te winnen. In zijn waanideeën kan dit alleen maar door de rol van zijn vijand over te nemen en deze beter te spelen dan Spider-Man zelf.

De ironie wil dat hier sprake is van een schijnoverwinning. Kravens versie van Spider-Man is meedogenloos. Tijdens het bestrijden van de misdaad vallen er dodelijke slachtoffers. Zijn Spider-Man is ontdaan van alle menselijkheid die Peter Parker in zich heeft en tot een held maakt. De jager van wilde beesten is er echter zelf een geworden.

Modegril
De grimmige toon van Kravens laatste jacht sloot indertijd goed aan bij de andere Spider-Man verhalen die uitkwamen. Halverwege de jaren tachtig was de toon van superhelden comics over het algemeen wat cynisch en serieus. Een trend die werd ingezet door het enorme succes van strips als The Dark Knight Returns van Frank Miller en The Killing Joke geschreven door Alan Moore, maar ook Watchmen van dezelfde schrijver. Ook het leven van Spider-Man kende toen veel donderwolken. Een van zijn vrienden, Net Leeds, was net overleden en een tijd lang leek het erop alsof hij de Hobgoblin was – een van de sterkste vijanden van die tijd. Peter Parker had net een grimmige gangsteroorlog achter de kiezen en vroeg zeer serieus af of het niet tijd was om zijn web aan de wilgen te hangen. En laten we eerlijk zijn: levend begraven worden is geen pretje. Dit avontuur heeft dan ook behoorlijke littekens achtergelaten op de ziel van Peter Parker.

Het krachtige tekenwerk van Zeck past goed bij de serieuze toon. Zeck gebruikt filmische middelen: zo deelt hij doorlopende acties op in aansluitende kaders, getoond vanuit hetzelfde camerastandpunt.

Nona Arte heeft de comic uitgebracht in een stevige kaft. Gedrukt op glad papier komen de pastelachtige kleuren op de strippagina’s mooi uit. Alleen jammer dat op sommige pagina’s de tekeningen wat onscherp zijn afgedrukt. Peter de Bruin is verantwoordelijk voor de prima vertaling.

Jean Marc DeMatteis & Mike Zeck – Kravens laatste jacht
Nona Arte, € 16,50
ISBN 978-88-97062-04-2

 

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Natte maan

Je moet als stripmaker wel van erg goede huize komen als je je eigen strip bestempelt als ‘een soort van tienerdrama meets Twin Peaks‘, maar Ross Campbell beschrijft zo zijn serie Wet Moon op zijn site. Dat Wet Moon een tienerdrama is kan ik na het lezen van de eerste twee delen inkomen. Ook spelen mysterieuze gebeurtenissen tot op zekere hoogte een rol in de strip. Doch aan Twin Peaks, de cult televisieserie uit de koker van David Lynch, waarin weirdness en humor samenkomen in een mysterieus verhaal, waarin je meeleeft met de onalledaagse perikelen van een kleurrijke cast van personages en waarin een unheimisch klinkende soundtrack een sfeerbepalende rol vervult, kunnen de strips van Campbell niet tippen.

Een David Lynch van de strip, de man die het alledaagse zo weet te belichten dat je er koude rillingen van op je rug krijgt, is Campbell evenmin. Heel jammer dus dat hij bij het duiden van zijn verhaal naar Twin Peaks refereert, want wie met dat idee in zijn achterhoofd de eerste hoofdstukken leest, komt van een koude kermis thuis. En dat terwijl Wet Moon, of Natte maan zoals de strip bij Uitgeverij Xtra is verschenen, een onderhoudend beeldverhaal is. Recent verscheen Onzichtbare voeten, het tweede deel in de reeks.

‘Schijt aan Cleo’
Natte maan is de naam van een fictief studentenstadje in Zuid-Californië, waar Cleo Lovedrop woont in een groezelig studentenhuis. Ze is een ietwat neurotische eerstejaars literatuurstudent die samen met haar vriendinnen een liefde deelt voor gothic/emocultuur en cultfilms en -boeken.
Nu is er van enig mysterie wel sprake: geregeld vindt ze briefjes met daarop ‘Schijt aan Cleo’ geschreven; het meisje dat eerst in haar kamer woonde is op een dag plotseling verdwenen, de grote vlek op de vloer het enige bewijs dat ze er ooit gewoond heeft. Ook heeft de mysterieuze fetisjkoningin Fern een bijzondere en nog niet verder verklaarde interesse in Cleo.
Deze zaken sudderen vooral op de achtergrond terwijl Campbell zich concentreert op het dagelijks leven van deze jongvolwassenen. De hoofdmoot wordt bepaald door onderlinge relaties en afspraakjes, het uitvinden van seksuele identiteit en het volgen van colleges. In de alternatieve levensstijl van deze kids is homoseksualiteit net zo normaal als een koffieverkeerd bestellen. Campbell flirt met de gothic scene in zijn strip: ieder hoofdstuk begint met liedteksten van bands als Bella Morte, Azure Ray en The Birthday Massacre.

Vakwerk
Ross Campbell schrijft levensechte dialogen en wisselt scènes boordevol gesprekken af met tekstloze sequenties. De lieflijke scène waarin de stoere Trilby haar nieuwbakken vriendje voorzichtig probeert duidelijk te maken dat hij tijdens het vrijen ook zijn handen mag gebruiken, toont niet alleen aan dat deze stripmaker zijn personages en de wereld van de jongvolwassenen goed kent, maar ook dat hij weet hoe hij op naturalistische wijze een verhaal moet vertellen. Hij laat de lezer letterlijk dicht tot op de huid van de personages komen en brengt het geheel zonder sensatiezucht in beeld.




Campbell hanteert een strakke lijnvoering. Hij maakt aantrekkelijke tekeningen die uitnodigen tot lezen. Veel actie kent de serie niet, wel een aangenaam kabbelend tempo. Opvallend genoeg bedient Campbell zich niet van gedachteballons. Om ons toegang tot de gedachtewereld van Cleo te verschaffen laat hij ons soms in haar dagboek lezen. Zoals het een goed soapschrijver betaamt, eindigt hij ieder deel met een flinke cliffhanger.

In 2006 verscheen het eerste deel Vage omzwervingen bij Uitgeverij Xtra. Waarom het vijf jaar geduurd heeft voordat het tweede deel van de pers rolde is me niet bekend. Het is te hopen dat ze met het derde deel niet zo lang zullen wachten, want ik ben nieuwsgierig naar de verdere ontwikkelingen in het leven van Cleo en de rest van de cast.

Ross Campbell – Natte maan 2: Onzichtbare voeten
Uitgeverij Xtra
ISBN 9789077766514

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Roodkapje redux

Het is een eeuwigheid geleden sinds mijn moeder mij voor het eerst het verhaaltje over Roodkapje voorlas. Sindsdien kom ik het echter geregeld tegen, telkens in een andere gedaante. Sprookjes blijven film- en stripmakers eindeloos inspireren.

Het van oorsprong Franse volksverhaal werd in 1697 door Charles Perrault op papier gezet. Hierin wordt het meisje met het rode kapje nog gewoon opgevreten door de grote boze wolf, om zo alle meisjes te waarschuwen voor vreemde, charmante wolven. Het zou maar slecht met ze aflopen als ze zich door de eerste de beste laten inpakken. In de versie van de gebroeders Grimm loopt het beter af en worden Roodkapje en grootmoeder gered door de jager.

In de komische animatiefilm Hoodwinked! uit 2005 begint zo’n beetje waar het sprookje traditioneel eindigt, waarna Roodkapje en de wolf de spil vormen in een politieonderzoek dat elementen uit Agatha Christie, Rashomon en The Usual Suspects verenigt.

In de korte strip Rood staat u erg goed van Lucie Durbiano & Charles Perrault (gepubliceerd in Eisner #5) loopt een dialoog tussen de wolf en Roodkapje uit in een onenightstand. Roodkapje geeft haar lichaam nadat de wolf heeft bekend ook van haar te houden, maar na de daad blijken dit holle woorden te zijn geweest. Arme Roodkapje.

En nu is er Roodkapje Redux uitgegeven door Bries.

Illustrator en filmmaker Nora Krug is sinds geruime tijd gefascineerd door het potentieel van bestaande verhalen. In haar werk brengt ze historische personages weer tot leven en haalt ze verborgen verhaallijnen tussen de bekende regels vandaan. Krug vertelt in Roodkapje Redux het oude verhaal in vijf kleine boekjes. Ieder boekje biedt het perspectief van één van de personages: Roodkapje, de wolf, grootmoeder, moeder en de jager. Krug gebruikt alleen maar point-of-view shots. Wie de boekjes na elkaar leest, krijgt dus telkens een ander perspectief op dezelfde scènes.

Het geheel hangt aardig samen in deze in naïeve stijl getekende, tekstloze prentenboekjes.

Het interessants vond ik de elementen die Krug aan het verhaal toevoegt. Roodkapje eet onderweg een stukje paddenstoel waar ze van gaat hallucineren. Als de wolf wordt doodgeschoten is dat nog niet einde verhaal: we zien hoe hij naar de hemel vaart en daar door de wolfgod een stel engelenvleugels krijgt aangereikt. En ik had nooit gedacht dat de jager en de moeder van Roodkapje een geheime relatie hadden. Dit is meteen de reden waarom moeder haar dochter alleen naar oma laat afreizen door het gevaarlijke donkere bos: ze wil immers in alle rust haar geliefde kunnen ontvangen.

Het geheel is leuk verpakt in een geïllustreerd doosje, wat Roodkopje Redux uitermate geschikt maakt als cadeautje. Vooral bedoeld voor volwassen lezers.

Nora Krug – Roodkapje Redux
ISBN 978-90-76708-89-8
Bries, €25,-

Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Striprecensie Strips

Het fijne, kleine boek van de Beatles

Al een paar dagen klinken liedjes van The Beatles in mijn hoofd en dat komt door Het kleine boek van de Beatles. Een geïllustreerd feitelijk relaas over het leven van de mythische band, gemaakt door fan en stripmaker Hervé Bourhis. Ik vind het een heerlijk boekje.

The Beatles waren al zo’n acht jaar uit elkaar toen ik geboren werd, toch is het mijn favoriete band aller tijden. Dat John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr nog steeds aandacht generen blijkt wel uit de hoeveelheid boeken er nog steeds over hen verschijnen.

Wat het boekje van Bourhis bijzonder maakt, zijn de illustraties. Bourhis tekent in een ontspannen lijn sleutelmomenten uit de Beatlegeschiedenis. Hij baseert zich vaak op bestaande foto’s en albumhoezen, maar door de tekeningen zien die overbekende platen er weer fris uit. Doorgewinterde fans zullen weinig nieuws lezen in dit boekje, maar dankzij de tekeningen krijgen ze dus wel een kans om de geschiedenis van hun favoriete band op een andere manier door te nemen.

Veel Beatle-boeken eindigen op het moment dat de band uit elkaar gaat. Bourhis behandelt ook de solojaren en gaat door tot 2009, het moment dat hij een concert van Paul McCartney bijwoont.

Door de speelse lay-out is het soms niet helemaal duidelijk in welke volgorde de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Ook had ik een index en paginanummering wel fijn gevonden.

Hervé Bourhis woont in Bordeaux en werkt als illustrator en cartoonist voor een aantal bladen. Hij heeft verschillende titels op zijn naam staan, waaronder Le Petit Livre Rock dat qua aanpak veel wegheeft van het Beatle-boekje.

Recensent
In zijn verhaal schuift de stripmaker zijn eigen mening niet onder stoelen of banken. Hij recenseert de Beatle-platen en voorziet deze van een score. Zo omschrijft hij Rubber Soul – een van de beste platen van het viertal – als volgt: ‘Warm en melancholisch als knappend houtvuur op een zondagmiddag is dit het herfstalbum bij uitstek, en ook van alle andere seizoenen sinds1965.’ Daarentegen is Bourhis minder lovend over de single All you need is love/Baby you’re a rich man: ‘Een lofzang op de universele liefde, irriterend en zo koel als de hel. (…) De b-kant is onverdraaglijk.’ Nou ja, je hoeft het niet met de tekenaar eens te zijn om toch van het boek te kunnen genieten.

Wat ik ook sympathiek vind is dat personages al worden geïntroduceerd voordat ze iets met de band te maken krijgen. Zo geeft de auteur wat achtergrondinformatie over hun latere manager Brian Epstein en Yoko Ono, die enkele jaren later een symbiotische relatie aangaat met John Lennon.

Het kleine boek van de Beatles is fijn leesvoer voor de fans en een ieder die op speelse wijze iets meer willen weten over het legendarische viertal uit Liverpool.

Hervé Bourhis , Het kleine boek van de Beatles
ISBN: 978 90 549 2322 0
Oog & Blik/De Bezige Bij, €24,90

Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Film Striprecensie Strips

Boerke in Hollywood

In Boerke in Hollywood neemt Pieter de Poortere een brede collectie Hollywoodfilms op de hak. In één tekstloze pagina geeft de Gentse stripmaker een eigen draai aan een bekend filmverhaal. Uiteraard met een hoofdrol voor Boerke. Of Hoerke als het om een vrouwelijke hoofdrol gaat. Van Het Monster van Frankenstein tot Psycho, van Taxi Driver tot The Hurt Locker: Boerke zet de film op stelten.

Een leuk concept, dat zeker, maar niet altijd even geslaagd uitgevoerd. Soms wijkt de Poortere zodanig af van de oorspronkelijke film dat deze moeilijk herkenbaar is. Zijn versie van A Few Dollars More had eigenlijk over iedere willekeurige Western kunnen gaan.

De grap draait ook vaak uit op de dood van Boerke of een of andere seksuele twist. Zo kiest de Prins op het Witte Paard ervoor het bed te delen met de zeven dwergen als blijkt dat Sneeuwwitje dood is. Boerke als Robin Hood verkiest het bezoek aan een hoer boven het bevrijden van Lady Marian als blijkt dat een kuisheidsgordel hem de toegang tot haar schoot ontzegt.

Soms maakt De Poortere het zichzelf wel heel makkelijk door bij herhaling terug te vallen op opblaaspoppen en poepende vogels.

Daarentegen komt de stripmaker in sommige strips juist erg sterk uit de hoek. Hij weet de scène uit The Shining waarin Jack Nicholson zijn vrouw met een bijl belaagt, tot een aardige anticlimax te brengen.

In de parodie op Cocktail probeert Boerke indruk te maken op de schoonmaakster door flink te schudden met een cocktailbeker. Dit blijkt uiteindelijk een urn vol as te zijn die de zuurkijkende nabestaanden komen ophalen.

En in Kill Bill, de leukste visuele grap van het album, gaat de stripmaker speels met het medium om:

Een decennium Boerke
De Poortere debuteerde tien jaar geleden met Boerke. Hij won toen meteen de Stripschapspenning voor het beste Nederlandstalige album van het jaar. Het zwijgzame mannetje, Dickie in het Engels, kent een internationale carrière en is onder andere in Tsjechië, Amerika, Zweden, Slovenië en Taiwan verschenen. Boerke in Hollywood is een aardig album om tien jaar Boerke mee te vieren, al is het album van wisselende kwaliteit.

Pieter de Poortere – Boerke in Hollywood
Oog & Blik/De Bezige Bij
ISBN978-90-549-2318-3

Deze recensie is ook op het stripblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Striprecensie Strips

Rood Gras 2: Surrealistische strips met een vrolijke kronkel

Vannacht is mijn vriendin in een ijsje veranderd luidt de titel van Rood Gras #2. De oplettende lezer begrijpt meteen dat Rob van Barneveld geen dagboekstrips tekent, tenzij hij zijn leven verstript onder invloed van een sterk hallucinerend middel.

De stripmaker toont ons namelijk een surrealistisch universum waarin van alles mogelijk is: een eenzame rotonde belt een datingbureau; Rob knipt een stukje Ierse lucht uit en zet dit thuis op een kastje; als hij een dag geen zin heeft stuurt Rob zijn schaduw naar zijn werk. En inderdaad, in een van de strookjes verandert zijn vriendin ’s nachts in een ijsje.
Het zijn bevreemdende, soms ontroerende, maar bovenal grappige strookjes die mij een goedgemutste dag bezorgde – en in de strips van Rood Gras zou dat gemakkelijk letterlijk opgevat kunnen worden. Moeder Dag mag alvast een goede muts gaan breien.

Hoewel niet letterlijk autobiografisch, zijn Van Barnevelds stripjes ongetwijfeld wel geïnspireerd door dingen die hij heeft meegemaakt of heeft gedroomd. Van Barneveld toont ons met zijn stripjes dat je ook anders tegen de wereld aan kunt kijken. De ondertitel van zijn site is niet voor niets dat de realiteit altijd beter kan. Wanneer Rob het as van zijn opa uitstrooit, blijken de stofjes allemaal kleine versies van zijn opa te zijn die hun kleinzoon vaarwel zeggen.
Ook van iets alledaags als het aansluiten van internet weet Van Barneveld iets absurds te maken. Zo moet volgens de gebruiksaanwijzing de modem bij het uitpakken worden toegezongen en kan het apparaat pas aan als het acht minuten in de frituur is gezet.

Niet alle strookjes zijn even schattig natuurlijk. Sommige grapjes zijn wat flauw, zoals de ruimtevaarder wiens hond bij het uitlaten gewichtloos een bruine ster aan de hemel toevoegt. Misschien is de humor van Rob niet aan iedereen besteed, Rood Gras is wel een uniek geluid in de Nederlandse stripwereld en dat moeten we koesteren.

Rob tekent in een eenvoudige, wat naïeve stijl die prima aansluit bij het door hem gepresenteerde wereldbeeld. Lezers van het magazine Zone 5300 en de site van RoodGras.nl kennen Robs werk natuurlijk allang. Het wordt tijd dat een groter publiek ook gaat inzien dat het gras aan de andere kant van de heuvel niet per se groen hoeft te zijn.

Deze recensie staat ook op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Striprecensie Strips

De sluipschutter

Jacques Tardi maakte van de roman van Jean-Patrick Manchette en zeer onderhoudende strip.

Martin Terrier, de sluipschutter waar de titel naar verwijst, is een onsympathiek personage met een behoorlijk bord voor zijn kop. Op achttienjarige leeftijd wordt hij verliefd op de beeldschone Alice, een meisje met rijke ouders. Martin besluit huurmoordenaar te worden om zo genoeg geld te kunnen verdienen om ooit haar hand te kunnen vragen. Dat hij verwacht dat ze braaf tien jaar op zijn terugkomst wacht, verraadt zijn naïviteit. Hetzelfde geldt voor zijn hoop dat hij de onderwereld en opdrachtgever zonder kleerscheuren de rug toe kan keren. De huurmoordenaar die na een laatste klus zijn pistool aan de wilgen hangt, maar teruggezogen wordt in het misdaadmilieu is een beproefd cliché binnen het thrillergenre.

Thrillerschrijver Jean-Patrick Manchette blijft keurig binnen de kaders van het genre en levert een onderhoudende, zij het inktzwarte thriller af. Hij schetst een wereld zonder hoop of humor, volgepropt met gewelddadige uitbarstingen. In een scène rukt Terrier zelfs bij iemand een oor af om aan informatie te komen.

De stripbewerking van Manchettes roman krijgt wat mij betreft vooral een meerwaarde door de pakkende tekenhand van Jacques Tardi. Dit is een van de betere boekverstrippingen die ik heb gelezen. In tegenstelling tot de slaafse stripversies die Dick Matena maakte van Nederlandse literaire klassiekers als De Avonden en Kort Amerikaans, waarbij de tekenaar letterlijk verbeeldt wat we ook in de integraal opgenomen tekst kunnen lezen, laat Tardi beeld en tekst een symbiotische relatie aangaan. Hij kiest zorgvuldig wat hij wel en niet uitbeeldt, waardoor de platen en proza elkaar in veel gevallen aanvullen. Al overheersen de grote lappen tekst soms wel het beeld.

Stripmaker Jacques Tardi is met name bekend van zijn verhalen over de Eerste Wereldoorlog, zoals de stripromans Loopgravenoorlog en Isabelle Avondrood. Eerder maakte hij verstrippingen van het werk van Louis-Ferdinand Céline en Kleine West Coast blues van Manchette.
In De Sluipschutter zet Tardi het Parijs van de jaren zeventig gedetailleerd en sfeervol op het papier. Het is een genot om zijn realistische decors te bestuderen.

Tardi, Jacques en Manchette, Jean Patrick – De sluipschutter
Oog&Blik/De Bezige Bij, € 17,90
ISBN: 9789054923121

Deze recensie staat ook op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Striprecensie Strips

Spider-Man: One moment in time

In 2008 zette Marvel Spidermans wereld op zijn kop door het huwelijk tussen Peter Parker en Mary Jane op magische wijze te ontbinden. Ze sloten een deal met Mephisto, Marvels versie van de duivel, om het leven van een dodelijk gewonde tante May te redden. De prijs was hun huwelijk. In het verhaal One moment in Time vertelt schrijver Joe Quesada hoe de duivel precies te werk is gegaan.

Na het verhaal One More Day, werd Peter Parker wakker in het huis van tante May terwijl ze het ontbijt aan het maken was. Van de een op de andere bladzijde was het huwelijk dus ongedaan gemaakt en zag Peters leven er weer uit als de jaren voor voordat hij getrouwd was. Terug naar de basis was nodig vond Marvel, omdat de jonge lezers zich niet zouden kunnen identificeren met een getrouwde Peter Parker.

In One Moment in Time (dat als acroniem heel slim OMIT spelt) wordt duidelijk dat er wel degelijk tijd is verstreken en hoe het huwelijk werd ontbonden.

Mislukte bruiloft
Peter Parker kwam nooit opdagen voor de ceremonie, want hij lag bewusteloos onder het lijf van een schurk die hij probeerde te redden toen die van het dak afviel. Een nogal klungelig handelende Spiderman wist op die manier de val van de man te breken, maar raakte zelf buiten bewustzijn. Dit is het zwakste punt uit het verhaal van Quesada, dat verder redelijk goed in elkaar steekt.

Wat ik er vooral goed aan vind is dat Quesada de gebruikelijke thema’s die bij Spiderman horen gebruikt om de grote veranderingen in het leven van Peter te motiveren, namelijk zijn verantwoordelijkheid jegens de mensheid en de prijs die hij daar op persoonlijk vlak voor moet betalen. Mary Jane wil eerst niets meer van Peter weten nadat hij niet op kwam dagen voor het huwelijk, maar besluit later dat ze toch met hem samen wil leven, ook al wil ze niet meer met hem trouwen. Ooit wilde ze kinderen, maar het ouderschap combineren met het gevaarlijke leven dat Peter leidt ziet ze niet zitten. Dat ze uiteindelijk toch een punt zet achter de relatie heeft alles met dat gevaarlijke leven te maken.

Ontmaskering
Tante May werd geraakt toen misdaadbaas Wilson Fisk opdracht gaf om Parker te vermoorden. Parker was zo dom om tijdens Civil War zijn identiteit aan de gehele natie te tonen. Vanaf dat moment zat iedere vijand achter hem aan. In OMIT is ook Mary Jane doelwit van een huurmoordenaar. Hoewel Peter haar weet te redden, beseft ze dat haar hele familie gevaar loopt omdat ze Spidermans liefje is. Het is een last die ze niet langer wenst te dragen. Daarom zet ze uiteindelijk een punt achter hun relatie – ook al heeft Doctor Strange er op magische wijze voor gezorgd dat niemand anders dan zij weet wie Spiderman is.

(Ook een slimme zet van Marvel, want hoewel de publieke ontmaskering van Spiderman enkele interessante verhalen in de persoonlijke sfeer opleverden, uiteindelijk bleek het een doodlopende weg te zijn.)

De ontbinding van Spidermans huwelijk ligt dus wat ingewikkelder dan één vingerknip van de duivel.

Het thema dat de geheime identiteit van de held een gevaar is voor zijn naasten is een rode draad in de verhalen van Spiderman. Quesada maakt hier goed gebruik van. Ook schrijft hij natuurgetrouwe dialogen. Het is fijn om te lezen dat Peter en Mary Jane hun koude oorlog hebben beslecht door de dialoog met elkaar aan te gaan en dat ze na dit verhaal weer op goede voet met elkaar staan. Dat biedt hoop voor de toekomst.

Hoewel ik als Spiderman-fan nog steeds niet echt blij ben met de redactionele veranderingen die er door Brand New Day zijn doorgevoerd, vind ik dat editor-in-chief Quesada zich hier goed heeft uit geschreven. Al is de algemene tendens van de fans anders, maar goed het merendeel kon zijn bloed toch al drinken sinds Brand New Day.

Wat minder goed werkt in OMIT zijn de verschillende tekenstijlen die door elkaar gebruikt worden. Marvel herprintte oude scènes uit Amazing Spider-Man annual #21 uit 1987 getekend door Paul Ryan en geschreven door David Michelinie. Dit zijn de scènes voorafgaand aan het huwelijk. Ze worden afgewisseld met de herschreven geschiedenis getekend door Paolo Rivera en Joe Quasada.

Quasada tekende de scènes die zich in het heden afspelen, waarin Mary Jane en Peter met elkaar praten over het misgaan van de huwelijksdag en de tijd erna. Rivera tekent de flashbackscènes. De drie stijlen mengen niet lekker met elkaar. Dat is prima zolang het om Ryans werk versus dat van Rivera gaat, want zo zijn de aanpassingen in Spidermans geschiedenis duidelijk zichtbaar. Maar waarom Rivera niet gewoon de rest heeft getekend is me niet duidelijk. Het was de homogeniteit zeker ten goede gekomen.

Spider-Man: One Moment in Time is een tradepaperback waarin Amazing Spider-Man #638 tot en met #641 gebundeld zijn.