‘Volgens mij is dit de brug waar we die hoer aan opgehangen hebben,’ zegt Dick Maas ietwat vertwijfeld op de kruising tussen de Keizersgracht en Reguliersgracht. Op een zonnige aprilmaandag zit de regisseur met kapitein Barend de Voogd, de Canadese filmjournalist Kier-La Janisse en ondergetekende in hetzelfde schuitje: met een klein metalen bootje varen we door de Amsterdamse grachten om locaties van Amsterdamned te bezoeken, vijfentwintig jaar na de opnames. Janisse schrijft er voor Fangoria.com een artikel over. In tegenstelling tot wat ik over Maas heb gehoord, blijkt hij zeer sympathiek en bereid om allerlei vragen te beantwoorden. Het is ook nog eens zijn verjaardag. Een bijzonder cadeautje, dit boottochtje down memory lane.
In 1988 kwam de actiethriller Amsterdamned uit in Nederland: een seriemoordenaar maakt de grachten van Amsterdam onveilig en politie-inspecteur Eric Visser, gestalte gegeven door Huub Stapel, maakt jacht op hem. Na werktijd duikt Stapel tussen de lakens met duikster Monique van de Ven en probeert hij de vuilgebekte puber Tatum Dagelet van een opvoeding te voorzien.
Tot een paar jaar geleden waren Dick Maas en Paul Verhoeven eigenlijk de enige regisseurs in Nederland die zich aan genrefilms met flinke actie waagden. De eerste drie films van Maas, De lift, Flodder en Amsterdamned behoren tot de canon van de Nederlandse cinema.
Bij het terugzien van Amsterdamned blijkt dat de thriller het niet moet hebben van diepgang: de meeste personages zijn typen en de motivatie van de moordenaar doet eigenlijk niet ter zake. Sommige dialoogscènes doen gekunsteld aan vanwege de dikke proppen expositie die de acteurs dienen uit te spreken. Toch heeft de film een hoop charme en humor. Behalve het nostalgische kijkje naar het Amsterdam van de jaren tachtig (op bijna elke straathoek ligt afval wat de stad een grimmige uitstraling geeft), is Amsterdamned vooral onderhoudend door de spectaculaire speedbootachtervolging in de grachten van de stad, die gedeeltelijk in Utrecht werd opgenomen. In dat opzicht biedt onze gemoedelijke boottocht – we dobberen met een maximale snelheid van vijf kilometer per uur voort – een mooi contrast met de snelle achtervolgingsscènes uit de film.
Daarbij varen we van de ene anticlimax naar de andere: als we bijvoorbeeld na lang zoeken aankomen bij Prinseneiland, de plek waar een hoertje op genadeloze wijze wordt afgeslacht door de moordenaar, valt er niet veel meer te zien dan een brug met een zeer oud trappetje dat het water in loopt. In zonovergoten Amsterdam ziet de locatie er heel ontdek-je-plekje, maar weinig thrillerachtig uit. Een bijna aanvaring met een van de vele tourboten is het spannendste dat we die middag meemaken. Fictie en werkelijkheid liggen in de wereld van Maas ver uit elkaar. Gelukkig maar.
Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #102.