Marq van Broekhoven en zijn collega Mars Gremmen waren hard aan het werk toen ik hun stand bezocht op Stripfestival Breda.
Van Marq was zojuist het derde Jodocus-album uitgekomen, Mars signeerde zijn tweede Trix-album dat weekend en tekende in schetsboeken die onder zijn neus werden geschoven. Een van die schetsboeken stond vol met tekeningen van groot tekentalent uit binnen- en buitenland. Cartoonist Hansha (Hans Harleman) kwam ook nog even langs en die bleek bezig met een opvallend project. HIj vraagt collega-stripmakers niet om een tekening te maken van hun eigen personages, maar om een portret van hemzelf te tekenen. Hij heeft al een flinke verzameling van bekende stripmakers. Kortom, er is veel mooi tekenwerk te zien in deze Daily Webhead-video.
Een paar dagen na het festival plaatste Hans dit grappige portret van mij op Facebook. Ik denk dat hij deze gebaseerd heeft op een ietwat oudere foto, want mijn haar is tegenwoordig een stukje korter. Al loop ik inderdaad wel geregeld rond met stoppelbaardje.
Donderdagavond 13 juni was in Pakhuis de Zwijger een bijeenkomst over strips georganiseerd door Shop Around. Ik was daarbij om een column voor te dragen en heb indertijd een verslagje over de avond geschreven. Kennelijk stond er al een tijdje een video-impressie van de avond (wat niet door de organisatie is doorgegeven), dus bij deze nog even deze, ietwat, manisch gemonteerde impressie.
Gezien de lugubere marketingactie voor Amoras deze week, lijkt het me wel gepast om de column die ik die avond presenteerde, hier te publiceren. De column haakt namelijk in op marketingcampagnes die met de dood kokketteren.
Wat hebben Wiske, van Suske & Wiske, en Peter Parker, ook wel bekend als the Amazing Spider-Man met elkaar gemeen? Goed, het zijn allebei stripfiguren. Da’s één. En van zowel Wiske als Spider-Man kennen we verschillende versies. Sterker nog: in de recent opgestarte reeks Amoras wordt de lezer getrakteerd op de jongvolwassen versies van Suske en Wiske. En daarin lijkt onze Wiske dood te gaan. En dat heeft ze ook gemeen met Peter Parker, want die is recent ook overleden. Alweer.
Maar eerst even iets over Amoras.
Amoras is geschreven door Marc Legendre en getekend door Charel Chambré (van o.a. Jump). Het is verhaal een nieuwe benadering van de klassieke reeks van wijlen Willy Vandersteen.Wat is er allemaal zo nieuw en fris aan Amoras? Het verhaal speelt zich af in de toekomst, namelijk 2047, waar schurk Krimson de scepter zwaait over het eiland Amoras. Hij laat de plaatselijke bevolking als slaven in de mijnen werken. Die werkzaamheden zorgen voor zeebevingen en scheuren in de bodem. Sus en Wis komen door een ongeluk met de teletijdmachine in deze toekomst terecht.
Overigens, dit is hoe Krimson eruit ziet in de strip. Denk er een zonnebril bij en Krimson had de tweeling broer van de heilige Bono kunnen zijn.
De tekenstijl van Amoras is duidelijk anders dan hoe de reguliere reeks wordt getekend. De personages hebben een meer volwassen uiterlijk gekregen. Kleine Wiskes worden groot en krijgen borsten zullen we maar zeggen.
De schrijver zoekt de volwassenheid van het stripduo echter vooral in hun woordkeus: Suske en Wiske zijn grofgebekter dan we van ze gewend zijn. Suske zegt heel vaak ‘Fuck!’ bijvoorbeeld. En het is ook allemaal gewelddadiger: het personage Jerusalem, die wel iets wegheeft van Wiske, gaat heel Die Hard te keer in het album.Vooral nieuw is de manier waarop de reeks werd gepromoot. Weken voor de lancering begon men campagne te voeren via sociale media. Kijk, dat ze een facebookpagina opende is niet zo heel bijzonder. Tegenwoordig hebben kinderen die nog in de embryonale fase verkeren er al één waarop hun verschrikkelijke truttige ouders uit hun naam updates op zetten…
De campagne van Amoras bestond verder uit een briefkaartje en een poster met daarop de boodschap dat Wiske werd vermist. Die poster werd gevolgd door een heuse rouwbrief waarin de dood van Wiske werd aangekondigd. Dit bleek uiteindelijk een uitnodiging te zijn voor de perspresentatie in Antwerpen, maar ik was toch wel even geschrokken.
En het is waar: aan het einde van het eerste deel van Amoras lijkt Wiske het loodje te leggen.
De dood van een stripheld aankondigen om de verkoop te stimuleren is een oud marketingtruucje. Vorig jaar december ging Peter Parker, mijn geliefde held en toeverlaat, dood. Hij werd vermoord. Vermoord door schrijver Dan Slott en de redactionele staff van Marvel Comics. Of door de marketingafdeling. Tegenwoordig is het verschil nog moeilijk te zien tussen de schrijvers en marketeers in de comicswereld.
Vorig jaar bestond het Webhoofd maar liefst 50 jaar en Marvel besloot dit te vieren, door zich te ontdoen van Peter Parker. En dat terwijl Spider-Man toch het boegbeeld van de uitgeverij is. Na bijna 700 afleveringen Amazing Spider-Man neemt de stervende Doctor Octopus het lijf en geest over van Peter Parker.
Octopus doet een mindswap: zijn geest zit in het hoofd van Peter Parker. En Peters brein zit in de hersenpan van de doodzieke Octopus. Als die even later aan zijn kanker bezwijkt komen de avonturen van Parker ten einde. Vanaf nu speelt Doctor Octopus voor Spider-Man en de arrogante kwal noemt zichzelf superior Spider-Man.
Inferior Spider-man kun je het beter noemen. Want, de verhalen zijn verschrikkelijk slecht geschreven. Dan Slott heeft er een handje van om de karakters van zijn personages zo om te buigen dat ze in zijn waanzinnige plots passen, terwijl we allemaal weten dat een goed verhaal en een boeiend plot, voorkomen uit de handelingen en wensen van de personages.
De fans waren er dan ook niet blij mee. Ik ook niet. Ik stuur Dan Slott af en toe een vriendelijke doch giftige tweet. Al hou ik het in tegenstelling tot andere fans erg netjes, want doodsbedreigingen, daar doe ik niet aan.
Overigens was Stan Lee, de geestelijk vader van Spider-Man ook niet blij met deze plotwending.
We weten allemaal dat in stripland en in het bijzonder in comics land, stripfiguren nooit lang dood blijven en dat het ‘sterven’ van een personage niets meer is dan een afgekloven plannetje van de marketingafdeling om ‘nieuw leven’ in een reeks te blazen.
Peter Parker stierf al eerder. In de jaren negentig werd hij jarenlang vervangen door zijn kloon. Een paar jaar later stierf Peter om zichzelf in een cocon te wikkelen om er daarna als herboren en verbeterd uit te komen in The Other. Ook Peters Tante May kwam terug uit de dood. Zelfs de euvele Norman Osborn die Peters vriendin Gwen Stacy vermoordde kwam jaren later terug en bleek het meesterbrein te zijn achter heel wat pech in Peters leven.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de legendarische dood van Superman uit de jaren negentig en die van Bruce Wayne nog niet zo heel lang geleden. En Captain America. En zo zijn er nog wel meer helden die uit de dood zijn herrezen. In tegenstelling tot het echte leven, blijven superhelden zelden dood. Maar u moet het met me eens zijn dat in de aangekondigde dood van een strippersonage nog weinig originaliteit schuilt.
En daarom begrijp ik de verontwaardiging van de fans heel goed. Als je bepaalde strips maar lang genoeg leest, worden de personages vrienden van je die je geregeld opzoekt.
Fans leven mee met deze personages en het raakt hen emotioneel als een stripfiguur overlijdt of slecht geschreven wordt. De dood is een serieuze zaak en zou geen goedkope marketingtruc moeten zijn. Daarom wil ik de hier aanwezige stripmakers het volgende meegeven: als je een strippersonage omlegt, laat de reden dan zijn dat je een goed verhaal wilt vertellen. Laat de dood iets betekenen.
Op de recente editie van stripfestival Breda ontmoette ik de Vlaamse stripmaker Kristof Spaey (Leuven, 1982) in de stand van het Vlaamse Stripgilde. Terwijl ik een praatje met Kristof maakte, tekende hij in een handomdraai drie tekeningen op de binnenkaft van de drie albums Misschien, Nooit, Ooit.
Deze trilogie, geschreven door Marc Legendre, vertelt op boeiende wijze hoe de levens van drie personages met elkaar verweven raken. Ieder deel is geschreven vanuit het perspectief van een van hen. In de trilogie schetst Legendre een mistroostig beeld van de mensheid, waarin een onschuldig en ietwat naïef schaapje misleidt wordt door de boosaardige kudde om haar heen. Wat vooral aan de strip opvalt is Spaeys realistische tekenstijl.
Saillant detail: Spaey maakte gebruikt van modellen voor zijn personages; de decors werden ontworpen door Hilde Van Hoof.
Kristof Spaey is geboren op 26 november 1982 in Leuven en woont samen met zijn verloofde Hilde en hun kater Poes in Kessel-Lo. Hij debuteerde in 2004, op 21-jarige leeftijd, met het tekstloze Hoop (uitgeverij BeeDee). Een verhaal over een onmogelijke liefde die hij op basis van een eigen concept verder uitwerkte met de Duitse TV –en filmscenarist David Safier (In Duitsland gelauwerd voor zijn jeugdreeks Berlin, Berlin). Twee jaar later verscheen Façade (uitgeverij Oogachtend), twee kortverhalen (waarvan één op scenario van Bronzen Adhemar winnaar Steven Dupré) waarin de auteur op zoek gaat naar de ware aard van zijn personages: twee jonge vrouwen die heel wat te verbergen hebben achter hun mooie gelaat.
Tussendoor tekende hij wat kortverhalen voor BruXXXel Noord (Stripatelier Sint Lukas Brussel), Pulp Deluxe Offline (uitgeverij BeeDee) en Bloeddorst (uitgeverij BeeDee), dit laatste op scenario van Pieter Van Oudheusden.Daarna maakte hij dus met Legendre de trilogie Misschien Nooit Ooit.
Zaterdagavond was ik net thuis van Stripfestival Breda, toen Linda en ik een bonk herrie buiten hoorden. Ik dacht dat het een pro of anti-ZwartePiet-demonstratie betrof, dus gingen we even kijken. Bleek het een Halloween Parade te zijn die richting het Westergasfabriekterrein ging.
Wie tegenwoordig stripfeestjes bezoekt, kan zomaar Theo van den Boogaard tegen het lijf lopen die een Bob Dylan-liedje aan het zingen is. De stripmaker, natuurlijk bekend van de Sjef van Oekel-strips, is niet alleen een grote fan van de grote Amerikaanse troubadour met het opvallende stemgeluid, hij heeft nu ook een zestal liedjes van hem gevisualiseerd en uitgegeven onder de titel Bob Dylan Illustrated.
Het is een dik koffietafelboek geworden waarin de illustraties goed tot hun recht komen. Overigens ondertekende Theo zijn boek met de naam Theo Bogart.
Cobra.be zocht Van den Boogaard op in zijn atelier te Amsterdam waar hij tekst en uitleg geeft.
Overigens: een paar jaar geleden interviewde ik Van den Boogaard toen de herdrukken van Van Oekel uitkwamen bij De Vliegende Hollander. Toen vertelde Theo nog dat er plannen waren om samen met Wim T. Schippers nieuwe avonturen van Sjef te maken. In het video-interview laat de stripmaker duidelijk weten dat hij dit voorlopig niet meer van plan is.
Voordat je het weet zijn de impressies van de vakantie alweer weggezakt in de drukke brei van werk, boodschappen en afspraken waarin we ons dagelijks in begeven. Stress en zorgen over werk overheersen het geluksgevoel dat je ervoer in het moment dat je rustig in de zonnige tuin van het museum in Salisbury een kopje thee zat te drinken terwijl op de achtergrond de beroemde kathedraal als decor diende.
Het is daarom noodzakelijk om videobeelden en foto’s te maken om het geheugen te ondersteunen. Dit is mijn sfeerimpressie van de reis die Linda en ik in oktober maakten naar Salisbury, Bath en Bristol, met tussenstops in Stonehenge en Avebury. Pak er iets te drinken en een koekje bij en ga achterover zitten.
De muziek in deze Daily Webhead video is gemaakt door Christopher Young en Marco Raaphorst.
Terwijl het al begon te schemeren togen Linda en ik naar de locale stripwinkel in Bath. Onderweg kwamen we een pittoresk kerkhof tegen van St. Mary’s Church. Een medewerker van de kerk liep ons tegemoet toen we het kerkhof opliepen. ‘Natuurlijk mochten we even rondkijken,’ zei hij. Ik hou van de verstilde sfeer op kerkhoven. Vooral de oude die midden in de stad staan. Een mooie plek voor de doden midden in de drukte van het leven. En een fijne plek voor de levenden voor kalme contemplatie.
Het werd de locatie van mijn Halloweeneske video voor dit jaar. Enjoy.
Tussen twee (): Er popt een reclamebanner in beeld omdat ik muziek van Danny Elfman heb gebruikt en dacht dat YouTube dit niet door zou hebben. Weer wat geleerd dus.
5 oktober is stripmaker en cartoonist Willy Lohmann (1936-2013) overleden. Dat maakte uitgeverij Stripstift deze week bekend. Lohmann werd 77 jaar.
Op vakantie in Turkije is tijdens het zwemmen geheel onverwacht de bekende stripmaker en cartoonist Willy Lohmann overleden.
Willy Lohmann is beroemd geworden door zijn dagbladstripKraaienhovein Het Parool en zijn talrijke bijdragen aan de Nederlandse editie van het tijdschrift Mad. Voor Marten Toonder werkte hij enige tijd aan de strips rond Heer Bommel en Tom Poes.
Lohmann groeide op in Utrecht. Na zijn schooltijd werkte hij eerst op de reclame-afdeling van Douwe Egberts en naderhand voor het reclamebureau De La Mar in Amsterdam. In zijn vrije tijd begon hij strips te tekenen. In 1960 vestigde hij zich als freelance tekenaar.
Van 1962 tot 1972 maakte hij zo’n 50 verhalen van de serie Kraaienhove in dagblad Het Parool. Later zou hij deze strip voorzetten in de bladen Pep en De Vrije Balloen. Voor Nieuwe Revu maakte hij geruime tijd de strip Liselore. Daarnaast schreef en tekende hij veel strips, illustraties en omslagen voor tijdschriften als Mad, De Vrije Balloen en Pep. Voor dagblad Leeuwarder Courant maakte hij in de periode 1984-1988 zeventien verhalen over de paleontoloog/criminoloog Marco Silvester.
Tot aan het einde van zijn leven was Willy Lohmann zeer productief; zo publiceerde hij cartoons in diverse bladen en werkte hij aan enkele nieuwe stripprojecten.
Hij maakte cartoons die ook in het buitenland werden gepubliceerd en won hiermee meerdere internationale prijzen. Het Stripschap kende hem in 2006 de Bulletje en Boonestaak Schaal toe, als stripmaker die aan de wieg van het Nederlandse beeldverhaal heeft gestaan.
Als één van de eersten binnen het gilde stripmakers maakte hij zich sterk voor een beroepsvereniging.
Verder was hij op allerlei gebied zeer actief binnen Haarlemmerliede & Spaarnwoude, zoals onlangs tijdens het 150-jarig bestaan van deze gemeente.
Willy Lohmann wordt woensdag 16 oktober om 14.15 uur gecremeerd op Begraafplaats & Crematorium Westerveld in Driehuis.
Beknopte lijst met boekuitgaven
1974-heden – Kraaienhove (11 delen)
1975 – Lex Leider
1978 – Frank en Ewoud en de gestolen tankauto
1983 – Liselore (2 delen)
1985 – Paraat per prent
1985 – Alle gaar
1989 – De vreugde van het vaderschap
1990 – Het vrolijke moederwoordenboek
1990 – Het vrolijke vaderwoordenboek
1992 – Blij met een jaartje erbij
1993 – Pep Spotter
2005 – Govert Edelwijs
2006-heden – Marco Silvester (3 delen)
2007 – Familie Spokeling
Daarnaast verschenen er nog vele strips en cartoons in kranten en tijdschriften die (nog) niet in boekvorm zijn gepubliceerd.
In een recente Eppo stond nog een informatief profielartikel over Lohmann door Robin Schouten. Daarna dacht ik binnenkort bij Lambiek weer eens van wat van Lohmanns werk aan te gaan schaffen, want de afbeeldingen bij dat artikel smaakten naar meer. Lohmann had een mooie tekenstijl en maakte sfeervolle illustraties.
Verdwaald is een semi-autobiografisch verhaal over een gebroken familie. Een jong meisje groeit op bij haar grootouders omdat haar moeder een veeleisende baan heeft waarvoor ze vaak naar Afrika gaat. Ze heeft daarom geen tijd om haar kinderen te zien. De vader van het jonge meisje is voor haar een onbekende die haar elke verjaardag een levende vis stuurt. Als jonge vrouw wacht ze in een café op een bezoeker die nooit zal komen, daar blikt ze terug op haar verleden en kijkt ze vooruit in de toekomst.
Verdwaald is het stripdebuut van de Belgische Shamisa Debroey die haar afstudeerproject uitgegeven zag worden door uitgeverij Oog & Blik. Aan Sint-Lucas in Brussel leerde Shamisa tekenaar Randall C. kennen, onder andere bekend van zijn graphic novel Slaapkoppen. Ze drong aan om bij hem stage te mogen lopen en Randall gaf na een tijdje toe. Onder zijn vleugels maakte Shamisa haar eindwerk dat uiteindelijk resulteerde in Verdwaald.
In deze video van Cobra.be komen Shamisa en Randall aan het woord over deze stripnovelle.
In de bonusvideo legt Debroey uit waarom zoveel personages zonder gezicht in de strip voorkomen:
Recent vertelde ik over ShowCase, de vuistdikke boekversie van Frits Jonkers blog uitgegeven door Xtra. Ik was erg benieuwd naar het verhaal achter Jonkers blog dat als papieren fanzine begon.
Sterker nog: nog steeds stuurt Frits de papieren versie naar zijn lezers. Tegelijkertijd houdt hij online ook een versie bij. Stap in de wondere wereld van Frits Jonker: letteraar, graficus, blogger en verzamelaar.
Een leuk detail van het verhaal vind ik dat uitgever Ger van Wulften zó enthousiast was over het project van Frits dat hij het boek alvast maakte voordat de blogger ja had kunnen zeggen. De passie waarmee Jonker publiceert werkt aanstekelijk.
De eerste vier albums van De familie Doorzon worden gebundeld uitgegeven door Oog & Blik/De Bezige Bij. Dat zijn de albums die Wim Stevenhagen en Gerrit de Jager begin jaren tachtig samen hebben gemaakt. Daarnaast komt van De Jager een dikke graphic memoir uit over de roerige ontstaansjaren van de strip. 10 oktober kun je gaan zien hoe die er in de winkel uitziet. Voor de VPRO Gids interviewde ik de stripmaker vorige week over zijn boek, daarom deze exclusieve blik op zijn tekentafel en preview van Door zonder familie.
De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.
Er wordt natuurlijk een hoop onzin verkondigd in de media. DWDD, waar dagelijks een miljoen mensen naar zitten te kijken, is als een van de boegbeelden van de NPO een belangrijke opiniemaker. Maar wat wordt daar eigenlijk aan de tafel van Matthijs van Nieuwkerk allemaal beweerd? Schrijvers Kasper C. Jansen en Michiel Lieuwma analyseren een discussie van DWDD in hun online webserie De snijtafel.
In dit item wordt een kunstwerk van Studio Job ter discussie gesteld. Dat gebeurde de uitzending ervoor ook, alleen was daar zoveel ophef over op Twitter en andere plekken, dat DWDD-redactie dacht er nog eens goede kijkcijfers mee te scoren. Kijk naar de slimme media-analyse van Jansen en Lieuwma.
Ik kwam de video tegen op de facebookpagina van Menno Kooistra. Het item staat pas een paar dagen op YouTube en het ziet ernaar uit dat hij als een lopend vuurtje door Social media Nederland gaat. Ben benieuwd wanneer de heren worden uitgenodigd door DWDD zelf.
Ik weet niet precies waarom het kritische duo per se dit item uit december 2011 hebben gekozen voor hun analyse, behalve dan dat het een heel mooi voorbeeld is van hoe het er bij DWDD aan toe gaat. Ik vind dat hun video hout snijdt. Jansen en Lieuwma tonen wat mij betreft mooi aan hoe leeg de talkshows op televisie eigenlijk kunnen zijn en bevestigen voor mij weer dat ik blij ben dat ik DWDD al een jaar links laat liggen.
Wat vind jij? Kun jij nog met open ogen en verstand op nul DWDD kijken?