Mijn eerste kennismaking met de Hulk was de televisieserie met Lou Ferrigno en Bill Bixby in de hoofdrollen. Daarna raakte ik als jonge lezer al snel verslingerd aan de comics over dit interessante personage.
Spider-Man is mijn favoriet fictiefiguur ooit, maar de Hulk staat ook hoog in mijn favoriete lijstje wat betreft superhelden. Waarom de Hulk mij zo boeit, en waarom hij eigenlijk groen is en niet paars, oranje of geel, leg ik ook uit. Natuurlijk heeft de Groene Gigant in de loop der jaren heel wat veranderingen ondergaan en is hij ook wel van kleur verandert. Bij Marvel gaan ze graag alle kanten op met de Hulk en gelukkig kan dat ook allemaal met dit stripfiguur.
De laatste tijd geniet ik weer erg van het uitzicht dat ik heb vanuit mijn werkkamer.
De herfst zorgt voor een constant veranderend schilderij. Het is een duidelijke aanwijzing dat het jaar bijna voorbij is en we binnenkort weer knus rond een kerstboom zitten terwijl de bomen buiten kaal hun kale takken in de koude lucht uitsteken.
Zonder seizoenen zou ons idee van tijd heel anders zijn.
Al merk je aan je eigen lichaam natuurlijk ook het verloop van tijd. Je verandert. Constant maar geleidelijk. Zodat je het bijna niet merkt. Totdat je ’s ochtends in de spiegel kijkt en een zweem grijze haren bij je slapen ontdekt. Die zat er gisteren niet, toch? Of wanneer je zes trappen op moet en merkt dat je dit vroeger deed zonder buiten adem te zijn bovenaan. Het geeft te denken. Meer sporten om je conditie niet slechter te laten worden. Maar ook juist meer rustmomenten nemen om je gedachten weer op een rij te krijgen door heel bewust je denkraam even dicht te doen. Uiteindelijk is het allemaal noodzakelijk onderhoud voor lichaam en geest. De noodzaak daarvan begin ik steeds meer te beseffen.
Dat is een van de redenen waarom ik blij ben met de mindfulnesscursus die ik aan het doen ben. De oefeningen leren me echt weer even stil te staan, te zitten en te liggen. Om met aandacht bepaalde handelingen te verrichten en om meer in het moment te leven in plaats van in het hierna. Ik hoop dat de positieve effecten die ik tot nu heb gemerkt – soms voelt mijn lichaam inderdaad minder jachtig en gestrest – van blijvende aard zijn. Al betekent dit dat ik de oefeningen wel moet blijven doen.
In Eh…zijn de beste vogelportretten van Paul Faassen bijeengebracht. Met water en verf, en zonder tekst, tekent Faassen complete dialogen tussen de vogels op, die ons de wenkbrauwen doen fronsen of doen glimlachen.
De grap is natuurlijk dat vogels eigenlijk altijd een stoïcijnse uitdrukken hebben: je ziet een vogel nooit bedenkelijk kijken. Of schuldbewust. Of zelfs maar een ietsiepietsie blij of verdrietig. Waar wij als mensen met ons gezicht en onze wenkbrauwen een breed scala aan mogelijkheden hebben om uitdrukking te geven aan onze emoties, moet de vogel het doen met één stel kraaloogjes. Toch ga je van alles zien in de blikken van de vogels van Faassen. Tenminste, dat is de bedoeling. Daarnaast toon ik in deze vlog nog ander cartoonwerk van Paul Faassen zodat je een idee hebt van wat hij allemaal maakt.
Douwe Dabbert, Tom Poes-strips en ontelbare andere beeldverhalen. De grafische erfenis van Piet Wijn (1929-2010) is enorm rijk en oogstrelend. Wijn maakte prachtige, levendige illustraties. Douwe Dabbert is mijn favoriet.
In deze vlog blader ik door een catalogus van Wijns werk, uitgegeven door het Stripmuseum in Groningen in 2005. De expositie heb ik toen niet gezien, maar ik ben heel blij dat ik deze catalogus heb. Hij is namelijk niet meer te krijgen. Maar dankzij YouTube kan ik jullie er toch deelgenoot van maken. Al bladerend kwamen er allerlei gedachten in me op over Wijn, strips en de onderwaardering die er in Nederland voor kunst lijkt te zijn.
Ik vind het heerlijk om dit soort vlogs op te nemen. Niet alleen kan ik zo tekenwerk laten zien dat me raakt, ook kan ik zo het een en ander kwijt wat er in me opkomt. Het is de belangrijkste reden waarom dit jaar drie keer per week ben gaan vloggen. Vloggers die ook zo te werk gaan zijn onder andere Richard Friend en Richard van Diversity & Comics.
Milou Toonder heeft het archief van de Toonder Studio’s geschonken aan het Literatuurmuseum en Eye Filmmuseum. Het Literatuurmuseum verwerft het archief van Toonder Studio’s, met uitzondering van de materialen die betrekking hebben op de Bommelfilm Als je begrijpt wat ik bedoel; die gaan naar Eye.
Still uit Als je begrijpt wat ik bedoel.
Marten Toonders kleindochter vond het van groot belang de collectie van de Toonder Studio’s bijeen te houden en voor toekomstig onderzoek beschikbaar te maken.
Hieronder het persbericht:
Met deze schenking verwerft het Literatuurmuseum ruim 25.000 stripstroken van Toonders hoofdreeksen Panda, Kappie en Koning Hollewijn, zo’n 20.000 originele stripstroken van tientallen andere striptitels die door Toonder Studio’s-medewerkers werden gemaakt; onder wie Thé Tjong Khing. Verder bevat de aanwinst onder meer vele opzetten, schetsen en losse illustraties, reclamemateriaal en correspondentie van Marten Toonder.
Zeer bijzonder zijn de originele stripstroken van vroege strips als Don Sombrero, die teruggaan tot 1939. Het bewaard gebleven archief werpt een licht op de samenwerking tussen Toonder en de Toonder Studio’s, ook nadat de kunstenaar in 1965 naar Ierland was verhuisd. Directeur Aad Meinderts is bijzonder verheugd: ‘De collectie is een prachtige toevoeging op het persoonlijk archief van Toonder, dat we reeds in beheer hebben. Met dit archief erbij kan met recht gesteld worden dat ons museum de schatkamer is van Toonders kunstenaarschap’.
Alles wat te maken heeft met de Bommelfilm Als je begrijpt wat ik bedoel, heeft een onderkomen gevonden in de collectie van Eye. Deze film uit 1983 is de eerste avondvullende tekenfilm van Nederlandse bodem. Het aan de cinematografie gewijde centrum verwerft hiermee onder andere meer dan duizend filmcels, honderden potloodschetsen voor achtergronden, en vele storyboards.
Een nieuw postpakket met strips en dus een nieuwe vlog over twee heel uiteenlopende stripboeken. Uitgeverij Scratch geeft al een paar jaar heel goede beeldverhalen uit en ik lees die graag.
Ook zijn dat vaak precies de strips waar mijn opdrachtgevers enthousiast van worden. Daarom besteed ik relatief veel aandacht aan Scratch Books.
(Al zal ik zeker nog heel veel vlogs gaan maken over comics, geen zorgen!)
Het leuke aan postvlogs maken vind ik dat ik zelf vaak geen idee heb wat er in het pakket zit. Dat maakt het eigenlijk een first reaction video, zoals je er nu heel veel zit over filmtrailers. Soms pakt dat goed uit, wanneer het een strip is die ik goed ken en leuk vind. Soms zitten er beeldverhalen in zo’n pakket die niet meteen mijn smaak zijn of ver van me afstaan.
Het gaat er mij vooral om jullie te laten zien wat er recent is uitgekomen. Ben benieuwd wat jullie van deze strips vinden. En of jullie blij zijn met dit soort integrale uitgaven van oude stripreeksen.
Het is heerlijk om af en toe een oude Marvel comic uit de kast te trekken en weer te lezen. Zo beleef ik vaak een goed verhaal opnieuw, en word ik tevens herinnerd aan de tijd dat ik deze comic als kind las.
Mijn eerste kennismaking met het Canadese superheldenteam Alpha Flight was Marvel Superhelden 33 van Juniorpress uit 1987. Met dit spannende verhaal, waarin Spider-Man en een lid van Alpha Flight ontvoerd worden door de Collector, werd ik meteen in het diepe gegooit. Als lezer word je geacht terloops het een en ander op te pikken en te snappen over de personages en dat levert een fantastische leeservaring op.
Door kleine details op te pikken werden de leden van Alpha Flight meteen intrigerend. En ook het land waar ze vandaan kwamen. Want hoeveel Canadese superhelden ken jij? Behalve Wolverine kende ik er nog geen.
Dankzij schrijvers Louise Simonson en Bill Mantlo, tekenaars Paul Neary en Ken Steacy leerde ik Alpha Flight kennen. Maar het is aan striptekenaar John Byrne te danken dat ze überhaupt bestaan. Hoe die creatie ging, vertel ik ook in dit stripvlog.
Marvel Superhelden 33 (oorspronkelijke uitgaven Marvel Fanfare 28 en Marvel Team-Up Annual 7) was niet alleen een kennismaking met Aplha Flight, door dit stripverhaal leerde ik terloops ook iets over de geschiedenis van Canada en hoe een typische straat in een voorstad van Toronto eruit ziet. Mensen hebben het vaak over specifieke educatieve strips, maar eigenlijk kun je van bijna ieder beeldverhaal dingen over de wereld leren. Zolang je maar goed genoeg kijkt en leest.
Van stripmaakster Ilah is een nieuw Cordelia-album verschenen: Tot op het bot. Hierin krijgt het alter ego van Ilah voor het eerst in haar leven een hondje.
Ilah maakt semi-autobiografische strips over haar gezin, liefde en seks en is vooral in België bekend. Haar strips lijken dus wel wat op het werk van Maaike Hartjes, Barabara Stok en Jan Kruis. Kruis tekende zichzelf en zijn gezin niet letterlijk in Jan, Jans en de kinderen, maar baseerde de personages wel op zijn gezinsleden en putte vaak uit eigen ervaringen voor zijn verhalen.
Journalist Marlies van Leeuwen van het AD interviewde mij van de week over stripfiguren die in de loop der tijd zijn aangepast vanwege politieke correctheid.
Aanleiding hiervoor was een personage uit de animatieserie The Simpsonsdat te stereotiep zou zijn en beledigend volgens sommigen. Let wel: Apu Nahasapeemapetilon, de Indiase supermarkteigenaar, zit al in de serie vanaf het begin (1989) en is nu opeens een probleem. En dat terwijl je makkelijk kunt beargumenteren dat alle personages stereotypen zijn.
Spider-Man versus Wolverine is een van de comics die op mij als jonge lezer veel indruk maakte. In dit verhaal nemen de twee helden het tegen elkaar op in het grauwe Oost-Berlijn in de tijd dat de Muur nog overeind stond en Oost- en West-Europa van elkaar scheidde.
Ik leerde door deze comic concreet hoe bizar de situatie in Berlijn in de tachtig was en hoe gevaarlijk de Berlijnse muur. Veel beter dan menig geschiedenisles op school mij had bijgebracht. Ook maakt schrijver James Owsley, later Christopher Priest genaamd, een mooie karakterschets van wie Peter Parker is. Daarom deze vlog over Spider-Man versus Wolverine.
De cover van Spawn #88 is heel toepasselijk op Halloween:
Na ongeveer tweeënhalve maand Spawn comics lezen heb ik nummer 100 bereikt. Dat nummer is een mijlpaal op zich, maar wat mij vooral opvalt is dat ik nog geen genoeg heb van deze serie. Dankzij Spawn was het de afgelopen tijd elke dag Halloween, want het verhaal heeft nogal wat horrorelementen. Spawn is immers opgestaan uit de dood en wordt geacht te strijden voor de demon Malebolgia uit de hel. Hij moet de oorlog tussen hemel en hel beslechten. Zelf ziet hij er ook niet heel fris uit: beetje een combi tussen een zombie en een superheld.
Verrassende wendingen Het leuke aan de serie is dat schrijver Todd McFarlane en later ook Brian Holguin alle kanten opgaan en vaak met verrassende wendingen komen. Daarom vind ik het dus nog steeds fijn om Spawn na honderd nummers te lezen. Bijvoorbeeld, Spawn bestrijdt de misdaad met harde hand. Als kindermoordenaar Billy Kincaid na een veel te korte straf op vrije voeten komt en meteen weer jacht maakt op kinderen, executeert Spawn hem. De comic erna gaat volledig over Kincaid die er langzaam achter komt dat hij in de hel verkeert. Veel comics later komt zijn geest weer op aarde en neemt hij bezit van mensen, waardoor Spawn weer met hem te maken krijgt.
Je ziet dat McFarlane een scala aan bekende verhaalelementen gebruikt, maar uiteindelijk toch met een heel nieuw origineel en spannende strip komt. Dat vind ik er zo goed aan. En ik geniet erg van de bijpersonages zoals de wraakengel Angela en de rechercheurs Sam Burke en Twitch Williams.
Ook heb ik genoten van de prachtige, levendige en expressieve tekeningen van McFarlane en Greg Capullo. Op dit moment moet ik erg wennen aan de tekenstijl van de nieuwe tekenaar Angel Medina die het vanaf #100 overnam van Capullo.
Angela. Greg Capullo.
Need More Halloween
Die dagelijkse injectie van de Halloweeneske Spawn had ik wel nodig de afgelopen maanden. Behalve de nieuwe Halloweenfilm die ik recent in de persvoorstelling zag en waar ik van genoten heb, heb ik dit jaar niet veel aan dit leuke feestje gedaan. Nou ja, ik heb wel meerdere vlogs gemaakt die aan Halloween verwant zijn, maar daar is het dan ook wel bijgebleven. Die vlogs liepen op YouTube ook niet zo heel goed. Kennelijk kunnen andere Halloweenfans mijn kanaal nog niet vinden. Toch vond ik het leuk om ze te maken. Creatief bezig zijn met je favoriete feestdag, beter kan haast niet.
Tenzij Halloween ook meteen mijn geboortedag was geweest. Jarenlang werd ik op mijn verjaardag gemarteld met het feit dat de Koningin ook haar verjaardag vierde, maar sinds Prins Pils koning is, heb ik daar gelukkig geen last van. Ik had het echter nooit erg gevonden als ik op 31 oktober geboren was. Het was dan nog toffer geweest als ik dan ook in de Verenigde Staten was geboren. Het land waar Halloween gemeengoed is.
Ik had graag in New England gewoond of in Maine, een van de provincies aan de Oostkust waar spookverschijnselen een mooi passend decor hebben. Stephen King laat zich al jaren inspireren door Maine. In ieder geval staat een bezoek aan Salem en dat soort plekken nog op mijn verlanglijstje. Tot het zover is, want die reis laat nog wel even op zich wachten, vermaak ik me met Halloweenfictie zoals Spawn.
The Walking Dead is sinds 2003 een zeer succesvolle stripserie van schrijver Robert Kirkman en het is natuurlijk ook een bekende tv-serie.
In deze vlog laat ik je de strips van Kirkman, Tony Moore en Charlie Adlard zien én praat ik over het nieuwe geeky YouTube-programma Next Level Heroesvan Bas van Teylingen en Bardo Ellens waarin ik te gast was. We hebben het hierin namelijk over The Walking Dead.
En dit is de eerste aflevering van Next Level Heroes: