Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De moordenaar van Lucky Luke

Vanaf het moment dat bekend werd gemaakt Matthieu Bonhomme een Lucky Luke-verhaal zou maken, keek ik al uit naar het album. De moordenaar van Lucky Luke stelt niet teleur.

Het was in eerste instantie vooral de cover die mijn interesse in het album De moordenaar van Lucky Luke wekte. Een sfeervolle illustratie van de bekende cowboy die in de stromende regen klaarstaat om zijn wapen te trekken. Achter hem doorbreekt een bliksemschicht de onweerslucht. Een onheilspellend beeld dat meteen duidelijk maakt dat dit album een andere toon zal hebben dan de oorspronkelijke albums van Morris en Goscinny, namelijk duisterder en een beetje realistischer.

bonhomme-lucky-luke-coverHet verhaal begint dan ook meteen lekker grimmig: een schot wordt gelost in een klein plaatsje dat we eerst van veraf zien. Langzaam zoomt de camera dichterbij naar de hoofdstraat. Daar staan de bewoners geschokt naar het lichaam te staren dat op zijn buik in de modder ligt: Lucky Luke is neergeschoten. Hoe dit heeft kunnen gebeuren is waar het verhaal De moordenaar van Lucky Luke om draait.

We zien hoe een bekende lonesome cowboy door de regen rijdt richting het plaatsje Foggy Town. Daar vindt hij een plek voor zijn paart Jolly Jumper en een plekje in de herberg.

Het is leuk om te zien hoe mensen reageren als ze ontdekken dat deze cowboy de beroemde en beruchte Lucky Luke is. Kinderen kijken vol bewondering naar de man die sneller schijnt te schieten dan zijn schaduw en zien in hem een beroemdheid. Volwassenen kijken vooral met ontzag en angst in de ogen naar deze snelschieter.

bonhomme-lucky-luke-strookGoud
Uiteraard is er in het plaatsje Foggy Town iets niet pluis: een week geleden is de postkoets overvallen en ging de overvaller er met het goud vandoor. Van de sheriff hoeft men niet veel te verwachten: dat is eigenlijk een onhandige, beetje achterlijke jongen die afhankelijk is van zijn twee grotere broers. Die liggen Lucky Luke vooral dwars als hij gevraagd wordt om de zaak uit te zoeken.

Het is een situatie die vaste Lucky Luke lezers bekend in de oren zal klinken, toch verloopt het verhaal iets anders dan je wellicht zou verwachten. Soms blijkt dat slechteriken een hoop leed hebben geleefd. En wie Lucky Luke nu heeft neergeschoten? Ja, dat ga ik natuurlijk niet vertellen.

Ik vind De moordenaar van Lucky Luke een zeer onderhoudend verhaal, dat weliswaar niet gespeend is van clichés maar toch verrassende wendingen bevat. Daarbij vind het bijzonder leuk om te aanschouwen hoe Matthieu Bonhommes interpretatie van dit universum eruit ziet. Zijn Lucky Luke is herkenbaar getekend, maar toch anders. Jolly Jumper kan in deze strip niet praten, maar zijn karakter is er niet minder eigenzinnig.

Oude held
Het is ook erg leuk om de doodgraver van Morris in de menigte te ontwaren en ook het inkleurschema lijkt te zijn overgenomen uit de oorspronkelijke reeks terwijl het album toch een eigen identiteit heeft gekregen. Een mooie hommage aan de eenzame cowboy die dit jaar zeventig is geworden.

Hoe oud hij ‘echt’ is? Dat weet Lucky Luke zelfs niet. Als Doc Wednesday hem daarnaar vraagt, zegt hij: ‘Geen idee, 30 misschien?’ Doc antwoordt verbaast: ‘Weet je dat niet? Perfect! De leeftijdsloze cowboy! Een levende legende!’ Een mooie knipoog naar het feit dat de meeste Europese striphelden bevroren in de tijd lijken te zijn en niet ouder worden.

bonhomme lucky luke 02No smoking
De leukste running gag is wel dat onze held gedurende het album telkens een rokertje probeert te scoren maar daar om verschillende wijzen niet in slaagt. Van verregende tabak tot en met een indiaan die geen vredespijp wil roken omdat de kruidenvoorraad net in de modder is weggespoeld. Hij mag dan geluk als voornaam hebben, het zit Lucky Luke in dit album behoorlijk tegen allemaal. Jammer voor hem, smullen voor ons.

Ik hoop dat we in de toekomst meer van dit soort alternatieve Lucky Luke-strips mogen verwachten.

Matthieu Bonhomme. De moordenaar van Lucky Luke
Uitgeverij Lucky Comics / Dargaud
Softcover 64 pagina’s. € 7,95
ISBN: 9782884713818

Categorieën
Striprecensie Strips

Het leven van Jack Kirby op toneel

In de voorstelling The King and Me wordt het levensverhaal verteld van Jack Kirby (1917-1994). Deze Amerikaanse stripmaker is één van de vaders van het Marvel Universum.

Jack Kirby in zijn tekenstudio thuis. Bron: seanhowe.tumblr.com
Jack Kirby in zijn tekenstudio thuis. Bron: seanhowe.tumblr.com

Ik schrijf bewust één van de vaders, want samen met Stan – The Man – Lee creëerde hij zo’n beetje alle belangrijke personages in de wereld van Marvel. Spider-Man, Daredevil, Doctor Strange en een handjevol anderen uitgezonderd.

In de jaren tachtig zou Kirby zelfs beweren dat hij alles had bedacht en dat de rol van Lee in het creatieve proces marginaal was geweest. In die tijd had hij ruzie met de uitgeverij omdat ze zijn originelen niet terug wilden geven.

Dat feit komt niet ter sprake in de voorstelling geschreven door Ger Apeldoorn, maar wel ligt de focus op de twee belangrijkste mannen in Kirby’s leven wat zijn creatieve werk betreft: Lee en Joe Simon. Met Simon bedacht Kirby namelijk Captain America in 1941. Op de cover van het eerste nummer geeft de superheld niemand minder dan Adolf Hitler een flinke hoek, een moment dat goed op onderstaande foto te zien is. De cover en het eerste nummer waren een doorslaand succes.

Simon, Lee en Kirby. Foto: Natasja van Loon.
Simon, Lee en Kirby. Foto: Natasja van Loon.

Tragisch
Kirby was niet alleen een groot en belangrijk striptalent, hij was ook een getergde man. Opgegroeid in de armste wijk van New York, in de Tweede Wereldoorlog bijna een been verloren aan het front, miljonair geworden in de jaren vijftig en daarna weer alles verloren toen hij samen met Joe Simon een eigen uitgeverij probeerde op te richten.

Het toneelstuk The King and Me draait om Kirby’s diep gewortelde gevecht om erkenning. Kirby wordt geportretteerd als een hardwerkende arbeider met weinig verstand van zaken doen. Ondertussen zijn het vooral Simon en Lee die goed boeren met het harde werk dat Kirby verricht. Vooral Lee leeft tegenwoordig goed van zijn opgebouwde oeuvre. Niet onterecht overigens, maar het is natuurlijk wel zo dat Kirby aan het eind van zijn leven heel wat royalties had moeten krijgen van Marvel. De superhelden zijn enorm populair en goed voor een heel dikke portemonnee.

Het stuk werd opgevoerd door acteurs van Theater Kwast, dat normaal gesproken Nederlands Renaissance- en Baroktheater opvoert.

Bijzonder aan de voorstelling was dat de acteurs pas die middag het script in handen hadden gekregen. Ze lazen het dus voor terwijl ze hun rollen speelden, maar dat spel was zeer levendig en overtuigend. Je kon ook merken dat ze er veel plezier in hadden. Het is wel gek om iemand Stan Lee te zien spelen terwijl je weet dat hij geen idee heeft wie of wat Lee in werkelijkheid is. Tenminste, dat vond ik de eerste tien minuten vreemd, daarna vergat ik dit doordat ik opging in het spel.

Jack Kirby King and Me

Ik vind The King and Me een erg goed geschreven stuk. Apeldoorn kent de geschiedenis van Amerikaanse comics goed en blinkt bovenal uit in het schrijven van goed lopende en sterke dialogen. Ook ontbrak de nodige humor niet.

Stripkenners en -makers vormden bij de voorstelling een koor dat voorleest uit de strips van Kirby. Ik zag onder ander Thijs van Domburg, Tommy A en Dimitri van Amerongen van Stripwinkel Silvester in het koor. Een vermakelijke toevoeging, al vond ik het jammer dat op die momenten niet de scènes uit die strips op het grote scherm te zien waren. Nu lag de nadruk heel veel op de teksten, terwijl Kirby meestal geen teksten schreef maar juist uitblonk in het visualiseren van actie en emotie middels een expressieve stijl. Een stijl die weliswaar niet altijd anatomisch correct genoemd kan worden, maar wel heel sterk een verhaal weet over te brengen.

Maar los daarvan: hulde voor deze productie, want het is eigenlijk heel bijzonder dat we in het Nederlandse theater opeens een stuk over een stripmaker konden zien. Hoe vaak maak je dat nu mee?

The King and Me werd donderdag 9 en vrijdag 10 juni in de Toneelschuur in Haarlem als onderdeel van de Stripdagen Haarlem.

Hier nog even een interview met de echte Kirby:

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Fucking Hell

In Fucking Hell van Sam Peeters, ontmoet de Duivel op een verkleed groepsseksfeestje de aantrekkelijke Ilse: blond en voor de gelegenheid gekleed in een ss-uniform. (Uiteraard, want met haar naam een blonde haren zit dat uniform haar als gegoten.)

fucking-hell-coverIlse bezoekt voor het eerst een dergelijk feestje en vindt al die seksuele uitspanningen om haar heen maar niets. Satan kan haar echter wel bekoren.

Na hun nacht samen kan de Duivel echter nergens anders meer aan denken: Ilse heeft zijn hart gestolen en daarmee ook zijn lust om straffen uit te delen aan zondaars. Ten einde raad gaat hij te rade bij God, om haar te vragen Ilse terug te vinden. Uiteraard stelt de Goedheiligman wel voorwaarden aan zijn hulp.

Kunstige seks
Grafisch valt er veel te genieten aan Fucking Hell: seksuele handelingen worden in de cartooneske stijl van Peeters (1976) een hilarisch tafereel. De close-up tekeningen van penetraties, worstelende tongen en andere orale bezigheden hebben ook bijna iets abstracts. Als Peeters deze na zou schilderen op een groot doek, heeft de kunstelite ook weer iets fris om naar te kijken en werk om zich druk over te maken. Succes verzekerd.

fucking-hell-oraalOok sterk zijn de dialogen. Het gesprek tussen Satan en Ilse, hoe vreemd de ontmoetingsplek ook, verloopt naturel. De dialoog tussen Satan en God later in het album, is weer erg grappig. God, een klein kaal kereltje met een wolkachtige baard en een klein pikkie zegt tegen Satan: ‘Ik ben blij dat je er eindelijk bent, jongen! Al die jaren was je zo boos! Al die vreselijke dingen die je hebt uitgehaald… Al dat leed! Al die pijn! Waar was dat nou voor nodig?’

Aan verbeeldingskracht en gevoel voor humor ontbreekt het duidelijk niet bij Peeters. Toch had ik graag iets meer diepgang gezien, want Fucking Hell blijft erg anekdotisch. Ook was ik bij het lezen benieuwd naar hoe Satan Ilse weer voor zich zou winnen. Dat wordt allemaal niet uit de doeken gedaan, waardoor het lijkt alsof het verhaal een hoofdstuk mist. Jammer, want volgens mij het dat gegeven een interessante dramatische wending aan het verhaal kunnen geven.

Satan en God.
Satan en God.

Meesterproef
Sam Peeters is een Nederlands striptekenaar en illustrator en maakt deel uit van het collectief Lamelos. Peeters doceert illustratie aan de Academie Minderva in Groningen en Comic Design aan de Artez Hogeschool voor de Kunsten in Zwolle. Fucking Hell is het resultaat van zijn meesterproef voor de master Comic Design aan Sint-Lukas in Brussel. Peeters studeerde met dit boek summa cum laude af.

Sam Peeters. Fucking Hell
Scratch Books, hardcover, € 24,90.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De eerste keer

Het is niet de eerste keer dat een stripalbum als titel De eerste keer meekrijgt. Maar goed, die titel maakt wel meteen duidelijk dat het gaat om de eerste keer seks.

Daar draait het in het autobiografische album van de Franse stripmaker Dav Guedin (Zomerwaanzin) ook om.

guedin-eerste-keerGuedin verhaalt openhartig over de eerste wankele schreden op het liefdespad, zijn eerste ontdekkingen, speciale rukdagen, en de prestatiedruk die je als adolescent ervaart. En Guedin was er al jong bij, want op de kleuterschool was hij al gefascineerd door wat zich onder de rokjes van klasgenoten afspeelt.

guedin-eerste-keer-rimmenGuedins eerste vriendinnetje, dat drie jaar ouder was dan zijn zestien jaar, leek vooral geïnteresseerd te zijn in zijn kont, totdat ze zich weer realiseerde waar dat gat eigenlijk voor dient.

De stripmaker vertelt er met veel zwarte humor over en met de nodige relativering. De humor komt goed naar voren in zijn enigszins karikaturale tekenstijl en de gevatte visuele metaforen die Guedin vaak hanteert om het mannelijk geslacht te verbeelden. Door die tekenstijl wordt de uitgebeelde seks nooit pornografisch of opwindend, eerder een beetje aandoenlijk en ongemakkelijk.

Gelukkig zijn niet alle pijnlijke anecdotes herkenbaar.

guedin-eerste-keer-poseren

Vanaf eind mei beschikbaar.

Dav Guedin. De eerste keer.
Uitgeverij Xtra, € 16,90 (64 pag. · hardcover · A4)

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Toch een geluk

Na een puike beeldroman over Vincent van Gogh en een novelle over Hendrik Werkman is Barbara Stok terug met een bundel autobiografische strips: Toch een geluk.

Over Barbara Stok heb ik al vaker geschreven. Ik heb haar een paar keer met plezier geïnterviewd. Ik lees haar graag, en vind het altijd knap hoe ze complexe ideeën en gedachten weet weer te geven in enkele stripplaten en ook nog eens in een heel duidelijke, toegankelijke stijl.

Ik kan dan ook erg genieten van schijnbaar simpele strookjes als deze. Niet in de laatste plaats omdat Stok mij er als lezer weer eens opwijst, dat het leven meer is dan werken achter een monitor. De kunst van het niets doen is een van haar thema’s.

stok strandwandeling

In 2012 kwam Vincent uit, Barbara Stoks graphic novel over Vincent van Gogh. Een zeer boeiend boek, niet in de laatste plaats omdat de stripmaker een echt personage van de schilder wist te maken en tot leven wist te wekken. Door haar strip ga je weer opnieuw en anders naar Van Goghs oeuvre kijken. Dat is geen geringe prestatie als je je bedenkt hoe vaak we die schilderijen al hebben gezien. Vincent is dan ook een groot en internationaal succes. Er zijn 10.000 exemplaren van verkocht.

Making of
Over hoe Vincent tot stand kwam en de media mallemolen waarin Stok daarna in terecht kwam, vertelt ze openhartig en smakelijk in deze bundel. Dat doet ze via stripscènes maar ook met tekst die ze illustreert met een stripplaatje.

Ik vind het als stripliefhebber natuurlijk heerlijk om zo’n making of te kunnen lezen. Soms komt Stok met leuke visualisaties op de proppen. Zo zien we haar letterlijk in de stripplaatjes uit Vincent opduiken en deze tekenen. En als Barbara aan een van Van Goghs brieven denkt, manifesteert de schilder zich naast haar in het bos. Het levert een leuk stripplaatje op waarin ze haar onderwerp een lift in de auto geeft:

barbara en van goghStok vertelt ook openhartig hoe ze het op een gegeven moment behoorlijk zwaar heeft met alle aandacht en de reizen die ze moet maken om het boek te promoten. Uiteindelijk voelt ze zich hier behoorlijk leeg van en opgebrand. Het is als je in die malle molen meedraait ook moeilijk om te blijven zien wat belangrijk voor je is. Laat staan dat je ruimte in je hoofd hebt om aan een nieuw project te werken. Als Barbara in het vliegtuig zit naar weer een publiek optreden, vraagt Vincent aan haar wat het belangrijkste voor haar is. Stoks antwoord is staren uit het raam.

Rode draad
De making of zit als een rode draad door het boek verweven. Tussendoor zijn we deelgenoot van Stoks dagelijkse avonturen en zorgen over het milieu, filosofietjes en mijmeringen, bekende thema’s uit haar autobiografische strips. Mijns inziens maakt deze opzet het boek fragmentarischer dan nodig was geweest. Zelf had ik liever de making of als een geheel gelezen, met daarna de losse avonturen van Stok. Als terugkerende rode draad fungeert immers de grote zeiltocht over het IJsselmeer al. De meerdere pogingen die de tekenaar en haar vriend Ricky ondernemen om dit verraderlijke stukje water over te steken komen geregeld terug in het boek.

Maar goed, gezien de hierboven beschreven laatste scène van het boek met Van Gogh in het vliegtuig, valt er ook wat voor deze aanpak te zeggen.

Juist omdat Stok een visueel verteller is, valt het gesprek met professor dr. mr. Jepma, hoogleraar energie & duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, wat tegen. Het genre van stripjournalistiek is bij uitstek geschikt om moeilijke concepten als klimaatverandering te visualiseren en te verduidelijken, maar Stok beperkt zich tijdens het gesprek met de professor vooral door talking heads te tekenen. Ook is het gebruik van verschillende lettertypen door elkaar niet heel fraai. Voor de hoofdtekst wordt een ander lettertype gebruikt dan voor de boekcitaten in de stripplaatjes en voor het interviewgedeelte. Tussendoor staat ook nog eens Barbara’s striphandschrift. Al met is het resultaat dus een ratjetoe.

Bij het boek krijg je een gratis sticker met daarop het gelukkig lachende hoofd van Barbara.
Bij het boek krijg je een gratis sticker met daarop het gelukkig lachende hoofd van Barbara.

Even deze kritiek op de cosmetische elementen daar gelaten, ben ik blij met deze nieuwe autobiografische bundel van Barbara Stok. Het is fijn weer even deelgenoot van haar (gedachten)wereld te zijn. In de laatste Zone 5300 vertelde ze dat ze zich weer wil gaan storten voor langere tijd om aan een nieuw boek te werken. Laat maar komen, zou ik zeggen.

Barbara Stok. Toch een geluk.
Nijgh & Van Ditmar, €18,50

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Snippers #7 – Eerst een selfie

Op de mooie en grappige cover van Snippers #7: Eerst een selfie, gebeurt veel.

snippers 7 coverWe zien een jonglerende baby, een meisje gehuld in badhanddoek die wegrent voor een zombie, een eend die auto tot stilstand maant om zijn soortgenoten over te laten steken, een hond op een skateboard, een dief, Stef die uitglijdt over een bananenschil, iemand die letterlijk in de put zit en Godzilla die de stad in vuur en vlam steekt. En natuurlijk is het guitig kijkende hoofd van Aimée duidelijk aanwezig.

Eigenlijk een typische dag in het land van de dagstrip waarin alles kan gebeuren en dankzij de fantasie van de makers, ook gebeurt.

Typisch iets voor vloggers en seflie queens: zelf de hele tijd in beeld komen en ondertussen beschrijven hoe tof het wel niet is waar ze zijn en wat ze zien. In plaats van dat ze de camera gewoon richten op het onderwerp zodat we het zelf kunnen zien… De cover bewijst maar weer eens dat wat betreft de tijdsgeest stripmaker Aimée de Jongh nog steeds de vinger aan de pols heeft. Inspelen op de actualiteit doet in de reeks Snippers geregeld…

snippers asiel…maar ik vind het vooral knap hoe ze telkens weer een grap kan bedenken met terugkerende evergreen onderwerpen als kerst:

snippers kerstSchrijnend leed
Snippers staat al heel wat jaartjes in dagblad Metro, samen met Dating for Geeks van Kenny Rubenis. Ik heb zelf jaren elke dag als forens in een trein gezeten en behalve vaak slappe kantoorkoffie die je dagelijks op je werk moet doorstaan, is spitsreizen een van de dingen die ik absoluut niet mis uit die tijd. Hutjemutje in de trein, staan in de tweede klas terwijl de eerste nagenoeg leeg is. Aimée maakte er een smakelijke grap over deze schrijnende situatie:

snippers-overvolle-treinSchrijnend, want vaak heb je als werknemer geen keus: je moet op een bepaald tijdstip op je werk verschijnen en aangezien er altijd te weinig plek lijkt te zijn in de trein, weet je dus dat je twee keer per dag in de spits als een sardientje moet reizen. Dan is het dus fijn dat je in deze forenzenhel kunt genieten van een paar leuke strips zoals Snippers en Dating for Geeks.

De Jongh kaart overigens nog een verschrikkelijk euvel aan die ieder begrip van menselijke beschaving te boven gaat:

snippers-vies-snuitenPrachtig trouwens hoe ze de reactie van haar stripfiguur vormgeeft. Precies wat ik ook ervaar als ik een soortgelijke situatie zit.

Crossover
Over Dating for Geeks gesproken: er zitten ook een paar datinggrappen in dit album van Snippers. Hoe cool zou het zijn als Aimée en Kenny een crossover zouden doen en de personages uit in allebei de strips laten optreden als elkaars dates?

Crossovers zijn een bekend gegeven in de wereld van geeks en comics. De Metrolezer zal de grap zeker snappen, en de albumlezers waarschijnlijk ook, want beide reeksen verschijnen bij Strip2000. Kenny en Aimée zijn al jaren bevriend. Vroeger huurden ze samen een standje op stripbeurzen en gaven ze hun smallpress boekjes uit onder hetzelfde label. Dus niets zou een crossover in de weg moeten zitten.

Aimée de Jongh. Snippers #7: Eerst een selfie
Uitgeverij Strip2000, €8,95

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Nocturno #1

Tiener Seck woont bij zijn oom en neef, maar leidt geen gelukkig leven. Dan verschijnt zijn overleden vader en vertelt Seck dat hij moet afreizen naar Mulia, naar zijn vriend Rojo. Daar wordt hij door Rojo met open armen ontvangen, want Seck is een fantastisch zanger.

nocturno coverRojo is zelf een bijzondere gitarist die aan een van zijn handen vijf vingers en een duim heeft zitten. Hun band Kraneus doet mee met een wedstrijd van metalbands. Een van hun concurrenten zal er alles aan proberen te doen om Kraneus uit te schakelen en gaat daar heel ver in. Ondertussen wordt Seck verliefd op journaliste Karen.

Nocturno is het derde album van de Mexicaanse stripmaker Tony Sandoval dat uitgeverij Gorilla in korte tijd uitbrengt. Fijn, want ik geniet erg van Sandovals tekenstijl die erg leunt op het goed overbrengen van sfeer en emoties. Als Seck nog bij zijn oom woont, zijn de tekeningen in sombere grijstinten gehuld en met potlood in krasserige en grimmige lijnen getekend. Zodra Rojo en zijn wereld in beeld komen, schakelt Sandoval over op kleur en zijn de tekenlijnen strakker geïnkt. Deze omgeving is namelijk een stuk fijner voor Seck, vooral als de liefde tussen hem en Karen opbloeit. (Waarom Sandoval later wel weer af en toe pagina’s in potloodlijnen laat staan zonder deze te inkten, weet ik niet precies. Het resultaat is echter mooi.)

nocturno-optreden

Monsters
In dit stripverhaal zijn magie, fantasie en realiteit niet van elkaar te onderscheiden. Strip is een prachtig medium voor magisch realistische verhalen. Sandoval gebruikt interessante visuele metaforen om emoties uit te drukken. Mooi gevonden is het beeld waarin Seck en Karen elkaar voor het eerst kussen en hun hoofden letterlijk in elkaar lijken op te gaan. Tijdens het optreden van de band zijn de koppen van Rojo en Seck lekker expressief getekend. In de visie van Karen, die een interesse heeft voor zeemonsters, zijn ze net twee enorme monsterachtige verschijningen die uit de diepe zee komen om hun vijanden te verslinden. Dat Karen door het krachtige stemgeluid van Seck wordt meegesleurd, zien we gebeuren doordat er een enorme groene slang uit zijn mond schiet waar ze zich aan vastgrijpt en waarmee ze door de nacht vliegt. Viktor, die ook een oogje op Karen heeft, ziet dit met lede ogen toe.

nocturno_tony sandoval slangNet als de slang weet Sandoval de lezer zodanig mee te slepen in zijn verhaal dat je hem makkelijk vergeeft dat lang niet alles een verklaring krijgt. Waarom Seck opeens supergoed kan vechten als hij een masker op heeft bijvoorbeeld, of dat we van de meeste personages slechts de contouren van wie ze zijn te zien krijgen.

Ik ben erg benieuwd naar het tweede deel van dit tweeluik, want dit album eindigt met een flinke cliffhanger. Ongetwijfeld wordt het een en ander in het volgende album nog wel verklaard.

Tony Sandoval. Nocturno #1
Uitgeverij Strip2000/Gorilla, €19,95

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Hexed – The Harlot & The Thief, vol. 1

Hexed: The Harlot & The Thief, vol. 1 is a very entertaining supernatural adventure series with strong female leads.

hexed coverRight off the bat, Hexed: The Harlot & The Thief starts on a great note: the young and resourceful Lucifer breaks into a museum and encounters three highly-trained and well-equipped thieves. Since they’re after the same painting as she is, a confrontation is inevitable. Lucifer cheekily remarks that the guys look like Space Ninjas and are pretty over-equipped for this kind of job, since the museum is only guarded by a security guy named Bob, who takes the stairs to lose some weight since his engagement and will take a while to reach their floor. Apparently, Lucifer is a thief who does her homework, and only brings what she deems necessary to do the job. Although one of the guys points a gun at her and threatens to kill her, Lucifer seems hardly impressed. She relaxes against a wall, carves some kind of symbol in the apple she was eating and conjures up an enormous snake-like creature to deal with the ninjas, while she deals out some punishment herself.

But it gets even better. Bob walks into the room, but before he can stop Lucifer, the poor guy gets a heart attack from all the stairs he’s been taking. To save Bob’s life, Lucifer temporarily puts him inside the painting she came to steal! She takes it to Val Brisendine’s art gallery, Val being the woman Lucifer was stealing it for in the first place. When Lucifer steps back into the painting to get Bob out, she accidentally unleashes a very bad guy that was being held captive inside it as well. This sets up a very entertaining story in which Lucifer not only has to try to stop the bad guy, but she also has her life threatened by the woman who put him in the painting, meanwhile dealing with the Harlot and traveling into The Shade to save a colleague’s soul. (The Shade is a kind of way station for souls. When you die, you pass through it on your way to whatever afterlife awaits you.)

hexed magicFrom the moment Lucifer put Bob into the painting, my curiosity about this character and her world kept growing and growing. I like stories with a magic-realistic touch. And the action in Hexed… contains quite a few elements that are not of this world, but are highly entertaining to read.

Lucifer and the other characters were introduced in the mini-series collected in the trade paperback Hexed, published a couple of years ago by Boom! Studios. Lucifer, full name Luci Jennifer Inacio Des Neves, is a creation by Michael Alan Nelson, who also wrote this volume of Hexed: The Harlot & The Thief. Lucifer is a supernatural thief-for-hire, stealing wondrous objects from the dark denizens of the netherworld for her mentor Val Brisendine. She’s also the heir of the Harlot, the powerful magic witch that looks like Helena Bonham Carter on a bad day. If a live-action adaptation will ever by made out of this comic-series, Bonham Carter would be the only choice to play the Harlot.

The Harlot and Lucifer
The Harlot and Lucifer

I liked Lucifer’s cheeky and smart voice-over dialogue, which reminded me of typical inner voices by detectives and the smart-mouthed characters from Buffy the Vampire Slayer. Also, it’s a woman’s world: Nelson presents interesting female leads. Lastly, what I really liked about the art work by Dan Mora is the fact that every time the characters are inside a painting, everything we see is rendered through the art-style of that particular painting.

The only problem I had while reading this story is paradoxically also the magical element of this tale: magic seems to solve everything and Lucifer seems to be quite invulnerable; even being dead for a while doesn’t really bother her. So I never had the feeling the danger she was in was insurmountable.

But maybe that will change in the following installments of the series. Hexed: The Harlot & The Thief is only volume one, containing the first four comics. Volume 2 is out this month, and volume 3 is slated for August.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Just So Happens

I don’t know much about Japan, really. Yes, I’ve seen martial arts films, some anime and Lost in Translation. Those films give an impression of Japan that leaves one wanting to know more. That’s why I chose to read Just So Happens by Fumio Obata.

just-so-happens-coverIn this graphic novel, London-based Yumiko is a designer running her own firm with friends. She is engaged to an Englishman and has made a nice life for herself in the UK. When her father suddenly dies she returns home to Japan. Here, she feels out of place in daily situations, but also in ritualistic situations such as the wake for her father. Is Japan still her home or has she changed too much in the years she stayed overseas?

Just-So-Happens_p042-043

This internal conflict is visualized via the appearance of a performer of the Noh theater. A traditional form of Japanese theater which aesthetic demands the exclusion of natural traits and spontaneity. The performers restrict characters’ emotions by following a sophisticated code of gestures. As a matter of fact, all human forms, shapes and movements are codified in specific forms. During her father’s wake and funeral, Yumiko notices she doesn’t feel sad, she doesn’t seem to feel anything. She feels like she is performing in a ritualized play, detached from her emotions, just like a performer in Noh theater. ‘If formality and courtesy take over the feelings, how silly and meaningless all these things could become. And despite all this, I still take part in it! Ah, where I am right now… I am in a theater… performing a piece, pretending to be something else…’ she thinks during the ritual.

Just So Happens 053

Fumio Obata makes wonderful visual observations about Japan. In this pleasantly paced story, Obata gives the reader time to look around, just like Yumiko does as she visits Japan. Every once in a while, for example, Obata shows us a street scene, Japanese architecture or a canal that runs through town. Obata uses a subtle and visual way of storytelling. For instance, when he introduces Yumiko’s mom, Obata uses two pages without any dialogue or captions. We see the woman working on her computer at home, followed by a panel of a bookcase with a radio and a picture of her daughter, followed by a panel of her hands typing on the keyboard, followed by two panels showing the kettle is boiling. It takes a third panel and quite some noise from the kettle before the mother notices the water is boiling and she goes to the kitchen. While the teabag is in the pot and she’s waiting for it to be ready, she looks at a picture of Yumiko in which she has her diploma in her hands. It’s a nice, silent scene that shows us something about her work ethic and that tea reminds her of Yumiko. It also sets up the dialogue scene that follows when Yumiko arrives at her mom’s.

In Just So Happens we learn something about how the Japanese mourn, what the rituals are concerning a wake, and also that it’s still hard for a woman to lead an independent life in Japanese culture. Yumiko’s mom is a successful author and scholar, but her position comes with a price. In the end her need to stand on her own feet has cost her her marriage. In a way, by living in London, being an independent designer, Yumiko is living her mother’s dream.

just so happens

I very much liked the personal tone in Just So Happens. The graphic novel almost reads like a memoir, and the characters feel real. Not surprisingly maybe, since writer/artist/animator Obata was born in Tokyo. He moved to England in 1991, so my guess is the story and theme of the book are close to his heart.

At the end a small transformation has taken place. Yumiko has learned something about her identity: she no longer has to deny her roots to be herself. She has also learned how to deal with her parents’ expectations and live her life on her own terms. Overall, Just So Happens offers a wonderful and interesting reading experience in more ways than one.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Liberty Meadows #1 – Voor pillen en praatjes

Brandy is nog niet klaar met aankleden, maar dat weerhoudt tekenaar Frank Cho niet om haar alvast op papier vast te leggen.

Cho op Facebook: "Brandy, not quite ready. A cheeky pin-up from my Liberty Meadows calendar"
Cho op Facebook: “Brandy, not quite ready.
A cheeky pin-up from my Liberty Meadows calendar”

Gelukkig maar, want als iemand mooie en goed gevormde vrouwen kan tekenen, is het Cho wel. Iets waar hij wel eens om bekritiseerd wordt, wanneer sommige mensen zijn afbeeldingen te seksistisch vinden. Gelukkig trekt Frank zich daar niets van aan. Sterker nog: hij maakt graag een variant cover voor de lol, om de feministische zuurpruimen een beetje te plagen.

frank cho black cat cheesecakeHet begon eigenlijk met de beruchte Spider-Woman cover van Milo Manara waar Cho op reageerde. Sindsdien is hij niet meer te stoppen, zo lijkt het. Bekijk dit aardige overzicht op Heavy Metal als je nog niet overtuigd bent.

(Overigens snap ik het commentaar op de seksualisering van superheldinnen helemaal. Ben het er alleen niet altijd mee eens, zoals ik al eerder heb geschreven.)

Cho heeft ook comics getekend voor Marvel, waaronder enkele nummers van Spider-Man-series. En behalve pin-ups tekenen, is de Koreaans-Amerikaanse Cho ook erg goed in het meer cartooneske en slapstick werk. Beide stijlen combineert hij op voortreffelijke wijze in de strip Liberty Meadows. Deze humorstrip draait om het rusthuis voor dieren genaamd Liberty Meadows waar dierenpsychiater Brandy en dierenarts Frank zich over de beesten ontfermen.

Grappige beestenboel
liberty meadows1 coverDie dieren hebben uiteenlopende en uitgesproken karakters. Zo is er Ralph, een sensatiebeluste circusbeer met een doodwens, de aan münchhausensydroom lijdende brulkikker Leslie en de zachtmoedige eend Truman die een minderwaardigheidscomplex heeft. Daar heeft Dean, een seskistisch varken dat verslaafd is aan roken, bier en – uiteraard – vrouwen, dan weer geen last van. Ook niet van goede manieren trouwens.

Dat de dieren en mensen ongehinderd met elkaar kunnen praten, kan alleen in strips en Disneyfilms natuurlijk. In ieder geval leveren de strapatsen van de harige patiënten veel hilarische momenten op.

liberty-meadows

Ook is Cho kundig in kleine verwijzigingen naar populaire cultuur, zoals deze duidelijke hint naar de film The Graduate laat zien:

the_graduate-leg liberty-meadows_graduate

Vanaf hun eerste ontmoeting valt Frank als een blok voor de aantrekkelijke Brandy:

liberty meadows sexy brandy

Dat Frank van een beetje schoonheid al rode koontjes krijgt en begint te stamelen, is een running gag in de serie. Franks reacties zijn natuurlijk lekker overdreven maar toch ook pijnlijk herkenbaar.

Dean heeft het er soms ook moeilijk mee...
Dean heeft het er soms ook moeilijk mee…

Eppo
Liberty Meadows
is wat mij betreft ieder nummer weer een hoogtepunt in stripblad Eppo. De strip wordt voor deze publicatie ingekleurd, net zoals Sigmund. Dat wordt verder vakkundig gedaan, al heb ik zelf geen bezwaar tegen zwart-wit strips. Het is ook de gekleurde versie die uitgeverij Don Lawrence Collection recent uitbracht in het eerste album getiteld Voor pillen en praatjes. Fijn, want nu kunnen we een van de beste humorstrips uit de States vanaf het begin lezen. Overigens vind ik de vertaling van de strip goed gedaan. Het is altijd lastig om humorstrips goed te vertalen, maar Ger Apeldoorn en Rob van Bavel komen vaak met slimme oplossingen als het om het vinden van een Nederlands equivalent gaat van iets dat alleen in de Verenigde Staten bekend is.

Neemt niet weg dat als je de Engelse taal machtig bent, je eigenlijk gewoon de oorspronkelijke versie van Liberty Meadows moet lezen. Al is het maar vanwege het mooie lettertype waarin de teksten geschreven zijn. Overigens zag ik in het recentste nummer van Eppo dat het personage Jensen van de strip 40 Hours in Liberty Meadows gephotoshopt is. Van dat soort grappen ben ik minder fan, want deze purist vindt dat het artwork van Cho niet veranderd of aangevuld mag worden als dat voor de vertaling niet strikt noodzakelijk is. En gecensureerd mag het wat mij betreft al helemaal niet worden. Dat is vroeger wel eens voorgekomen toen Liberty Meadows nog via syndikation in kranten verscheen.

Frank Cho. Liberty Meadows #1: Voor pillen en praatjes
Uitgeverij Don Lawrence Collection, € 8,95.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Lone Sloane – Delirius

Lone Sloane, the notorious interstellar explorer and neo-earthling, has a bounty on his head and an armada at his heels. Then a religious group called Red Redemption asks him to help them steal a big sum of money from the Imperator, the ruler of a planet called Delirius, a hedonistic pleasure planet.

Sloane agrees, since he likes the idea of stealing money from the man who put a price on his head. But the mission is not going to be easy, and after Sloane has made his mark on Delirius, the place will never be the same again.

Lone-Sloane-Delirius-CoverIn 1966 French comic book artist Philippe Druillet, influenced by his favorite writers H.P. Lovecraft and A.E. van Vogt, created Lone Sloane. The first stories appeared in the Franco-Belgian comics magazine Pilote. Later on, Druillet, together with Moebius and Dionnet, created the legendary comics magazine Métal Hurlant for which he made more Sloane adventures. Delirius was written by Jacques Lob and was originally published in Pilote.

Druillet is known for his spectacularly bold page designs and the pages in Lone Sloane: Delirius are anything but traditional comic book pages. Sometimes these pages look like big montage sequences with large visuals. Rich with details, the pages read like picture puzzles. These are certainly eye-catching and at the time, this was a fresh approach to how one can tell stories in the sequential art form we call comics. However, because of this visual approach I found the storytelling somewhat lacking.

In comics the transition from panel to panel is very important. Some time passes between panels, within a scene usually a couple of seconds, sometimes just a fraction of that, sometimes more. It’s up to the reader to fill in the gaps between panels. For me, this is part of the beauty of comics. With Druillet’s visualization, the storytelling rhythm is somewhat jarred and makes for a less easy reading experience, especially when it comes to dialogue scenes. Lone Sloan: Delirius reads like a film in which the director is only interested in the special effects and big action sequences, and mostly uses medium-to-long shots when it comes to dialogue scenes. It dehumanizes the story somewhat.

Lone-Sloane-Delirius-Page

Moreover, it doesn’t help that drawing convincing facial expressions isn’t Druillet’s strong suit either. For most of the book Sloane just looks very pissed off or determined – depending on your point of view. This makes Sloane a cardboard character; someone we observe, not someone we feel concerned for.

Druillet’s visual strength lies in drawing eye-catching architecture, spacecrafts and alien landscapes. I especially liked how he visualized the landscape of Delirius and the creatures that inhabit it. If that’s your sort of thing then Lone Sloane: Delirius is definitely worth a read.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Lone Sloane ook in het Nederlands
Mocht je het Frans niet machtig zijn en geen zin hebben in een Engelse vertaling, dan kun je ook bij uitgeverij Sherpa terecht voor Nederlandstalige albums van de reeks Lone Sloane. In ieder geval zijn al uitgegeven Lone Sloane 1 – De zes reizen van Lone Sloane, waarin de eerste zes korte verhalen gebundeld zijn. En ook Delirius kwam recent uit op groot formaat. De hardcover kost € 29,95. Er is ook een luxe editie met linnen rug en gesigneerde piezografie voor € 75,00.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Killing and Dying

Killing and Dying is a collection of six wonderful short stories by Californian comic book artist Adrian Tomine. Six emotional, well-crafted slices of life, though predominantly the more gloomy slices.

killing-and-dying-tomine-coIn ‘A Brief History of the Art Form Known as Hortisculpture’ a gardener invents a new art form: large sculptures with plants in them. He thinks it’s going to be big. Too bad nobody else thinks the same way. Even though his wife tries to support her husband’s dream in the end he becomes so obsessed with it, their family life suffers.

killing-dying-hortisculptureIn ‘Amber Sweet’ a student’s life takes a turn for the worse when she gets mistaken for porno star Amber Sweet, whom she resembles.

‘Go Owls’ deals with a relationship between a woman and a self-absorbed man with a shady past called Dennis Barry. In the beginning he seems like a nice guy who tries to help her out, but soon the dark side of his personality surfaces.

‘Killing and Dying’ is about how a father tries to protect his daughter from failure and embarrassment. She wants to be a stand-up comedian. To her father this is just another one of her whims while her mother is really supportive. Tomine offers a great study of the father-daughter dynamic. The father is trying his best at parenting, but isn’t a very subtle communicator. The killing and dying refers to being a stand-up: you either kill the room by making the audience laugh their butts off, or you’re dying inside when they don’t laugh at your jokes.

killing and dying stand-up

Adrian Tomine is a great cartoonist and also a wonderful writer: it’s through their dialogue and their inner thoughts that his characters seem most alive. Every story is a slice of life and a character study. Tomine’s characters are all tragic and flawed in some way, making them not only recognizable, but also very real. These are the people living next door. Heck, they could even be us.

Although, one wishes never to become a Dennis Barry or the main character in ‘Intruders’. By chance this soldier gets the hold of the keys to an old apartment, and after the current occupant leaves for work, he goes into his former home to spend his day. All of Tomine’s characters seem to have suffered some sort of loss or need to learn to let go of something whether it’s to stop pursuing a dream or letting go of a memory. The tone of the stories might be a bit gloomy, but it never gets too depressing. The six vignettes fit more within the ‘dark humor’ category.

Tomine gives every story its own characteristics and isn’t afraid of experimentation. ‘A Brief History of the Art Form Known as Hortisculpture’ comes in the form of a newspaper comic, with every episode ending on a funny note. ‘Translated, from the Japanese,’ reads like a mother’s memoir, illustrated with colorful still images. In all comics Tomine uses a very clean drawing style, a bit similar to ligne claire (Clear Line). (The artwork is reminiscent of the comics of Chris Ware and Daniel Clowes, comic book artists who also deal with black humor and hapless characters.) The story ‘Intruders’ Tomine seems to have inked in a looser way with thicker lines. Because the panels also lack inked borders, the visualization is in tune with the subjective storytelling.

From: 'Go Owls'
From: ‘Go Owls’

I very much enjoyed reading Killing and Dying and I’d like to heartily recommend this collection of six stories to anyone wanting to read good comics.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.