Tom Tebby has been a practising artist and graphic designer for the past 10 years.
Based in Birmingham, he has made the city the inspiration and canvas for much of his work.
Educated at Birmingham City University (formerly UCE)in Furniture Design at BA level and Interior Design at MA level the work he creates shows a distinct interest in structural forms and underpins his creative process. Bron: Battalion.
Je wist vast al dat ik een Dexter-fan ben? Mijn voorlaatste column voor Schokkend Nieuws was toch een dead giveaway wat dat betreft. Hoe dan ook: de makers van deze fantastische serie hebben een teaser uitgebracht voor het achtste en tevens laatste seizoen.
Ik vind hem heel tof. Niet in de laatste plaats omdat hij helemaal op Debra Morgan, de zus van Dexter draait die in het laatste seizoen nogal wat veranderingen heeft ondergaan. Dus, omdat het zo’n boeiend personage is en omdat de zeer aantrekkelijke Jennifer Carpenter haar gestalte geeft, hier de teaser:
Zoals het een teaser betaamt wordt er eigenlijk niets nieuws vertelt. Je wordt in principe lekker gemaakt met wat je al weet. Maar toch: de plagerij heeft een leuke vorm.
Nog even wachten tot 30 juni. Daarna is het downloaden geblazen om dit extra lange, laatste seizoen van Dexter te aanschouwen. Ik ben benieuwd!
‘Wie heeft zijn favoriete schrijver ontdekt door een boekwinkel in te stappen? En wie heeft zijn favoriete schrijver ontdekt doordat iemand je erop wees, je een exemplaar gaf of omdat je zijn werk toevallig in de bibliotheek tegenkwam omdat je oog op een omslag viel? Meestal vinden we de mensen waar we het meest van houden niet door werk van ze te kopen. We komen ze toevallig tegen, we ontdekken ze… we ontdekken dat we van hun werk houden….’ Dat is even, vrij vertaald, een van de interessante opmerkingen die auteur Neil Gaiman maakte in zijn keynotespeech op de Digital Minds Conference 2013. Maakte en maakt, want dankzij deze registratie, kun je de speech in zijn geheel horen en bekijken.
Gaiman is er zelf heel tevreden over, en niet onterecht. Een speech over het boek in het digitale tijdperk, over het ontdekken van schrijvers, over hoe de industrie, de uitgevers, platenmaatschappijen, schrijvers en kunstenaars zich moeten aanpassen aan digitale vormen van publicatie, en bovenal hoe we ons geluid kenbaar maken in een wereld waarin we een overdosis aan informatie krijgen. En over een leuk twitteravontuur en een lunch met stripmaker Art Spiegelman.
Gebruikmaken van sociale media betekent volgens Gaiman dat we zo veel mogelijk zaadjes moeten zaaien. Sommigen komen uit, anderen niet. Er is geen formule voor wat werkt en wat niet. De ene keer scoor je op Twitter, dan andere keer blijven de reacties achter. Probeer alles, durf te falen.
Home taping didn’t really kill music. Music’s out there doing just fine. More of it’s actually being made than ever, but the trick is becoming to find the good stuff. And for people who make the music to figure out how to monetize what they’re doing.
Kijk maar:
Wat ik goed vind aan Gaimans speech is niet alleen dat hij interessante ideeën presenteert, maar dat hij een verhaal vertelt. Hij verschuilt zich niet achter zijn uitgetypte speech en leest deze levenloos voor. Nee, hij kijkt zijn publiek aan, neemt zijn tijd en ontvouwt het verhaal alsof hij het ter plekke in hem opkomt. Prachtig.
Tot slot nog even deze video, waarin Gaiman zijn liefde voor het boek als fysiek object duidt.
Dinsdagmiddag schoof de Belgische stripmaker François Schuiten aan bij Phil van Tongeren en Barend De Voogd van het Imagine Filmfestival. Van Tongeren interviewde Schuiten over zijn werk als production designer en conceptual artist van films als Taxandria, The Golden Compass, Mr. Nobody en Mars et Avril.
De Voogd verzorgde de vertaling: Schuiten wenste zich alleen in het Frans uit te drukken, wat ik dan weer erg typisch vindt voor een Waalse Belg.
Schuiten is zoon van een architectenechtpaar. Niet zo gek dus dat architectuur een belangrijke rol speelt in zijn wek. Dat was goed terug te zien in zijn ontwerpen voor films, maar in het bijzonder ook in zijn strips. Schuiten is overigens niet alleen actief als striptekenaar. Hij ontwierp metrostations in Brussel en Parijs. Ook ontwierp hij voor de Wereldtentoonstelling van 2000 in Hannover het Belgische Pavillon des Utopies.
Het is jaren geleden sinds ik een album van de reeks Les Cités Obscures oftewel De Duistere Steden heb opengeslagen, de surrealistische reeks die Schuiten met auteur Benoît Peeters maakt. Ik kreeg tijdens het interview meteen zin om daar weer in te duiken. Ik hou van het verfijnde tekenwerk van Schuiten; het was dan ook een groot plezier dat een selectie daarvan te zien was op het grote scherm achter de heren.
Hieronder een drietal fragmenten uit het interview dat ik ongemonteerd op YouTube heb gezet. ‘Van alles wat ik doe vind ik striptekenen eigenlijk het moeilijkste. Als het mislukt kan ik niemand anders de schuld geven,’ zegt Schuiten. In dit fragment vertelt hij over zijn stripwerk en over zijn medewerking aan de softerotische film Gwedoline van Just Jaeckin.
Ziet Schuiten een verfilming van de reeks De duistere steden wel zitten? Hier geeft Schuiten antwoord op deze vraag:
Schuiten vertelt over zijn werk als production desginer:
Filmjournalist Barend De Voogd is de hoofdredacteur van Schokkend Nieuws, daarnaast schrijft hij recensies voor NU.nl. Ook is hij een van de programmeurs van het Imagine Filmfestival. Het werd hoog tijd om hem eens te ondervragen over zijn filmliefde en zijn fascinatie met de fantastische film in het bijzonder. En hoe gaat het programmeren van een filmfestival in zijn werk?
De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.
Parijs, wat moet je ermee? Daar bedoel ik in dit geval niet de stad mee, maar de ruim vijftig minuten videomateriaal die ik daar gedraaid heb. Vorig jaar zomer waren Linda ik in de Franse hoofdstad om Tim Burton en Robert Crumb te bezoeken. De respectievelijke exposities over deze heren welteverstaan dan, ik heb geen directe lijnen met deze grootheden der cultuur.
Sinds thuiskomst staat het videomateriaal op mijn harde schijf geparkeerd. Ik monteerde een Daily Webhead over Crumb, maar shots van de stad, Père-Lachaise, prachtige beelden van Jardin du Luxembourg, etc. zijn nog steeds ongebruikt.
Ik weet niet zo goed wat ik ermee moet. Natuurlijk schiet je vooral videomateriaal op vakantie voor jezelf, maar tot nu toe wist ik daar altijd wel een aardige aflevering voor mijn webreeks te maken. Bezoekjes aan Londen en Edinburgh leverden verschillende kijkjes op: van een blik in de stripwinkel tot een studie van kerkhoven.
Maar Parijs… noppes. Ooit deed ik wel een poging een reisverslag te maken, maar toen kwam de verhuizing, gevolgd door een reeks artikelen die geschreven moesten worden. En mijn gedachten dwaalden steeds verder van die zomer in Parijs. Daarbij: wie zit er eigenlijk op vakantieverhalen te wachten? Wat voegt jouw reisje nog toe aan die duizenden verhalen die al over Parijs verteld zijn? En wat valt er eigenlijk voor verhaal te maken van een reeks losstaande shots en gebeurtenissen die alleen voor de reizigers die er waren herinneringen oproepen? Goed, dat verhaal over die vervelende ober kan ik vertellen. En die toeristengekte die je daar ziet. maar levert dat een lekker lopend geheel op?
Ik heb lange shots gedraaid waarbij ik door een bepaalde omgeving wandel. Dat geeft een aardige indruk van die plek, maar lange shots kosten ook veel screentijd.
Internetvideo’s moeten kort en krachtig zijn, anders kijkt men ze niet uit. Wat laat je zien? Wat laat je weg? Wordt het een video? Of een reeks korte, thematische afleveringen?
Trek je je als maker eigenlijk iets aan van je publiek? In principe en uit principe moet je gewoon maken waar je zelf zin in hebt. De mogelijkheden zijn eindeloos. En daarom roept het materiaal ook zo veel vragen op.
Het zijn allemaal particuliere vragen. Vragen die een ieder op een eigen wijze antwoordt. Mijn antwoord presenteer ik binnenkort op dit blog.
Stripmaker Martin Lodewijk heeft zijn stripwerk altijd afgewisseld met het illustreren en vormgeven van reclame. In de loop der jaren heeft hij heel wat verschillend reclamewerk gemaakt. Toen ik hem laatst interviewde voor de VPRO Gids, liep hij spontaan naar zijn werkkamer om wat van dat werk te laten zien.
Het interview met Lodewijk dat in vogelvlucht over zijn langdurige carrière gaat en in het bijzonder over Agent 327, verschijnt over twee weken in de VPRO Gids.
Tip: Bekijk de video op groot formaat door op het vierkante rechtsonder in de player te drukken.
De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk weer van Marco Raaphorst.
‘Ik weet niet of er nog iemand te vinden is die zo gek is om a) zijn leven met mij te delen en b) om in de fotostrips dan te spelen,’ zegt Ype Driessen in onderstaande video gemaakt door MVS Gaystation. ‘Maar ik hoop wel iemand te vinden die dat ook echt wel wil, want ik wil wel heel graag verder ermee. En als ik iemand vind, dan hoort dat er eigenlijk wel bij.’
Het klinkt even alsof Ype hier een contactadvertentie inspreekt, maar de interviewer zocht de stripmaker gewoon op tijdens de signeersessie in Boekhandel Vrolijk om hem eens uit te horen over zijn nieuwste boek UIT!.
Ook leuk: enkele van zijn lezers komen ook aan het woord, waaronder ‘fan’ van het eerste uur, Floor de Goede, die natuurlijk alles weet over hoe je je eigen leven kunt verstrippen: ‘Ype is wel iets gayer dan ik!’
Laatst had ik een gezellig onderonsje met Klaas Knol van Lambiek over deze bijzondere uitgave. The Artist’s Editions hebben telkens een ander formaat, namelijk de grootte waarop het oorspronkelijke werk getekend is. De MAD Artist Editionis daarom behoorlijk groot.
De Amerikaanse stripmaker Alex Saviuk tekent al zo’n kwart eeuw Spider-Man. Maar liefst zeveneneenhalf jaar tekende hij Web of Spider-Man.
Toen ik in de jaren tachtig als tiener voor het eerst kennismaakte met zijn werk, was ik er zeer mee in mijn nopjes. Je had Sal Buscema die de serie Peter Parker tekende en Todd McFarlane deed toen Amazing Spider-Man. Beide stripmakers hebben een heel uitgesproken stijl, terwijl Saviuk meer teruggreep naar het klassieke tekenwerk van John Romita Sr. Net als Sr. maakt Saviuk heel strak geïnkte tekeningen en is zijn storytelling heel duidelijk.
Enig nadeel is dat hij nog wel eens bij het tekenen van Spider-Man teruggrijpt naar eerder getekende houdingen maar dat kun je een tekenaar die met een zeer strenge deadline werkt en minstens 22 pagina’s per maand moet tekenen, eigenlijk niet kwalijk nemen. Je zou Saviuks stijl als degelijk kunnen omschrijven en weinig avontuurlijk, maar als je het vergelijkt met de meuk die hedendaagse Spidey-tekenaars als Humberto Ramos op papier kladden, kies ik toch voor Saviuk. Zijn anatomie klopt en hij tekent een verdomd mooie Mary Jane. Beide kwaliteiten bezit Ramos absoluut niet.
In Hoorn ben ik in 1977 geboren. Ik bracht mijn jeugd en tienerjaren door in wat ik graag gekscherend ‘het neusgat van Noord-Holland’ noem vanwege de geografische ligging. (Er komt een hoop snot uit.) Na mijn verblijf in de Verenigde Staten heb ik er nog eens twaalf jaar gewoond, waarvan elf op het Ramen: een rustige straat in het centrum van de voormalige VOC-stad. Een appartement op de bovenste verdieping dat uitkeek op de straat was al die tijd mijn thuis. Dat was in het begin goed te doen, later, na mijn studietijd was het huis toch echt te gehorig.
Het leven in Hoorn was niet verkeerd, doch wat saai af en toe. Ik had er mijn stamkroeg en een paar vrienden en vriendinnen in de buurt om me mee te vermaken. En op eenzame dagen bood mijn stripcollectie genoeg vertier. Deze Daily Webhead is opgebouwd uit de foto’s die ik de laatste paar jaar van mijn verblijf in Hoorn maakte. Met muziek van Marco Raaphorst natuurlijk.
Zaterdagmiddag 23 februari puilde de KochXBos gallery bijna uit haar voegen door de grote groep belangstellenden die de opening van de expositie van Peter Pontiac bijwoonden. Eigenlijk is het een duo-expositie: behalve originele tekeningen van de grootmeester van de Nederlandse undergroundstrip, zijn er ook beelden te zien van Harma Heikens. ‘Ons werk past eigenlijk heel goed bij elkaar,’ legt Pontiac in mijn video-interview uit. ‘De combinatie van dingen die er vriendelijk uitzien maar tegelijkertijd iets grimmigs hebben, zit in allebei ons werk.’
Het tweede gedeelte van het gesprek wordt de toon persoonlijker als Peter vertelt over de kuur die hij moet gaan volgen om de hepatitis-c waar hij aan lijdt, te bestrijden. Door deze kuur loopt zijn huidige stripproject, een groot boek over de dood, waarschijnlijk vertraging op. Bij deze wens ik Peter van harte beterschap!
De expositie is tot en met 16 maart te bezichtigen op de eerste anjeliersdwarsstraat 36 te Amsterdam.
De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.