Met haastige hartslag ren ik de roltrap op. De sneltrein staat op het punt van vertrekken en ik verdom het ook deze te missen. Het is vrijdagavond, ik ben moe en wil naar huis. Bovengekomen zie ik hoe mijn medeforenzen zichzelf in de trein proppen. Misschien een idee om mensen eerst allemaal uit te laten stappen? De dikke achterwerken schudden bij het instappen van ‘nee’. Ach, when in Rome, denk ik, terwijl ik mezelf tussen het natte klamme vlees wurm. Gehaald. Nu nog een zitplaats in deze veekar zien te vinden. In loop langs volle banken, grote voeten en bagage als ik twee treinstellen verder een unieke lege zitplaats vind. Mazzel. Met een gevoel van licht geluk zet ik mezelf neer en pak het boek over Andy Warhol uit mijn tas. Drie kwartier te gaan en ik heb geen zin om te staren naar de vermoeide gelaten van mijn collega-reizigers. Er zit namelijk niets tussen van eind twintig, met sprekende ogen en volle lippen. Dus waarom zou ik.De trein schokt en zucht als een oude bejaarde die in beweging komt. Maar deze bejaarde is in de war en rijdt de verkeerde richting uit. Ik kijk uit het raam en zie het oude PTT-gebouw voorbij rijden. Ik zit in de verkeerde trein. Geen idee waar naartoe. ‘Kaartjes alstublieft.’Met het schaamrood op de kaken beken ik aan de geuniformde kaartenknipper dat ik per ongeluk in de verkeerde trein ben gestapt. Vanonder de pet komen staren twee starre ogen me aan. Natuurlijk, per ongeluk, denk ik. Wie gaat er voor zijn lol in de verkeerde trein naar… Waar naartoe? Naar Nijmegen zitten. ‘Uitstappen op Amstel, kaartje kopen naar centraal’, zegt de kaartenknipper terwijl hij zijn naam eer aan doet. En ik voel me weer vier jaar oud en sta met gebogen hoofd voor juffrouw Hetty die voorzichtig de twee potloden uit mijn neusgaten probeert te trekken. ‘Niet meer doen hè?’
‘Nee, juffrouw Hetty.’Als de trein halt houdt, stap ik snel de anonimiteit in. Niemand die weet waarom ik hier op dit perron sta. Ik houd mijn nieuw gekochte kaartje in de hand alsof ik bang ben hem te verliezen en wacht op de trein naar Amsterdam Centraal. Ach, zo kom je nog eens ergens. Misschien moeten we allemaal een keer de verkeerde trein nemen. Wie weet waar je eindigt. Er loopt een meisje met een slank figuur langs me. Ze draagt een grote blauwe tas en een pakketje in cadeaupapier om haar arm. Ze ziet me niet staan, wat me alle tijd geeft haar te observeren. Maar tegen de tijd dat het grote gele monster aan komt rijden, ben ik haar allang uit het oog verloren. Het heeft geen zin om een plaatsje in de coupé te zoeken, moet toch immers zo uitstappen. Het meisje van zojuist zit alleen op het balkon in een tweezitter. ‘Mazzel’, denk ik. Ik plof naast haar neer en ze kijkt nieuwsgierig naar me op. ‘Hoi,’ zeg ik.
‘Hoi,’ antwoordt ze. Daarna blijft ze me aankijken, alsof ze nog iets verwacht. Een verklaring voor waarom ik naast haar ben ga zitten. ‘Ik had de verkeerde trein gepakt,’ probeer ik uit te leggen.
‘Oh, grappig.’
‘Ja. Grappig,’ ratel ik. De automatische piloot klikt aan.
‘En wat doe jij?’ vraag ik.
Ze vertelt dat ze sinds een maand voor een reisbureau werkt. Ze heeft toerisme gestudeerd omdat ze niet zo heel goed weet wat ze wilde gaan doen. Maar zie hield van reizen, dus vandaar. Het meisje beantwoordt mijn vragen alsof dit derdegraadsverhoor de normaalste zaak van de wereld is. Ze heeft een zachte stem. Met haar mooie lippen articuleert ze ieder woord. Wanneer Amsterdam Centraal in zicht komt, vraagt ze wat ik doe. We lopen samen naar de centrale hal. Opeens moet ik denken aan het gesprek wat vriend P. en ik laatst hadden. Over karma en vrouwen. Ben ik in de verkeerde trein gestapt zodat het lot me op het goede spoor zou zetten? Omdat ik dit meisje móest ontmoeten? Of is het allemaal gewoon toeval? Hoe dan ook, daar staan we dan. Onderaan de roltrap zullen onze wegen scheiden. Tenzij ik iets zeg. Maar wát? Ik zeg niets bijzonders. Zij ook niet trouwens. Gewoon ordinaire beleefdheden ter afscheid van een gesprek tussen vreemden. We lopen allebei een andere kant uit. Voorgoed? Thuis check ik haar profiel op Hyves. Ik gebruik daarvoor de inlogcode van vriend P.: ik heb zelf namelijk geen pagina bij de virtuele netwerkmaffia. (Wil je echt weten waarom, lees dan deze column.) Ik check haar relatiestatus: bezet. Niks lot, maar toeval. Of toch karma?Meer in de rubriek De Eeuwige Forens.
PersberichtOp zondag 1 juni zullen tientallen bekende schrijvers mee doen aan sponsorloop De Letterenloop met als doel geld inzamelen voor Stichting Run4Schools.Tussen de mogelijk zwetende en hijgende schrijvers zitten onder andere Midas Dekkers, Brigitte Kaandorp, Abdelkader Benali, Bram Bakker, Arjan Visser, Dolf Jansen, Renate Dorrestein, Hans Münsterman, Marina Duvekot, Jeroen Thijssen, Beau van Erven Dorens, Marcus Polman, Kees van Beijnum, Sophie van der Stap, Jessica Durlacher, Auke Kok, Frénk van der Linden, Arjen Lubach, Jonathan van het Reve en de makers van Fokke en Sukke.Samen met iedere sportieve enthousiasteling zullen zij zondag 1 juni in Haarlem en Bloemendaal hun krachten meten met maar één doel: geld inzamelen voor de Stichting Run4Schools die zich in het township Mitchell’s Plain bij Kaapstad, Zuid Afrika inzet voor sport- en spelactiviteiten die normaal gesproken niet voor kinderen zijn weggelegd.De Letterloop is een initiatief van Inge Happé en Bram Bakker, de mensen achter “Literatuur in de duinen” van Boekhandel Bloemendaal.Saillant detail: Midas Dekkers, overtuigd niet-sporter, zal de hardloopwedstrijd voorgaan op een Solex. En het thrillerduo Tupla Mourits wil proberen powerwalkend de finish te halen.Programma De Letterenloop 2008 op 1 juni
Familyrun- 1,5 km – 11:30 uur
Voor kinderen en andere korte afstand-lopers.
Individueel – 5 & 10 km – 12:00 uur
Start en finish bij de Kunstijsbaan van Haarlem met een route door Bloemendaal.
Businessloop – 5 & 10 km – 12:00 uur
Bedrijven kunnen zich met een of meerdere ploegen inschrijven en worden gekoppeld aan een van de deelnemende schrijvers.
Filmrecensie: Iron Man
Stan Lee, de grootheid die veel populaire superhelden heeft bedacht waaronder Spider-Man, The X-Men en Fantastic Four, heeft ooit gezegd dat Iron Man niet zo succesvol is geworden als zijn andere creaties. Lee wijdt dit aan het feit dat iedereen het harnas van Iron Man kan aantrekken.
In tegenstelling tot de mutanten van de X-Men of de tiener Spiderman, zijn de superkrachten van Iron Man geen intrinsieke eigenschappen, verbonden aan het karakter van het personage. Als Stark zijn harnas uittrekt is hij superheld af.In deze spreek ik Lee (op repectvolle wijze) tegen, want ik denk dat als de film Iron Man een succes wordt, dit in bijzondere mate te danken is aan het feit dat Robert Downey Jr. in het harnas zit. Hij speelt Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier, maar geeft de eigenzinnige playboy/uitvinder tegelijkertijd een nuchterheid en daarmee geloofwaardigheid mee. Aan zijn zijde staat de mooie Gwyneth Paltrow als de bijdehante assistente Pepper Potts. (Lang leve de allitererende namen in superhelden comics.) Paltrow toont net zoveel spunk als Downey Jr. en is een vrouwelijke en up-to-date versie van butler Alfred Pennyworth.
Jeff Bridges staat met zijn kale hoofd en volle baard mijlen ver af van zijn rol als De Dude in The Big Lebowski (Coen Brothers, (1998), maar op het moment dat hij zijn slechte kant laat zien denk je toch even: ‘Fuck man, de dude maakt gehakt van Stark!’ Bridges, die naast de onovertroffen Dude een uiteenlopende reeks personages op zijn naam heeft staan, speelt Obadiah Stane met zichtbaar plezier en met genoeg overdrijving. Exact wat we van een superschurk mogen verwachten.
Lichtvoetig, maar geen camp
Iron Man is een vermakelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. Een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Dit komt wellicht omdat de held in kwestie dit keer geen zoekende tiener is of een getraumatiseerde miljonair, maar een succesvolle zakenman die ontdekt dat hij een verplichting heeft aan de wereld om zijn kennis van techniek ten goede in te zetten.Regisseur Jon Favreau (die zelf een klein rolletje speelt als de chauffeur van Stark) en het team scriptschrijvers presenteren een plot waarin de oorsprong van Iron Man op een logische wijze verhaald wordt. Stark wordt door een groep terroristen ontvoerd in Afghanistan en gedwongen om een door hemzelf ontworpen raket na te bouwen. In plaats daarvan zet hij een metalen harnas in elkaar waarmee hij weet te ontsnappen. Deze ervaring heeft een ander mens van hem gemaakt. Als Stark erachter komt dat zijn wapens onder de tafel aan terroristen worden verkocht, besluit hij zijn harnas te perfectioneren om deze handel een halt toe te roepen. Dit ethische dilemma is natuurlijk niet helemaal waterdicht, want kennelijk had Stark er geen moeite mee om hightech wapens te bouwen zolang de Amerikanen die maar gebruikten om oorlog te voeren in de brandhaarden van de wereld. Dit Amerikaans chauvinisme terzijde geschoven, is Iron Man zoals gezegd een prima actiefilm die de prijs van het immer hoge bioscoopkaartje meer dan waard is.
Lees ook:
In mijn tienerjaren was Erika Eleniak een van mijn vleesgeworden natte dromen. Shauni McClain was niet de slimste van het stel, maar wel een van de eerste Baywatch Babes. Ze kon als geen ander heel mooi rennen in haar rode badpak. Baywatch stond dus vast op het televisiemenu. Voor de liefhebber: de serie wordt tegenwoordig herhaald op Reutel 7, dagelijks om 18.45.Meer stripjes met Jack en Spidey.
Springlevend
Nog niet dood, part deux
‘The key isn’t winning… or losing. It’s making the attempt. I may never be what I ought to be, want to be… but how will I know unless I try? Sure, it’s scary, but what’s the alternative? Stagnation… a safer, more terrible form of death. Not of the body, but of the spirit. An animal knows what it is. And accepts it. A man may know what he is… but he questions. He dreams. He strives. Changes. Grows.’
Christopher Claremont, Wolverine (1982).
Jeugdzonden
Een paar dagen geleden kwam ik Miss Z. tegen. Een oude vriendin die ik al jaren niet meer had gezien. Verwaterd contact. Ik moest dan ook twee keer kijken voor ik de vriendelijke moeder van midden dertig met het jonge meisje in het kinderzitje op haar fietsstuur herkende als Miss Z. Niet dat ze echt veel was veranderd. Hoewel: de vrolijke vrije geest die ik kende was moeder geworden en verantwoordelijk voor het opvoeden van een kleine spruit. Het vrolijke kind keek me nieuwsgierig door haar brilglazen aan terwijl ik met haar moeder sprak over wat ze allemaal had uitgespookt in de afgelopen tig jaar. En of ze nog steeds met D. omging. Tien jaar geleden had ik een korte film gemaakt met de naam De Schilder. D. speelde de gelijknamige detective die zijn naam had gekregen vanwege het feit dat ‘als hij met je klaar was, je over de hele straat was uitgesmeerd.’ Een van de cinematografische jeugdzonden uit mijn begintijd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. ‘En ben je nu al een beroemd filmregisseur?’ vroeg Miss Z. ‘Still working on it…’ grapte ik. Het leek misschien dat in de afgelopen tien jaar niet veel van mijn plannen terecht was gekomen – ik woon zelfs nog in hetzelfde huis als toen – toch was mijn wereld danig veranderd en sinds de HKU was er heel wat gebeurd. Goed, de eerste grote speelfilm moest ik nog draaien, maar ondertussen heb ik wel een paar leuke producties op mijn naam staan. Focus
Toch zette deze korte maar gezellige ontmoeting me aan het denken. Ik ben de laatste tijd meer gefocust op de dingen die ik belangrijk vind. Daarbij heb ik rust gevonden om andere zaken als ondergeschikt te beschouwen, me daar minder druk om te maken. Levenstijd is schaars en moet daarom grotendeels nuttig besteed worden, vind ik. Geduld en doorzettingsvermogen zijn twee eigenschappen die in symbiose een sterke levenskracht kunnen zijn.
Koninginnenacht zit ik samen met wat vrienden in mijn stamkroeg. Om 12 uur drinken we op mijn gezondheid. Weer een jaartje op de teller. Vriend Paul vraagt wat me plannen zijn voor het komende levensjaar: een nieuwe leukere baan staat hoog op het lijstje; een paar goede videoprojecten maken, Project Manic af schrijven en me richten op publiceren van teksten. Dat leek me wel weer ambitieus genoeg voor één jaar. Niet vragen maar doen
Een paar uur later zit ik aan de bar, om mij heen veel tieners en twintigers. Ik spreek die avond met een lange blondine van 17, een Jonge Bekende van begin 20 en een meisje van 22. Geen idee hoe het komt, maar ieder gesprek loopt uit op het vergelijken van levensfilosofieën. Ze proberen allemaal op hun eigen manier hun identiteit vast te stellen en de zin van het leven te bespreken: Waarom Zijn We Hier? Wie Ben ik? En Wat Hierna? De laatste twee antwoorden heb ik voor mezelf al eerder bedacht. De eerste, de grote Waarom Zijn Wij Hier-vraag beantwoord ik voorlopig met de tegenvraag ‘Waarom niet?’. Met de laatste slok bier spoel ik alle zwaarmoedigheid die bij het filosoferen komt kijken, weg en stap rond half drie de avondlucht in. De tijd van levensvragen is voorbij. De tijd van actie en streven naar is aangebroken.
Lees ook: Nog niet dood
Bezet
Soms lijkt het wel of mensen over lijken zullen gaan om een stukje stoep te bemachtigen. Iedereen wil op de beste plek zitten om de inventaris van zijn rommelzolder aan verdwaasde medemensen kwijt te kunnen. De avond van de 29e zitten de meeste amateur handelaren al klaar met hun spullen en anders hebben ze in ieder geval hun stukje handelsparadijs op aarde al afgebakend om deze de volgende dag te bezetten. Weken later staat de stoep nog vol met het woord “bezet”. Rare traditie eigenlijk dat Koninginnedag. Brengt echt het gekste in Nederlanders naar boven.
Een luchthaven is een bijzondere plek waar mensen weggaan of terugkomen van avonturen, vakanties en zakenreizen. Achter de gates gaat een industrie schuil van duizenden mensen die dagelijks hun taak vervullen als radertje in een geoliede machine.De werking van die machine heeft me altijd gefascineerd. Vooral de mensen die het luchtverkeer regelen. Wat doen die eigenlijk? Wat komt erbij kijken om vliegtuigen veilig het luchtruim in te sturen en te laten landen?Om een antwoord te vinden op die vragen was ik samen met collega Hester van den Blink op Schiphol om een videoreportage te maken van Jarno Janssen, een recent toegevoegd lid aan de garde der luchtverkeersleiders. De reportage die we maakten geeft een inleidende indruk van wat Janssens werk inhoudt. Luchtverkeersleider is een intensieve baan die je voor het leven kiest. Janssen legt daarom ook uit waarom hij voor deze carrière heeft gekozen. Een vraag die ik aan bijna alle mensen stel die ik interview, daar de motieven van mensen en de keuzes die daaruit voortvloeien veel onthullen over iemands persoonlijkheid. De productie lijdt wel wat onder de primitieve montageset waarop deze is gemaakt, maar ik geloof wel dat de inhoud de vorm weet te overstijgen. De videoreportage is gemaakt als aflevering van de serie Starters in Beeld.
Zie ook: Multimediaal droste-effect en Starters in Beeld: Journalist.
Schrijfblog: Waarom bloggen?
Diep in mij zit het schrijfbeest. Het wil zich uiten. Móet zich uiten. Maar is dat de enige reden dat ik blog?
Schrijven doe ik al van kinds af aan. Vroeger had ik een grote typemachine waarop ik menig vel papier vol tikte. Veel verhalen. Vooral veel onafgemaakte verhalen tikte ik op het papier. Een paar schoolkranten en fanblaadjes verder en ik begon van het schrijven mijn werk te maken. Eerst als student: dikke werkstukken over film werden opgevolgd door een dikke scriptie over stripverfilmingen. En intussen en erna schrijf ik scripts, gedichten, dagboeken en freelance opdrachten.
In 2006 startte ik dit blog: ik had ideeën voor artikelen die ik niet bij een opdrachtgever kwijt kon maar wel wilde schrijven. Schrijven zonder publiek is voor mij alleen geschikt als oefening. Dus publiceren op het web, voor specifiek geïnteresseerden of googlers. Inmiddels is Mike’s Webs voor mij meer geworden dan een plek om artikeltjes te plaatsen. Bloggen werkt verslavend. Sinds ik fulltime werk voor een uitgeverij is het bloggen er dan ook niet minder op geworden. Toch stel ik mezelf geregeld de vraag waarom ik blog.
1. Ik blog dus in besta: het weblog biedt een platform om anderen mijn teksten te laten lezen. Een mogelijkheid om mijn gedachten uit te zenden. Geldingsdrang speelt een rol, want wie vindt het nu niet leuk om gelezen te worden?
2. Schrijfoefening: schrijven is net als topsport – je moet het bijhouden om beter te worden en je spieren soepel te houden.
3. Wederhoor: het leukste van bloggen zijn de reacties die op je stukjes komen. Ik heb het dan niet over de zure, vaak niet-belezen reacties waar duidelijk uit af te lezen is dat de reageerder niet meer heeft gelezen dan de titel van de post. Het zijn juist de inhoudelijke reacties van mensen die een ervaring delen of hun mening geven. Daarbij staat reageren of niet reageren iedereen vrij. Niets is verplicht, wat me brengt op punt vier:
4. Speelsheid: het web staat vol met regels voor het bloggen. Wat je moet doen om je statistieken te verbeteren, wat een goede post is, etc. Dit zijn vaak goede tips, maar het mooie van bloggen is voor mij de vrijheid om te publiceren wat je wilt. Ga je helemaal uit je dak van je katten, dan zet je een filmpje over die viervoeters op je blog. Heb je een voorkeur voor oude rockplaten, dan schrijf je daar lekker een stukje over. Soms ben ik zo enthousiast over iets (film, boek, cd, ontmoeting) dat ik dat enthousiasme met de wereld wil delen. En als ik zin heb om vage cartoons online te zetten, dan kan dat ook gewoon. Het digitale podium biedt ruimte om te experimenteren met vorm en inhoud.
5. Community: ik heb veel aardigheid in het lezen van en reageren op andermans blogs. Het is leuk om vaste lezers te hebben die terugkomen om je nieuwe posts te lezen. Er ontstaat zo een community die soms alleen bestaat uit wederzijdse reacties, maar soms ook leidt tot echte ontmoetingen. Mensen die je anders misschien niet had ontmoet of had gesproken. Bloggen, en het interpret in het bijzonder, brengt mensen bij elkaar.
En waarom blog jij? Voor wie blog jij? En wat betekent bloggen voor jou?
Jack & Spidey: Fotostrips
Kinderwens?
Meer stripjes vol ongein.
Racisme in Star Wars?
Op mijn vorige stukje over de inspiratiebronnen van Star Wars, kwam in een van de commentaren ter sprake dat Lando Calrissian (Billy Dee Williams) de Judasfiguur is in de eerste trilogie. Net als in de film Jesus Christ Superstar werd de verrader neergezet door een zwarte acteur. Schertsend merkte iemand op dat dit een teken is van racisme in Hollywood. De Star Wars-films zijn vaker bestempeld racistisch te zijn en dat is niet geheel onterecht.
Jar Jar Binks, dat irritante digitale happymeal figuurtje in de nieuwe trilogie werd door velen gezien als een stereotype Jamaicaan. Jar Jar is onhandig en duidelijk een komische noot in de film, een rol die zwarte personages vroeger wel vaker kregen in Hollywood-films.
George Lucas ging hier tegen in. De BBC tekende in 1999 het volgende citaat op van de regisseur:
“Those criticisms are made by people who’ve obviously never met a Jamaican, because it’s definitely not Jamaican and if you were to say those lines in Jamaican they wouldn’t be anything like the way Jar Jar Binks says them.
“They’re basing a whole issue of racism on an accent, an accent that they don’t understand. Therefore if they don’t understand it, it must be bad.”
Tocht valt er wel iets voor te zeggen dat Jar Jar Binks gezien kan worden als de stereotype onhandige neger. Ook al gooit Lucas het erop dat mensen dit gerucht zijn gestart omdat ze het figuurtje te kinderachtig vonden en van hem afwilden. Hij kreeg bijval van onder andere Stardestroyer.net die tevens weerlegt dat er racisme plaatsvindt in het universum van Star Trek. Episode I bevat in ieder geval nog een ander personage dat niet geheel zuiver op de graad genoemd mag worden: de slavendrijver van Anakin Skywalker in Episode I heeft een beetje de uiterlijke kenmerken van de stereotype Arabier. Hij wordt daarbij als een onbetrouwbare handelaar neergezet.
Eigen blik
Natuurlijk kun je dergelijke claims makkelijk afdoen met het uitgangspunt ‘racism is in the eye of the beholder’, maar gezien de geschiedenis van Hollywood-films die vol zit met stereotypen van alles wat niet Amerikaans is, kan het geen kwaad dit soort personages nader onder de loep te nemen. (Voor meer informatie over stereotyperingen in films, zie onder andere deze youtube compilatie, een wikibijdrage en een tekst over Blaxploitation cinema. ) Oplettende kijkers zijn zich van dit soort typeringen bewust en zullen ze daarom makkelijker herkennen. Al moet je natuurlijk niet om de haverklap met claims van racisme gaan smijten.
Lando Calrissian & Hooper X
De zwarte politieke striptekenaar Hooper X (Dwight Ewell) in Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) weet echter met ferme taal duidelijk te maken dat de claim dat Star Wars rasistische ondertonen kent, wel hout snijdt:
Aan de reacties te zien zijn bezoekers op de linkdumpsite Nujij.nl het over het algemeen niet met Hooper X eens. Het goede aan het fragment uit Chasing Amy vind ik dat Hooper X natuurlijk een toneelstukje opvoert. Hij speelt de stereotype militante neger omdat dit zijn imago is. In de rest van de film komt hij voor als een intelligent en uitgediept personage. Kevin Smith gaat dus speels om met de stereotyperingen in films. Door Hooper een stereotype en realistisch personage te laten neerzetten geeft Smith kritisch commentaar op verborgen racisme in films. Tegelijkertijd snapt Smith ook dat discussies over racisme in media soms te ver doorslaan naar overdreven politiekcorrect gedrag en daar is bovenstaande scène dan ook een reactie op.
Wil je meer Chasing Amy? Check de tag Kevin Smith voor Amy & More.
Star Wars: The source of the force
George Lucas haalde het vuistdikke script voor Star Wars niet uit zijn hoge hoed. Lucas leende veel bekende elementen uit de westerse cultuur en mixte deze tot het ultieme sf-avontuur.Wat waren de inspiratiebronnen van Star Wars?Het Script
Toen George Lucas halverwege de jaren zeventig zijn script The Star Wars schreef, waren er maar weinig mensen in Hollywood die hier brood in zagen. Niet zo gek, want de sciencefictionfilm was op sterven na dood in die tijd. Ook vond men het verhaal te kinderachtig. Lucas liet illustrator Ralph McQuarrie tekeningen maken om zijn ideeën te visualiseren. Uiteindelijk hapte Alan Ladd jr. van Twentieth Century Fox toe. Lucas kreeg de kans zijn script te verfilmen. Toch bleef het tijdens het maken van Star Wars een strijd tussen Lucas en de studiobazen van Fox.
Later trilogie
Lucas schreef vele versies van zijn script tot hij uiteindelijk uitkwam op wat we nu kennen als de eerste trilogie. Episode IV: A New Hope, Episode V: The Empire Strikes Back en Episode VI: Return of the Jedi. Het script van Star Wars was zo dik, dat er genoeg materiaal was om drie films van te maken. De eerste Star Wars-film beslaat dan ook alleen de eerste acte van het script. Het was overigens in eerste instantie niet de bedoeling om een hele trilogie te maken. Toen de film een succes bleek, voegde Lucas de ondertitel Episode IV: A New Hope toe. Hij mocht de andere twee delen ook gaan maken. En de rest is zoals men zegt geschiedenis.
Herkenbaarheid
Wat maakt de Star Wars-trilogie nu mateloos populair? Hoewel het succes van Star Wars verschillende oorzaken heeft, is vooral ‘herkenbaarheid’ de sleutel hiertoe. Lucas leende namelijk veel bekende elementen uit de westerse cultuur en mixte deze tot het ultieme sf-avontuur.
Filmgenres
Een kleine greep. Lucas haalde zijn inspiratie uit oude filmserials als de Flash Gordon-films. Deze films werden gemaakt in de jaren dertig en veertig en waren op tv toen Lucas jong was. De serials bestonden uit afleveringen van zo’n 15 à 20 minuten. Iedere aflevering eindigde met een spannende cliffhanger waarin de held bedreigd werd. De volgende keer was dan te zien hoe de held zich hieruit redde. Eigenlijk is de Star Wars-cyclus een dure filmserial, waarbij elke episode met een cliffhanger afsluit. De titels van de episodes zijn ook net zo pulpachtig als die van filmserials.
Behalve de filmserial, zijn genre-elementen van de swashbuckler (piraten/avonturenfilm) en de western herkenbaar: Han Solo lijkt op een space cowboy; Luke Skywalker is een boerenzoon die leeft op de frontier in de ruimte. Net als de held in de film The Searchers van John Ford, treft Luke zijn familie afgeslacht aan als hij thuiskomt. Ook volgt het verhaal van Star Wars nagenoeg de gehele plot van de film Hidden Fortress van Akira Kurosawa. Hierin ondernemen een jonge prinses en een loyale generaal een gevaarlijke reis. Onderweg worden ze ‘geholpen’ door twee stuntelige reisgenoten. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van deze reisgenoten. Dit idee wilde Lucas doorvoeren in alle films, maar het is voornamelijk A New Hope waarin het vertelperspectief van de robots R2D2 (Kenny Baker) en C-3PO (Anthony Daniels) gekozen is.
Mystieke kracht
In de Star Wars-films staat het idee van de Force centraal. Dit is een mystieke kracht, waar alles in het heelal mee verbonden is. Het is ook een beetje de Heilige Geest, uit de christelijke, goddelijke drie-eenheid: Vader, Zoon en Heilige Geest. Maar het is ook Boeddhistische zen. De Jedi-orde lijkt veel op Middeleeuwse ridders vermengd met de code van de Samurai. Dat Star Wars veel wegheeft van een stripverhaal is ook geen toeval; Darth Vader had de tweelingbroer van Marvel Comics’ Dr. Doom kunnen zijn. Wie weet is hij dat ook.
Bijbelse figuren
Eigenlijk is het succes van Star Wars niet zo verbazingwekkend. Het verhaal van een held die uitverkoren wordt, in beginsel met tegenzin zijn zoektocht begint en uiteindelijk de wereld redt is al eeuwen oud. De Bijbel staat vol met dat soort figuren en verhaaltjes over de strijd tussen goed en kwaad. Dergelijke bijbelse thema’s slaan natuurlijk goed aan in een conservatief religieus land als Amerika. Ook zijn de verhalen bekend over de gehele wereld. Luke Skywalker is een moderne versie van Moses, Samson, Jonah en andere bijbelse figuren. Alleen doet Luke het met een lichtzwaard, een luchtschip en een beetje Force, terwijl Moses lopend door de woestijn moest. Maar ja, Force had hij wel, want het scheiden van water is vergelijkbaar met het optillen van een ruimteschip.
De held met duizend gezichten
Naast de oude verhalen uit de bijbel was het werk van antropoloog Joseph Campbell verreweg de belangrijkste invloed op Lucas. Zijn werk The Hero with a Thousand Faces is een blauwdruk voor Star Wars. Campbell bestudeerde mythologische verhalen uit alle delen van de wereld en ontdekte dat deze verhalen veel overeenkomsten hebben. Deze overeenkomsten vormen samen een monomythe: de ultieme formule voor een mythologisch verhaal. Campbell stelde dat alle mythische verhalen te herleiden waren tot één bron van beelden en symbolen. Daarbij maakte hij ook gebruik van de theorie over archetypen van psycholoog Carl Jung. De personages in Star Wars zijn dan ook herkenbare archetypen: Luke (Mark Hamill) is duidelijk de held, Leia (Carrie Fisher) de vrome prinses en Darth Vader Vader (David Prowse met de stem van James Earl Jones) de belichaming van het kwaad.
Drie fasen
Episodes IV, V en VI volgen Campbells indeling van de monomythe. Deze bestaat uit drie hoofdfasen: Vertrek, Initiatie en Terugkeer. Luke verlaat zijn thuis nadat hij geroepen wordt om aan een zoektocht (queeste) te beginnen. Daarna wordt hij geïntroduceerd in de wereld van de geheimzinnige Force en moet hij een aantal beproevingen doorstaan en obstakels overwinnen. Uiteindelijk keert hij terug om zijn nieuw verworven krachten ten goede te gebruiken om zo zijn lot te vervullen.
Overigens bestaan de drie hoofdfasen van de monomythe ook weer uit verschillende elementen. Zo wordt de held altijd geholpen door een magisch figuur (Obi-Wan Kenobi en Yoda) en andere partners (Han Solo, Leia, de Droids). De held moet altijd een taak vervullen waar hij voor is uitverkoren (Luke redt het heelal, leert om te gaan met de Force en wordt een Jedi.)
Tegenstellingen
In de mythische verhalen gaat het altijd om twee tegenovergestelde zaken die elkaar bestrijden: goed tegen kwaad, licht tegenover donker en mens tegenover machine. Star Wars brengt die tegenstellingen duidelijk naar voren: de Force kent een lichte en een duistere kant, goede en kwade personages zijn altijd duidelijk herkenbaar. Je zult nooit een stormtrooper van het Empire verwarren voor een rebel en Darth Vader draagt zwart omdat hij slecht is. Prinses Leia moet de goedheid zelve wel zijn, want zij is immers altijd in het wit gekleed.
Strijd met de Vader
Volgens Campbell is een belangrijk onderdeel van volwassenwording de strijd die de zoon voert met de vader. Luke vecht tegen Darth Vader die zijn vader blijkt te zijn. (Niet zo verrassend als we de naam ‘Vader’ letterlijk nemen.) Uiteindelijk zal de jongeman winnen van de vader en zich met hem verzoenen. Dit gebeurt dus ook in Episode VI: Return of the Jedi. Een film precies volgens het boekje.
Zie ook Superhelden 101.