Categorieën
Mike's notities

Berlijn (4): Ich bin kein Berliner…

Hoewel de meeste Berlijners die we spreken goed Engels spreken (beter dan mijn Duits in ieder geval), loopt de communicatie niet geheel vlekkeloos.L. en ik verblijven in een bescheiden hotel in de wijk Prenzlauern Berg. De eerste avond maak ik een ‘goede indruk’ bij onze Duitsche receptioniste, als zij al kauwend onze sleutel aanneemt en ik haar ‘gesundenes fressen’ toewens. Ze schrikt hier duidelijk van en kijkt me verbaasd aan. Ik stamel in het Duits dat we dit in Holland tegen elkaar zeggen als we gaan eten. ‘Wij zeggen dat alleen als dieren eten,’ zegt de receptionist. ‘In Duitsland zeggen we Bon appetit!’ Oh. Ik zal wel te veel Jiskefet gekeken hebben. Lost in translation
Misschien moet ik het vanaf nu maar bij Engels laten, want van die vier verplichte jaren Duitse les op het vwo is verdammt wenig overgebleven. Koffie bestellen gaat nog, maar complexe zinnen met meer dan vier woorden, spreek ik vooral in onverstaanbaar gestamel uit. Wat dat betreft was mijn omgang met de locale bevolking in Edinburgh indertijd een stuk makkelijker. ‘Ich bin kein Berliner…’Duidelijke taal
Op de tweede dag gaan we in een eetgelegenheid zitten voor de lunch. Het restaurant zit vast aan een creatief centrum dat veel weg heeft van het Westergasfabriek-terrein in Amsterdam. De ober met Egyptisch voorkomen ploft de menukaarten op tafel en blaft ons in snelgesproken Duits af, alsof het hem irriteert dat we de taal niet goed spreken. Tegen een stel jonge Duitse meiden doet hij even later poeslief. We staan op en besluiten onze lunch ergens anders te eten. Dat doen we in een gezellig (selfservice) bakkerijtje in een van de straten die in het Franse kwartier liggen. Het is dat er om ons heen Duits wordt gesproken anders zouden we ons in Parijs wanen. Dikke vrouw
Berlijn lijkt op iedere straathoek wel een verrassing in petto te hebben. Zo staat in dezelfde Franse buurt een boekenboom. Wie zich aanmeldt bij de betreffende stichting kan mag daar een boek uithalen mits je er een boek voor teruglegt. Niet ver van de boekenboom zien we een verontrustende polaroid op straat liggen van een naakte dikke vrouw die met haar kruis richting de cameralens, op bed ligt. De polaroid ligt op de stoep en lijkt welhaast met opzet zo neergelegd. Het schokkende beeld blijft nog lang op mijn netvlies plakken. Wat we ook geregeld tegenkomen is een ouderwetse kauwgomautomaat. De kauwgomballen lijken niet meer ververst te zijn sinds het vallen van de muur. Waarschijnlijk worden ze niet meer als zodanig gebruikt, maar doen ze dienst als object trouvé. Gezellige emo-bar
Ook kent Berlijn veel gezellige drinkgelegenheden. Om de hoek van ons hotel is een smal, maar diep café waar muziek uit de jaren zestig, zeventig en tachtig wordt gedraaid. Het tafelblad is een elektronisch mens-erger-je-niet-spel. De muren zijn behangen met gekleurde doeken, een poppenmeisje met een bloem in haar hand zit op de kast en knikt ons mechanisch toe. Het publiek is van alle leeftijden in dit café. L. en ik vinden het er gezellig en drinken rondje met ze mee. Opvallend detail is dat de mensen hier roken. Dat is weer even wennen. Als L. haar cola op heeft doemt de barman bij ons tafeltje op. Hij is lang, draagt een zwart t-shirt en heeft emo-haar. Of we nog iets willen drinken. Hij kijkt zo indringend dat we haast niet durven te weigeren, maar het is mooi geweest voor vanavond. Als we een paar minuten later het pand uit lopen, staat de barman plotseling achter mij. Hij wenst me vriendelijk een prettige avond. De lange weg naar huis
Ik moet weer aan het café denken als L. en ik op woensdag weer in de trein naar Nederland zitten. De leukste plek om uit te puffen was duidelijk het binnenplaatsje met die mechanische muppet.
Echt kennis maken met de Duitsers is niet gelukt – de ervaringen met bar- en hotelpersoneel waren wisselend. Verder hebben we niet veel mensen op straat gesproken. Daarvoor waren we ook te kort in de stad. Gelukkig hebben we samen veel lol gehad. Wat ik vooral meeneem uit Berlijn is een goede indruk van de straatkunst aldaar. De street art alleen is al een goede reden om nog eens terug te komen. Overigens hebben we natuurlijk ook de nodige toeristenclichés bewandeld. Bekende monumenten als de Reichstag en de televisietoren op Alexanderplatz hebben we wel gezien, maar we zijn er niet binnen geweest. De rijen met toeristen voor de gebouwen waren daarvoor veel te lang. Ook de volgende keer dan maar.
Tot mijn verbazing ontdekte ik bij mezelf een fascinatie voor de geschiedenis van de Muur. Je kunt er immers niet omheen als je in Berlijn bent. Thuis zal ik eens flink gaan googlen. En die Spider-Man-strip erop naslaan.Het reisverslag over Berlijn wordt besloten met een video-impressie.
Het hele Berlijn-reisverslag op een rij:

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (3): Street art

Kunst ligt op straat in Berlijn, of liever gezegd: het staat op de muur geschreven. Berlijn is een van de steden waar je veel street art kunt zien. Vele muren staan vol geschreven met graffiti en afbeeldingen. Vooral in Oost-Berlijn is het lastig een maagdelijke muur te vinden. L. en ik nemen een lange wandeling langs dit open atelier. East Side Gallery
De stukken van de Berlijnse muur die bewaard zijn gebleven zijn ook vol getekend. Zoals het 1,3 kilometer lange stuk muur in de wijk Friedrichshain – deze zogenoemde East Side Gallery bevat ruim 106 (politieke) muurschilderingen met daaroverheen verse graffiti.

Politieke prent in de East Side Gallery.

Street art
Street art is veel meer dan simpel graffiti. Het omvat in principe alles wat op muren staat, van stickers, sjablonen en posters, maar ook zonder toestemming geplaatste beelden en schilderingen. De oorsprong van graffiti in Berlijn ligt in het westelijke gedeelte van de stad. In de vroege jaren tachtig was de Amerikaanse sector een smeltkroes van anarchistische punkers, Turkse immigranten en West-Duitse dienstweigeraars. Vooral in Kreuzberg, een buurt die van drie kanten ommuurt was, kwam de scene goed tot bloei. Ze hadden immers genoeg muuroppervlak om op los te gaan.
Verboten!
In Oost-Berlijn was het bekladden van de muur streng verboden. De Stasi, de inlichtingendienst in de DDR, zorgde ervoor dat de muur schoon bleef. Wie betrapt werd op het schrijven van graffiti kon de bak indraaien – of erger. Dat veranderde allemaal na het vallen van de Muur. Kustenaars, muzikanten en jongeren gingen toen juist wonen in Oost-Berlijn en al snel waren de grijze buurten van de stad onder geschilderd in fel gekleurde afbeeldingen. Begin jaren negentig werd er een speciaal taskforce in het leven geroepen om de graffiti te bestrijden, maar deze organisatie werkt niet heel snel en kan de groei van straatkunst moeilijk tegenhouden. Ze arresteren zo nu en dan wat mensen en delen boetes uit die op kunnen lopen tot duizenden euro’s. Kunst met de B van Berlijn
L. is specifiek geïnteresseerd in de straatkunst in Berlijn. Ik associeer volgeschreven muren in eerste instantie met verpaupering, al kunnen de muurschilderingen en gespoten sjablonen mij zeker bekoren. Gelokt door een oud cinemabord komen we bij toeval op een binnenplaatsje terecht in de wijk Mitte. De bioscoop vertoont ook films in de oorspronkelijke taal. We willen naar de film Be Kind Rewind, maar deze draait pas laat op de avond. We nemen wat te drinken en kijken eens goed rond op het binnenplaatsje.Er staat een mechanische muppet die met zijn vleugels begint te bewegen en met zijn ogen draait als je wat geld in de sleuf gooit. (Zie foto.) Het café waar we op terras zitten, is van binnen erg donker en lijkt een oud krakerscafé te zijn. Erboven zitten een winkeltje van kunst- en stripboeken en een expositieruimte. We hebben een creatieve ader van Berlijn gevonden en nemen de tijd om eens goed tussen de boeken te struinen. Gekke bekken
Op de laatste dag bezoeken we nog het Hamburger Bahnhof-Museum fur Gegenwart Berlin. Daar hangen een paar originele Warhols (daar is ie weer) en Lichtensteins. De expositie van het werk van Anna & Bernhard Blume: Pure Reason kan mij minder bekoren. Ik zie een serie vervreemdende zwart-witfoto’s waarin de twee kunstenaars zelf de hoofdrolspelen en gekke gezichten trekken. In sommige foto’s gaan ze de strijd aan met abstracte vormen die hen proberen te omsluiten. Wat dat betreft heb ik aansprekender werk in de straten van Berlijn gezien. Hoewel:

L. en ik vragen ons af of bovenstaande spam nog stamt uit de tijd dat er geen interpret was in Duitsland.

Lees ook:

Categorieën
Strips

Weblogs: Hallie Lama doet Lowlands

Eventjes een snelle plug voor een nieuwe rubriek op EeuwigWeekend.nl. Hallie Lama zal vanaf deze week plaatjes bespreken in de rubriek Hallie gaat uit z’n platen.
Hallie: ‘Dat kunnen hele versche zijn, hele oude, een discografie van een wat mij betreft onderschatte band of gewoon een juweel van een album.’ Hallie Lama is tekenaar en dj: hij tekent dus plaatjes én draait ze. Deze week maar liefst twee afleveringen op EeuwigWeekend.nl, namelijk een Lowlands-special. Lama stort zich op het aanbod op dat festival en haalt er een paar pittige voorbeelden uit die je niet mag missen als je het festival bezoekt dit weekend. Kun je niet wachten? Lees dan meteen aflevering 1 en aflevering 2.

Hallie Lama denkt zelfs aan de thuisblijvers.

Prijsvraag
En nu ik toch aan het aanprijzen ben. We hebben deze week op EeuwigWeekend ook een prijsvraag. Je kunt er films mee winnen, dus waar wacht je nog op? Je kunt tot vrijdag de 15e reageren, dus wees er snel bij.Goed, en dan nu weer verder met Berlijn.

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (2): Muurbloempjes en oorlogsmonumenten

Ook al is de Muur in november 1989 omgegaan, de overgebleven delen zijn een grote toeristische attractie in Berlijn.Als kind maakte ik voor het eerst kennis met de Berlijnse muur in een Spider-Man comic. De superhelden Wolverine en Spidey namen het op tegen de KGB waarbij het webhoofd illegaal de muur over moest, naar de Sovjetsector van de stad. Die Spinne in Berlin die een robbertje knokt met de geheime politie én Wolverine op een mistroostig Russisch kerkhof. (Wie durft nog te beweren dat je niets leert van strips?)

Muurbloempjes.


Koude oorlog
Tijdens geschiedenisles leerde ik dat Berlijn analoog aan heel Duitsland na de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden werd verdeeld in verschillende sectoren: een Britse, Franse, Amerikaanse en een Russisch gedeelte. Omdat Berlijn geheel in de Duitse Democratische Republiek lag, zagen veel Sovjetonderdanen de stad als vrijplaats om te vluchten naar het westen. Daarom besloten Walter Ulbricht en de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov een einde te maken aan de leegloop. In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 werd begonnen met de bouw van de Berlijnse Muur. De scheiding tussen Oost- en West-Berlijn zou tot november 1989 duren. Leven in angst
Slenterend door Berlijn verbaast het mij dat Berlijners helemaal niet bezig zijn met het verleden, met de Muur. Waarom zouden ze ook? Het is alweer lang geleden. De jonge generatie weet niet hoe het was toen het Oosten en Westen van elkaar gescheiden waren. Hoe het was om in de DDR in angst te leven: je eigen buren konden immers agenten van de geheime dienst zijn. Wie kritiek uitte over het politbureau kon makkelijk verraden worden. Die situatie is voor ons als toeristen moeilijk voor te stellen, al lopen L. en ik gefascineerd langs enkele kenmerkende overblijfselen van dat verleden. Op verschillende plekken in de stad staan stukken muur opgesteld, al geven deze kleine stukken niet echt een goed beeld van hoe de situatie vroeger was.

Uitzicht op de Muur bij Bernauer Strasse.

De Muur in Bernauer Strasse vanaf het Oosten gezien.

De beste plek om een beetje een indruk te krijgen van de Muur is aan de Bernauer strasse. Daar staat een groot origineel stuk van de muur. In het documentatiecentrum zijn filmopnames te zien uit de tijd van de Muur. Ook van mensen die ontsnappen van het Oosten. Mensen die in het Oosten woonden aan de Bernauer strasse hadden uitzicht op het vrije westen. Volendam
L. en ik besluiten een kijkje te nemen bij Checkpoint Charlie, waar vroeger de overgang tussen het Amerikaanse gedeelte van West-Berlijn naar de Russische sector was. Ik verwacht het bekende wachterhuisje te zien, maar ben hevig teleurgesteld als we, na een lange wandeling langs de route waar de muur liep, aankomen bij dit historische punt.

‘Smile swcheinhund!’
Twee modellen voor Checkpoint Charlie.

Voor het checkpoint staan twee acteurs verkleed als een Amerikaanse en een Franse soldaat. Toeristen kunnen voor één euro met ze op de foto. ‘De soldaten’ leggen gebroederlijk hun arm op de schouders van de toerist. Leuk voor thuis en net zo authentiek als de mensen die klederdracht dragen in Volendam.Betonnen abstractie
Veel indrukwekkender is het holocaustmonument dat een serene schoonheid uitstraalt. Het monument is ontworpen door Peter Eisenmann en werd na jaren bakkeleien in 2005 eindelijk neergezet.

Dankmal für die ermordeten Juden Europas.

Eisenman wilde met zijn ontwerp een fysieke ervaring bij de bezoekers teweegbrengen. De eindeloze doolhof moet de bezoeker het gevoel geven de oriëntatie te verliezen. De 2711 zuilen verschillen in hoogte van straatniveau tot vier en een halve meter; ze zijn allemaal licht gekanteld. De gangen zijn te smal om naast elkaar te lopen. Iedereen moet daarom het monument alleen ervaren.Verstoppertje
Ik loop door de gangen langs de grote betonnen blokken – een labyrint van figuurlijke graven. Op een van de blokken zit een jongen gitaar te spelen. Verderop spelen mensen verstoppertje tussen de zuilen. Het is bijzonder om te zien hoe dit monument op verschillende manieren wordt gebruikt door de bewoners en bezoekers van de stad. Het monument is meer dan alleen een plek waar je stil kunt staan bij het verleden. Mensen kunnen het monument op eigen wijze een plaats geven in hun leven. Dat maakt het holocaustmonument in Berlijn vele malen nuttiger dan die stenen penis op de Dam in Amsterdam. Wordt vervolgd…Lees ook:

Tot slot: Klein Orkest met ‘Over de Muur’. Omdat het een mooi nummer is. Filmpje is gemaakt door Limbo 1342.

Categorieën
Mike's notities

Berlijn (1): Street art, nazi’s en Hasselhoff

Zes uur op je kont zitten terwijl je met hoge snelheid door het landschap reist heeft iets onnatuurlijks. Samen met L. in een overvolle treincoupé met Nederlanders, Duitsers, Fransen, Belgen en andere nationaliteiten. Op weg naar Berlijn. Voor het eerst naar de hoofdstad van Germanië.L. is goed gezelschap en het laatste James Bond-boek Devil May Care valt niet tegen. Jengelende kinderen en de hitte negeer ik zoveel mogelijk. Aan het einde van de middag speelt een van de medereizigers een dvd af op zijn laptop. Een drama over racisme met Pierce Brosnan – zo te zien aan de Duitse filmtitels is de dvd nagesynchroniseerd. Vreemde gewoonte is dat, het inspreken van films in de eigen taal. Typisch iets wat ik associeer met Duitsland.

Of je wurst lust. Let op de sms-smiley boven het stalletje :-).

Vooroordelen
Je merkt dat je de grens over bent op het moment dat de conducteur alleen nog in het Duits de stations omroept. Tot aan de Nederlands-Duitse grens gebeurt dat in meerdere talen – service van de zaak. Hierin zie ik mijn tweede vooroordeel jegens de Duitsers bevestigd. Het eerste wat je over Germanië leert op de basisschool, tenminste in mijn tijd, is de holocaust. Een eerste indruk blijft je altijd bij, het is de basis waarop alle andere indrukken geplaatst worden. De associatie tussen Duitsers en nazi’s werd dus vroeg gelegd. Tijdens de studie filmwetenschap bestond Duitse cinema uit drie perioden: het expressionisme in de jaren twintig van de vorige eeuw, Weimar-films en – daar heb je ze weer – de nazi-propaganda van Leni Riefenstahl. En niet te vergeten de derderangs nazi-schurken uit de vele Hollywood-films.

No-nazi’s dus.

Euh, Saunahaus ‘ss’?!

Natuurlijk weet ik ook wel dat dergelijke stereotyperingen de waarheid niet benaderen; toch is het is moeilijk je blik niet te laten beïnvloeden door dat soort beeldvorming. David Hasselhoff als door zichzelf uitgeroepen nationale held van de Oosterburen helpt daar ook niet tegen. Hasselhoff
David Hasselhoff, wat heeft die nu weer met Berlijn te maken, vraag je je wellicht af. The Knight Rocker stond op 31 december 1989 op de restanten van de Berlijnse muur het nummer ‘Looking for Freedom’ te zingen. Sommige Amerikanen denken nog steeds dat de acteur/zanger verantwoordelijk was voor het omvallen van de muur. Muziek
De muur in Berlijn was het symbool van de Koude Oorlog , symbool voor de verdeling tussen Oost- en West-Duitsland. Berlijn is echter meer dan dat. In de dagen voor de reis heb ik naar Lou Reeds album Berlin geluisterd. Ook Low van David Bowie – het eerste van drie albums die de muzikale duizendpoot maakte in het Berlijn van de Muur – draaide menig rondje in de player. Twee grote muzikanten voelden zich geïnspireerd door deze stad en leverden albums af die tot hun beste werk gerekend kunnen worden. Gek genoeg spookt het mindere werk, namelijk het nummer ‘Looking For Freedom’, Hasselhoffs vertaling van het Duitse nummer ‘Auf Der Strasse Nach Suden’, door mijn hoofd als we aankomen op Hauptbahnhof.

Filmgrootheid David Lynch op een muurposter die toch wat doet denken aan het duistere Germaanse verleden.

Aankomst
Misschien heeft iedereen zijn eigen Berlijn. Hoe je de stad ziet is een keuze. Laat je je beïnvloeden door gegevens uit het verleden of stap je anno nu het hotel uit, de stad in. Ik streef naar het laatste. De ontdekking van ‘mijn’ Berlijn kan beginnen. Wordt vervolgd…Lees ook:

Categorieën
Fotoblog

Foto: Kopje t

Categorieën
Mike's notities

Even niet…

Het is weer zover: de tiendaagse kermis is begonnen. De binnenstad is gevuld met spielerei, draaidingen, gokautomaten, suikerspin en eeuwig herhalende muzieksamples. Leuk voor kids en lui die niet volwassen willen worden. Niet altijd leuk voor de mensen die er middenin wonen. In de afgelopen week werden de attracties opgebouwd. Mannetjes met dikke buiken keken met de fiets in de hand toe hoe de kermisklanten hun apparaten in elkaar zetten. Als waren ze oude keurmeesters overzagen zij de situatie, de bouwers ongevraagd van raad voorziend.

Zo gaat het al jaren. Tien dagen lang kermis in de binnenstad. Na Tilburg de grootste. Ik sla ‘het feest’ al jaren over – al kun je er niet omheen zodra je de deur uitgaat. Van 12 tot 12 is het dolle pret in de stad. In de weekenden zelfs tot later. Ik sla proviand in: eten, dvd’s, een stapeltje boeken en cd’s. Tijd om de deur en ramen dicht te houden, aan mijn script te werken en me diep, diep in de virtuele wereld te verstoppen totdat de kermis weer is overgewaaid.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie Hellboy II: The Golden Army

De originele Hellboy-comics van Mike Mignola zijn herkenbaar door de unieke tekenstijl, de nonchalante houding van het titelpersonage en een wereld waarin folklore, legendes en zelfverzonnen ongein naadloos in elkaar overlopen. Dat de meeste elementen goed zijn te vertalen naar het witte doek werd met de eerste Hellboy (Guillermo del Toro, 2004) bewezen.

Ook nu is Ron Perlman weer perfect gecast als de rode held met de afgezaagde hoorns. Al kost het hem schijnbaar meer moeite dan anders om zich door de dikke laag make-up uit te drukken.

Monsterlijk
Omdat bij een vervolgfilm altijd het verrassingselement van het origineel ontbreekt, biedt de sequel vaak alles in overdadige trap: actie, personages en specialeffects. Ook de droge humor, een belangrijk element van de wereld van Hellboy, is in overvloed aanwezig. Hellboy II is een echte creature feature. Allerlei vreemde wezens vullen het beeld. De Trollenmarkt waar Hellboy & co. op zoek gaan naar informatie, is een goede staalkaart van de monsterlijke creativiteit van regisseur Guillermo del Toro (Pan’s Labyrinth). Vooral zijn versie van de tandenfee (kleine afzichtelijke wezens die mensen met huid en haar opeten) mag op zijn minst origineel genoemd worden. Het overdadig gevulde beeld staat in schril contrast met de sobere tekenstijl van Mignola, die zich dikwijls beperkt tot het uitbeelden van de elementaire verhaalelementen.

De sprookjesachtige wezens en virtuele effecten zien er fantastisch uit, maar is de nieuwe Hellboy ook boeiend?

Elfjes
Del Toro schreef het filmverhaal samen met Mike Mignola. Na een bloedige oorlog sloot de mensheid een verbond met elfen, trollen en andere monsters. De mystieke wezens zouden verblijven in de bossen, de mens zou zich in de steden ophouden. Het krachtige Golden Army van de elfen werd tot slapen gebracht om niet meer ten strijde te trekken tegen de mensheid. Zul je net zien dat de zoon van de elfenkoning vindt dat de mensen zich niet aan de afspraak hebben gehouden en het Golden Army weer actief in dienst wil laten treden. Gelukkig staat Hellboy klaar om het leger een kopje kleiner te maken.

Love is in the air
Liefde is de leidraad in deze Hellboy: liefde voor de planeet en liefde voor elkaar. Het zijn de relatiestrubbelingen tussen Hellboy en zijn licht ontvlambare Liz (Selma Blair), gecombineerd met Abe Sapiens (kalver)liefde voor Princess Nuala, die het uitzitten van de film de moeite waard maken. Del Toro geeft deze menselijke emoties voldoende ruimte en maakt ze een integraal onderdeel van de plot. Het is fijn om te zien dat het personage Abe Sapien (Doug Jones) zich verder ontwikkelt, daar hij in de eerste film vooral een bijfiguur was. Een van de leukste scènes in Hellboy II is het avondje doorzakken waarin Hellboy en Abe laveloos op de trap hangen en zich beklagen over de lastige hordes die in de liefde overwonnen moeten worden. Ook mannen met een demonisch uiterlijk snappen vaak niet wat vrouwen nu precies bedoelen.

Overkill
Waar Hellboy II: The Golden Army vooral onder lijdt is de superhelden-overkill. We hebben dit jaar Iron Man, de Hulk en Batman al gehad. Gevechten in de straten van Manhattan tussen goede en kwade monsters zijn zo langzamerhand een cliché geworden. En ook al brengt de climax ons in een betoverende ruimte onder het Ierse landschap – waar het Gouden Leger van 70X70 soldaten ligt opgeslagen – de uitslag van het gevecht tussen Hellboy en Prince Nuada (Luke Goss) is pijnlijk voorspelbaar. Hetzelfde gaat op voor de muzikale score van veteraan Danny Elfman. Zo te horen is de componist toe aan en lange vakantie.Na het zien van Hellboy II: The Golden Army krijg ik vooral zin om de comics van Mike Mignola te gaan lezen. Want alle inspanningen ten spijt – de strips zijn beter.

Hellboy II: The Golden Army draait vanaf 21 augustus in de bioscoop.

Categorieën
Mike's notities

Soul Asylum: Misery & euforie

‘Did I listen to pop music because I was miserable? Or was I miserable because I listened to pop music?’ – High Fidelity, Nick HornbyEcht een favoriete plaat heb ik niet. De favoriet van vandaag is morgen sleets gedraaid en vervangen voor een nieuwe lievelingsschijf. Toch zijn er altijd van die cd’s die meerdere periode meegaan of die je met enige regelmaat graag in de cd-speler stopt. Black Gold: The Best of Soul Asylum is voor mij zo’n plaat.

Soul Asylum anno toen.

Soul Asylum, wie zijn dat ook alweer?, zul je je wellicht afvragen. Deze rockformatie onder leiding van zanger David Pirner is afkomstig uit de Amerikaanse stad Minneapolis. De band is in Nederland het beste bekend door de hit ‘Runaway Train’. Ze brachten in 2006 de plaat The Silver Lining uit.Chasing Amy
Mijn liefde voor deze band, die op dit moment nu niet bepaald de hitlijsten domineert, begon met de film Chasing Amy van Kevin Smith. Toen Kevin Smith de film aan het draaien was, werd hij benaderd door een lokale popartiest die zijn liedje graag ter beschikking wilde stellen. Vlak voordat de film uitkwam trok hij zijn werk terug omdat de soundtrack tegelijk met zijn eigen album zou uitkomen. De platenmaatschappij was bang dat dit de verkoop van zijn album ernstig zou schaden. Dave Pirner (van Soul Asylum) heeft toen de score voor Smith gemaakt en de liedjes geselecteerd. Door die muzikale score kwam ik een paar jaar geleden in aanraking met het oeuvre van Soul Asylum. Het was een plezierige kennismaking die leidde tot het verzamelen van het meeste werk van de band.De compilatie Black Gold: The best of Soul Asylum dateert alweer uit 2000.Valt er iets zinnigs te zeggen over een compilatie-cd die pretendeert het beste te presenteren wat een band ooit gemaakt heeft? Is een compilatie-cd immers niet gespeend van enige samenhang, en dus geen vaste entiteit zoals een album dat kan zijn: een werkje opgenomen in een bepaald tijdbestek, dat de gemoedstoestand van de makers weerspiegelt? Deze bezwaren gaan niet op voor Black Gold: deze cd maakt zijn pretenties waar en presenteert (bijna) al het goede dat deze band in het tijdsbestek van een paar jaar voortbracht. Daarbij is het juíst de diversiteit die deze bloemlezing zo sterk maakt.De schaduwzijde van de Amerikaanse droom
Zanger en tekstschrijver David Pirner toont zich een poëet in de traditie van Bob Dylan, Bruce Springsteen en Lou Reed. Geen glamour, maar het leven in achterstraatjes en in verpauperde huizen wordt verhaald – de schaduwzijde van The American Dream. In deze wereld is menig wensvervulling in rook opgegaan. De wereld van de loser, het buitenbeentje, de mensen die het net niet haalden, de wereld van de gewone man die er het beste van probeert te maken – kortom, de wereld waarin de meesten van ons leven.Het is de hese, soms schrille stem van Pirner die toch altijd helder klinkt en het leven bezingt zoals we dat allemaal kennen. Geen lieve luisterliedjes over jongetjes die meisjes ontmoeten, eeuwige liefde, bloemen en bijtjes. Natuurlijk heeft Pirner wel verhalen over de liefde, maar dan draait het vooral om de ellende die emoties met zich meebrengen.Ironie
Pirner bezingt vooral ironische verhalen. In ‘Without a Trace’ wordt hij niet verliefd op het mooiste meisje van de klas, maar op een prostituee. Hij verliest zijn hart aan een hoer en zij lacht hem glashard in ’t gezicht uit. In ‘We 3’ wordt hij verliefd op de vriendin van zijn beste vriend. Zij kan hem niet luchten en drijft een wig tussen een vriendschap die al jaren bestaat. Wie dit niet herkent uit zijn eigen leven, kan het zich in ieder geval helder voorstellen. Het leven kent eerder ironie dan euforie, lijken de songs van Soul Asylum te willen zeggen.Pirner geeft abstracte thema’s als liefde, dood en eenzaamheid een gezicht. Eenzame ouderen die bij de telefoon wachten tot er eindelijk weer eens iemand belt in ‘Somebody to Shove‘. De dwingende beat die de naderende dood doet versnellen, laat de oude man in het nummer wild om zich heen dansen – en ik dans met hem mee. Een dans om te bewijzen dat we vol met levenslust zitten en niet klein te krijgen zijn. Samen zingen we alle frustratie eruit. Uitgeput zakken we uiteindelijk op een stoel.

Soul Asylum anno nu

Troost
‘Did I listen to pop music because I was miserable? Or was I miserable because I listened to pop music?’ Dat laatste in ieder geval niet meer na het beluisteren van Black Gold. De herkenbare situaties bieden troost. Ik dompel mij onder in de woorden en de sterke beat die de ruggengraat vormt van alle nummers van Soul Asylum. Ik voel me met iedere maat beter, sterker worden. ‘Misery loves company, we could start a company that makes misery: Frustrated Incorporated!’, zingt Pirner in het nummer ‘Misery’.In de muziek van Soul Asylum wordt zoals gezegd de ironie van het leven bezongen, en daarin klinkt ook een beetje hoop. Wie het leven niet te serieus neemt en om zichzelf kan lachen, die redt het wel. In het Zwarte Goud vind ik troost, plezier en nieuwe zin om er wat van te maken.Hieronder een paar YouTube-samples van de band. De officiële clips op YouTube zijn niet te embedden, maar de linkjes in de tekst verwijzen wel naar de betreffende clips.

Somebody to Shove:

Misery:

Runaway Train:
Deze tekst verscheen in kortere vorm eerder op Frommel.blogspot.com en in huidige vorm ook op EeuwigWeekend.nl.Lees ook:

Categorieën
Striprecensie Strips

John Callahan: Bijtende cartoons met een gebrek

Mooi zijn ze niet, de tekeningen van John Callahan. Op het eerste gezicht zijn het slordige krabbeltjes, al zijn de scherpe grappen in een oogopslag duidelijk. Callahan raakte op zijn 21ste grotendeels verlamd bij een auto-ongeluk. Hij tekent zijn cartoons met de pen tussen zijn handen geklemd.
Callahan gebruikt zijn tekenpen op cynische wijze commentaar te leveren op de decadente Amerikaanse samenleving. Hij maakt bijtende grappen over eetstoornissen, gehandicapten, Birckenstock-sandalen (prima anticonceptiemiddel volgens de cartoonist), seksuele driften, advocaten en honden. Ook feministen krijgen er flink van langs van Callahan. Zelf verklaart hij zijn afkeer van feministen doordat hij als kind is gemolesteerd door een vrouw.Seksueel misbruik
Callahan weet eindeloos te variëren op zijn stokpaardjes. De cartoonist komt bijvoorbeeld herhaaldelijk in het verweer tegen het christendom. In ‘De korte autobiografie van een seksleven’ kaart hij het conflict aan dat masturberen bij hem als tiener teweegbracht. Aan de ene kant het sterke lichamelijke verlangen om zichzelf te bevredigen. Aan de andere kant het katholieke verbod hierop. Callahan verbeeldt dit dilemma door respectievelijk een duiveltje en een engeltje op zijn schouders te tekenen. Verder kaart Callahan in meerdere cartoons het seksueelmisbruik van koorknapen door priesters aan.Feloranje zonnebril
In zijn thuisland is de invalide tekenaar een cultfiguur met fans als Robin Williams en Bob Dylan. De Nederlandse Filmmaker Simone de Vries maakte de documentaire Raak me waar ik voelen kan over de opvallende cartoonist die, met zijn roodgeverfde haar en feloranje zonnebril, in zijn elektrische rolstoel door de straten van Portland scheurt.Callahan is een veelzijdig man: hij beschreef zijn levensverhaal in een autobiografie en recent kwam zijn eerste cd uit. Het verhaal van de grotendeels verlamde Callahan is natuurlijk bijzonder en trekt veel aandacht. Het goede van zijn scherpe visie is echter dat zijn werk ook overeind blijft als je niets van de maker en zijn gebrek weet. Op zichzelf zijn de cartoons erg sterk, grappig en behoorlijk hard. Al gaat Callahan wat mij betreft nergens over een grens heen.De Amerikanen dachten daar overigens anders over. Zijn cartoon over de jonge Martin Luther King werd door de hoofdredactie van de Miami Herald als racistisch bestempeld. In de cartoon staat King schuldbewust naast de natte plek op zijn bedlakens en zegt tegen zijn boze moeder: ‘I had a dream’. Een cartoon over de Paus leverde protestmarsen op.Vertaling
De Nederlandse uitgave Cartoons met een gebrek bevat een voorwoord van Simone de Vries en een kort interview met Callahan dat eerder in de Humo verscheen. Het boekje is één grote lofuiting op het werk van de cartoonist. In de vertaling naar het Nederlands blijft Callahans humor gelukkig overeind, alleen jammer dat de uitgave een enkele tikfout bevat. Maar ja, niets en niemand is perfect. Callahan weet dat als geen ander met humor uit te beelden.John Callahan. Cartoons met een gebrek. Uitgeverij Xtra. ISBN 978-90-77766-60-6Deze recensie is ook verschenen op EeuwigWeekend.nl.

Categorieën
Film

Film: Boris van der Ham spreekt stemmetje in

Typisch zo’n gevalletje van net jammer. Boris van der Ham, lid van de Tweede Kamer voor D66, spreekt de stem in van een animatiefiguurtje in de film Space Chimps. Woensdag 30 juli vinden de audio-opnames plaats.D66 heeft het de afgelopen jaren niet makkelijk gehad. Het debacle van het net alsof meeregeren met het Kabinet Balkenende II heeft het imago van de partij geen goed gedaan. Het stelletje Muppets dat tegenwoordig het land tracht te regeren (in het geval van het huidige Kabinet betekent regeren vooral betuttelen en verbieden) doet D66 natuurlijk wél goed, want als oppositiepartij in het midden van het spectrum ben je dan al snel een stemmentrekker voor iedereen die niet precies weet wat hij wilt.Chimpansees
Misschien dat de gekozen rol iets laat zien van Van der Hams politieke ambities. Het Tweede Kamerlid verzorgt namelijk de stem van de ‘Senator’. Deze senator geeft toestemming om een drietal chimpansees de ruimte in te sturen om daar een ruimtesonde terug te vinden. In de oorspronkelijke versie is de stem ingesproken door de Amerikaanse acteur Stanley Tucci.Overigens heb ik niets tegen Boris van der Ham. Lijkt me een prima politicus – al is de term politicus natuurlijk zowel postief als negatief te interpreteren. Maar dat even terzijde. Is zo’n man een goede kandidaat om stemmen in te spreken in een animatiefilm? Daar hebben we toch genoeg acteurs en soapies voor in het land? Oké, die doneren hun gage meestal niet aan KWF Kankerbestrijding, zoals Van der Ham. Overigens heeft de politicus wel op de toneelacademie gezeten en op de planken gestaan, dus enige ervaring mag hem niet worden ontzegd. Daarbij is het hele politieke spel een en al theater.
Toch riekt deze actie vooral naar een slimme publiciteitsstunt.
Zo komt Space Chimps, die pas acht oktober uitkomt, alvast een keer in het nieuws. En een beetje aandacht voor D66 kan ook geen kwaad. En nee joh, die aandacht hoeft helemaal geen betrekking te hebben op politieke zaken. Liever niet zelfs, want daar wordt je imago juist niet beter van. Sympathie, dàt scoort.

Categorieën
Bloggen Mike's notities

Schrijfblog: Terug in de wereld

Het voelde zondagochtend weer als van ouds. Wakker worden, kopje koffie en achter het toetsenbord om een stukje voor dit blog te schrijven. Bijna twee weken had ik zonder computer gezeten.

Dat is niet veel, maar lijkt een eeuwigheid voor iemand die dagelijks meerdere uren online leeft. Bovendien is het is een lastige situatie als je twee websites beheert. Gelukkig kon ik in die tijd wel bij anderen terecht om de noodzakelijke dingen te regelen. Er moesten immers nog recensies geschreven worden voor EeuwigWeekend.nl. (Zoals de recensie over The Dark Knight. Binnenkort ook de recensie van HellBoy 2. EeuwigWeekend.nl is de website waar ik samen met Menno Kooistra de hoofdredactie van doe. Nog geen kijkje genomen? Foei!) Ik voelde me een beetje als een rondzwervende webredacteur, reizend van computer naar computer. Ik schrijf toch het liefste aan mijn eigen werktafel.

Papertrail
Natuurlijk is er altijd pen en papier. Maar beste lezer, ik schrijf toch het beste op een non-lineaire wijze, met tikkende toetsen onder mijn vingertoppen. Papier is goed voor aantekeningen; de echte stukken ontstaan op de tekstverwerker. En stukken schrijven zonder Google en een onlinewoordenboek… dat bleek toch erg lastig in deze dagen. Zonder de computer in huis als toevluchtsoord, bleek er zowaar een Lezer in mij te zitten. Het boek Het zijn net mensen van Joris Luyendijk en het antwoord daarop moesten nog gelezen worden. Ook de geschiedenis van Iron Man en een cultuurwetenschappelijke verhandeling over James Bond lagen sinds een bezoekje aan The American Book Center op de salontafel. Prima leesvoer voor regenachtige én zonnige dagen.

Drivers en sneltoetsen
En nu is er dan die nieuwe computer. Een mac ook nog, verdorie. Even wennen. Andere sneltoetsen dan de pc. Nog niet alle drivers voor de randapparatuur kunnen vinden. Dat wordt dus een nieuwe printer kopen. In het algemeen gedraagt de mac zich anders – al crasht een mac onder mijn vingers net zo hard als een door Windows bestierde computer. Toch zijn er meer overeenkomsten dan verschillen. Mac en ik zullen het vast goed met elkaar kunnen vinden. De vruchten van deze samenwerking zijn de komende tijd op deze blogpagina’s te lezen. En dan nu weer verder met het reguliere programma…

Lees ook: