Categorieën
Strips

Nieuw Gehoer verovert België

Nieuw gehoer on tour

Alsof onze arme zuiderburen al niet genoeg te verduren hebben met het gebakkelei van hun regering en de mogelijke breuk tussen Vlaanderen en Wallonië. Nu krijgen de Belgen ook nog eens te maken met stripcollectief Nieuw Gehoer. Een deel van het team zal namelijk op de stripbeurs in Turnhout zijn opwachting maken. Het werd immers tijd om de ongein buiten de landsgrenzen te brengen.

Mocht je nieuwsgierig zijn hoe de Nieuwe Hoeren er in het echt uitzien, een praatje willen maken of zo gek zijn om een van hun uitgaven aan te schaffen, check dan de stand van Nieuw Gehoer op de stripbeurs in Turnhout, op 15 en 16 december 2007. Van deze nationale ramp zal ook een videoreportage gemaakt worden: Nieuw Gehoer On Tour. Binnenkort bij uw lokale YouTube provider in de schappen en natuurlijk op de site nieuwgehoer.blogspot.com. Ge zijt gewaarschuwd!Tot zover deze ‘officiële’ mededeling. Dan gaan we nu weer over op de geplande programmering.Geen idee wat Nieuw Gehoer is? Prijs je gelukkig! Maar als je het toch wil weten klik dan hier voor een review. (Maar ik héb je gewaarschuwd).

Categorieën
Strips

Expo Cartoons @ work

Werksituaties bieden genoeg stof voor een goede grap en zijn daarom voor menig cartoonist een dankbaar onderwerp. Een selectie van het werk van Peter de Wit, Paul Stellingwerf en Maurice van Tilburg hangt sinds zondag in de expositie Cartoons @ Work. De opening van Cartoons @ work vond zondag 9 december plaats in Atelier Open. De expositie bevat originele cartoons van Peter de Wit, Maurice van Tilburg en Paul Stellingwerf. Judith Ploegman, voorzitter van FNV Jong, verrichte de opening.
Atelier Open is een project van P&O-adviseur Edith Brouwer en Maurice van Tilburg. Van Tilburg leidt ict-projecten bij Euro Next. Brouwer en Van Tilburg gebruiken de ruimte op de Keizersgracht sinds september 2007 ondermeer als schildersatelier en expositieruimte. ‘We willen een ruimte bieden voor creatieve dingen en leuke dingen,’ zegt Maurice. Kunst dient als een goede ijsbreker om gesprekken op gang te krijgen. Mensen willen al snel weten wat de filosofie is achter een kunstwerk. Dan komt een gesprek nog ergens.’ De expositie is het middelpunt van enkele activiteiten rondom het thema werk. Begin volgend jaar organiseren Brouwer en Van Tilburg ook enkele workshops.Waarom een expositie over werkcartoons?
‘Edith en ik vinden cartoons erg leuk’, zegt Maurice, ‘cartoons zeggen vaak iets over de maatschappij. Ze werpen een grappig licht op werksituaties waar wel wat humor gebruikt kan worden.’ De bescheiden expositie bestaat uit werk van Peter de Wit, Paul Stellingwerf en Maurice zelf. Peter de Wit is al sinds jaar en dag een bekend gezicht in de stripwereld. Zijn strip Sigmund, over een eigenzinnige psychiater die niet zachtzinnig met zijn patiënten omgaat, staat sinds 1994 dagelijks in de Volkskrant. De Wit verwierf daarnaast faam door zijn samenwerkingsverband met stripmaker Hanco Kolk. Samen waren ze verantwoordelijk voor de strip Mannetje en Mannetje en Gilles de Geus. Paul Stellingwerf maakt sinds december 2006 werkgerelateerde cartoons voor IntermediairForward.nl. Tot slot tekende Maurice sinds 1998 vijf jaar lang de strip Bull en Beer voor de AEX aandelenbeurs (nu NYSE Euronext).Waarom deze drie cartoonisten?
‘Peter de Wit is toch een groot voorbeeld van hoe je strips moet maken. Paul Stellingwerf maakt de cartoons voor de site IntermediairForward en heeft dus een duidelijke link met werk. De doelgroep van Intermediair sluit ook goed aan bij onze eigen belevingswereld. Daarbij zochten we naar contrast in de stijl van de cartoons. De Wit tekent op een traditionele wijze met Oost-Indische inkt, terwijl Stellingwerf op een moderne manier en digitaal werkt.’De expositie is te zien van zondag 9 december 2007 tot half februari 2008. Atelier Open, Keizersgracht 429, Amsterdam.

Categorieën
Media

TV: My Name Is Earl

Mijn nieuwe dvd-verslaving heet My Name Is EarlNadat Earl door een auto is aangereden en daardoor een winnend kraslot is kwijtgeraakt, wijt hij de tegenspoed die hem treft aan zijn slechte karma. Earl besluit het tij te keren en maakt een lijst van alle wandaden die hij ooit heeft begaan. Een voor een probeert hij deze goed te maken. Karma’s bitch
Wat heeft de kruimeldief Earl dan zoal fout gedaan? Zijn wandaden lopen van het uitlachen van mensen met een accent tot en met het faken van zijn eigen dood om van een meisje af te komen. De premisse van My Name Is Earl lijkt een gimmick die snel gaat vervelen. Niets is minder waar. Iedere aflevering probeert Earl op ingenieuze wijze zijn fout goed te maken, maar wordt door de goede afloop dikwijls net zo verrast als de kijker. Wie karma aan zijn kant heeft en het goede doet, kan van alles verwachten. Wanneer Earl echter besluit zijn lijst even met rust te laten en iets anders te gaan doen, wordt hij hier door karma hardhandig aan herinnerd. Meteen is het ongeluk weer op zijn pad: hij wordt opvallend veel geraakt door rondvliegende frisbees en dartpijltjes en ook bijen vinden het leuk om hem te prikken. Pas wanneer Earl de ruim tweehonderd items op zijn lijst heeft weggestreept, heeft hij zijn leven gebeterd en volgens zijn theorie weer recht op wat geluk. Tot die tijd is Earl karma’s bitch.
Trailerpark
Earl is een sympathieke boef en is omringd met een cast aan heerlijke typetjes. Zijn broer Randy is een lief simpelhoofd met het hart op de goede plek; zijn ex-vrouw Joy is een schoonheid, maar een secreet van het type trailerpark trash. Als zij hoort dat Earl 100.000 dollar heeft gewonnen met een kraslot, is ze bereid om hem te vermoorden zolang ze haar deel van het geld maar krijgt. Ze is getrouwd met Crab Man – een vrolijke Afro American wiens karakteristieke haardracht per aflevering groter lijkt te worden. Last but not least in het rijtje van de cast: de oogverblindende (illegale) Mexicaanse kamermeid Catalina Aruca, die zo veel met de heren optrekt dat ze praktisch woont in de motelkamer die Earl en Randy op permanente basis huren. Luchtig
In tegenstelling tot die andere succesvolle hit sitcom, Californication, is de toon van My Name Is Earl luchtiger en ontbreekt het cynisme. De setting bestaat dan ook niet uit LA maar uit de achterstraatjes van de fictieve stad Camden County waar het white trash zich ophoudt. De afleveringen staan op zichzelf en bevatten een aantal running gags die altijd goed zijn voor een lach. Zo staat Earl bijvoorbeeld met zijn ogen dicht op iedere foto die er ooit van hem is gemaakt.
Ster van de serie is Jason Lee – geen onbekende voor wie de films van Kevin Smith heeft gezien. Lee maakte zijn acteerdebuut in diens Mallrats en schitterde in Chasing Amy, maar had ook een mooie rol in Almost Famous van Cameron Crowe. Lee heeft zichtbaar plezier in zijn rol als Earl en deze besnorde schavuit lijkt hem op het lijf geschreven te zijn. Randy wordt vertolkt door Ethan Suplee – ook geen onbekende in het View Askewniverse van Smith. Overigens is de humor van de serie weliswaar scherp, maar deze komt nergens in de buurt van de grofheid waar Smiths films om bekend zijn. Op dit moment loopt in de Verenigde Staten het derde seizoen. De serie is inmiddels bekroond met een Emmy. En ook al biedt een dergelijke prijs geen garantie voor kwaliteit: My Name Is Earl is een aanrader, ook voor mensen die niet in karma geloven.Lees ook: Californication en alles over Kevin Smith en Chasing Amy.

Categorieën
Strips

De perfecte zondag van Claire S.

(Klik op ’t plaatje voor een grotere versie)

Bovenstaande bijdrage is van Claire Schumacher. Precies, van dit interview. Wie zich niet meer kan herinneren wie Hasselhoff is, zie deze link naar de Encyclopedia Dramatica of een oude column van mij: God bless the Hoff!
Met de vreemde droom van Claire is op eigenzinnige wijze (voorlopig) een einde gekomen aan de rubriek de perfecte zondag. Terugkijkend op de inzendingen, mogen we voorzichtig concluderen dat voor de meeste mensen de perfecte zondag een dag is van luiheid, waarin verplichtingen buiten de deur worden gehouden en je volledig de vrijheid hebt om te doen, maar vooral te laten, wat je wilt. En een dag om door te brengen met je geliefde – wanneer die beschikbaar en aanwezig is natuurlijk.
Bij deze wil ik iedere gastblogger nogmaals bedanken voor zijn bijdrage. Namens de feestcommissie: prettig weekend!

Categorieën
Strips

Interview Claire Schumacher: Passie voor Manga

Claire Schumacher doet een opleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam, illustreert in opdracht en geeft mangaworkshops. Door die workshops wordt ze de laatste tijd steeds vaker geïnterviewd door de pers. Desondanks ziet ze zichzelf niet als ambassadeur voor manga en anime in Nederland. ‘Ik wil mensen er niet mee lastigvallen, maar als iemand interesse heeft dan heb ik wel een stortvloed aan verhalen voor hem of haar’, belooft Claire. En dat klopt: als Claire eenmaal over manga begint te praten, is ze niet te stuiten. Wat is manga?
‘In twee zinnen: als je in Japan woont, je bent Japanner en je tekent strips, dan maak je manga. Ik teken dan ook geen manga, maar strips die hevig door manga zijn geïnspireerd. Manga’s die populair zijn in Japan hebben een herkenbare, overheersende stijl. Figuurtjes met grote ogen, diverse kleuren haar – een Europese benadering. De stijl kan wat overdreven zijn om op die manier emoties duidelijker te verbeelden.’ ‘Mangaverhalen gaan vaak over opgroeiende personages. Het verhaal begint op het punt dat ze nog zwak zijn. Dan komen ze met iets nieuws in aanraking en krijgen ze een andere manier van leven. Manga gaat vaak over tieners die heldendaden verrichten. Gewone personages die ongewone dingen doen en kleine meisjes die heel krachtig blijken te zijn.’ Vanwaar de voorkeur voor dat soort personages?
‘Veel Japanners staan niet sterk in hun schoenen, ze zwoegen onder werkdruk en je mag niet vaak jezelf zijn. Ze leven in een keurslijf zonder al te veel vrijheid. Manga geeft hen wel die vrijheid. Het is een manier voor Japanners om uit het keurslijf te breken. Mensen willen zichzelf erin herkennen, daarom is het vaak een fragiele persoon die veel weet te overwinnen. Daar putten ze kracht uit.’ Wat vind je leuk aan manga?
‘Dat is niet echt makkelijk uit te leggen. Ik vind de verhalen leuk en de link met Japan interessant. Japanse cultuur is mystiek, mensen hebben respect voor elkaar. Ik voel vaak een link met de hoofdpersoon, juist omdat het geen ideale figuren zijn. Ook hebben ze daar een interessante manier van vertellen. De algemene tekenstijl vind ik bijzonder. Het is een filmische stijl. In de jaren vijftig had je bijvoorbeeld Astro Boy (door stripmaker Osamu Tezuka, waarvan later nog een tekenfilmserie is gemaakt, red.) – een van de meest beroemdste manga’s. De tekenaar maakte gebruik van filmische camerahoeken, wat uniek was voor die tijd.’ Hoe begon je passie voor manga?
‘Vroeger zat ik altijd naast mijn broer als hij met zijn Nintendo zat te spelen. Ik ging daar helemaal in op en gaf hem aanwijzingen. Daarna kocht ik zelf een Nintendo 64. Ik was gek op Zelda. De doos had mooie illustraties met mangafiguurtjes. Die fascineerden mij. Ik begon ze na te tekenen. Ook zag ik films als Akira (Katsuhiro Ôtomo, 1988). Het waren cartoons, maar met tragische verhalen – er gingen mensen in dood. Die serieuze toon sprak me aan en de vrijheid die manga uitstraalde. Op internet ontdekte ik hoe groot manga eigenlijk was; ik printte plaatjes uit en tekende die na. Ik wilde die stijl beheersen.’ Wat is jouw tekenstijl?
‘Ik heb een strakke lijn, teken graag grote ogen en veel haar. De standaard manga-stijl dus.’ (lacht). Vind je de manga-stijl, die toch aardig wat stilistische conventies kent, niet juist beperkend?
‘Ik kies er zelf voor om in mangastijl te tekenen. Manga is een ideaalbeeld – je kunt alles tekenen wat je wilt. Manga is vaak cartoonesk, waar het emoties betreft. Figuurtjes worden dan opeens met een groot hoofd en een klein lijf getekend. Dit heet ‘chibi’, wat ‘klein’ betekent. Dat is om op een komische manier emoties weer te geven. Tegenwoordig teken ik veel naaktmodellen op school. Hierdoor verschuift mijn stijl meer naar het realistische op.’ Manga in Nederland
Wie regelmatig een stripbeurs bezoekt, heeft een grote kans om daar de stand van Mangafique tussen de andere stripverkopers te zien staan. Mangafique is een collectief van mangagroepen (ook wel ‘circles’ genaamd). De Aniway is een kwartaaltijdschrift dat uitgegeven wordt door de gelijknamige stichting. Het magazine is gewijd aan anime, manga en Japanse cultuur. Het werk van Claire is daarin regelmatig te bewonderen. Ook schrijft ze columns en recensies van strips, films, games en artbooks voor de Aniway. Hoe groot is manga in Nederland?
‘Manga is erg in opkomst. Dat merken we op beurzen waar we steeds meer Nederlandse manga’s verkopen. Uitgaven van Aniway liggen tegenwoordig ook bij de Bruna en de AKO. Vooral jongeren komen er via televisie steeds mee in aanraking. In Frankrijk en Duitsland lopen ze vóór op ons. Daar is manga al veel groter. Anime-cartoons zijn daar door de jaren heen al op televisie geweest. Daar worden ook anime uitgezonden voor de wat oudere kijkers.’ ‘In Nederland heeft anime wel een slechte reputatie. Ongeveer tien jaar geleden werden er animefilms uitgebracht onder de naam mangafilms. Een foute term overigens, want manga slaat op de strips, niet de animatiefilms. Het mangafilm-label bracht films als Akira (Otomo Katsuhiro, Japan, 1988) uit, maar ook geweldadige en pornografische films als Urotsukidoji, wat hentai genoemd wordt. Dit gaf een verkeerd beeld van het genre.’ Door die slechte reputatie komen er ook wel vreemde snuiters op de Aniway-stand af. Wat is het vreemdste dat je ooit is overkomen op een stripbeurs?
‘Dat was tijdens een stripbeurs in België. Er kwam een linnentasjestype naar me toe. Hij zei tegen me “Hey, jij tekent toch manga?” Ik zei van ja. Hij wilde dat ik een jongetje van tien jaar in een korte broek en kaplaarzen tekende. Het jongetje moest op een stoel met een boek zitten. “Liever niet,” zei ik. Hij bleef bij de stand staan en keek zielig. Toen heb ik maar heel snel iets gekrabbeld en ging hij gelukkig weer weg. Heel freaky…’ Welke manga zou je anderen aanraden?
‘De serie Deathnote, waarin een middelbare scholier een bovennatuurlijk notitieboekje vindt, waarmee hij mensen kan laten sterven door simpelweg hun naam erin op te schrijven. Hij besluit dit boekje te gebruiken om de namen van criminelen te noteren, om hiermee het kwaad in de wereld uit te bannen. Ik vind het een heel spannende misdaad-thriller.’ ‘Fullmetal Alchemist is een manga uit 2003 geschreven door Hiromu Arakawa. Als de moeder van twee broers sterft proberen ze naïef om haar met alchemie weer tot leven te wekken. Menselijke transmutatie is in de wereld van alchemie echter een onvergeeflijke zonde. Dat ervaren Edward en Al op tragische wijze: als ’tol’ verliest Al zijn hele lichaam en Ed zijn linkerbeen. Om de ziel van Al nog te redden, offert Ed ook nog zijn rechterarm op, zodat Als ziel zich kan huisvesten in een toevallig aanwezig stuk meubilair: een harnas. De ontbrekende ledematen van Ed worden later met metalen prothesen uitgerust (zogenaamde ‘automail’). De broers horen over de Philosopher’s Stone, een steen die ervoor kan zorgen dat alchemie ook werkt zonder gelijkwaardige ruil. Deze kan ervoor zorgen dat de broers hun eigen lichaam terugkrijgen, en ze gaan op reis om de steen te vinden. ‘En ik zou Azumanga Daioh aanraden. Het gaat over een stel meisjes die van alles beleven op de middelbare school. Alles wordt verteld in vier panel stripjes. Heel simpel maar echt heel leuke humor.’

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Baudelaire

Gastauteur Natasja van Loon – aka de Schone Schrijfster én groot stripliefhebber – geeft haar visie op het album Baudelaire van Noël Tuot & Daniel Casanave.De literatuurgeschiedenis heeft een vergissing gemaakt want Victor Hugo is eerder overleden dan Baudelaire en die is daar niet blij mee omdat hij het ultieme absoluut perfecte gedicht nog niet geschreven heeft. Daarom slaat hij op de vlucht, voor iedereen die hem op de begrafenis wil hebben – en dat zijn er nogal wat. Hemel, hel en aarde worden – letterlijk – bewogen. Aldus Baudelaire tenminste, van de Franse tekenaar Tuot en zijn scenarist Casanave. Hun succesvolle stripalbum is onlangs opnieuw vertaald en uitgebracht door uitgeverij Silvester – dat hiermee, naar mijn bescheiden mening, meteen een van de mooiste albums van het jaar op de markt heeft gebracht. Baudelaire staat bol van grappen en dialogen die van grote schoonheid en – als je er even over nadenkt – diepgang zijn. Zo brengt zijn vlucht voor zichzelf Baudelaire eerst naar de hemel: een desolaat landschap waarin het onafgebroken regent (en dat akelig veel aan ons eigen kikkerlandje doet denken) alwaar hij wordt opgewacht door Sint Pieter. Dat de hemel helemaal niet lollig is, constateert Baudelaire.‘Alles is voor altijd en eeuwig kalm’, antwoordt Sint Pieter onbewogen.Donkere wolkjes vormen zich boven het hoofd van Baudelaire. ‘Ik houd niet van kalm… Daardoor moet ik aan de provincie denken.’ En dan een woest springende Baudelaire. ‘Ik wil eeuwige onrust!’‘Alles is voor altijd en eeuwig beschouwing’, antwoordt Sint Pieter onverstoorbaar.Je begrijpt: Baudelaire houdt het hier niet lang uit (zou ik ook niet kunnen) en wil naar de hel. En de hel… is een skipiste. Baudelaire wordt er opgewacht door de zonde die eruitziet als een skileraar in dat archetypische rode pak omdat de duivel in zijn kantoor zit om het idee van het kwaad te overpeinzen. ‘Grotere eenzaamheid bestaat niet’, zegt de zonde – een grap die aan kracht wint als je je bedenkt dat het gedicht dat Baudelaire wereldfaam bezorgde Les Fleurs du Mal was: de Bloemen van het Kwaad.En dan komt Sartre langs die weliswaar in de hemel verblijft (‘ik heb zo vaak bewezen dat God niet bestaat dat deze dat wel leuk vond’) maar als groot filosoof het voorrecht heeft om af en toe een rondje hel te maken. Hij komt Baudelaire demonstreren wat de zonde is. En de zonde… is soep eten met een vork. En hoe langer je daarover nadenkt des te aannemelijker dat klinkt.Foto: Charles Baudelaire‘De zonde is niet lollig’, constateert Baudelaire en hij keert terug naar de aarde om alsnog naar de begrafenis van Victor Hugo te gaan. Overigens weet hij het ultieme absoluut perfecte gedicht aan het eind van het album wel te vinden – maar wat de kern ervan is, houd ik voor me omdat iedere geïnteresseerde lezer dat voor zichzelf moet lezen. Wel kan ik vertellen dat ik slap lag (lach) toen ik het las. Wat wellicht niet verbazingwekkend mag heten als je weet wat de strekking van mijn debuutroman is omdat de kern van dat gedicht daar min of meer aan verwant is. Alleen is Baudelaire een stuk moediger dan de hoofdpersoon van Bemint eer gij begint.Natuurlijk: Goscinny staat nog altijd op eenzame hoogte. Maar de absurdistische en tegelijk diepzinnige humor van Baudelaire komt dichtbij. Wat de grootmeester van de stripscenario’s met geschiedenis deed, doen Tuot en Casanave met literatuur en filosofie. In de Nederlandse vertaling is het album bovendien uitgebreid met handige historische achtergrondinformatie die fraai omschreven en prachtig geïllustreerd is. Kortom: een album dat uit louter redenen bestaat om het aan te schaffen. Want de zonde mag niet lollig zijn, Baudelaire is dat des te meer. Sterker: het is briljante humor. Naar mijn (niet zo) bescheiden mening dan tenminste.

Categorieën
Mike's notities

Column: Consumptiestop

Koopzondag: ik zie ze rennen, door de regen. Handen vol tassen. Winkel in, winkel uit. Gejaagde blikken. Zoeken, scannen. Nog even hier kijken…. Kijken, waarvoor? Bang dat je iets mist?Ik ben niet veel beter. Ook ik vul mijn tijd met het struinen, kopen en consumeren van genotsmiddelen als boeken, cd’s en dvd’s. Uitverkoop in de platenzaak? Toch even kijken. Samen met de andere duizenden consumptiezombies. Schappen vol met goede albums; je kunt niet alles kopen. Ik moet kiezen, maar dat lukt haast niet. Als een autist staar ik naar de gekleurde cd-hoesjes. Mijn trance wordt doorbroken door de persoon naast me, die staat te dringen bij de bak. Alsof de voorraad ooit op kan raken. Alsof het iets uitmaakt. Heb je echt die ene cd nog nodig? Ik wíl hem, want het kán.Ik vul de leegte met de spullen uit de uitverkoopbakken. Het kost bijna niets, dus minder kieskeurig. Al snel staat de kast vol met secundaire rotzooi. Je huis lijkt een grote uitverkoopbak. Zo nu en dan probeer ik te stoppen, of in ieder geval te minderen. Dan stel ik een consumptiestop in, en koop alleen het ‘hoognodige’. Dat ene album waar ik al tijden op aas en dat nu eindelijk voor een redelijke prijs is te krijgen. Dat onverwachte juweeltje uit de filmgeschiedenis die ik niet mag laten liggen. Toch, zelfs al hanteer ik een kieskeurig beleid, vol wikken en wegen, dan nóg staat geregeld een halve meter plank voorraad op me te wachten terwijl ik met nieuwe spullen thuis kom.We leven in een consumptiemaatschappij. Bestaan door te consumeren. Ik struin, ik koop, ik besta. En terwijl ik consumeer, en geniet van de producten – want dat mag ik niet ontkennen, ik geniet wel degelijk van de spullen – kronkelt er diep van binnen het gevoel dat het ook anders kán. Dat er meer hoort te zijn.Ik negeer het gevoel en bestel nog snel iets online.Verwante teksten: Extra lang en De jacht.

Categorieën
Boeken Mike's notities

Extra lang

Het einde van het jaar is in zicht en dus werd het tijd om wat atv op te maken. Die kun je namelijk niet meenemen naar het komende werkjaar. En vrije tijd weggeven is natuurlijk zonde. Dus dit weekend vrijdag en maandag vrij.

Nog een keer Edie om het af te leren… (en omdat ze een stuk knapper was dan Warhol).

Collega’s vragen altijd bij een lang weekend waar je naartoe gaat. Kennelijk moet je dan meteen maar een weekendje Rome of Parijs pakken. Overigens geen slecht idee, maar ik kies er liever voor om wat vrienden te bezoeken. Gisteren dan ook twee caféafspraken gehad. In de ochtend de Schone Schrijfster aan tafel, die even een rustpauze kon gebruiken van haar vele schrijfwerk. Ze is met een tweede roman bezig – een groot karwei dat niet alleen veel aandacht eist, maar net zoveel discipline. In de middag sprak ik met vriendin N. die recent een eigen bedrijf als mediator is gestart. Mediation is een van de opkomende beroepen, daar de opleidingen hiervoor als paddenstoelen uit de grond schieten. Kennelijk kunnen mensen wel een intermediair gebruiken bij geschillen. Er valt dan ook een hoop te bakkeleien in het dagelijks leven. Vriend Paul is uitgenodigd om werk op te hangen voor de expositie ‘Cartoons at work’ in Atelier Open. Hij zal naast Peter de Wit komen te hangen. Geen slecht gezelschap. We hebben vrijdagmiddag wat van zijn cartoons voor intermediairforward.nl afgeleverd en een praatje gemaakt met de opgewekte eigenaar van de galerie. Tot slot nog even een korte odyssee langs de door ons vaak bezochte winkels in Amsterdam. Wat vrouwen over het algemeen hebben met het kopen van schoenen, heb ik met de aanschaf van boeken, cd’s en dvd’s. Ik kocht het boek POPism van Andy Warhol en Pat Hackett – Warhols memoires over de New Yorkse kunstscène in de jaren zestig. Op de voorkant is een foto van de kunstenaar en Edie Sedgwick te zien tijdens een gezellig onderonsje. Bij Fame vond ik tot mijn grote blijdschap een dvd van de film The Player. The Player (Robert Altman, 1992) is jarenlang niet in deze contreien te koop geweest en staat al jaren op mijn verlanglijstje. Meteen maar even Sideways meegepikt, die iets lager op het lijstje stond. Vanmorgen stond de postbode voor de deur. Het nieuwe schrijfwerkje van Kevin Smith dat ik online had besteld was binnengekomen: My Boring-ass life. 470 pagina’s vol potentiële hilariteiten uit de pen van regisseur Smith. Kortom: Forget Paris. Ik heb genoeg te doen dit weekend.

Categorieën
Film Media

Je brood verdienen met films en sterren

Een gesprek met Justus VerkerkOndernemer Justus Verkerk leidt samen met filmkenner René Mioch New Haven – een crossmediale onderneming die filmgerelateerde content voor televisie en nieuwe media produceert. Ze putten daarbij uit het rijke archief aan interviews met sterren dat Mioch sinds 1985 heeft opgebouwd. Dit materiaal wordt in gevarieerde vorm aan verschillende media aangeboden. Een gesprek met Verkerk over het businessplan en over de gedrevenheid om te winnen. ‘We hadden geen geld, konden het hoogstens een paar maanden uitzingen. Zelfs de bureaus hebben we van IDTV gekregen.’Verkerk en Mioch ontmoetten elkaar toen ze allebei voor IdtV werkten. Mioch presenteerde en produceerde diverse filmprogramma’s en de Grolsch Masterpremières. Verkerk was toen commercieel directeur en verantwoordelijk voor diverse commerciële crossmediale projecten waaronder CampingLife. In de loop van zijn carrière verzamelde Mioch ruim 10.000 uur beeldmateriaal aan interviews met filmsterren, waarvan heel veel fragmenten nog nooit in een filmprogramma werden gebruikt. Daar moesten ze iets mee doen, vonden Verkerk en Mioch. ‘René had de rechten over al de interviews die hij gedaan had. We zijn toen het businessmodel – dat ik al sinds DNA Non Spot Advertising gebruik – gaan toepassen op dit materiaal.’

Justus Verkerk

(Non-spot advertising is een verzamelnaam voor alle vormen van reclame die behalve reclamespots behelst: billboards, productplacement en scripting, waarbij het betreffende product in schrijffase van de verhaallijn van een televisieprogramma wordt opgenomen, red.) Content staat centraal
Omdat ieder medium zijn eigen formats kent, wordt de content in verschillende vormen gegoten. Dezelfde interviews en beelden van de rode loper worden aangepast aangeboden voor televisie, narrowcasting, internet, mobiel, radio en print. ‘Je past de content aan de wensen van de gebruiker aan. De kijker van RTL Film wil bijvoorbeeld iets anders horen over een film dan de gemiddelde NPS-kijker. Hebben we voor de promotie van de film Firewall een interview met acteur Harrison Ford en regisseur Richard Loncraine, dan verwerken we het interview met Ford voor RTL Film. De RTL-kijker zal niet bekend zijn met Richard Loncraine.’ Op zich zijn de oude interviews die René Mioch voerde met de Hollywoodsterren vooral waardevol voor de verstokte cinefiel, maar door deze fragmenten te combineren met nieuw materiaal, blijkt het stoffige archief een levendige schatkamer te zijn. Wanneer Tom Cruise met een nieuwe film in de bioscoop te zien is, is een retrospectief van zijn carrière, inclusief alle leuke quotes die over de jaren heen zijn verzameld, wel op zijn plaats. Opeens is het verjaarde gesprek weer een verkoopbaar product geworden. ‘René is producent en presenteert daarnaast nog op events maar niet meer in programma’s. We produceren zo’n drie a vierhonderd interviews per jaar. Dat kan hij lang niet allemaal alleen doen, daarom hebben we meerdere interviewers in dienst.’Met alleen de juiste mix van oud en nieuw kom je er echter niet: ‘Je moet een goed verhaal bij het product vertellen, iets wat mensen aanspreekt. Bij de film The Good German (Steven Soderbergh, 2006) leg je de nadruk op het feit dat actrice Cate Blanchett speciaal naar het acteerwerk van Greta Garbo heeft gekeken. Om de jaren veertig sfeer weer te geven werd er opgenomen met een filmcamera uit die tijd, dat soort details vindt men leuk om te weten.’Cameron Diaz, Angela Schijf en Rene Mioch tijdens de Ambilight Opening Night van Shrek 3.
Verkerk plaatst een tweede belangrijke kanttekening bij het slagen van dit businessplan: ‘Je moet wel een product hebben dat kan “reizen”, dat wil zeggen: het moet een groot publiek aanspreken en een universele aantrekkingskracht bezitten. Film is hier bij uitstek geschikt voor. Het is een onderwerp waar je verschillende smaken in hebt en dat veel variatie biedt.’ In het rijtje van content waar dit voor geldt staat pornografie op nummer één. Dit spreekt immers een universele markt aan. Daarna komt sport: voetbal of autosport. Gevolgd door muziek en in mindere mate humor. ‘Film komt dan op de vierde plaats, maar is eigenlijk inwisselbaar met muziek.’ New Haven
Hoewel Verkerk en Mioch vol enthousiasme met hun businessmodel aan de slag wilden gaan, zou dat indertijd bij IdtV echter niet lukken. ‘Men had er geen tijd voor, de focus lag bij andere zaken. Toen zijn René en ik in oktober 2005 zelf met New Haven begonnen. We hielden kantoor in een geleend woonhuis in Amsterdam Noord. We hadden geen geld, konden het hoogstens een paar maanden uitzingen. Zelfs de bureaus waren van IdtV geleend.’ De eerste klant van New Haven was KPN die toen net begon met Video On Demand. Mioch en Verkerk stapten op KPN af en sloten een deal. Op het kanaal Mine boden ze 24 uur per dag content aan: items als profielen van de sterren, nu in de bioscoop en promotie van films die mensen op demand konden zien. Al snel volgden programma’s als RTL Film, DVD Today en NPS Cultura. Behalve televisie produceert New Haven voor digitale kanalen, narrow casters, print en events. Ook voorzien ze het ANP van een filmjournaal, dat onder andere op nu.nl, ilsemedia, de telegraaf en de bij GPD terechtkomt. Het partnerschap tussen Mioch en Verkerk is duidelijk verdeeld: ‘René brengt de interviews in en ik verkoop/distribueer ze’. New Haven telt in totaal dertig man personeel: redacteuren, editors, een beheerder van het archief en staff- en salesmensen. ‘We hebben zo’n twintig man die zit te knutselen met het videomateriaal. Iedereen is eindverantwoordelijke voor een specifiek product. Het zijn relatief jonge mensen van tussen de twintig en begin dertig. Die snappen het medium ook goed. Het is een gezond bedrijf waar elke verdiende euro weer wordt ingestoken. We hebben eigen camera’s, editsets en een studio.’ Zucht naar succes
Verkerk blijkt een verkoper in hart en nieren. ‘Ik ben zelf niet dol op film. Maar ja, ik hou ook niet van motoren en heb daar toch twee programma’s overgemaakt. Het maakt mij niet uit wat het product is, als je een goede marketeer bent, en je bent gefocust, kun je alles aan de man brengen. De uiteindelijke drive van een verkoper is succesvol zijn. Voor mij is succes dat iemand blij is met wat hij afneemt en nog eens terugkomt. Daarnaast wil ik gewoon winnen, ik kan niet tegen mijn verlies. Als ik iets doe, dan schiet ik vaak door. Ik daag graag uit.’Justus is een fanatiek indoor-roeier. Hij staat op dit moment achtste op de nationale ranglijst in de categorie heren dertig plus zwaar. ‘Binnenkort hoop ik op de vijfde plaats te staan. Ik weet dat ik met roeien nooit nummer één word, ik heb er niet genoeg tijd voor over. Je moet realistische doelen stellen. Ook in het zakenleven.’ Op de vraag of Verkerk nog meer tips heeft voor ondernemers antwoordt hij bescheiden: ‘Ik vind dat je moet doen wat je leuk vindt. Wat de meeste mensen missen is een helder doel; vaak gaat het bij de beroepskeuze al mis. Je moet jezelf voorstellen wat je eigenlijk wil en hoe dat er dan uit moet zien. Als je je doel hebt bepaald, moet alles wat je doet in het verlengde van dat doel liggen.’ Dit artikel is eerder verschenen op IntermediairForward.nl.

Categorieën
Boeken Film

Andy Kaufman: via, via

Ik had nog nooit van Andy Kaufman gehoord tot ik de film Man on the Moon zag. Bij ons thuis werd regelmatig naar de sitcom Taxi gekeken, maar ik was toen nog te jong om me daar nog iets van te kunnen herinneren. Latka Graves, het buitenlandse personage dat Kaufman in deze comedy speelde, was volledig langs me heen gegaan.Kaufman wist zijn publiek vaak op de hak te nemen, was een van de eerste en beste Elvis-imitators ooit en creëerde naast Latka de onvergetelijke Tony Clifton – een onbeschofte en uitgerangeerde Las Vegas-zanger. De slechtste zanger in zijn soort.

Kaufman als Tony Clifton

De film
Mijn eerste kennismaking met een van de meest originele performers van de eenentwintigste eeuw verliep dus via zijn imitator Jim Carrey. Man on the Moon (1999) is een fantastische film, waarin een indruk wordt gegeven van het leven van Kaufman en diens genialiteit. Biopics zijn vaak voorspelbare en droge kost, maar Man on the Moon is een pareltje in het genre. De bijzondere film van veteraanregisseur Milos Forman lijkt met respect en liefde te zijn gemaakt en zo nu en dan de stijl van Kaufman te evenaren. Zoals de beginscène die met de aftiteling begint en waarin Jim Carrey als Kaufman direct het publiek aanspreekt. Carrey zet een minutieuze imitatie van Kaufman neer. Slagroom op de taart is de soundtrack van REM. Ze maakten niet alleen het nummer gelijk aan de filmtitel en ‘The Great Beyond’, maar schreven ook de musical score.
Het boek
Toen ik enkele maanden geleden met een groepje stripmakers in Kampen zat te tafelen, begon JP te vertellen dat hij een boek over Kaufman aan het lezen was. Vol enthousiasme vertelde hij over dit geniaal geschreven relaas van Kaufmans beste vriend Bob Zmuda. Zmuda was de schrijver en producent van Kaufmans optredens en shows. Twee weken later vond ik het boek, voor een prijs lager dan dat van een biertje, in de uitverkoop. Toeval bestaat niet.Zmuda’s boek Andy Kaufman Revealed! zit vol met sappige anekdotes over Andy Kaufman’s voorliefde voor prostituees, zijn dwangneuroses en zijn zoektocht om het publiek iets nieuws voor te schotelen. Hij wilde de mensen niet per se aan het lachen maken, maar wel iets bij ze te weeg brengen. Veel ‘optredens’ van Kaufman en Zmuda werden opgevoerd buiten het podium. Wanneer ze bijvoorbeeld in een vliegtuig zaten, speelde Zmuda een man met panische vliegangst, terwijl Kaufman in vermomming allerlei verschrikkelijke crashverhalen vertelde aan de steeds witter wegtrekkende man. Het geschokte publiek waren de nietsvermoedende medepassagiers.

Kaufman als Elvis

Zmuda schrijft het zo op dat je als lezer wordt meegenomen in de sketch, alsof je het voor je ogen ziet gebeuren. Hij slaagt er daardoor in dat de lezer ook gekaufmanized wordt. Net als het publiek indertijd word je in de maling genomen, totdat Zmuda uitlegt hoe de vork echt in de steel zit.Een kleine kanttekening is wel op zijn plaats. Zoals vaak het geval is bij dit soort boeken, waarbij de auteur over een vriend vertelt, zegt Zmuda ook genoeg over zichzelf. Een noodzakelijk kwaad om de scènes met Kaufman context te geven. Noodzakelijk, maar zeker geen straf aangezien Zmuda zelf ook een paar interessante gebeurtenissen op zijn naam heeft staan. Zoals bijvoorbeeld de korte periode dat hij werkzaam was voor Mr. X – een exentrieke scriptschrijver die conflicten uitlokte voor inspiratie. Zien we in Man on the Moon een interpretatie van Kaufman door Jim Carrey, in het boek beleven we Kaufman door de ogen van Zmuda. Te samen bieden de twee producties een aardig (subjectief) beeld van Andy Kaufman.

Carrey als Kaufman

De dood
Ik zit nu al een week met een brede grijns op mijn gezicht in de trein te lezen in Zmuda’s epistel. Helaas ben ik nu bij het laatste stuk van het boek en het leven van Kaufman aanbeland. Zmuda heeft zojuist beschreven dat Andy longkanker kreeg met de prognose nog maar een paar maanden te leven te hebben. Ik aarzel om door te lezen. Door Man on the Moon weet ik wat er komen gaat: Andy op zoek naar alternatieve geneeswijzen om de dood voor te blijven, todat hij uiteindelijk de strijd verliest. Maar ik wil nog niet dat Andy sterft.
Voordat Kaufman wist dat hij ziek was, leek het hem een fantastische grap om zijn eigen dood te faken en na tien jaar schuilen opeens weer op te duiken. Was het maar waar. Kaufman ‘stierf’ in 1984, ruim 23 jaar geleden. De grap duurt nou wel erg lang, Andy…

Categorieën
Mike's notities

De perfecte zondag van Menno Kooistra

Menno heeft eerder op deze site een gepassioneerd artikel geschreven over David Bowies album Low. En hij blogt natuurlijk op zijn eigen Mennomail.Lees de andere perfecte zondagen hier.

Categorieën
Fotoblog

Zaterdagochtend, 9:06:18