De twee sympathieke heren trotseerden lage temperaturen en onverschillig publiek om hun prachtige, zelfgemaakte waar aan de man, vrouw of kind te brengen. Vooral dat laatste leek Baaij met zijn stripfiguurtje Bunbun goed te lukken zoals in deze Daily Webhead te zien is:
De dag ervoor kreeg Matt het nog aan de stok met een verzuurde bejaarde vrouw die naar zijn stalletje had gekeken en luidruchtig haar snotneus ophaalde, om vervolgens te zeggen: ’15 euro voor zo’n schilderijtje vind ik absurd duur.’ Ach ja, de glorie van het strips en kunst maken in Nederland.
DirkJan is een van de populairste strips in Nederland. Op stripbeurzen willen fans dan ook graag een tekening van stripmaker Mark Retera bemachtigen, zoals laatst op Stripfestival Breda, waar Retera uren druk zat te signeren.
Ik vind het altijd leuk om tekenaars aan het werk te zien. Het is altijd de vraag wat ze als eerste op van een personage op papier zetten en hoe ze dan het figuurtje verder opbouwen. Normaliter versnel ik de beelden die ik draai van tekenende stripmakers wat, maar bij Retera is dat niet nodig, want binnen de kortste keren heeft hij zijn stripfiguurtje op papier staan.
Een impressie van het Stripmuseum in Brussel, inclusief een stukje Smurfenles van stripkenner en gids Kurt Morissens en een uitvoerige blik op de expositie De kunst van het Stripverhaal.
Tijdens reportages maak ik natuurlijk een hoop aantekeningen, maar ik schiet ook vaak videomateriaal om bij het schrijven van mijn stukken te raadplegen. Zoals tijdens mijn bezoek aan het Belgisch Stripmuseum in oktober. Dat beeldmateriaal heb ik gemonteerd tot een video en geeft mijns inziens een aardige impressie van het Stripmuseum dat ik iedere stripliefhebber van harte aanbeveel.
Van de Nederlandse cartoonist Gummbah is zojuist de bundel ‘Hier’ verschenen met daarin de beste cartoons van de afgelopen 20 jaar. Een bundel vol rake absurdistische grappen dus.
Zet vooral de player op volledig scherm en de kwaliteit op hd zodat je de cartoons mee kunt lezen.
Stripmaker Wilbert van der Steen in actie op Stripfestival Breda 2014. Tijdens het tekenen en signeren van albums vraag ik hem waarom hij zijn potloodtekeningen niet inkt.
Naast Van der Steen zit collega Marc Legendre. Samen maakten zij recent het album Ayak + Pordat bij Strip2000 uitkwam en waar hopelijk snel een tweede deel van uitkomt.
Zaterdag 22 november signeert Van der Steen, samen met Kenny Rubenis en Lectrr in stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam. Vanaf 14 uur zitten de heren voor je klaar.
De Nederlandse stripwereld kan nog wel wat ridderlijkheid gebruiken. Gelukkig hebben we tegenwoordig Floris van Dondermonde om te laten zien hoe dat vechten met draken, spelen op een luit en het bedrijven van de hoofse liefde, gaat.
Remco Polman zorgt ervoor dat we kunnen lachen om de Middeleeuwen. Je vraagt je bij het lezen bijkans af waarom de Engelsen het ’the Dark Ages’ noemen want al die hitsige dames, homoseksuele draken en andere typische Middeleeuwse verschijnselen prikkelen de lachspieren.
Floris is inmiddels een vaste waarde in Eppo stripblad. Vrijdag 10 oktober werd in Lambiek het eerste album gepresenteerd Heer Floris steekt de draak. Onderstaande video is daar een registratie van en onthult het verhaal achter Floris uit de mond van Jantiene de Kroon. Ze vertelt hoe Polman zich vol overgave op het onderzoeken van de Middeleeuwen stortte. Ook legt ze uit hoe het zit met die Vind-ik-leuk sticker met Dirkjan op de cover van het album. En natuurlijk zien we Remco in actie aan de tekentafel.
Floris Deel 1 – Heer Floris steekt de draak. Remco Polman en Wilfred Ottenheijm tekst, tekeningen en kleur.
Redactie: Rob van Bavel. Met een voorwoord van Mark Retera. Don Lawrence Collection, €8,95
Op Stripfestival Breda zat Frits Jonker in de stand van uitgeverij Xtra en om zichzelf en de andere bezoekers bezig te houden had hij een leuk project bedacht, de Comic Balloon Photoshoot: zeg het eerste wat in je opkomt en Frits maakt er een tekstballon van. Daarna ga je met die ballon op de foto.
Er was veel belangstelling van de internationale pers bij de verjaardag van het Belgisch Stripmuseum. Ondergetekende was twee dagen in Brussel om nader kennis te maken met het stripmatige karakter van de stad.
Een witte Smurf op mijn bureau houdt nauwgezet mijn vingers op het toetsenbord in de gaten. Het figuurtje met vrolijke blik is een souvenir van mijn bezoek aan Brussel afgelopen weekend. Ik was daar om de 25ste verjaardag te vieren van het Belgisch Stripcentrum, nu ook omgedoopt tot Stripmuseum.
Stripdecor
Samen met een groep collega’s was ik op persreis om de goed bezochte persconferentie bij te wonen, met stripmakers te praten en andere stripgerelateerde plekken in Brussel te bezoeken. Met maar liefst 50 stripmuren, het Marc Sleen Museum, het Comics Café, Het Moof en natuurlijk het Stripcentrum kun je Brussel gerust een toeristische trekpleister voor de stripliefhebber noemen. De stad was dan ook de bakermat voor heel veel stripfiguren en een indrukwekkende lijst aan Belgische stripmakers waren er in het verleden actief. En, zo blijkt onder andere uit de indrukwekkende tentoonstelling Beeldig Brussel, is de stad ook dikwijls het decor in menig stripverhaal. Vroeger vooral als achtergronddecor, maar in de afgelopen 25 jaar speelt Brussel in aardig wat strips op de voorgrond mee. Daarom toont de expositie juist voorbeelden uit die verhalen. Van meer dan 40 tekenaars worden er originele platen getoond, van Sokal, Hulet, Dupré en Servais tot Vanistendael, Goldsmith, De Radiguès en Mariën.
Guust Flater
Een beetje jaloers ben ik wel op de Belgen, want in Nederland is het veel moeilijker om in het openbaar je stripliefde te belijden. In Brussel vind je gewoon een standbeeld van Guust Flater op straat en kijkt men niet gek op als je zegt dat je stripjournalist bent. Sowieso is het Stripcentrum een plek om jaloers op te zijn, als Nederlandse stripliefhebber. Het was jaren geleden sinds ik het instituut voor het laatst had bezocht, maar ik was meer dan blij verrast. Boeiende exposities met prachtig origineel werk biedt het Stripcentrum en een uitgebreide bibliotheek en documentatiecentrum met meer dan 60.000 albums, 38.000 magazines en 4.000 theoretische werken.
Tijdens de persconferentie vertelden de twee directeuren Jean Auquier en Willem De Graeve over de geschiedenis en nieuwe exposities in het Stripmuseum. Soms keek Auquier mij vriendelijk aan. Ik knikte maar geïnteresseerd terug, terwijl ik geen idee had wat hij zei, want de beste man sprak Frans. Op dat soort momenten voel ik me net een stranger in a strange land en besef ik me dat ik die vier jaar Frans op de middelbare school beter had kunnen opletten in plaats van proberen het leven van mevrouw Van der Poll zo zuur mogelijk te maken. Gelukkig deed De Graeve zijn verhaal in het Nederlands en was de informatie ook terug te lezen in de persmap.
Na de persconferentie heb ik voor een artikel in de VPRO Gids, kort gesproken met Hec Leemans (Bakelandt, FC De Kampioenen) en Pieter De Poortere over het thema striperfgoed. Naar De Poortere is nu een heel auditorium vernoemd in het Stripcentrum omdat zijn creatie Boerke 15 jaar bestaat en een tweede leven in animatie heeft gekregen. Het auditorium is veranderd in de woonkamer van Boerke, waar je uiteraard de animaties kunt bekijken en ook landschapschilderijen hangen waarin het personage zijn opwachting maakt. Die schilderijen laten meteen zien hoe veelzijdig de tekenaar eigenlijk is: De Poortere mengt een romantische schilderstijl met de cartooneske en gestileerde stijl waarin hij doorgaans Boerke tekent.
Smurfenbroekjes
Na het gesprek met De Poortere werd ik zelf geïnterviewd door FM Brussel in het programma De Zoo van Brussel over wat ik in het Stripmuseum kwam doen. Men vroeg me ook om een item uit het museum uit te kiezen en daar iets over te vertellen. Dat moest een tekening van Franquin zijn, vond ik, maar die waren helaas op dat moment in een ruimte die eventjes afgesloten was van de rest. Nu had ik onderweg door de nieuwe Smurfententoonstelling gelopen en zag ik daar een waslijn vol met schone Smurfenbroekjes. Dit vond ik zo grappig, dat ik die even heb aangekaart in de uitzending. ‘Dus, het leukste aan het Stripcentrum vind je het onderbroekje van Smurfin?’ vroeg de presentator. Tja, daar zat ik met een glimlach vol tanden…
Stripfiguren op muren
Het was ook wel een beetje een haastklus dat interview, want ondertussen was mijn groep al op pad met stripkenner en gids Kurt Morissens die een rondleiding gaf door het museum. Daar wilde ik natuurlijk bij zijn. Evenals bij de wandeling langs enkele Stripmuren in Brussel. Kurt vertelde op luchtige en aanstekelijke wijze allerlei wetenswaardigheden over de muren en stripfiguren, terwijl we op de zonnige middag door het centrum van Brussel wandelden. Mocht je ooit in de buurt zijn, dan raad ik je een wandeling met Morissens zeker aan. Niet in de laatste plaats omdat hij je weet te winnen voor het beeldverhaal én Brussel.
Daarna was het even uitpuffen in mijn hotelkamer in het luxe Radisson Blu. Op de minibar lonkte een pakje studentenhaver naar me, maar met een prijs van maar liefst tien euro, wist ik toch mijn lekkere trek te bedwingen. Ik mocht dan in Bourgondisch België zijn, ik blijf een zuinige Hollander. Geen idee trouwens hoe je studentenhaver in het Frans zegt, maar aangezien zo’n 90% van de inwoners van Brussel Frans spreekt, zou het eigenlijk wel handig zijn om dit te weten. Door de taalbarrière waande ik me soms eerder in Frankrijk dan in België.
Al had ik daar bij de receptie in het Stripcentrum die avond weinig last van. Deze werd bezocht door zo’n 800 man: veel stripmakers en aanverwante lui die met het beeldverhaal te maken hebben, uit binnen- en buitenland. Sowieso had het museum niet te klagen wat aandacht betreft. Er liepen die dag journalisten uit onder andere België, Frankrijk, Italië, Nederland en China rond. Het zal wel laat geworden zijn, toch ontving adjunct-directeur Willem De Graeve mij de volgende ochtend fris en energiek toen ik aanklopte om hem te interviewen.
In de Brasserie hebben we een goed uur met elkaar gesproken over de geschiedenis van het museum en de functie van het Stripcentrum in het verband met striperfgoed. Voor het resultaat van dit gesprek zul je nog een klein maandje moeten wachten, dan staat het artikel in de VPRO gids.
Na het gesprek met Willem heb ik nog de nieuwe tentoonstelling De kunst van het stripverhaalbezocht. Daar heb ik wat videobeelden van gemaakt, dus binnenkort zie je het Belgisch Stripmuseum terug in een Daily Webhead video.
In de Thalys naar Amsterdam besefte ik dat ik tot voor kort Brussel vooral zag als een politiek bolwerk waar het Europese parlement zetelt en waar politici en lobbyisten gezellig vervelende regeltjes proberen te verzinnen om het leven van de gewone burger wat moeilijker te maken. Mijn beeld van de politiek is in die twee dagen niet veranderd, maar wel mijn blik op de Belgische hoofdstad. Brussel is een intrigerende metropool waar het beeldverhaal op allerlei manieren geëerd wordt en waar ik snel nog maar eens naartoe moet gaan.
Molenaar is de eerste Nederlandse stripmaker die voor DC Comics Batman heeft getekend. In deze video heb ik de opnames van die dag vermengd met de audio van een telefonisch interview met Romano dat eerder is opgenomen en dat ik met hem voerde voor mijn Batman-artikel in Eppo.
Vrijdagmiddag trof ik in Lambiek de Belgische stripmaker Rik Willemen aan. Hij zat A Song Called City te signeren. Het stripalbum dat hij tekende en samen met Bram Michielsen schreef.
Een boekpresentatie van Kruitvat: Het beste uit Van Speijk zou niet kunnen plaatsvinden zonder een optreden van Stef Stokjens, de hoofdredacteur van het satirische tijdschrift. Die nam vrijdag 12 september in Lambiek dan ook even zijn fanmail door in aanwezigheid van exposerende en andere stripmakers.
Ongetwijfeld baal je ervan dat je er niet bij kon zijn of wil je het nog even terugzien omdat je tijdens Stokjens’ optreden net naar de wc was of buiten een jointje stond te roken. Gelukkig hebben we er een video van:
In de expositie hangt werk van stripmakers uit Van Speijk: Bas Köhler, Dace Sietina, Floor de Goede, Rob Derks, De Stalinski’s, Eduard Bezembinder, Jeroen Funke, Wasco, Argibald, Han Bolo, Hallie Lama, Marc van der Holst, Michiel van de Pol, Remco Lee Polman, Sam Peeters, Danibal, Ruben Steeman, Schwantz, Sabine van den Berg, Boris Peeters en Tonio van Vugt.