Categorieën
Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (2)

City of the DeadIn je eigen land of stad ga je alleen naar het kerkhof als je afscheid van iemand neemt, of wanneer je vrienden of familie bezoekt. De kerkhoven in Edinburgh zijn niet te vergelijken met de moderne rustplaatsen in Nederland. De graven zijn van een gotische schoonheid; de kerkoven zijn pittoresk en oud. Hier ligt veel geschiedenis begraven (over oude lijken gesproken). Het verleden is hier bijna tastbaar, inleefbaar op deze stille plaatsen. Wie een van de begraafplaatsen bezoekt, waant zich in een spookachtig verleden. En dat is onweerstaanbaar voor iemand die een interesse heeft in gotische spookverhalen, zoals ik. Mijn eerste avond in Edinburgh bezoek ik de City of the Dead Tour. Deze begint vanaf St. Giles Cathedral: de perfecte startplaats voor iedere Buffy-fan. Onze gids heet Ari. Ze draagt een lange leren jas, is ongeveer 1.70 lang en heeft een vetbuikje waarvan de navel regelmatig onder haar zwarte truitje vandaan gluurt. Haar lange bruine krullen hangen over haar schouders en complementeren haar expressieve, ietwat grove gezicht. Ari schrijft toneelstukken. Volgend jaar wordt haar eerste stuk op de planken opgevoerd, vertrouwt ze me aan het begin van de tour toe. Dat het theater in haar bloed zit, wordt meteen duidelijk in haar presentatie.

Onze gids in de Stad der Doden.

Ari vertelt met veel energie en passie over de geestige geschiedenis van Schotland. Ze vertelt hoe de Romeinen niet bestand waren tegen de Schotten en laat mij met twee andere mensen uit de groep voor die ‘rare jongens’ spelen. Samen met een fragiel meisje bestormt ze ons drietal, waarna ze de middelste en mij zogenaamd doodsteekt. Het knappe meisje links van mij blijft in eerste instantie ongedeerd, maar zal bezwijken van angst verzekert Ari ons. Poltergeist
De tocht brengt ons in Greyfriar’s Cemetery, waar de Mackenzie Poltergeist de bezoekers zou terroriseren. Het kerkhof gaat gehuld in duisternis, we zien geen hand voor ogen. Niet moeilijk om hier je nek te breken of om een tombe of boomtak aan te zien voor een paranormaal verschijnsel.Ari laat ons binnen in het deel van het kerkhof dat officieel voor het publiek is afgesloten – the Covenanters’ Prison. Hier was vroeger een concentratiekamp waar 1200 presbyterianen gevangen werden gehouden door episcopaatlianen. De gevangen werden daar vastgehouden voor maar liefst vijf maanden. In de kou en de regen, zonder dak boven het hoofd. Ze sliepen op de koude moddergrond. Wie ’s nachts bewoog, werd doodgeschoten door een van de vele sluipschutters. Uiteindelijk zouden slechts 250 gevangen levend het terrein verlaten. De rest was dood of wist te ontsnappen door de bewakers om te kopen. Een gezellige boel was het daar in de zeventiende eeuw. Godsdienstoorlogen zijn van alle tijden.

Een van de vele kerkhoven in Edinburgh.

Greyfriars ligt vol met dat soort verhalen. Ten tijde van de pest was er niet genoeg ruimte om iedereen te bergen. Arme mensen werden letterlijk op een hoop gegooid. Wanneer het hard regent komt er nog wel eens een bot boven de grond. George Mackenzie maakte grootscheepse jacht op de presbyterianen en kreeg al snel de bijnaam Bloody Mackenzie. Hij ligt begraven op Greyfriar’s en zou sinds enkele jaren bezoekers lastig vallen.Non-geest
Tijdens het verhaal van Ari hoor ik geschuifel achter me. Ik draai me om, maar zie niets anders dan de opening van een mausoleum. Een groot zwart vlak; er is weinig licht dus mijn ogen nemen voornamelijk dansend ruis in het donker waar. Ari leidt ons in de behekste tombe die The Black Mausoleum wordt genoemd en houdt een kaars in haar hand. Overigens is dit niet de tombe waar Mackenzie ligt, maar wel waar hij volgens de verhalen zou spoken. Mensen zouden zich plotseling misselijk kunnen voelen, een onaangename geur kunnen ruiken of zelfs flauwvallen. Anderen komen thuis met vreemde plekken op hun lichaam. Ik kijk om me heen maar zie niets dan de 59 andere groepsgenoten. Het is wel een bedompte ruimte en echt aangenaam ruikt het er niet. Maar ja, wat verwacht je anders van een mausoleum in een kerkhof gevuld met toeristen. Ik voel niets van mr. Mackenzie – nog geen zuchtje wind. Na een tijdje krijg ik wel wat jeuk. Tijd om te gaan lijkt me. Een als spook verkleedde collega van Ari springt uit de duisternis te voorschijn en luidt het einde van de tour in.Terwijl de anderen richting het publieke gedeelte van het kerkhof lopen, loop ik voorzichtig naar het mausoleum waar ik eerder iets meende te horen. Nu hoor ik vooral mijn hart in mijn hoofd kloppen. Snel werp ik een blik in het mausoleum. Ik zie niets. Of toch – in de hoek links van mij dansen de schaduwen op de muur. Maar geen geest te zien wat mij betreft. Psychosomatisch
Aan het einde van de eerste dag gloeien mijn voeten van vermoeidheid. Toch heb ik al wandelend een aardige indruk van Edinburgh gekregen. In mijn hotelkamer lees ik in het boek The Ghost That Hunted Itself over Mackenzie’s poltergeist en het ontstaan van de City of the Dead-tour. Saillant detail is dat mensen pas met de effecten van de poltergeist te maken kregen nadat men in 1998 met deze tour is begonnen. De effecten zijn dus toch psychosomatisch. Gerustgesteld doe ik het licht uit.Wordt vervolgdLees ook Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols.Geestig filmpje
Sommige mensen gaan tijdens een ghosttour helemaal op in de sfeer van het verhaal:

Categorieën
Mike's notities Strips

Intermezzo

Een warme cappuccino staat links van mij. Lou Reed draait in de cd-speler. Dit is het laatste weekend van mijn drie weken vakantie. Mijn eerste echte vakantie in een lange tijd. Ik had allerlei plannen. Allemaal dingen die waren blijven liggen en om aandacht vroegen. Nieuwe kleren kopen, achter enkele laatbetalers aan, een nieuwe telefoon regelen… Dat soort zaken. Maar zoals John Lennon al zei ‘Life is what happens while you’re busy making other plans…’. (Hm, ik vraag me af op hoeveel blogs op deze wereld dit citaat al is aangehaald.) Drie weken later blijkt dat er weinig van die plannen terecht is gekomen. Ach, afwijken van de geplande paden is ook wel eens lekker.In mij schuilt een Big Lebowski en die heeft de afgelopen tijd de ruimte gekregen.Edinburgh was een fantastische ervaring (de komende week de tweede aflevering van de limitedserie Colour locale.) En ik ben verslaafd geraakt aan Californication – de televisieserie, niet het liedje, al is wat mij betreft niets mis met de Red Hot Chili Peppers. (Een recensie van deze comedy serie volgt ook volgende week. En nu ik toch aan het pitchen ben: vanaf volgend weekend de reeks De Perfecte Zondag waarin gastbloggers hun perfecte zondag beschrijven.) Wat verder gedaan de afgelopen tijd? Beetje gestruind op de Stripdagen en verder een paar gezellige vrienden gezien. Ook weer eens tijd gehad om lekker te schrijven, films te kijken en geestelijk wat orde op zaken te stellen. De tijd goed besteed – voor een slacker.Volgende week weer werken. Ik zie er tegenop. Niet tegen het werk op zich, maar tegen de Ov-Hell waar ik me iedere dag weer in zal bevinden. Duffe koppen, lange vertraging, koude perrons, een kudde die in & uit de trein stapt. Drie uur per dag. Iedere dag.Maar nu nog niet. Nu is het weekend. Ik denk dat ik maar eens ga duiken in de deeltjes van Marvel Civil War die zojuist in mijn brievenbus zijn afgeleverd. En verder ziet het ernaar uit dat dit een van de laatste mooie zaterdagen van het jaar gaat worden. Tijd om daar eens van te gaan genieten.

Categorieën
Strips

Couleur locale: Edinburgh (1)

Girls, Ghosts & WarholsIn de laatste week van september heb ik vijf dagen in Edinburgh doorgebracht. Op zoek naar Schotten, geesten en frisse lucht. De komende tijd op Mike’s Webs daarom een reeks afleveringen van de nieuwe limited serie Couleur locale.
Als de wielen van de Easyjet de vaste grond in Schotland raken, houdt het meisje naast me nog krampachtig haar handen vast. Marie is bang om te vliegen en heeft de afgelopen tachtig minuten ook niet veel bewogen. Zij is nu weer terug in haar geliefde Schotland. Terwijl we afscheid nemen op de luchthaven van Edinburgh, vraag ik me af wat ik hier eigenlijk kom doen.Wanneer mensen mij dezelfde vraag stellen, zeg ik gekscherend dat ik hier kom om spookverschijningen te zien, want daar staat Edinburgh om bekend. Je zult van mij nooit direct horen dat spoken niet bestaan, maar ik moet bekennen dat ik er nog nooit een heb waargenomen. Misschien komt daar in de komende dagen verandering in.

Een reliëf van Old Town.

Quantum leap
Vijf dagen in de Schotse hoofdstad. Ik vraag me af of ik deze vakantiebestemming heb geselecteerd of dat Edinburgh mij heeft uitgekozen. Enkele weken geleden zat ik na mijn werk in de bus samen met een collega te praten over mijn vakantieplannen. Het zou New York worden voor een paar dagen of wellicht Edinburgh. Er zat een Schot in de bus die ons onderbrak. Hij begon vol enthousiasme de schoonheden van de hoofdstad der Schotten te pitchen. Toeval of niet, ik zag dit als een duidelijk teken. Ik zou naar Edinburgh op vakantie gaan…Toch voel ik mij in de eerste uren als Sam Beckett zonder Al. Ik ben in een vreemde wereld geleapt, maar weet niet precies wat ik hier moet doen. Nadat ik in mijn hotel ben ingecheckt loop ik dan ook doelloos door High Street – de hoofdstraat van de historische binnenstad – mijn ogen doen zich te goed aan de schoonheid van het decor.

High Street, ook wel The Royal Mile genoemd.

High Fidelity
Ik besluit mezelf een kleine opdracht te geven. Al een tijdje ben ik op zoek naar de solo-cd van David Pirner genaamd Faces & Names. In Nederland is de cd niet te krijgen. Hij is zelfs niet te downloaden. Ik besluit de eerste middag dan ook op zoek te gaan naar de cd. In de platenzaak Avalanche tekent de jonge verkoper enkele punten waar ik nog meer cd-winkels in de stad kan vinden.Mijn tweede stop is Backbeat Records, een kleine winkel in het centrum van Edinburgh. Binnenin staan kratten vol vinyl en cd’s mensenhoog opgestapeld. Tussen de kratten is een corridor, net breed genoeg voor één persoon. Aan het einde van de corridor zie ik de verkoper staan. Hij zet enkele cd’s in een bak. Ik vraag hem naar de cd en hij kijkt me meewarig aan. Geen herkenning wat betreft artiest of titel. ‘Zeldzame platen kosten al gauw 50 tot 100 pond,’ vertrouwt de verkoper mij toe. ‘Daarvoor moet je op Ebay zijn. Alle zeldzame dingen zijn tegenwoordig op Ebay te koop!’ herhaalt hij nog. Ik bedank vriendelijk en verlaat de vreemdste platenzaak waar ik ooit in ben geweest.

The Castle aan het begin van High Street.

Rookverbod
Aan het begin van de avond eet ik een grillburger in een eetcafé vlakbij de universiteit van Edinburgh. Het eetcafé zit vol met knappe studentes die diep in discussie zijn verwikkeld of verstopt zitten achter hun laptop. Ik voel me er dus wel thuis.Overigens is het algemene rookverbod in Schotland een zegen. Het is heerlijk om van je maaltijd of cappuccino te kunnen genieten zonder in een alles verstikkende rook te zitten. Je komt veel mensen tegen in steegjes, voor winkels en cafés die in de kou staan te roken. Hun sigaret een klein puntje warmte en comfort in het frisse Schotse weer. Wat mij betreft kan het rookverbod in Nederland niet snel genoeg worden ingevoerd. (Over een paar dagen zal ik nóg een groot voordeel van deze buitenrookpauzes ontdekken, maar daarvan heb ik op dit moment nog geen weet.)Na de maaltijd is het tijd om op spokenjacht te gaan.Wordt vervolgdFilmpje
Een impressie van de stad in deze ietwat schoolse documentaire van Lewis Carmichael. In zeven minuten krijg je een aardig beeld van de schoonheid van de stad en haar geschiedenis.

Categorieën
Strips

Film: Alles is liefde

Kitscherige liefdesperikelen in geslaagde Nederlandse Love ActuallyAlles is liefde is een Nederlandse romantische comedy, duidelijk gestoeld op Love Actually. Wat die Engelsen kunnen, kunnen wij ook, moet het filmteam gedacht hebben. Maar omdat in Nederland kerstmis niet zo met de volksaard is verbonden als in Engeland en om de flick een Nederlands tintje te geven, draait de film om Sinterklaas en de Prins op het Witte Paard. Kim van Kooten pende een script waarin de levens van diverse personages elkaar kruizen, simpelweg doordat ze op professioneel vlak, door familiebanden of door toeval iets met elkaar te maken hebben.Verbindende factor is de dood van de televisie-Sinterklaas, die in allerijl wordt vervangen voor de rondzwervende Jan. Sint Jan wordt de ster van de Nederlandse televisie door zijn eigenzinnige optreden – een anti-Klaas (in Love Actually ging het onder andere om een parodiërende versie van Love is All Around, van een uitgerangeerde popartiest die een kersthit scoorde). Ondertussen zit het homostel (tot voorkort toch ook een heel normaal Nederlands verschijnsel) Kees Tromp (Daan Schuurmans) en Victor Jollema vlak voor hun huwelijk. Als een van de twee koude voeten krijgt voor het altaar, verzandt de liefde in crisis. In crisis verkeert het liefdesleven van Kiki Jollema (de zus van Victor wordt gespeeld door Carice van Houten) al jaren. Ze slijt haar dagen hangend over de vitrinekasten van de Bijenkorf terwijl ze droomt van de Ware. Die ware blijkt prins Valentijn (Jeroen Spitzenberger) te zijn. Het cliché van de prins op het witte paard wordt in deze film dus erg letterlijk genomen.De grote Mythe
Het genre van de romantische comedy staat niet bekend om zijn onverwachte wendingen of verrassingen. Het gaat erom of het voorspelbare verhaaltje vakkundig wordt verteld zodat de harten van de romantische zielen in de bioscoopzaal sneller gaan kloppen. De mythe van de liefde wordt in dit soort verhaaltjes immers bevestigd: ja, de liefde kent vele obstakels, maar uiteindelijk komt alles weer goed, worden harten herenigd en vindt ook het muurbloempje haar levenspartner. Geliefden zien in dit soort verhalen een legitimatie van hun relatie, de solo levenden onder ons krijgen hernieuwde hoop dat er ook voor ergens een verwante ziel ronddoolt.In het bevestigen van die mythe slaagt Alles is liefde wat mij betreft wel, al wordt het op het laatst wel heel erg zoetsappig. Ook worden sommige verhaallijntjes net iets te gemakzuchtig afgewikkeld. De sprookjesachtige sfeer die de Decembermaand voor sommigen heeft, wordt tot in de puntjes uitgewerkt: er valt zelfs een dikke laag sneeuw op 5 december. Dat alles is natuurlijk niet te veel van het goede, want subtiliteit hoort niet bij de rom com. Wel een warme sfeer, een soundtrack vol met goed in het gehoor liggende luisterliedjes, een wirwar van relatie perikelen en onmogelijke liefdes die toch tot bloei komen: de formule van Richard Curtis (scenarist van Four Weddings and a Funeral, Love Actually en Notting Hill) is goed gevolgd.Geen toeval
De makers hebben niets aan het toeval overgelaten en een groot deel van het acteursregister in Nederland opengetrokken. De gehele cast brengt het er goed van af. Michiel Romeyn speelt misschien wel zijn beste rol ooit. Hij speelt op ingetogen wijze een nukkige Sinterklaas – gedesillusioneerd, maar eerlijk en daardoor een vers symbool voor de natie. Daarnaast is het vooral Paul de Leeuw die zich van zijn goede kant laat zien: hij zet Victor Jollema geloofwaardig neer als een zorgzame dromer. Een mooi contrast met zijn hyperaanwezige televisiepersoonlijkheid.Het is de combinatie van herkenbaarheid, voorspelbaarheid en de toespitsing op de Nederlandse situatie die Alles is liefde tot een geslaagde warme deken maken.Vanaf 11 oktober in de bios.
Met: Carice van Houten, Daan Schuurmans, Chantal Janzen, Jeroen Spitzenberger, Peter Paul Muller, Wendy Van Dijk, Eric Schneider, Thomas Acda en Paul de Leeuw.
Kijktip
Alles is Liefde is vooral een film voor mensen die ervoor in de mood zijn. Wie dat niet is of zich tóch mocht vervelen, kan altijd nog op de vele continuïteitsfouten letten bij de buitenopnames. Dat het weer veranderlijk is in Nederland is bekend, maar in Alles is liefde is in ieder shot van de buitenscènes het licht anders.

Categorieën
Strips

Stripdagen in Houten

De stripdagen in Houten werden dit jaar in het laatste weekend van september gehouden. Hoewel de leukste stripdagen voor mij nog altijd die in Haarlem zijn, is de beurs in Houten toch een goede tweede in de ranglijst der stripbeurzen. Het programma van de beurs bood voor alle leeftijdscategorieën wat interessants: van een Plintkabouterspeurtocht voor de kleintjes tot mangatekenlessen van tekenares Marie Claire Schumacher voor iedereen die het aandurfde een potlood vast te houden. Het merendeel van de bezoekers kwam natuurlijk om menig stripwerk in te slaan en krabbeltjes van tekenaars te scoren. Of gewoon om door te zakken aan de bar met collega’s. Strips? Ja natuurlijk!
Wie voor de strips kwam, had niet te klagen. De verschillende uitbaters van het beeldverhaal waren ruim vertegenwoordigd. Het begrip beursprijs werd helaas niet gehonoreerd en de meeste strips kosten dan ook wat je ervoor in de winkel moet neertellen. Tegenwoordig is het voordeliger om je beeldverhalen online aan te schaffen. Dat maakt dat de gerichte koper eigenlijk niet meer naar een stripbeurs hoeft. Tenzij die natuurlijk graag verrast wil worden door onverwachts werk. Ik vond enkele deeltjes van de klassieke underground comic The Freak Brothers van Gilbert Shelton. Zo te ruiken hebben deze originele exemplaren jarenlang op een muffe zolder doorgebracht. Maar dat mocht de pret niet drukken. Ook een expressief getekend Batman-verhaal, The Secret door Sam (The Maxx) Kieth, wist mijn dag te verblijden.Smallpress, yes please!
De heren van het stripcollectief Nieuw Gehoer maakte voor de tweede keer hun opwachting op een stripbeurs. Hun eerste standhouderschap was in de teleurstellende beurs in Arnhem eerder dit jaar. Nu zaten de Nieuwe Hoeren knus tussen de andere smallpressers waaronder de Clickburgstand en Mangafique. Nieuw Gehoer bracht ter ere van Houten een tweede smallpressuitgave uit (met een voorwoord van ondergetekende). Goed getimed aangezien de site zich mocht verheugen op een Clickienominatie dit jaar.

Illustratie: Hallie Lama

Prijzen? Ja, prijzen
Traditiegetrouw werden er de Stripschapsprijzen uitgereikt. De Stripschapprijs is een oeuvreprijs die sinds 1974 jaarlijks wordt toegekend aan een striptekenaar of tekstschrijver die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor het beeldverhaal in het algemeen en het Nederlandse beeldverhaal in het bijzonder. Door de verschillende prijsuitreikers werd het feit dat strip toch vooral een kunstvorm is nog eens benadrukt. Een legitimering die volgens mij overbodig is. Het predicaat kunst is immers niet nodig om iets als volwaardig aan te zien. Bovendien kent ieder medium kunststukjes en minder geslaagde uitingen.

Illustraties: Mattt Baay en Paul Stellingwerf

Wie zijn werk of uitingsvorm in de spotlight wil zetten en gewicht wil geven aan het medium, organiseert een prijsuitreiking. (De Clickies, de prijs voor webcomics, zetten voor de lage landen het medium drie jaar geleden op de kaart. In dat opzicht hebben prijzen een positieve functie, al blijft de verkiezing van het ene album boven het andere een ietwat arbitraire bezigheid.) Toch kan het geen kwaad om de albums die boven het maaiveld uitsteken onder de aandacht te brengen.
Ik was erg blij met het feit dat S1ngle: Glamour de prijs kreeg in de categorie Nederlands Avontuur en Vermaak. Het album van Peter de Wit en Hanco Kolk liet Een avontuur van Havank 1: Hoofden op Hol, door stripmaker Danier achter zich. Helaas betekende dit dat de horrorbundel Bloeddorst (redactie Menno Kooistra) daarmee ook prijsloos bleef op de Stripdagen. En dat is jammer, want er valt natuurlijk te beargumenteren dat Bloeddorst een origineler project is dan het zesde deel van een stripserie en dat de bundel daarom al een prijs verdient, ook al hebben Kolk en De Wit met S1ngle: Glamour een mooi uitgevoerd en vermakelijk album afgeleverd.Muziek? Ja, soort van…
De prijsuitreiking werd “opgeluisterd” door een solo-optreden van stripmaker Robert van der Kroft (Sjors en Sjimmie, Claire) die een liedje zong ter ere van zijn stripfiguurtje Claire. Na enkele noten was duidelijk dat Van der Kroft nooit de voorrondes van Idols had gehaald wanneer hij daarin op de middenstip had gestaan. Don’t give up your day job, Robert. De tekst van het liedje was geschreven door Ger Apeldoorn (Gé Apeldé voor aficionados). De man die voorheen de X-Men comics van JuniorPress vertaalde en tegenwoordig vooral veel als schrijver van televisieseries actief is.Clickies
Op zondag werden de Clickies voor de derde maal uitgereikt. Spijtig genoeg zagen de Nieuwe Hoeren hun nominatie voor de Group Clickie niet verzilverd worden. Ook Flo greep wederom naast de prijs voor de beste gag webcomic, al kreeg hij wel de publieksprijs. Tot mijn vreugde kreeg de site Little Starman door Sandra Kleine Staarman wel de clickie voor het gebruik van het medium. Dit keer was er een oeuvreprijs voor René van Densen. Volgens de jury had ‘zonder René van Densen de term ‘webcomics’ in Nederland nauwelijks weerklank gevonden. Zonder zijn inzet in Probeersel, Clickburg, Kermis Comics en het inmiddels gestopte Strips.blogo.nl was internet nog voor menig tekenaar niet meer geweest dat een kanaal voor doorplaatsing van je papieren portfolio. Er kan echter zo veel meer met het medium en René heeft dat allemaal ook nog eens geprobeerd.’ (Voor de volledige uitslag van de Clickies zie hier en voor Renés eigen verslag van de Stripdagen hier.)
Zaterdagmorgen signaleerde ik een vermoeide Van Densen die tot in de kleine uurtjes de laatste hand had gelegd aan zijn e-book van The Grim Dot Com. Na vier jaar weekenlijkse updates stopt Van Densen met zijn magnum opus. May the Grim rest in Peace.Lees ook (of niet): Stripbeurs in Rijkswijk, Stripbeurs in Arnhem, Stripbeurs in Kampen, Striprecensie S1ngle: Glamour, Striprecensie Bloeddorst en Striprecensie Nieuw Gehoer en Hallie Lama.

Categorieën
Film Filmrecensie

The Brave One

Jodie Foster neemt na een tragedie wraak op de misdaad in New York. Erica Bain (Jodie Foster) heeft het goed voor mekaar: ze heeft een radioprogramma waarin ze haar fascinatie voor de stad New York kan uiten en ze staat op het punt te gaan trouwen. Haar leven wordt op wrede wijze verstoord wanneer Erica samen met haar verloofde wordt overvallen. Hij sterft aan zijn verwondingen en zij raakt zwaar gewond. Dit brute geweld slaat een gat in haar ziel. Erica kan die leegte alleen maar opvullen door wraak te zoeken. ’s Nachts schuimt ze de stad af op zoek naar rechtvaardigheid, haar vuurwapen schietklaar voor iedere misdadiger die op haar pad komt.Vrouwelijke punisher
Als The Brave One een superheldenfilm was geweest, dan had Jodie Foster gekleed in een zwart leren kostuum als een soort van vrouwelijke Punisher wraak genomen op de misdaad. De plot doet ook denken aan films van de Death Wish-reeks (met wijlen Charles Bronson) en alle varianten daarop. Regisseur Neil Jordan en Foster willen echter meer dan een simpele actiefilm en zetten stap voor stap de ontwikkeling van Erica Bain uiteen. Na haar fysieke herstel durft Erica niet de straat op. Ze is slachtoffer geworden van een allesoverheersende angst. Pas wanneer ze een vuurwapen bemachtigt, voelt ze zich zeker genoeg. Het wapen verandert haar echter. Wanneer ze wederom met de dood wordt bedreigd schiet ze uit zelfverdediging de dader dood. Haar tweede moord is al minder per ongeluk, maar nog wel uitgelokt door de twee straatschoffies die haar willen verkrachten. Uiteindelijk gaat Erica zelf op zoek naar onverlaten om hun wandaden recht te zetten. Schemergebied
The Brave One snijdt interessante thema’s aan: hoe ver mag je gaan voor rechtvaardigheid? Wanneer overschrijd je de dunne grens tussen goed en kwaad? Verhalen over de aard van de mens in dit schemergebied zijn regisseur Neil Jordan (The Crying Game, Interview with the Vampire) niet vreemd. De ambivalentie kwesties worden vanuit Erica belicht – door inzicht in haar motivatie en emoties worden haar acties begrijpelijk gemaakt. Ook worden de misdadigers als in en in slecht afgeschilderd – hun acties worden nergens gemotiveerd. Het is daarom niet moeilijk om te sympathiseren met haar gewelddadige nachtleven. Erica’s acties als burgerwacht trekken de aandacht van rechercheur Sean Mercer (Terrence Howard). Het kat-en-muisspel tussen agent en burgerwacht brengt de twee personages dichter tot elkaar. Tussen Erica en Mercer ontstaat een warme band die gelukkig niet verzandt in een obligate samenkomst tussen de lakens, maar die meer lijkt op zielsverwantschap. Toeval
De film wordt gedragen door Foster en Howard. Foster is goed in vorm en zet Erica Bain met minutieuze nuance neer. De twijfel en emoties zijn duidelijk van haar gezicht af te lezen. Helaas is het script minder genuanceerd. Hoewel de motivatie van Erica Bain duidelijk wordt neergezet, laten de scenaristen wel heel veel aan het toeval over. Toeval bestaat niet in film en het is de taak van de schrijver om gebeurtenissen op een aannemelijke wijze aaneen te schakelen. In dat opzicht had het script van The Brave One nog wel een herschrijving kunnen gebruiken, want Erica loopt nu wel erg vaak ‘per ongeluk’ tegen de misdaad aan. Hetzelfde geldt voor de eerste ontmoetingen met rechercheur Mercer. Deze geforceerdheid brengt de geloofwaardigheid van het verhaal schade aan, maar het goede spel van Foster en Howard neutraliseerd deze schade.
Deze zwakheden in de plot daargelaten, is The Brave One zeker de moeite van het kijken waard. Jodie Foster een stel verrotte heerschappen zien neerknallen geeft een gevoel van genoegdoening die buiten de bioscoopzaal wellicht als dubieus kan worden opgevat, maar binnen het kader van de film geoorloofd is.Vanaf 27 september in de bioscoop.

Categorieën
Film

BlogTalk #10 : Top 10 Killer Babes

The Movie Blog Talk is een gezamelijk project van meerdere filmblogs: Popcorn Movieblog, At the Movies (http://atthemovies.web-log.nl/), Sinemetu (http://sinemetu.wordpress.com/) en De Ultieme Filmblog ( http://boy-meets-girl.skynetblogs.be). Ook daar kun je vanaf 24 september een lijstje met favoriete killer babes vinden. (Je bent gewaarschuwd!)

  1. Tora Birch als Liz Dunn in The Hole (Nick Hamm, 2001). De ergste en gevaarlijkste killer babes zijn immers de vrouwen waar van je het niet ziet aankomen. Bovendien is wat mij betreft iedere film waarin Tora Birch een rol speelt de moeite van het kijken waard (Ghost World, American Beauty).
  2. Eihi Shiina is de ultieme Aziatische killer babe in Audition (1999) van de onvolprezen Takashi Miike. Als ik denk aan het moment dat Shiina de voet afzaagt van Shigeharu Aoyama en deze nonchalant tegen het raam gooit, voel ik nog de rillingen door mijn lijf gaan.
  3. Kathy Bates als de fan from hell in Misery (Rob Reiner, 1990). With fans like these, who needs a critic?
  4. Ginger Snaps (John Fawcett, 2000) Katharine Isabelle als Ginger en Emily Perkins als haar zusje Brigitte. Meisjes die in weerwolven veranderen: nuff said, lijkt me.
  5. Kirsten Dunst in Interview with the Vampire (Neil Jordan, 1994). Geen kleintje waar je op wil babysitten. She will suck you dry and then play with your dead body.
  6. Mystique (Rebecca Romijn) uit de X-Men Trilogie. Mooi blauw is zeker niet lelijk. Killer babe met een erotische uitstraling.
  7. Basic Instinct (Paul Verhoeven, 1992). Goed, het vervolg is onvergeeflijke onzin, maar Sharon Stone heeft als Catherine Tramell een interessante psychobitch neergezet. Als ze je niet doodneukt, maakt haar puntige vriendje die onder het bed ligt je wel af. Gegarandeerd een interessante relatie!
  8. Famke Janssen als de Russische femme fatale Xenia Onatopp met vermorzelende dijen. Nog nooit was een Bond-meisje (kun je dat in het geval van Famke Janssen nog zeggen, lijkt me niet) Bond-babe, zó gevaarlijk. Voor wie haar nog niet in actie heeft gezien: Goldeneye (Martin Campbell, 1995).
  9. De alien in Aliens (James – met romantische botenfilms loop je écht binnen – Cameron, 1986). She’s a bitch, right?
  10. American Psycho 2 (Morgan J. Freeman, 2002) mag dan verbleken bij zijn voorganger, Mila Kunis (bekend van That ’70s show) bezorgt me toch iedere keer weer koude rillingen. Misschien heeft het iets met haar beroerde acteerprestatie te maken.

Eervolle vermeldingen
Tot slot mogen een paar dames eigenlijk niet aan het rijtje ontbreken. Omdat echter is afgesproken dat de gekozen killer babes geen ingekapte heldinnen mogen zijn, vielen deze bloedstollende dames van het witte doek buiten de boot: Jennifer Garner als Elektra in Elektra (Rob Bowman, 2004), Faith in de serie Buffy The Vampire Slayer, Jodie Foster in The Brave One (Neil Jordan, 2007) en Patricia Arquette in True Romance (Tony Scott, 1993). Over The Brave One verschijnt zaterdag 29 september een recensie op Mike’s Webs.En hoe ziet jouw top-10 van killer babes eruit?Zie ook Blog Talk #9: Het beste van 2006.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Meccano, De ruwe gids

Het sluitstuk van de reeks Meccano ligt vanaf 21 september in de schappen. Hanco Kolk toont zijn meesterschap in een van de beste graphic novels van het jaar. Meccano is een vorstendommetje aan de Middellandse Zee, waar een decadente levensstijl de boventoon voert. Het is de westerse samenleving op satirische wijze weergegeven. Kolk richt zijn tekenpen op een select groepje personages en weet op het niveau van details het grote plaatje te schetsen. Kolk vertelt een doortimmerd en origineel verhaal. Op Tarantino-eske wijze speelt Kolk met de chronologie van de gebeurtenissen en verweeft hij de plotlijnen van verschillende levens met elkaar. De belangrijkste scènes worden bij herhaling vanuit een ander perspectief belicht. Op deze manier onthult meesterverteller Kolk hoe de acties van de personages elkaars situatie beïnvloeden. Satire
Het leven in Meccano is een uitvergrootte weergave van de decadente levensstijl van de westerse samenleving; dientengevolge schuurt de vertelling tegen het absurde aan. Wanneer Miss Meccano in het openbaar bruut wordt verkracht door een winnende wielrenner die gekgeil van de anabolen niet meer weet wat hij doet, raakt ze zwanger van Céline. Vanaf de geboorte zijn moeder en dochter onafscheidelijk: letterlijk, want moeder weigert de navelstreng door te laten knippen. Ze stelt alles in het werk om haar dochter het perfecte leven te bieden. Deze blinde ambitie zet taxichauffeur Hafid ertoe aan om een diplomaat te vermoorden. De aanslag betekent het einde van een verdrag tussen christenen, joden en moslims. (Een verdrag dat in werkelijk moeilijk is voor te stellen.) Indirect veroorzaken de acties van moeder ook het uiteenvallen van het gehele vorstendommetje in duizenden kleine staatjes. Waar het streven naar geluk en vrijheid allemaal niet toe kan leiden. Trefzeker
Kolk zet de swingende, naar abstractiehangende, lijnenstijl uit eerdere delen voort. Ieder plaatje is met treffende zekerheid neergezet. De monochrome inkleuring van de prenten is sfeerbepalend. (Kleur biedt een meerwaarde die we moesten missen bij de zwart-wit uitgaven van de losse deeltjes.)Meccano: De Ruwe Gids is het vierde en afsluitende deel van een reeks waar Kolk vijftien jaar aan werkte. Toch is dit deel goed op zichzelf te lezen. Voorkennis is niet vereist. Al is de reisgids over het vorstendom (dat ongetwijfeld geïnspireerd is door plekken als Monaco, Koeweit en Dubai) aan het begin van het album een aardige toevoeging. Hanco Kolk heeft een van de origineelste graphic novels van het jaar afgeleverd.Meccano: De ruwe gids
Kolk, Hanco
Uitgeverij de Harmonie
ISBN: 9789061698289Lees ook de striprecensies over Burka Babes en S1ngle: Glamour

Categorieën
Media

Column: Opa en de digitale revolutie

Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet..!

Ik ben minstens tien jaar te vroeg geboren. Nu ben ik allesbehalve een digibeet, maar als ik zie wat jongeren allemaal doen op het interpret en hoe vloeiend deze activiteiten overlopen in de verplichtingen van alle dag, ben ik soms wel wat jaloers. ‘In mijn tijd’ belde je nog met een vaste lijn, elkaar schrijven deed je op papier met een typemachine (of nog onleesbaarder: met de hand) en als je echte interactie wilde, dan ontmoette je elkaar ergens. Kortom: een sociaal netwerk opbouwen kostte meerdere decennia. Nu voeg je iedere vage kennis toe aan je sociale harem en voordat je het weet telt je Hyves tweehonderd échte ‘vrienden’.

Experimenten
Ik heb de videorevolutie nog meegemaakt en uren (home)video’s geschoten maar er was nog geen Youtube of ander digitaal platform waar je het kon laten zien. Dus behalve een select gezelschap zijn mijn filmexperimenten de rest van de wereld bespaard gebleven. Televisiekijken was helemaal vervelend: je was afhankelijk van de programmering en moest soms anderhalf jaar wachten voordat een programma uit de States hier een keertje werd uitgezonden. Hoeveel uren tijd had ik mezelf kunnen besparen met een peer-to-peersysteem? Daar wil ik niet eens aan denken.Muziek wisselde je uit op tapes – of als je genoeg geld had, kocht je het album op vinyl. Je logde niet in bij last.fm en je kreeg niet automatisch een muziekmenu voorgeschoteld. Je moest helemaal zélf kiezen wat je uit de kast haalde en waarin je zin had om naar te luisteren. Dat kon gelukkig wel al onderweg, met dikke vierkante walkmans en gigantische koptelefoons. (Als ik nu in de trein zit, mis ik soms goede geluidsdichte koptelefoons bij mijn medereizigers.)

Hyvesmaffia
Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet! De digitale revolutie geeft mensen sneller toegang tot elkaar en als alles lekker loopt met je pc en verbinding krijg je veel meer gedaan dan vroeger in dezelfde tijd. Dit zijn interessante tijden. We zitten in een stroom van technische ontwikkeling die enkele decennia geleden al is ingezet, maar die een steeds snellere vlucht neemt. Ik leef veel online. Ik blog, lees blogs, websites, bekijk filmpjes op Youtube en zit zelfs bij een paar sociale netwerken. Nou goed, één ding is mij wel een digitale doorn in het oog.

Die Hyvesmaffia vind ik een gruwel. De site loopt veel te traag – voordat je een foto ziet, of op een andere pagina terechtkomt… er gaan kostbare levensminuten verloren. Daarbij word je praktisch verplicht om mee te doen aan dit soort praktijken (peer-to-peerpressure, zeg maar). En dat geneuzel met die krabbels ben ik meer dan zat. Raymond Spanjar laat een e-mail sturen als ik gekrabbeld wordt. Maar om de tekst te lezen moet ik eerst inloggen op Hyves. Kortom: een heel effectief en nuttig netwerk dat Hyves. Laatst zag ik Spanjar op e.day. Voordat ik hem kon vragen of hij denkt dat het nog een keer wat gaat worden met dat Hyves, was hij alweer in de menigte verdwenen – de man die sneller is dan zijn netwerk. Ik zal hem eens krabbelen, snapt hij misschien meteen wat ik bedoel.

Voetnoot
Mijn opa was dik in de zeventig toen hij zijn eerste pc kocht. Hij was altijd geïnteresseerd in techniek, en hoewel hij soms wat hulp nodig had, kon hij zich aardig redden met dat ding. E-mailen met familie overzee, foto’s scannen en bewerken. Het spelletje Patience was een favoriete applicatie van hem. Toen hij stierf erfde ik zijn oude pc. Deze gaf enkele maanden geleden de geest. Misschien wordt het tijd dat ik hem eens weg doe.

Lees ook (of niet): het verslag van e.day 2007 en Een muzikale schatkamer.

Categorieën
Film Strips Video

Fanfilms: Selfmade Batmen

Zijn fanfilms een springplank naar het échte werk?

Aan de trend van superheldenfilms lijkt voorlopig nog geen einde te komen. Zelfs de flauwe eerste aflevering van The Fantastic Four heeft dit jaar een sequel gekregen. Sommige fans denken echter dat ze het beter kunnen dan de filmmakers in Hollywood en maken hun eigen fanfilm. Een kritische blik op een paar selfmade Batman-flicks. Sommige fanflicks zijn bedoelt als parodie of gemaakt door een fan die zijn ei kwijt wil. Andere producties zijn bedoelt om de filmmaker op de kaart te zetten. Maar of het pad van de fanboy de juiste is, valt te betwijfelen.Het team van Bat in the sun productions – een samenwerkingsverband tussen Aaron Schoenke en Sean Schoenke – maakte enkele fanfilms over Batman om het vak te leren en om naam te maken in de filmwereld. Aan de films is de liefde van de makers voor het stripmateriaal duidelijk af te lezen, daar ze met zorg zijn gemaakt en zo dicht mogelijk bij de geest van de bron blijven.

In een van de eerste films van Bat in the Sun, Batman: Dark Justice (2003), wordt Barbara, de dochter van inspecteur Gordon, ontvoerd. Batman komt uiteraard in actie om haar te bevrijden. De plot van deze negen minuten durende film is niet erg opmerkelijk. (Simpele vragen als waarom Barbara wordt ontvoerd of hoe Bats en Gordon weten waar de schurken uithangen, worden niet beantwoord.) De verbeelding van het verhaaltje is overtuigend. Batman wordt neergezet als een goed geoliede vechtmachine, wat mede te danken is aan een combinatie van goede geluidseffecten en een snelle montage. De scène is vanuit de hand geschoten om opwinding te genereren. Ook het stuntwerk is in orde.

Joker
Een meer recente productie, Patient J (2005), bevat al meer verhaal dan zijn voorganger. Hierin wordt de Joker (Paul Monar) ontboden in de kelder van Arkham Asylum, waar een psycholoog (Kurt Carley) hem wil ondervragen voor zijn boek. De scène doet in eerste instantie denken aan de graphic novel The Killing Joke van Alan Moore en Brian Bolland. In de strip is het echter Batman die tegenover de Joker zit – de twee aardsvijanden worden slechts gescheiden door een wankel tafeltje.

De scriptschrijvers van Patient J hebben zich duidelijk door The Killing Joke laten inspireren: ze ontlenen de oorsprong van de Joker aan deze klassieke strip. De Joker is een mislukte stand-upcomedian die als de Red Hood zijn moment van roem hoopt te verkrijgen. Ook zien we elementen terug van A Death in the Family – in een van de flashbackscènes wordt Robin door de Joker doodgeslagen met een koevoet.Showbusiness
De film exploreert de relatie tussen Batman en de Joker. De Joker ziet de wereld als zijn podium; het leven is een theaterstuk waarin hij en Batman de hoofdrollen spelen. De Joker maakt het leven van de Nachtridder zo lastig mogelijk om hem zo tot een topprestatie te dwingen. ‘Als ik een grote steen in de vijver gooi – zeg maar de dood van Robin – dan krijg ik het beste optreden van hem’, vertrouwt de witgrijnzende maniak de psycholoog toe. Paul Monar, gespecialiseerd in speciale make-upeffecten, zet een verdienstelijke Joker neer: het uiterlijk van de Joker is getrouw aan het stripfiguur en ook zijn hoge stem lijkt veel op Mark Hamills uitvoering van de Joker in Batman: The animated series. Toch gaat er geen psychologische dreiging uit van deze Joker: hij is niet veel meer dan een onschuldige grappenmaker. Pas wanneer hij korte metten maakt met de psycholoog en slachtoffer en dader allebei in een hysterische lachbui uitbarsten, sluimert er door de make-up een vleugje van de maniak die de Joker hoort te zijn.

(Een vergelijking met Jack Nicholson zou niet eerlijk zijn aangezien Nicholson als veteraan veel meer gewicht in de schaal legt. In dat opzicht is het erg interessant hoe de interpretatie van Heath Ledger in de komende Batman-film zich verhoudt tot Nicholsons prestatie.)

In een interview met de site Fanboy Theatre vertelde Aaron Schoenke dat Patient J de laatste fanfilm was die hij zal maken. Hij heeft genoeg eigen ideeën en krijgt naar eigen zeggen veel werk aangeboden:

‘This is it. I really can’t see myself doing another fan film. I have a lot of job offers coming in, plus I have a lot of interesting original ideas and characters I want to explore. With a bigger budget I can see myself getting closer to making this happen. I will say though that doing fan films was a good place to get started and learn filmmaking. Also it allowed me to get some exposure that I might not have got otherwise.’

Wraaklustig slachtoffer
Ik betwijfel of de deur van Donald Flaherty, schrijver en regisseur van The Death Of Batman, net zo platgelopen zal worden. In Flaherty’s zelfgemaakte batflick wordt Batman uitgeschakeld doordat een kruimeldief hem in het kruis schokt met een taser gun. Dertig dagen lang wordt Bats gemarteld en krijgt hij heroïne ingespoten, totdat de kruimeldief (Trip Hope) eindelijk bekent waarom hij de Vleerman zo haat. Door een actie van Batman is de dief ooit ten onrechte in de gevangenis terechtgekomen. Daar raakte hij niet alleen verslaafd aan de drugs, maar fungeerde hij ook als het seksspeeltje van menig celgenoot. Als de kruimeldief uiteindelijk zelfmoord pleegt, besluit de inmiddels verslaafde Batman hetzelfde te doen.

The Death of Batman (gemaakt voor 6.000 dollar) is inderdaad net zo kreupel als dat de synopsis van deze film doet vermoeden. Flaherty heeft geprobeerd Batman te psychologiseren. Hij snijdt een interessant thema aan: het onschuldige slachtoffer dat valt in de strijd tegen het kwaad. Zoals de Joker in Batman (Burton, 1989) immers zei: ‘Je kunt geen omelet maken zonder wat eieren te breken.’

Pretentieuze mislukking
The Death of Batman bezwijkt onder de pretenties van de makers. Flaherty vertilt zich behoorlijk aan zijn karakterschets van de Dark Knight – dat Bruce Wayne zich schuldig voelt omdat hij de verkeerde achter de tralies heeft gezet is een realistische aanname, maar niemand zal het geloofwaardig achten dat Batman zelfmoord zou plegen. Ook het feit dat hij wordt uitgeschakeld door een stroomschok van een taser gun is niet geloofwaardig: de man draagt immers een rubberen pak. Het verhaal doet denken aan de plot van de comic The Cult van Jim Starlin en Bernie Wrightson. Batman wordt daarin gevangen genomen, gedrogeerd en gebrainwasht door een sekteleider. Uiteindelijk breekt de wil van Batman niet en weet hij alles samen met Robin de organisatie op te rollen.

Het duidelijk dat Christopher Stapleton als Batman de mimiek van Michael Keaton probeert te benaderen, maar de dialogen van Flaherty zijn van zulk clichématig actiefilmniveau, dat Sylvester Stallone net zo goed in het Batman-pak had kunnen zitten. ‘When I get free, you’d better pray to God that I only throw you in jail…’ blaat de Batman-met-het-korte-lontje tegen zijn martelaar. Kortom: deze draak kun je overslaan. Trailer
Grayson (gemaakt voor 18.000 dollar) is daarentegen wel weer de moeite van het kijken waard. Dit is een vijf minuten durende trailer van een film die nooit is opgenomen (maar waar wél een script van is). Batman is vermoord en het is aan Dick Grayson (gespeeld door de regisseur van de film, John Fiorella) om de daders op te sporen. Uiteindelijk moet hij het opnemen tegen corruptie in de hoogste regionen van het politiecorps van Gotham City. De trailer geeft een goede indruk van het verhaal. Toegegeven: de plot is behoorlijk standaard, maar de uitvoering van de mise-en-scène en de montage is indrukwekkend. Deze trailer doet niet onder voor die van een professionele Hollywood-flick en is overtuigend genoeg om de film te gaan zien.

The path to glory?
De kans dat zoiets als Grayson tot een echte film wordt gemaakt door bijvoorbeeld Warner Bros. (eigenaar van DC Comics en dus van Batman en gerelateerde personages) is minuscuul. Dit onderkent regisseur John Fiorella zelf ook:

‘The ultimate goal was to make a film that I was proud of and wanted to share with other people. As a filmmaker that’s what I do. Of course, it stands as a great demo piece to showcase my passion for filmmaking. I realize the odds are a billion-to-one of the actual film getting made, but I’m not afraid of those odds.’ (Bron: http://entertainment.howstuffworks.com/grayson.htm). Fiorella is inmiddels bezig met geld inzamelen voor zijn eerste lange speelfilm Ditch.

Een opvallende overeenkomst tussen Grayson en Patient J – de twee films van deze selectie die het beste uit de verf komen – is dat de rol van Batman tot het minimum is beperkt. Kennelijk is het voor de makers minder risicovol om met de bijfiguren van het Batman-universum aan de slag te gaan, dan met de Dark Knight zelf. De rol van Bats is er in deze films vooral een van mooie poses aannemen en rake klappen uitdelen.

Wanneer Batman wel meer te doen krijgt dan optreden in een obligate actiescène, zoals in The Death of Batman, is het risico dat de maker zich vertilt aan zijn onderwerp erg groot. Zelfs een veteraan als regisseur Joel Schumacher raakte het spoor bijster bij zijn tweede Batman-verfilming.Rechtenkwestie
Je kunsten vertonen door een film te maken over een bekend personage lijkt op zich slim, want je trekt daar ongetwijfeld aandacht mee. Ook is het makkelijker met het geesteskind van een ander aan de slag te gaan dan zelf met originele ideeën op de proppen komen. Maar veel tijd en geld steken in een film over een stripfiguur waar je zelf de rechten niet van bezit, beperkt je mogelijkheden aanzienlijk. Je kunt met die film niet veel meer doen dan deze op YouTube zetten – commerciële exploitatie is immers uitgesloten.

Wie dus grote ambities heeft in de filmwereld, doet er beter aan het pad te bewandelen dat andere independent filmmakers hebben afgelegd. Robert Rodrigues, Kevin Smith: ze maakten een film met een zelfbedacht verhaal en eigen personages. Daar kom je uiteindelijk toch verder mee in de filmwereld.

Lees ook (of niet): Striptaal in The Green Goblin’s Last Stand.

Films:
Patient J op Google Video

Batman: Dark Justice op YouTube

The Death of Batman is hier te zien en Grayson hieronder.

Grayson

Categorieën
Bloggen Media

E.day 2007

Donderdag 13 september werd de Emerce e.day 2007 gehouden – het grootste e-business event van het jaar (volgens de organisatie van e.day). Locatie was de sfeervolle Van Nelle Fabriek in Rotterdam – de plek van oude industrie waar het heden en de toekomst van commerciële online toepassingen besproken werden. Er zaten veel interessante presentaties bij. Ik heb me prima vermaakt met de presentatie over iGoogle en Sellaband. Bij iGoogle wordt gebruik gemaakt van je zoekgeschiedenis zodat zoekresultaten beter afgestemd zijn op je persoonlijke wensen. Sellaband is een aardig initiatief waarmee bands hun publiek online kunnen vinden. De band of artiest die 50.000 dollar weet op te halen, mag de studio in met een gerenommeerde producent om een album op te nemen.

Presentatie over iGoogle. Foto: Corné Kox.

Leestijd
Joris van Heukelom vertelde over het ontstaan van de gratis krant DAG. Hij claimde dat deze krant langer gelezen wordt dan concurrent De Pers. Uit het onderzoek, uitgevoerd door Daphne Communication Management, blijkt:

“Lezers van DAG besteden de meeste leestijd aan hun krant. Op de vraag hoeveel tijd is besteed aan het lezen van Dag als gratis krant, antwoorden respondenten dat dit gemiddeld 18,2 minuten is. De gemiddelde leestijd van Sp!ts, Metro en De Pers bedragen respectievelijk 17,4 minuten, 16,8 minuten en 14,7 minuten.”

Niet dat ik nu meteen directeur crossmedia van DAG wil tegenspreken, maar het lijkt mij toch stug dat een krant die voornamelijk uit plaatjes bestaat langer wordt gelezen dan een krant met volledige artikelen. (De Pers is qua journalistieke diepgang en de nadruk op het geschreven woord de tegenhanger van DAG in de gratiskrantenmarkt.) Ik ben daarom ook benieuwd naar de demografische samenstelling van de lezers van DAG. Wie weet lezen die wel trager dan andere lezers?User Generated Content
Tegelijkertijd met het hoofdprogramma liep een serie lezingen en workshops van CHI-Nederland (Computer Human Interaction). Gert Hans Berghuis van Fabrique, een multidisciplinair communicatie- en designbureau, legde uiteen waarom volgens hem gebruikers zelf content voor het net produceren. Hij sprak hier ook al over op de Emerce Update: Co-creation van mei dit jaar.Volgens Berghuis slaan gebruikers van het interpret zelf aan het produceren om verschillende redenen:

  1. Mensen zijn nieuwsgierig en willen dingen uitproberen. Bijvoorbeeld het vullen van een kookboek op de site van Albert Heijn. Je ziet ook dat een deel van de gebruikers niet verder komen dan het aanmaken van een profiel om te weten hoe het werkt, en er daarna niets tot weinig mee doen.

 

  • Zingeving. Persoonlijk spreekt deze reden mij wel aan: ik creëer dus ik besta.
  • “Verwerking”van de wereld om ons heen. Soms moet je immers gewoon je spreekwoordelijke “ei” kwijt. Berghuis gaf als voorbeeld het online condoleanceregister van Pim Fortuyn.
  • Goed doen, of te wel een betere wereld schapen. Hierbij hoef je niet meteen te denken aan vrijwilligerswerk voor een goed doel, maar ook aan Wikipedia, waar anonieme schrijvers voor content zorgen. Altruïsme is mooi, maar hoe vaak doe je iets zonder een schijntje eigenbelang?
  • Zelfreflectie: wat gebeurt er in je leven, wat wil je kwijt? Wie anoniem blogt is vaak openhartiger in zijn teksten, dan wanneer een blog verbonden is aan je identiteit.
  • Je wilt uniek zijn en er toch bij horen. Het al oude verhaal over het spanningsveld tussen eigenzinnigheid en communityvorming.
  • Status: kijk eens wat ik kan! Interessant punt – zijn sommige blogs/websites niet een portfolio van het talent van de maker? Niet dat daar iets mis mee is overigens. Dit punt hangt samen met punt vier: iets goeds doen uit eigenbelang. Status slaat ook op het aantal vrienden dat iemand heeft in zijn netwerk. Zoals al die honderden Hyves-‘vrienden’ die mensen verzamelen.

 

Natuurlijk zijn bovenstaande redenen niet exclusief, maar zullen er ongetwijfeld gelijktijdig meerdere motieven meespelen om zelf te produceren op het web. Voor marketeers die gebruik willen maken van web 2.0 is het belangrijk de drijfveren van de gebruikers te doorgronden. Op die manier heeft je marketingcampagne immers de grootste kans van slagen.

Zie ook het verslag over Blognomics 07.
Zie ook: The Next Web.

Categorieën
Strips

Column: Parallelle levens

11 september 2001: terwijl ik samen met mijn toenmalige vriendin in een oud en sfeervol zaaltje van de UvA mijn propedeuse in ontvangst nam, boorden twee vliegtuigen aan de andere kant van de wereld in de toren van het World Trade Center.Eenmaal thuis zag ik de onwerkelijke beelden keer op keer herhaald worden, totdat deze niet alleen op mijn netvlies gebrand stonden, maar ik ook bijna ongevoelig voor dezelfde beelden was geworden. Desondanks kocht ik enkele tijdschriften waarin de foto’s van de aanslag gedrukt stonden. ‘Voor het nageslacht.’ Over beelden gesproken: ook in de stripwereld drukte 9-11 een stempel: een aflevering van Amazing Spider-Man behandelde de tragedie. John Romita jr. tekende dit deel. (Brandweermannen waren in Amerika een tijdje zelfs hipper dan de superhelden.)Het vreemde bijeffect van dergelijke fictionaliseringen is dat rampzalige gebeurtenissen onwerkelijker gaan aanvoelen. Uiteindelijk worden wereldschokkende dagen niet meer dan een plotelement – een narratief middel. Aan de andere kant zal dit proces ongetwijfeld bijdragen aan de verwerking ervan. Bovendien houden de videobeelden, films en strips over 9-11 de geschiedenis levend. Maar verwordt het geheel uiteindelijk niet gewoon tot een herinnering? In de eerste weken dachten we dat de wereld nooit meer hetzelfde zou zijn. Sindsdien werden er een politicus en een filmmaker vermoord. Werden er enkele Haagse politici bedreigd. Wordt er aanhoudend genocide gepleegd in Darfur. Spelen Amerikaanse soldaten nog steeds Team America in Irak. En gaat het dagelijks leven gewoon door: op tijd opstaan – treinen en bussen – aan ’t werk – terug naar huis – afspraak met vrienden – e-mail checken – slapen. De 911 specials van Time Magazine en Newsweek heb ik nooit meer uit de la gehaald. Mijn propedeuse evenmin.Lees ook (of niet): Team America: World Police.