Categorieën
Striprecensie Strips

Wills kracht van Willem Ritstier

In Wills kracht laat stripauteur Willem Ritstier zien wat er met een gezin gebeurt als een van de leden borstkanker krijgt.

Ritstier kennen stripliefhebbers vooral van avonturenstrips zoals Ward, Claire DeWitt en Nicky Saxx. Met Wills kracht vertelt de winnaar van de stripschapsprijs 2017 voor het eerst een zeer persoonlijk verhaal, namelijk het ziekbed van zijn vrouw en haar strijd tegen kanker die vijf jaar lang duurde.

Wanneer Will een knobbeltje in haar borst ontdekt blijkt al snel dat ze borstkanker heeft. Ritstier laat zien hoe ze daarna in de medische mallemolen terechtkomt, waarin artsen soms ook maar wat lijken aan te rommelen. Kanker is moeilijk te bestrijden en behandelingen zijn soms een gok. Een patiënt staat voor verschillende keuzen en lang niet altijd is zeker of de behandeling werkt. Daarbij worden er soms medische fouten gemaakt.

Toch gaat het boek meer over wat er in het gezin omgaat en dan met name in het hoofd van Willem. Het lange wachten terwijl zijn vrouw geopereerd wordt, de machteloosheid die hem overvalt en hoe zwaar het kan worden als je een gezin moet onderhouden en een doodzieke vrouw moet verzorgen.

Ik vind het heel moedig en bewonderenswaardig dat Ritstier dit persoonlijke en toch ook pijnlijke verhaal heeft willen vertellen. Het is immers het verhaal van hoe hij zijn vrouw verloor.

Ritstier werkte er zeven jaar aan. In het nawoord vertelt hij: ‘In 2010 begon ik te werken aan wat later Wills kracht zou worden. Mensen om mij heen dachten dat het een soort therapie voor mij was, maar zelf besefte ik dat pas tijdens het afronden van het verhaal. Naast het therapeutische element was er ook een behoefte om toch een soort monument voor Will te creëren. Na drie pogingen lukte het om een definitieve vorm te vinden voor de uitwerking. Vooral de laatste dertig pagina’s zorgden er voor dat ik in een emotionele achtbaan terechtkwam, maar gelukkig was er veel steun van mensen om mij heen.’

Opmerkelijk genoeg tekent Ritstier in de strip geen gezichten. Hij communiceert via lichaamshoudingen en kleurgebruik. Dit geeft de personages een universeel karakter waardoor het particuliere leed ontstegen wordt. Ik vind de publicatie van dit soort stripverhalen erg belangrijk, want het maakt de lezer duidelijk wat je allemaal te wachten staat als jij of iemand uit je naaste omgeving de diagnose kanker krijgt. Het beeldverhaal als documentaire dus. Misschien helpt dit zaken bespreekbaar te maken voor mensen die in een vergelijkbare situatie zitten.

Deze pagina vond ik het ontroerendste fragment uit Wills kracht. Ritstier vat in vier plaatjes een heel leven samen:

Wills kracht verschijnt 3 oktober bij uitgeverij SubQ. Oktober is borstkankermaand.

Categorieën
Striprecensie Strips

Octopus van Mark Hendriks

Octopus van Mark Hendriks is een prachtig beeldverhaal waarvan menig stripplaatje niet zo misstaan aan de muur van een galerie of museum.

Scratch Books beloofde vooral kwalitatief hoogwaardige en goed verzorgde strips uit te gaan brengen toen de uitgeverij zichzelf in 2014 aan de wereld voorstelde. Uitgevers Wiebe Mokken en Hansje Joustra hebben woord gehouden, want in de afgelopen jaren kwamen er prachtige graphic novels bij ze uit. Van die strips waar je je vingers bij zou aflikken als ze eetbaar waren geweest.

Het is dan ook geen toeval dat aardig wat van de strips van Scratch door mij zijn besproken op dit blog of in de VPRO Gids, waar ik nog steeds voor schrijf. Zoals In the Pines van Erik Kriek, Iedereen op Claudia van Sam Peeters en Mijn vriend Dahmer van Derf Backderf.

Recent voegde Scratch een nieuw album van Mark Hendriks aan dit fonds toe: Octopus. Over Hendriks heb ik het eigenlijk nog niet gehad, en dat ligt niet aan de kwaliteiten van deze in Amstelveen geboren stripmaker.

Internationaal talent
Hendriks (1971) studeerde in 1997 af aan de Academie Minerva in Groningen. Naast zijn werkzaamheden als illustrator publiceerde hij vanaf 1990 in verschillende stripbladen. Zijn werk verscheen o.a. in Frankrijk, Japan, Italië, Slovenië en Finland. In 1996 won hij de VSB Aanmoedigingsprijs en in 1998 de Handyburger Award (Slovenië). Ook ontving hij drie Stripschapspenningen in de categorie Album van het jaar: voor Tomoyo (1996), voor de albums Hong Kong Love Story en Ikayaki samen (2000) en De nieuwe hemel (2006). In 2015 kwam bij Scratch Hendriks album Tibet uit.

Tot zover het cv van Hendriks, die zijn leven deelt met Maaike Hartjes met wie hij samen Hongkong Dagboek maakte. Wat deze twee stripmakers met elkaar gemeen hebben is dat ze allebei een duidelijke eigen stijl hanteren en lekker tegendraads hun eigen weg gaan. Dat laatste zie je ook in Octopus terug.

Kunst
Octopus is hardcoverboek op oblongformaat, het is een horizontale vertelling. Op grafisch vlak is dit beeldverhaal heel erg sterk: de tekenlust van Hendriks zie je er duidelijk in terug. Vol met fijne details, gebruikt Hendriks soms heel zelfverzekerd dikke lijnen om objecten met grote contouren op papier te zetten. Daarnaast creëert hij een figuratief effect door een sterke verdeling tussen zwarte en witte vlakken. Veel individuele stripplaatjes zouden niet misstaan aan de muur van een galerie of museum.

Hendriks verdeelt de afbeeldingen vaak op in verschillende stripplaten. Dit, gecombineerd met het feit dat het album horizontaal is vormgegeven, maakt dat het verhaal van links naar rechts aan je voorbijtrekt, als een filmcamera die van links naar rechts beweegt. Wat in filmtermen ook wel een ‘pan’ wordt genoemd. Het effect van deze aanpak is dat je als lezer op reis in het verhaal wordt genomen.

Pratende octopus
Dat verhaal speelt zich af in het Koreaans dorpje Namusangun. De hoofdrolspeelster runt overdag een toeristenwinkel en speelt ’s avonds computerspelletjes met haar neefje. Het liefste gaat ze echter vissen in het natuurreservaat. Daar ontmoet ze een pratende octopus met wie ze een vriendschap sluit. Ondertussen dwalen twee toeristen in het dorpje rond, vol met informatie over de streek. De running gag in het verhaal is dat ze telkens op gesloten deuren sluiten. Of ze nu een tempel bezoeken of het souvenirwinkeltje van de hoofdpersoon. En dan is er nog de oude man, de ex-schoonvader.

Hendriks speelt graag met herhalende elementen en de variaties daarop. Het verhaal is ietwat dromerig en onwerkelijk, want octopussen kunnen niet echt praten… toch? Wat ze wel kennelijk kunnen is vrijen met de hoofdpersoon. In tegenstelling tot hentai, is de tentakelseks in Octopus eerder erotisch en intiem dan pornografisch. Maar de lezer zij gewaarschuwd: lang niet alles is wat het lijkt.

Octopus seks!

Ik vind Octopus een lust voor het oog en een boek dat ik zeker nog eens zal lezen.

Mark Hendriks. Octopus.
Uitgeverij Scratch Books, €39,90

Categorieën
Striprecensie Strips

Iedereen op Claudia

Als ik me niet vergis, is Iedereen op Claudia, na In de schaduw van mijn lul en Fucking Hell, de derde solostriproman van stripmaker Sam Peeters, die al jaren een vierde deel is van het humoristische stripcollectief Lamelos. Met Iedereen op Claudia heeft de stripmaker zichzelf overtroffen.

Tijdens het lezen heb ik vaak moeten gniffelen en hardop moeten lachen. En dat terwijl wat Peeters te vertellen heeft, op zijn best een tragikomisch verhaal van een mislukte liefde genoemd kan worden.

Peeters laat in deze tekstloze striproman zien hoe een verliefdheid op een klasgenootje uit kan groeien tot een obsessie. Toegegeven: Claudia is het mooiste meisje van de klas, iemand waar alle mannen voor vallen. Dus dat zij de hormonen van de hoofdpersoon overuren laat draaien, snap je meteen. Vanaf de eerste keer dat zij de klas in loopt, is de hoofdpersoon verliefd op Claudia. Gedurende hun levens komen de hoofdpersoon en Claudia elkaar geregeld tegen, toch wil het met de liefde niet vlotten.

In tegenstelling tot de andere personages blijft de hoofdpersoon het gehele verhaal naamloos, maar aangezien de stripmaker hem met ‘ik’ aanduidt, noem ik hem voor het gemak dus maar even Sam.

Bloedcontract
Twee keer heeft Sam de kans om met Claudia te zoenen en staat ze daarvoor open, maar beide keren zit er iets in de weg. De eerste keer is dat een dom contract dat hij afsloot met zijn beste vriend. Dit contract, ondertekend met bloed, staat dat ze geen van beide zullen proberen Claudia voor zich te winnen omdat ze haar allebei leuk vinden. Daarom wijst Sam Claudia af. Dom, want als Claudia later interesse in die vriend toont, leidt tot serieuze contractbreuk. Jaren later komt Sam Claudia bij toeval weer tegen als hij aan het stappen is met een vriend en heeft hij een tweede kans iets met haar te beginnen. Helaas heeft Sam al een vriendin en een te groot eergevoel. Nobel wellicht, maar achteraf erg zuur als blijkt dat het vriendinnetje achter zijn rug om vreemd gaat met een neanderthaler uit de buurt.

Peeters gebruikt een toegankelijke cartooneske tekenstijl waardoor alles wat hij toont, automatisch vrolijker wordt en grappiger lijkt. De schrijnende scènes worden hierdoor meteen tragikomisch. Wanneer Claudia met iedereen het bed in lijkt te willen duiken behalve met de hoofdpersoon, laat hij haar in zijn fantasie het middelpunt zijn van een gangbang waarin ze volledig letterlijk stuk geneukt wordt. Door de tekenstijl van Peeters zijn dit soort scenes niet-seksueel maar vooral hilarisch.

Zoals met de meeste obsessies stevent het verhaal af op een droevig en schrijnend einde. Toch zorgt Peeters met het allerlaatste stripplaatje dan toch weer voor een fantastische punch line.

Zoals gezegd is Iedereen op Claudia volledig tekstloos, op tekstballons na die de namen van de personages introduceren. Peeters is een visueel verteller en heeft verder dus ook geen tekst nodig. Als Sam na een avondje stappen met Claudia bedroefd thuis aan de keukentafel zit met een biertje en baalt dat het weer niet is gelukt met haar, tekent Peeters twee dikke druppels op het bierblikje, die natuurlijk staan voor de tranen die Sam van binnen huilt.
Pas als je het boek dichtslaat, realiseer je je pas hoe weinig we eigenlijk over de persoonlijkheid van de personages te weten zijn gekomen. Alles staat in teken van de obsessie van Sam met Claudia. Alle andere zaken waardoor daardoor buiten beeld gelaten.

Mocht het nog niet duidelijk zijn: ik vind Iedereen op Claudia een mooi, grappig en heel genietbaar album. Ik kijk uit naar het volgende soloproject van Sam Peeters.

Sam Peeters. Iedereen op Claudia
Uitgeverij Scratch Books
Hardcover, 224 pagina’s € 34,90

Categorieën
Bloggen Striprecensie Strips

Nieuwe kalender

Een nieuw jaar, dus een nieuwe Eppo kalender op de wc. Hoewel ik al ruim een jaar niets meer voor Eppo geschreven heb, beschouwen ze mij nog steeds als medewerker aan dit stripblad. Dat vind ik een leuk idee.

eppo-kalender-2017
Een strakke Roodhaar op de cover van de nieuwe Eppo-kalender. Getekend door Romano Molenaar natuurlijk.

Ik vind het bijzonder dat de Eppo alweer zoveel jaar bestaat na de herstart en ook vind ik het stripjournalist natuurlijk erg leuk als er stukken van mij in het blad staan. We zijn op dit moment voorzichtig aan het kijken wat ik voor het blad zou kunnen schrijven. Het probleem met Eppo is dat de smaak van de doelgroep van het magazine maar deels overeenkomt met de mijne. Dat betekent dat veel waar ik over zou willen schrijven niet bij die doelgroep aansluit.

Dat komt overigens wel vaker voor, hoor, dat ik over onderwerpen wil schrijven maar dat ik geen opdrachtgever kan vinden die daar zin in heeft. Daarom ben ik ooit begonnen met bloggen, zodat ik toch een podium voor die stukken had. Uiteindelijk is het blog een project op zichzelf geworden waar ik veel tijd en energie in steek.

In mijn achterhoofd ben ik altijd plannetjes voor dit medium aan het bedenken en vaak hoop ik het helemaal eens anders aan te gaan pakken. Een frisse wind, zoals het begin van een nieuw jaar ook zal zijn.

Een terugkerend idee is om geen recensies meer te schrijven. Daar beleef ik namelijk weinig lol in en ik vraag me steeds vaker af of er voor recensies in het huidige medialandschap nog wel plaats is.

Filmmaatschappijen maken het voor recensenten namelijk steeds moeilijker om goed hun werk te doen door persvoorstellingen vlak voor de release van blockbusters te programmeren. En als we de films eerder kunnen zien, wordt er vaak een embargo opgelegd. Je mag dan pas vlak voordat de film uitkomt, soms maar een dag van de tevoren, je recensie publiceren. Filmmaatschappijen vinden het veel leuker als je over trailers schrijft, speculeert over casting en plotpunten of andere triviale dingen. Alles wat het product onder de aandacht brengt, behalve gegronde kritiek die de potentiele bioscoopbezoeker vertelt dat de film eigenlijk misschien helemaal niet zo goed is.

Wat striprecensie betreft denk ik vaak: wie ben ik eigenlijk om te zeggen of deze strip wel of niet goed is. Ja, een stripjournalist die heel veel gelezen heeft en veel strips kent. Dat is mijn culturele bagage waarmee ik tot een evenwichtig oordeel zou moeten komen. Maar zelfs dan zie ik grote verschillen tussen de verschillende beoordelingen van professionals. Een boek kan in de Volkskrant twee sterren krijgen en elders vier of vijf. Ik zie soms heel positieve recensies van een strip die ik als veel minder beoordeel. En ongetwijfeld gebeurt dat ook andersom. Recensies zijn deels dus erg arbitrair.  

Maar ik weet ook dat iedereen die een creatief product maakt, het beste wil maken wat binnen zijn of haar mogelijkheden ligt. Niemand wordt ’s ochtends wakker en denkt: ‘Laat ik eens een paar maanden van mijn leven opgegeven om een kutstrip te maken. Hetzelfde geldt voor films ook natuurlijk.

Dat veel films, boeken, strips of andere producties tegenvallen ligt dus niet aan de intentie van de maker, maar aan allerlei andere factoren zoals tijd, geld en andere dingen die de boel beperken. Om na al die moeite die een maker gestoken heeft in zijn verhaal dan te zeggen, ik vind het ruk, tja… Daar heb ik dus niet veel zin meer in.

Maar wat ik dan wel van plan ben, vertel ik je binnenkort.

Ik heb alvast onwijs zin in dit nieuwe jaar. Jij hopelijk ook.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Lucifer – Book One

Once upon a time, well actually in the nineteen nineties, writer Neil Gaiman enriched the comic book world with his series The Sandman, a wonderful series I’ve written about before. Lucifer Morningstar, aka the Devil, the Fallen One, was one of the characters Gaiman, Sam Kieth, and Mike Dringenberg brought to life in the Sandman comics.

lucifer-book-one-coverThe lord of the Underworld got his own ongoing series after a three issue limited series in 1999 and lasted for 75 issues that ended in August 2006. Mike Carey wrote all issues. Lucifer Book One collects issues 1 -13 and the limited series. The stories are illustrated by Peter Gross, Ryan Kelly, Dean Ormston, Scott Hampton, Chris Weston and James Hodgkins.

All these artists have their own distinguished styles and strengths, though I am particularly fond of Warren Pleece’s peculiar drawing style and the painterly quality of Scott Hampton’s illustrations.

The book begins where The Sandman, Vol. 4: Season of Mist ended, with Lucifer Morningstar as the owner of Lux, an elite piano bar in Los Angeles. Lucifer has resigned as the Lord of Hell and subsequently loses his wings. He’s basically enjoying retirement until Heaven recruits him on a quest to stop a group of gods that were ruling humanity before God came around. These old gods feed on people’s desires and grant wishes to mortals. Because this will lead to disaster, it is up to Lucifer to put a stop to these gods. However, the Devil wouldn’t be the Devil if he doesn’t want something in return for his troubles.

It would be no fun to tell you more about the plot, but rest assured that Lucifer has a large scheme in mind to come out on top and ruff the ol’ mighty God, risking a war with Heaven without breaking a sweat.

Lucifer as illustrated by Warren Pleece
Lucifer as illustrated by Warren Pleece.

Lucifer Book One contains numerous adventures that are all connected and form one big narrative that lead to the apocalyptic confrontation between Heaven’s Angels and Lucifer. Along the way Lucifer comes across, recruits and uses interesting characters that all have their part to play in his elaborate scheme. I especially liked the plot revolving the teenagers Elaine and Mona. Elaine is able to talk to the dead and has lively conversations with deceased grandmothers. When Mona dies, her ghost turns up in Elaine’s bedroom. Together they figure out how Mona died and discover she was killed. Elaine risks her own life trying to bring the killer to justice.

Honestly, the narrative sometimes gets pretty dark and Carey has no problem showing the dark side of humanity, nor the ruthlessness of Angel Amenadiel who represents Heaven’s rule and is Lucifer’s antagonist. The egotistic Amenadiel doesn’t shy away from making thousands of mortal victims in a charge against Lucifer as long as in the end Heaven prevails.

Lucifer as illustrated by Scott Hampton.
Lucifer as illustrated by Scott Hampton.

Lucifer’s big beef against God revolves around the fact that in God’s rule there is no such thing as free will and all is predetermined by God, even rebellion and sin. This means that the damnation of sinners is also pre-planned by his royal Highness. Lucifer in this case represents free will and rebels against God’s totalitarian and dictatorial rule. Mike Carey says in the introduction that this is a what-if story in which Lucifer is God’s son; a classical conflict between father and son sits at the heart of this tale.

At least, that’s what I got out of reading this tome that’s almost 400 pages thick and seems to be only the beginning of the Lucifer’s story. I thought Lucifer Book One was a very interesting read, with the writing and art work filled to the brim with fantastical and wonderful details. So much so that it will be worthwhile and necessary to give it a second read somewhere in the near future.

luciferMoreover Lucifer is also the main character in the eponymous TV series that premiered on Fox in January 2016. Since I haven’t seen an episode, I can’t tell whether or not the series by Tom Kapinos is truthful to the character or not. Nor do I really care, for I’ll be busy catching up reading the other four collections of the comic book series that have already come out, so I haven’t got the time to watch any television for the next couple of weeks!

This review was written for and published on blog of the American Book Center.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Tamara

Tamara is 15 jaar, zo’n twintig kilo te zwaar en de hoofdpersoon in een gelijknamige stripreeks door Zidrou, Darasse en Bosse.

Diego en Tamara.
Diego en Tamara.

De albums gaan om de avonturen van Tamara, haar vriendinnen en klasgenoten en de zaken waar tieners mee te maken hebben. Uiteraard wordt Tamara vaak gepest vanwege haar omvang, maar dat is gelukkig niet de kern van de verhalen. Als Tamara een oogje krijgt op Diego, de nieuwe, knappe jongen op school, denkt ze geen kans te maken, maar hij kiest uiteindelijk toch voor haar. Sommige vriendinnen zinnen echter meteen op plannen om hun prille liefde te bombarderen.

tamara-diego

Tamara is een erg frisse stripreeks met een diverse en bijdetijdse cast. Tamara’s ouders zijn gescheiden en moeders heeft het nieuwe geluk gevonden bij een donkere man. Tamara heeft dus een zwart halfzusje. Juist omdat hier geen punt van gemaakt wordt, druipt de politieke correctheid niet van de pagina’s af. Ook wordt er heel volwassen met het thema seks omgesprongen.

Kortom, herkenbare situaties voor pubers. Ik zou Tamara dan ook niet alleen het label meisjesstrip willen meegeven, want voor de heren valt er ook veel te herkennen.

tamara-relatiebreuk

De albums bevatten een doorlopend verhaal, zijn luchtig van toon en vaak erg grappig. De Franse reeks werd eerder uitgegeven in het Nederlands maar de fans hebben Tamara zo’n zeven jaar moeten missen. Strip2000 pakte de boel weer op bij album 7 en inmiddels zijn er alweer vier verschenen.

Zidrou, Darasse en Bosse. Tamara.
Strip2000. Diverse albums, € 7,95

Categorieën
Boeken Striprecensie Strips

Opa en Oma

In 1959 en 1960 stond het feuilleton Opa en Oma in de Telegraaf. Korte verhaaltjes van Lo Hartog van Banda geïllustreerd door Thé Tjong-Khing.

opa-en-oma-coverHet stramien van die verhaaltjes is als volgt: opa haalt herinneringen op aan zijn leven met oma en doorspekt deze met een glansrijke rol voor zichzelf. Oma dempt het enthousiasme door daarna haar versie van het verhaal te vertellen. Een versie waarin de heldhaftige opa vaak een stoethaspel blijkt te zijn. Niks goede zanger die een glansrijke carrière is misgelopen, maar die ene keer dat opa een solo had in het koor, was hij zijn tekst vergeten. Ook is de beste man allesbehalve de schaakkampioen of de vechtersbaas die hij zich voorstelt te zijn.

Prachtige, sfeervolle illustratie van Thé Tjong-Khing
Prachtige, sfeervolle illustratie van Thé Tjong-Khing

Gelukkig volgen de makers dit stramien niet te lang, anders zou die opa wel een heel sneue figuur worden. Al snel worden het meer korte dialogen tussen de personages waarbij oma ook niet al te vlekkeloos blijkt te zijn.

De tekeningen van de toen nog jonge Thé zijn nog steeds erg genietbaar, treffend en sfeervol. De stijl is ietwat theatraal en communiceert daardoor heel duidelijk.

opa-en-oma-keukenprinses

De teksten zijn nu natuurlijk wat oubollig, maar dat past ook wel bij verhalen die zich in de jaren twintig van de vorige eeuw en verder afspelen. Ze vertellen ook het een en ander over hoe onze cultuur was: wie gaat immers nog bij de vader van zijn vriendin langs om haar hand te vragen?

Sowieso leuk voor je opa en oma dus, voor je ouders en voor liefhebbers van het werk van Thé Tjong-Khing.

Lo Hartog van Banda & Thé Tjong-Khing. Opa en Oma.
Uitgeverij Sherpa, € 24,95
Hardcover, 192 pagina’s zwart-wit | ISBN 978-90-8988-114-4

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Spoedgeval

Het eind van het jaar is in zicht, dus wordt het hoog tijd dat ik mijn schrijfkamer eens opruim. Er liggen een paar grote stapels strips die nodig eens uitgezocht moesten worden. Door een stapel struinend, stuitte ik op Spoedgeval van Daniel Arruda Massa.

Het was vooral de cover die mij opviel. Een tiener die angstvallig in een wachtkamer zit in gecombineerd met de titel van het album, maakt nieuwsgierig:

spoedgeval-coverNieuwsgierig sloeg ik het album open met de bedoeling een pagina te lezen, maar het werd al snel een hele leessessie.

Het spoedgeval uit de titel is de negentienjarige Ramon die op een avond na het hardlopen bloed plast. Hij wordt met spoed onderzocht in het ziekenhuis en daar wordt blaaskanker geconstateerd.

Stripmaker en graphic designer Daniel Arruda Massa doet vooral verslag van wat er daarna allemaal met Ramon gebeurt: welke onderzoeken hij krijgt, hoe de operatie verloopt en met welke angsten hij mee moet leven. Negentien jaar oud zijn is immers nogal jong voor blaaskanker. Dit maakt Spoedgeval sowieso bijna een educatieve strip omdat het een aardig beeld geeft van wat iemand met deze aandoening allemaal moet ondergaan.

spoedgeval-plassenDe cartooneske tekenstijl is niet subtiel, maar houdt het allemaal wel wat luchtig. Soms komt Arruda Massa met leuke visuele vondsten: de onderzoeken zien we steevast vanuit het point of view van de patiënt met in beeld vooral zijn twee benen terwijl, vaak een vrouwelijke arts in opleiding, tussen die benen aan het aankloten is. De operatie zelf beleeft Ramon alsof hij in een sciencefictionavontuur is beland. De artsen gaan in een soort onderzeeër de monsterachtige tumor te lijf.

Daniel, die ook de strip Zombie Hipsters maakte, baseerde zich voor Spoedgeval op de ervaringen van zijn broer.

En ondertussen ben ik dus niet veel verder gekomen met het opruimen van mijn kantoor. Maar ja, er kwam ook een spoedgevalletje tussendoor en die gaan altijd voor.

Daniel Arruda Massa. Spoedgeval
Uitgeverij Syndikaat / Strip2000, € 8,95

Categorieën
Bloggen Striprecensie Strips

Recensie: De kunst van Morris

Van sommige boeken kan ik heel blij worden, simpelweg omdat ze bestaan. De kunst van Morris is zo’n boek.

De kunst van Morris is een prachtig naslagwerk waarin het werk van Maurice De Bevere (1923-2001) aandachtig en grondig wordt bestudeerd en de geschiedenis van Lucky Luke uitvoerig uit de doeken wordt gedaan. In 1946 bedacht Morris de legendarische stripheld en tot aan zijn dood in 2001 tekende de Belgische stripmaker ruim zeventig albums over de cowboy. Alles samen zo’n 3000 pagina’s.

lucky-luke-kunst-morris-cov

Meesterlijke tekenaar
De kunst van Morris bevat veel mooie originele tekeningen van de meester en laat goed zien wat Morris nu zo’n geniaal stripmaker maakte. Morris leerde veel van zijn tijd in een animatiestudio en de animatie-invloeden zijn vooral in het begin van zijn stripcarrière goed terug te zien. De tekenaar verdeelde toen vaak één beweging over meerdere stripplaatjes. Iets wat toen vrijwel nog niet voorkwam in de Franco-Belgische strip. Hetzelfde geldt voor zijn gebruik van close-ups, vogelperspectief en het feit dat zijn stripplaatjes net iets hoger waren en meer van formaat varieerden dan het werk van collega’s als Franquin en Jijé. Die gebruikten namelijk veel een vast stramien van vier stroken met drie plaatjes op een pagina. Later kwam Franquin hier ook meer los van en begon vaker te experimenteren.

stripplaatje_luckylukeMorris leerde overigens veel van Jijé en zijn collega’s en liet zich ook beïnvloedden door de makers van MAD. De stripmaker woonde enkele jaren in de Verenigde Staten en pikte dus ook veel op van Amerikaanse stripmakers.

Morris combineerde vaak realistische tekeningen met meer schetsmatige weergaven. Alles stond in dienst van het verhaal wat hij zo duidelijk mogelijk wilde visualiseren. Ook kon hij meesterlijke karikaturen maken van bestaande Hollywoodacteurs. Gaandeweg verfijnde zijn stijl steeds meer en dat zie je ook aan de evolutie van Lucky Luke: die begon als een beetje bol tekenfilmachtig figuurtje vergelijkbaar met de stijl van Betty Boop, maar werd slanker en langer.

lucky-luke-kunst-morris-0270 jaar Lucky Luke
Eigenlijk is de Kunst van Morris een aanrader voor iedereen die van strips houdt en nader wil kijken naar tekentechnieken. En natuurlijk een heel geschikt boek voor de fans van Lucky Luke. Wereldwijd gingen er driehonderd miljoen albums over de toonbank. In 2016 is het ook zeventig jaar geleden dat Morris zijn westernheld voor het eerst op papier zette, dus dat dit dikke boek nu in de winkels ligt is geen toeval. In 1946 verscheen de eerste aflevering in het Franse stripblad Spirou en de Nederlandse versie Robbedoes.

Het is wel mazzel voor ons dat uitgeverij Dargaud brood zag in een Nederlandse uitgave van dit Franse boek. (Dat trouwens heel fijn vertaald is.) Ik ben ze daar dan ook dankbaar voor en schafte het boek direct aan zodra het bij Het Beeldverhaal te koop was. Niet alleen is Lucky Luke een van mijn favoriete striphelden, ook bewonder ik Morris al heel lang. Hij is een van mijn favoriete tekenaars.

Het toffe aan de reeks Lucky Luke is dat je de oude albums telkens weer opnieuw kunt lezen. Niet alleen zie je dan steeds meer nieuwe details in de tekeningen, ook vervelende verhalen nooit. Vooral niet de albums die door René Coscinny werden gepend. Deze albums zijn geniaal en tijdloos.

70-jaar-lucky-luke-tijdlijn

De kunst van Morris is gepubliceerd ter gelegenheid van de tentoonstelling L’Art de Morris, die werd geopend tijdens het 43ste Festival International de la bande dessinée en die van 28 januari tot 16 oktober 2016 te zien was in het Musée de la bande dessinée van Angoulême. De tentoonstelling was samengesteld door Stéphane Beaujean en Jean-Pierre Mercier. Gaëtan Akyüz en Vladimir Lecointre schreven het boek.

De komende vijf jaar wordt de originele reeks van Lucky Luke trouwens volledig heruitgegeven. De 73 originele albums verschijnen in een nieuwe, uniforme stijl: een nieuwe vertaling, nieuwe lettering, nieuwe covers en een opeenvolgende nummering.

Ravon, Borel /Lucky Comics / Hardcover / 312P / € 45  (Digitale versie: € 19,99)
ISBN: 9782884714266

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Scratches Magazine

De (strip)wereld is een nieuw striptijdschrift rijker: Scratches.

Scratches is een Engelstalig striptijdschrift dat eens per jaar zal verschijnen. De hoofdredactie is in handen van Joost Swarte en Hansje Joustra. De heren willen met het magazine Nederlandse en Vlaamse auteurs bij een internationaal publiek onder de aandacht brengen.

Scratches publiceert daarom werk van gevestigde én opkomende Nederlandse, Vlaamse en internationale tekenaars. Het eerste nummer bevat nieuw of ongepubliceerd werk van David B., Daan Botlek, Robert Crumb, Guido van Driel, Charlotte Dumortier, Tim Enthoven, Brecht Evens, Lars Fiske, Ben Gijsemans, Charles Guthrie, Herr Seele, Milan Hulsing, Jeroen Janssen, Bendik Kaltenborn, Kamagurka, Lennard Kok, Aline Kominsky-Crumb, Ever Meulen, Bart Nijstad, Samplerman, Tobias Schalken, Art Spiegelman, Joost Swarte, Tobias Tak, Aart Taminiau, Veiko Tammjärv, Kristina Tzekova, Sam Vanallemeersch, Judith Vanistendael, Brecht Vandenbroucke, Ludwig Volbeda, Chris Ware en Wasco.

Scratches cover door Daan Botlek.
Scratches cover door Daan Botlek.

Geen Eppo-strips
De selectie hangt dus erg naar wat ik maar even gemakshalve de kunstzinnige strip noem, waarbij de makers op grafisch vlak graag experimenteren. Scratches is dus geen magazine voor mensen die alleen van Eppo-strips houden. Het zit eerder in de buurt van RAW en sommige stripmakers kennen we al uit de Zone 5300. Daarmee is Scratches een mooie toevoeging op de stripmarkt. Al vermoed ik dat veel mainstream stripmakers zich zullen beklagen op fakebook omdat ze zich gepasseerd voelen.

Over smaak valt te twisten en niet iedere bijdrage in het magazine kon mij logischerwijs bekoren. Grootste vraagteken heb ik bij de volgorde waar als lezer geen lijn in te zien is. Er staan meerdere strips van Wasco, Crumb en Brecht Vandenbroucke in, maar allemaal verspreid door het blad. Ik had alle afleveringen van een specifieke maker bij elkaar gezet, zodat blad iets meer een geheel geworden was.

bowie-prince-bart-nijstad

Jackson in de hel
Ook mis ik soms duiding waarom iets in het blad staat. Een goed voorbeeld hiervan zijn de twee grote platen van Bart Nijstad. Op de ene plaat zien we Bowie en Prince in een aquarium, op de andere Darth Vader en Michael Jackson in helse omgeving. Dat Jackson in de hel thuishoort snap ik meteen en hoewel ik het mooie illustraties vind, vraag ik me toch af wat ze in Scratches doen en waarom op die plek. Kortom: duiding en een dwingender volgorde had het geheel minder hap-snap gemaakt.

Behalve strips en illustraties bevat de 112 pagina dikke kolos ook drie artikelen over illustratoren: de Nederlandse underground-tekenaar Mark Smeets (1942-1999), Belgische houtsnedekunstenaar Frans Masereel (1889-1972), en de Spaanse grafisch ontwerper Manolo Prieto (1912-1991). Op Smeets werd eerder dit jaar een spotje gezet middels een groot koffietafelboek met daarin zijn werk en een schetsboek, net als Scratches uitgaven van uitgeverij Scratch.

scratches-drukvellen

Het tijdschrift sluit af met biografieën van de makers met de urls van hun websites erbij. Slim, want zo kunnen geïnteresseerden verder kijken en voldoet het magazine aan zijn doel stripmakers te promoten.

Presentaties
Het blad verschijnt ter gelegenheid van de Frankfurter Buchmesse, waar Nederland en Vlaanderen gastland zijn.

Vrijdag 14 oktober wordt Scratches om 18 uur gepresenteerd in The American Book Center in Amsterdam. Swarte leidt de avond in en er zijn stripmakers aanwezig om je exemplaren te signeren.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Uncanny Avengers #5

Wie met Uncanny Avengers #5 voor het eerst een nummer van deze serie oppakt, valt midden in het verhaal. Dat is de aard van comics nu eenmaal: het is een doorlopende serie waarin personages al een hele geschiedenis achter zich hebben.

Toch ontstaan er ook weer nieuwe relaties en verbanden, zoals de ontluikende relatie tussen Wasp en Havok. Dat vind ik zo leuk aan jarenlang Marvel Comics lezen: het universum is zo groot en er zijn zoveel superhelden, dat je op een gegeven moment personages die je eerst oppervlakkig kende, beter leert kennen. Zoals Wasp. Die viel me recent al op in een animatieserie rondom Avengers en nu heeft ze een aardige grote rol in Uncanny Avengers. Al moet ik zeggen dat de personages niet heel erg worden uitgediept dit keer. Het verhaal van Rick Remender biedt vooral veel actie.

wasp-havoc-uncanny-av-005Voor wie even bij wil lezen: Uncanny Avengers begint na de dood van Professor Xavier. Om zijn droom in leven te houden, een wereld waarin mens en mutant in vrede kunnen leven, bestaat het team van Uncanny Avengers uit leden van de Avengers en X-Men. Supermens en mutant werken dus samen om de Apocalypse tweeling te bestrijden en hun vier ruiters: overleden helden zoals Sentry en Banshee die nu voor het kwade strijden.

cover uncanny avengers 05Ondertussen gaan Wonder Man en Scarlet Witch akkoord met de plannen van de tweeling om alle mutanten te evacueren van de aarde. Deze veteranen onder de Avengers hebben echter een dubbele agenda. Het feit dat hun teamgenoten hiervan niet op de hoogte zijn leidt tot een schokkende en dramatische wending. Het wordt allemaal nog erger wanneer een Celestial ten tonele verschijnt en het lot van de aarde aan een zijden draadje komt te hangen.

Ik vond van dit nummer het tekenwerk van Daniel Acuña en van Steve McNiven erg mooi. Het is realistisch en expressief. De inkleuring van Laura Martin geeft het geheel een schilderachtig uiterlijk. De cover van Justin Ponsor is ook erg aantrekkelijk en dramatisch.

 

Categorieën
Boeken Striprecensie Strips

Recensie: The Making of Amoras

De zesdelige reeks Amoras is inmiddels gebundeld in een omnibus. Ook kwam er recent een making of-album uit. Jammer genoeg zit dat album niet in de bundel.

Hoe je Amoras ook als lezer ervaren mag hebben: het is een apart en bijzondere zesdelige reeks geworden, vind ik. Het was een gewaagde stap van Standaard Uitgeverij om de bekende personages Suske & Wiske eens van een andere kant te laten zien en een meer volwassen verhaal met scherpe randjes te publiceren. De stap pakte goed uit, want de albums verkochten goed. Het vijfde album van Amoras kreeg vorig jaar de Willy Vandersteenprijs. (Ik was daar een van de juryleden van.)

amoras_sceneZelf ben ik erg te spreken over de energieke tekenstijl van Charel Cambré en zijn interpretaties van de overbekende helden. Het was na het lezen van Amoras weer even wennen om de reguliere versies van Suske en Wiske in albums te lezen.

Uit Amoras 4: Wiske.
Uit Amoras 4: Wiske.

Het verhaal van Marc Legendre is uitdagend en biedt een nieuwe kijk op Suske en Wiske. Ik moet wel zeggen dat het laatste deel mij in verwarring achterliet. Dat komt onder andere omdat ik de albums meteen las toen ze uitkwamen, met tussenpozen van zes maanden dus, waardoor veel details van het verhaal waren weggezakt. Volgens mij helpt het aanzienlijk als je alle zes de delen in een keer leest. Zo’n omnibus biedt dan uitkomst.

making_of amoras coverHet making of-album bevat allereerst een heel mooie cover, en biedt verder een vlot geschreven verhaal over de totstandkoming van Amoras, met smakelijke ontwerpschetsen van covers, personages en scènes. Ook zien we foto’s van het creatieve team bestaande uit Legendre, Cambré en Sven Denis aan het werk op El Hierro, het eiland waar Legendre woont.

amoras-jerom-sus-wis-schetsWat ik miste in de making of is een uitgebreid interview met de makers. Het verhaal verloopt nu heel soepeltjes en zit als promotie van de reeks goed in elkaar, maar ik kan me voorstellen dat er onderweg hobbeltjes waren in het creatieve proces. Die hobbeltjes zijn altijd interessant om over te lezen en hadden in een interview mooi behandeld kunnen worden.

In het Stripmuseum Groningen is tot en met 30 juni een expositie te zien over de making of van Amoras. Deze was eerder in het Stripmuseum Brussel te bekijken.