Categorieën
Film Strips

Film: Striptaal in The Green Goblin’s Last Stand

Toen ik met mijn scriptie over stripverfilmingen bezig was stuitte ik tijdens mijn research op een vreemde maar intrigerende Spiderman-film. Begin jaren negentig produceerde en regisseerde Dan Poole zijn eigen versie van Spiderman in de film The Green Goblin’s Last Stand.

Deze lowbudget-film maakte Poole om indruk te maken op regisseur James Cameron die indertijd de echte Spiderman-film zou maken. Poole draaide de film in ruim een jaar tijd met een budget onder de 500 dollar. Hij speelde zelf de hoofdrol van Spiderman en Peter Parker.In vele opzichten is deze amateurfilm tot op dit moment de meest getrouwe comicbook-adaptatie van Spiderman. Poole baseerde zijn script op The Amazing Spider-Man (Vol. 1) #121 en 122 uit 1973. (Geschreven door Gerry Conway en getekend door Gil Kane.) In dit verhaal wordt Peters vriendin Gwen Stacy vermoord door de Green Goblin, die even later zelf sterft. Deze verhaallijn is ook gebruikt voor de climax van Raimi’s Spider-Man, zij het dan dat deze erg veranderd is ten opzichte van de comics.

Dichtbij de bron
Dan Poole heeft de belangrijkste scènes uit deze comics in zijn film opgenomen en blijft behoorlijk dicht bij de oorspronkelijke versie: dialogen worden vrijwel letterlijk uitgesproken en in sommige gevallen komt de kadrering van de shots overeen met de plaatjes uit de comics. Hier en daar zijn wel aanpassingen gemaakt vanwege budgettaire overwegingen: zo wordt Gwen Stacy van Peters dak gegooid in plaats van de Washington Bridge. Zelfs het team van Raimi kon onmogelijk filmen op de brug, zodat ze alles in een studio moesten nabouwen. Die luxe had Poole uiteraard niet.

Al moet gezegd worden dat deze productie geen cinematografisch hoogtepunt is: veel shots overstijgen het niveau van de gemiddelde homevideo niet en je zou wensen dat de cameraman meer gebruik had gemaakt van een statief. Voor een lowbudget film zijn de stunts overigens erg indrukwekkend. Aan de film is de passie van de filmmaker voor het strippersonage duidelijk af te lezen. Dit is een van de redenen die deze film charmant maakt. Aan de andere kant zorgt Poole’s respect voor het oorspronkelijke stripmateriaal er juist voor dat The Green Goblin’s Last Stand op een laag niveau blijft steken.Striptaal
In strips zijn de woorden van de personages de belangrijkste indicatoren van hun emoties en gedachten. In de Spidermancomics praat de held vaak tegen zichzelf; zo weet de lezer precies wat er in hem omgaat. De vertelstijl van Stan Lee (die samen met Steve Ditko Spiderman creëerde en in het begin de verhalen schreef) is doorspekt met drama en humor. Edward Gross, auteur van Spider-Man Confidential (uit 2002), omschrijft Lee’s schrijfstijl als volgt:

‘Lee’s dialogue often may seem bombastic, melodramatic, and corny, but it nonetheless endows his Spider-Man stories with sharp humor, incisive characterizations, and surprisingly affecting drama.’

In Raimi’s Spiderman-films zitten teksten die veel weg hebben van Lee’s vertelstijl, zoals Peters voice-over aan het begin van Spider-Man. In feite vertelt Peter op dezelfde manier als zijn geestelijk vader Stan Lee. Dat deze melodramatische dialogen niet overdreven overkomen is voornamelijk te danken aan het optreden van de acteurs, want de teksten zijn van zichzelf hoogdravend en liggen er te dik bovenop.

Theatraal
Dat het overnemen van stripdialogen niet altijd even goed werkt, bewijst de film The Green Goblin’s last stand. In deze film wordt dialoog op dezelfde manier toegepast als in de comics: gedachten worden uitgesproken door de personages. (Er wordt overigens nergens gebruik gemaakt van een voice-over, dus alle gedachten worden door de acteurs uitgesproken: ze praten tegen zichzelf.) Hierdoor worden in sommige gevallen dingen dubbel verteld.

Dit komt erg theatraal over, wat voor een deel te wijten is aan het beperkte talent van de acteurs, maar ook aan het feit dat als alles gezegd wordt er weinig te raden overblijft. Daarbij komt nog dat het erg onnatuurlijk overkomt als mensen in een film constant tegen zichzelf praten.Het theatrale en overdreven karakter van de film wordt versterkt door het acteerwerk van Jimmy Kinstle die de Green Goblin speelt. Kinstle gebruikt bij het uitspreken van zijn tekst grote gebaren. Daarbij neemt hij poses aan om zijn woorden te onderstrepen. Het is bijna alsof hij de houdingen van de Goblin in de strip letterlijk plaatje voor plaatje overneemt, waardoor het geheel overdreven wordt.

Bewonderingswaardig
Poole’s film bewijst wat mij betreft twee dingen: als je een adaptatie maakt van een strip is het belangrijk jezelf voldoende los te maken van het bronmateriaal zodat je in staat bent in filmtaal het verhaal te vertellen. De film maakt ook duidelijk dat Sam Raimi een waar vakman is als het om regisseren gaat. Zijn Spider-Man-films hebben voldoende respect voor het bronmateriaal. Tegelijkertijd heeft Raimi er met zijn eigen stijl een eigentijdse filmversie van gemaakt.Overigens neemt dat niet weg dat Poole’s film een bewonderenswaardig project is dat bij mij als Spidey-fan respect afdwingt.

Nieuwsgierig geworden naar Pooles film? The Green Goblin’s Last Stand is onder andere te bekijken op: http://www.ifilm.com/ifilmdetail/2403520.

Categorieën
Film

Film: Rocky returns…alweer?!

18 januari keert Rocky Balboa terug in de ring en in de bioscoop. Een Rocky VI (slim genoeg Rocky Balboa getiteld) is iets wat niemand voor lange tijd voor mogelijk hield, maar is nu toch een feit. Opmerkelijk, want de laatste Rocky dateert alweer uit 1990.

Hoewel die film een interessante twist biedt op het uitgemolken verhaal van de bokser die in het laatste gevecht van de film de wereldtitel weer claimt door er een straatscène van de te maken, maakt nummer V ook duidelijk dat de formule daarna zo goed als dood was. Nu, ruim 16 jaar later, staat de inmiddels zestig jarige Sylvester Stallone wederom met bokshandschoenen klaar om een potje te knokken. Vreemd, want in de laatste film bleek de bokser hersenbeschadiging opgelopen te hebben en mocht hij de ring niet meer in. Een feit dat gemakshalve in dit deel genegeerd wordt.Je kunt veel zeggen over de Rocky-serie: dat de films voorspelbaar zijn, dat het verhaal psychologie van de koude grond bevat en dat tegenstellingen tussen de personages zwart-wit worden neergezet… maar twee dingen stonden altijd als een paal boven water, namelijk een spannende en cinematografisch knappe climax in de ring en een zeker respect voor continuïteit. Zelfs al zat er een paar jaar tussen twee films, dan nog begon de nieuwe film momenten na de bokswedstrijd van de laatste.What’s next?
Het bijzondere aan de reeks is dat de films een antwoord geven op de vraag ‘wat gebeurde er toen?’. De meeste films lopen immers af op het hoogtepunt: de held heeft de schurk verslagen; de held heeft het meisje veroverd; het romantische koppel is eindelijk samengekomen. Maar hoe verloopt het leven van de personages verder? De romantische relatie bijvoorbeeld. Wanneer vertonen zich de eerste tekenen van sleur? Wanneer moet de held het weer opnemen tegen een nieuwe schurk? Hoe ziet het verdere leven eruit van iemand die de wereld van de ondergang heeft gered? Dit zijn boeiende vragen, waar weinig filmreeksen antwoord op geven.
Aan het einde van Indiana Jones and the Last Crusade (het derde deel uit de reeks) rijdt Indy met zijn vader richting de horizon. Indy kennende rijdt hij meteen een nieuw avontuur tegemoet (en als het vierde deel eindelijk in de bioscoop draait, zullen we weten wat dat avontuur precies inhoudt).De volgende dag
De meeste films laten het antwoord op bovenstaande vragen dus over aan de fantasie van de toeschouwer. Maar bij Rocky wist je altijd wat er de volgende dag na de grote wedstrijd gebeurde. Je kon er zelf getuige van zijn. Er stond weer een nieuwe match te wachten die Rocky op het spits van zijn kunnen zou drijven. Niet erg origineel, wel realistisch. Want het leven bestaat nu eenmaal uit een reeks van herhalingen. In Rocky V was de held zo murw geslagen dat hij niet meer mocht boksen. Het eindgevecht vond plaats op straat. Een logische opvolger zou een film over Rocky Jr. zijn geweest die in die film leerde van zich af te slaan, maar kennelijk kroop het sportzweet van Stallone waar het niet gaan kon. Lees ook: Bond mag met pensioen. En Superman Returns.

Categorieën
Strips

Liz Greenfield: Femme fatale in webcomics

De jonge Nederlandse tekenares Liz Greenfield won afgelopen zomer de Clickie voor haar verhalende webcomic Stuff Sucks. Ze trekt er een internationaal publiek mee en studeert zelf inmiddels ook over de grens: in Manchester. Een interview.Liz is 18 jaar oud. Ze reist de hele wereld over om haar comic te promoten en andere striptekenaars te ontmoeten. Ze volgt de opleiding Animatie aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Bij een eerste ontmoeting vallen haar ontwapenende uitstraling en wilde rode krullen meteen op. Haar passie voor strips, muziek en vreemde personages vindt zijn weg in Stuff Sucks.
Daniel, het hoofdpersonage uit Stuff Sucks (‘a comic about life, love & rock’) heeft het niet makkelijk. Hij zit nogal onder de plak bij zijn moeder en zijn vriendin Nicole. Hij zegt zelfs z’n baan in de platenzaak op om te werken voor het bedrijf van zijn aanstaande schoonvader. Totdat oplichtster Zemi ten tonele verschijnt. Op het moment dat Daniel Nicole ten huwelijk wil vragen, doet Zemi zich voor als zijn nieuwe vlam. Dan beginnen de problemen pas echt. Stuff Sucks is met veel subtiele humor geschreven en lijkt een kruising tussen romantische komedie en de film High Fidelity (Stephen Frears, 2000), met een snufje (tiener)soap. De humor en cartooneske tekenstijl vormen de grootste aantrekkingskracht van de luchtige comic.De eerste vraag die opkomt is waarom Liz voor een man als hoofdpersoon heeft gekozen. ‘Ik had eigenlijk heel veel moeite met het tekenen van mannen. Mijn vorige webstrip, Weirdism, ging over drie meisjes met een overeenkomstige lichaamsbouw en karakter. Mannen had ik bijna nog nooit getekend. Het leek me een leuke uitdaging – vooral om te tekenen. Het leek me ook leuk om in een mannenhoofd te duiken. Ik moet zeggen dat vanuit een man schrijven niet zo heel erg moeilijk is. Ik weet natuurlijk niet of ik het heel goed heb gedaan, maar ik heb meer begrip voor hoe mannen denken dan voor hoe vrouwen denken. Ik heb ook veel meer mannelijke vrienden dan vrouwen, dus ik hoor meer over hun kant van het verhaal. Met vrouwen kom ik zelf ook wel in de knoop. Ook al ben ik zelf een vrouw, echt snappen doe ik ze toch niet,’ vertelt Liz met een brede grijns.Stuff Sucks?
‘Ik dacht eerst veel aan woordspelingen voor de naam van de site. Ik vond het erg grappig om iets met ‘malicious’ te doen, maar bedacht me dat niemand dat woord zou onthouden. Ik zocht naar iets dat plat genoeg is om te onthouden. Toen dacht ik “Stuff Sucks.” Het roept meteen een gevoel op. En het is lekker vaag. Ik kan er alle kanten mee op; het geeft me alle vrijheid.’‘Inspiratie komt bij mij op een heel indirecte manier. Meestal muziek, films en de dingen die ik lees. Vaak strips van vrienden – je moet elkaar blijven inspireren. Een film als Matchstick Men met Nicholas Cage heeft me op ideeën gebracht. Ik heb altijd een fascinatie gehad met con artists. Dat zijn bijzonder snuggere types die iedereen te slim af zijn. Ook al zijn ze moreel gezien verkeerd bezig, ik heb toch een zwak voor players op het gebied van geld. Het personage Zemi is daar direct door beïnvloed.’
Geen potlood
Liz levert een strippagina per week af die nog even snel op zaterdag of zondagochtend getekend wordt. De rest van de week zit ze tot de late uurtjes op de animatieafdeling van de Willem de Kooning Academie, of stoom af te blazen in de sportschool. Ook is ze regelmatig te vinden in haar favoriete bars. ‘De uurtjes dat ik een beetje helder ben, werk ik aan mijn strip…’ lacht ze.‘Ik teken altijd digitaal. Ik gebruik tablets en teken via het beeldscherm. Soms maak ik een kladversie met potlood. Ik teken dan een thumbnail, een kleine schets. Deze teken ik dan opnieuw in Flash of Photoshop. Daarna voeg ik de tekst erin – ik heb met mijn handschrift een eigen font gemaakt. Als laatste vul ik de vlakken en achtergronden in. Dat duurt tegenwoordig niet zo lang meer, want ik heb overal shortcuts voor. Over een pagina doe ik in totaal drie uur. Schrijven doe ik meestal apart, dat kost me zo’n twintig minuten.’ Na het tekenwerk uploadt ze de strip naar de site. ‘Overigens vind ik met potlood tekenen soms wel lekker. Gewoon om in te tekenen. Dat is op de academie weer begonnen. Ik had toen drie jaar niet meer met een potlood getekend. Het was wel weer even wennen. Geen “Control-Z” als het mislukt’.

Eigenzinnig
In haar werk is ze een perfectionist. Het komt voor dat ze oude pagina’s opnieuw tekent en weer op de website zet. Wie de strips in volgorde leest, kan de evolutie die haar tekenstijl heeft ondergaan duidelijk aflezen. ‘Ik ben begonnen met heel goedkope pennen. Ik wilde express slordig en schetsmatig tekenen als reactie op al het gelikte werk dat met computers gemaakt wordt. Lekker tegendraads. Dat viel echter niet in de smaak en is tot mijn teleurstelling geen succes geworden. Uiteindelijk ben ik toch weer overgegaan op digitaal tekenen.’In haar strips is een duidelijke voorkeur – maar vooral afkeur – voor bepaalde cultuurelementen te vinden. Ze rekent af met zangeres Enya, de bands Maroon 5 en Death Cab For Cutie (waarvoor ze overigens veel hate-mail kreeg). ‘Ik doe het wel in een derde persoonsvorm, soms komt het commentaar voort uit het karakter van de personages. Aan sommige populaire dingen erger ik me echter kapot. Aan bands die echt overgewaardeerd worden bijvoorbeeld. Af en toe neem ik ook artiesten die ik zelf heel leuk vind op de hak, gewoon omdat ik vind dat ze overgewaardeerd worden. Artiesten waarvan ik vind dat ze nog niet genoeg aandacht krijgen, probeer ik wel onder de aandacht te brengen. Maar zodra ze dan Ahoy Rotterdam vol krijgen, dan heb ik weer zoiets van “Oké, volgende”.Opmerkelijk genoeg wordt de site onderhouden door de lezers van Liz. De database, opmaak en hosting, ze heeft er geen omkijken naar. ‘Ik heb al die mensen nog nooit ontmoet, we hebben alleen contact via het internet. Mensen zoeken contact met me en bieden zelf hun hulp aan. Ik ben daar echt heel blij mee. Ik hoef de strip alleen nog maar te tekenen.’Feedback
Scott McCloud, de stripgoeroe die in zijn boek Reinventing Comics een pleidooi houdt voor het publiceren van online comics, heeft ze één keer ontmoet. Net als McCloud gelooft Liz in de grote voordelen van webcomics: het beeldscherm als een oneindig canvas waarop alles mogelijk is; strips zijn niet gebonden aan de maat van het papier en comics online zetten is ook een stuk goedkoper dan je eigen strips in boekvorm uitbrengen. Het grootste voordeel is het directe contact tussen maker en lezers. ‘Het is gewoon leuk om over de hele wereld lezers te hebben. Ik krijg brieven toegestuurd uit Polen, Zuid-Afrika en Amerika. Het is leuk om te lezen hoe het verhaal aanslaat bij mensen die op een heel andere plek wonen. Dat vind ik er echt heel spannend aan.’Met de hoeveelheid bezoekers die haar site trekt, houdt ze zich niet zo bezig. Liz schatte het dit voorjaar nog op zo’n tweeduizend per dag wereldwijd. En dat is een hoop voor een strip die eens per week geüpdatet wordt. ‘Opvallend is dat veel van de bezoekers geïnteresseerd zijn in muziek. Mensen die in bandjes spelen of op een andere manier bezig zijn met muziek. Stuff Sucks biedt een kijkje in die subcultuur en dat spreekt mensen kennelijk aan. De lezers komen dan ook meestal niet op stripbeurzen.’

Liz overigens wel. Ze reist stad en land af om haar werk te promoten en in contact te komen met andere stripmakers. ‘Dat zijn heel positieve ervaringen. Ik ontmoet stripmakers waar ik naar opkijk. Ook ontmoet ik lezers en krijg zo feedback die je anders niet krijgt. Dingen die je niet makkelijk in een e-mail zet. In de Verenigde Staten kwam een Cubaanse jongen naar me toe, al-rappend over mijn stripverhaal. Hij had alle gebeurtenissen erin verwerkt. Ik stond echt versteld.’Tournee
Afgelopen zomer was ze op tournee op stripbeurzen in de VS. Dat betekende elf dagen lang tekenen, signeren en lachen op een beurs, in drie verschillende staten. ‘Ik word steeds vaker door Amerikaanse stripbeurzen gesponsord om als stripmaker Europa/Nederland te representeren, omdat zij het internationale exotisch vinden en ik daar vrij bekend sta als iemand die snel op een vliegtuig springt. Overigens verkoop ik in de VS meer dan hier.’ Vaak financiert Liz haar reizen door het verkopen van haar werk in drukvorm.De webcomic-scene in Nederland loopt – niet verbazingwekkend overigens – achter op de Verenigde Staten, waar de comic al veel langer serieus genomen wordt. Liz was in 2003 in de Comicon van San Diego waar ze jonge stripmaaksters ontmoette. Deze werken nu allemaal aan grote projecten voor grote uitgevers. In Nederland zijn er nu ook eindelijk vrouwelijke striptekenaars te vinden met een eigen stem en stijl. Opvallend is dat ze ook allemaal jong zijn, zo’n 17-18 jaar. Veel stripmaaksters lieten zich inspireren door Manga: Japanse strips die in allerlei genres uitgegeven worden en vaak een opvallende visuele stijl hebben.Liz ziet wel een toekomst in haar strips. ‘Ik denk dat ik in de toekomst zeker animatie zal gaan doen. Maar ik zie mezelf niet dertien uur per dag tekenen met een bloedende hand. Strips spreken me uiteindelijk toch meer aan. Ik hoop daarin verder te gaan. Het is wel een grote droom, maar als ik zou mogen kiezen, zou ik zeker voor de strips gaan!’

Dit artikel is recentelijk verschenen op de website Comicbase.

Categorieën
Media Strips

The Incredible Hulk 2: Niet van de buis te slaan

Na de televisieserie over de Incredible Hulk verschenen er nog enkele tv-films van de groene held. Deze wijken echter af van de oorspronkelijke serie en halen ook niet het zelfde niveau.Toen televisiemaker Kenneth Johnson gevraagd werd om eens tussen de stapel superhelden van Marvel te snuffelen om te zien welke hij geschikt achtte voor televisie, zag hij voorzichtig iets in The Incredible Hulk. Toch besefte hij dat het een en ander aangepast moest worden om het stripverhaal geloofwaardig naar het televisiescherm te brengen.

Johnson zegt hierover in een interview met Mark Rathwell:

‘I was reading Les Miserables so I had Jan Val Jean and Javert and The Fugitive concept in my head. I thought, “well – maybe there’s a way to take a little Victor Hugo, a little Robert Louis Stevenson and this ridiculous premise called The Incredible Hulk and turn it into something, if they allow me to do it as a psychological drama with real adult appeal and with strong, classy casting.” And they did!’ (Bron: http://www.incrediblehulktvseries.com.)

Johnson heeft met de serie eigenlijk The Fugitive met het stripverhaal van de Hulk vermengd. In The Fugitive is de hoofdrolspeler op de vlucht omdat hij verdacht wordt van de moord op zijn vrouw. Hij zwerft van stad tot stad, op de hielen gezeten door een US Marshall. De Hulk wordt verdacht van de moord op Banner en collega-wetenschapper, op de hielen gezeten door een reporter van een tweederangs krant. Omdat de naam Bruce te veel een homoseksuele connotatie had, werd ervoor gekozen om Bruce Banner te veranderen in David. (Alsof dat veel beter is :-). )De pilot
Ook de gehele ontstaansgeschiedenis van de Hulk werd veranderd. Dit keer beschermt Dr. Banner niet ene Rick Jones tegen een explosie van de gammabom, maar zoekt de goede dokter naar de extra krachten die in ons allen verborgen liggen. Hij verloor zijn vrouw in een auto-ongeluk en was niet sterk genoeg haar te redden uit de vlammenzee. Andere mensen die een soortgelijke ervaring hadden meegemaakt, beschikten opeens over supermenselijke krachten. Banner ontdekt dat dit met gammastraling te maken heeft en neemt per ongeluk een overdosis gammastraling, waarna hij dus geregeld in de Hulk verandert als hij boos wordt.

Dit verhaal wordt met veel pathos en met een realistische psychologische achtergrond verteld in de pilot van de serie. Uiteindelijk sterft Elaina Marks (Susan Sullivan), de vrouw met wie Banner samenwerkt, en krijgt het monster de schuld van haar dood en de dood van Banner zelf. De pilot werd goed ontvangen en snel opgevolgd door A Death in the Family, waarna de serie het groene licht kreeg en elke week een aflevering van de Hulk verscheen.

Daredevil
Toen de serie al een aantal jaar ten einde was, werden er eind jaren tachtig nog drie zogenaamde reüniefilms gemaakt. De eerste twee hiervan waren ook voorzichtig bedoeld als pilot voor andere helden uit het Marvel-universum. In de eerste, The Incredible Hulk Returns, krijgt de Hulk te maken met Thor. (Dat deze ontmoeting op meerdere vlakken niet geheel geslaagd is, kun je in dit fragment zien.) In de tweede, The Trial of the Incredible Hulk, wordt de blinde held Daredevil op een aardige manier geïntroduceerd. Bruce is door al het jaren zwerven zo afgestompt, dat hij zich ver houdt van iedere vorm van menselijk contact. Totdat voor zijn ogen een vrouw verkracht dreigt te worden in de metro. Bruce wordt echter als dader gezien en het is aan advocaat Matt Murdock – het alter ego van Daredevil – om hem uit de bak te krijgen. Banner en Murdock werken samen om de inmiddels ontvoerde vrouw uit de toren van Kingpin te halen.Trial is een opmerkelijke aflevering om verschillende redenen. John Rhys-Davies (Professor Orturo in Sliders) geeft een interessante interpretatie van misdaadbaas Kingpin: een videoverslaafde voyeur die alles in de gaten houdt via een reeks videoschermen. Goed, hij is niet zo bedreigend als Michael Clarke Duncan in de film Daredevil, maar ook in die film lijkt Kingpin in de verste verte niet op de stripversie. Rex Smith speelt een aardige Daredevil (al zie ik toch liever Ben Affleck in de rol), maar het zwarte turnpakje dat hij aan heeft slaat een modderfiguur. Of, om het in de woorden van Stan Lee te zeggen:

‘Whoever designed [DD’s] nowhere costume should be stranded on a desert island with nothing to read but DC mags until he begs for mercy!’. (Geciteerd in Comic Book Heroes of the Screen, William Schoell).

Opmerkelijk detail is dat Stan Lee een cameo heeft als een van de juryleden tijdens de rechtszaak tegen de Hulk. Helaas is deze aflevering iets te veel een promofilmpje voor een potentiële Daredevil-serie en in de laatste actiescène verandert Banner niet eens in de Hulk.

Dood eind
De laatste televisiefilm, The Death of the Incredible Hulk, bracht Banner weer in romantische moeilijkheden als hij verliefd wordt op een dievegge (voormalig Miss America en ster uit de Highlander tv-serie Elizabeth Gracen). De Hulk sterft door uit een opstijgend vliegtuig te vallen. Gek genoeg overleefde hij in een aflevering uit de serie een veel hogere val. Daarmee komt de Incredible Hulk dus een beetje knullig aan zijn eind. Het moment dat de gevallen Hulk in de armen van zijn geliefde langzaam terugverandert in Banner is erg roerend omdat Bruce door de dood eindelijk bevrijd zal zijn van zijn ‘vloek’. Er waren nog plannen om de Hulk wederom te reanimeren in een vierde film, maar doordat Bill Bixby ziek werd en uiteindelijk stierf aan prostaatkanker, is het er niet meer van gekomen.

De televisiefilms halen geen van allen het niveau van de televisieserie. Veel fans klagen over het feit dat er veel inconsistenties in de films zitten ten opzichte van de serie. Zo vindt men het vreemd dat als Banner verandert in de Hulk, zijn gehele baard verdwijnt. (Volgens mij zou een Hulk met baard er te belachelijk hebben uitgezien, wat de producenten gelukkig zelf ook beseften). Ook zien we Jack McGee (Jack Colvin) niet meer terug na Return of the Incredible Hulk.Het grootste manco van de films is wellicht het combineren van de Hulk met andere superhelden. De vertolking van Thor (Eric Allan Kramer) is te kinderachtig voor woorden. Hoewel Daredevil redelijk goed gedaan is, steelt hij weer te veel de show van onze groene held. Wat dat betreft had Johnson het goed ingezien om het menselijke aspect van de Hulk centraal te stellen en overdreven fantastische figuren achterwege te laten. Het meest irritante is wellicht dat hoewel de Hulk uiteindelijk sterft, dit einde niet voelt als een goede afronding van het verhaal van David Banner. Johnson wilde de serie laten eindigen met een televisiefilm waarin Banner aangeklaagd zou worden voor de moord op Elaina Marks uit de pilot. Omdat de serie abrupt werd gestopt, is het hier nooit van gekomen. Zoals vaak in televisieland, blijft de hartstochtelijke kijker met veel losse eindjes zitten.De drie reüniefilms danken hun bestaansrecht aan een misplaatste nostalgie voor de televisieserie. De films bewijzen dat wie echt goede Hulkverhalen wil ervaren, zich het beste kan houden bij het lezen van de strips.

Zie ook: The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie en Spiderman in de seventies.

Categorieën
Media Strips

The Incredible Hulk: Klassieke tv-serie

Wie regelmatig de televisieserie The Incredible Hulk kijkt, weet dat Dr. David Banner (Bill Bixby) geen makkelijk leven leidt.

Niet alleen verandert hij om de haverklap in het groene monster de Hulk als hij boos wordt, de meeste vrouwen die hij ontmoet sterven of moet hij vroegtijdig verlaten doordat reporter McGee (Jack Colvin) hem op de hielen zit. Banner zwerft van stad naar stad en weet zichzelf iedere aflevering goed in de nesten te werken. Alleen de immense kracht van de Hulk is in staat de misdaad een halt toe te roepen.

Lief
The Incredible Hulk werd eind jaren zeventig en begin jaren tachtig gemaakt en werd sindsdien meerdere keren uitgezonden. Tegenwoordig is de serie op dvd te krijgen en te zien bij SBS6 rond 6:15 in de ochtend.

De serie is heel anders dan de film van Ang Lee uit 2003. In de jaren zeventig was er nog geen sprake van een computer-Hulk en speelde bodybuilder Lou Ferrigno het monster. Ferrigno werd voorzien van een kortgeknipte spijkerbroek, groene bodypaint en een slechte pruik. In tegenstelling tot de strip-Hulk kon hij niet praten. Ook was de televisieversie niet zo sterk als in de strips. Sterker nog: producent Kenneth Johnson schreef de Hulk zo dat hij kind- en diervriendelijk overkomt. Momenten van pure agressie waarin de Hulk van alles wegsmijt komen dan ook abrupt tot een eind wanneer het monster een kind of lief dier ontwaart.

Metamorfose

Ik zag The Incredible Hulk voor het eerst toen ik een jaar of vier was en was zeer onder de indruk van het monster en de specialeffects. Tegenwoordig zijn deze nogal doorzichtig, maar als we het beperkte televisiebudget in het achterhoofd houden, zit de serie toch heel aardig in elkaar. De verandering van Banner naar de Hulk zijn op ouderwetse wijze gemaakt: shots van verschillende fasen van de verandering vloeien in elkaar over.
Vooral in de eerste seizoenen werd veel werk gemaakt van de transformaties. Later liet men vaak zien dat Davids ogen wit werden (dankzij contactlenzen), waarna een close-up van een scheurend T-shirt of openscheurende schoenen met daarin de groene gestalte van de Hulk voldoende werd geacht om de transformatie aan de kijker te verkopen. De transformatie ging altijd gepaard met enge muziek. In sommige gevallen gebeurde de verandering volledig buiten beeld terwijl de enge muziek aangaf wat er aan de hand was.
(Overigens was The Incredible Hulk voor televisiebegrippen een dure show; het budget voor de specialeffects was groter dan voor Buck Rogers in the 25th Century. Omdat Banner door het hele land zwierf, moesten er voor iedere aflevering nieuwe decors gebouwd worden – ook dat dreef de productiekosten op.)

Charmeren
Bill Bixby zette een aantrekkelijke en sympathieke Banner neer. Banner is een renaissanceman van de jaren zeventig en weet in ieder vreemd baantje wat hij krijgt overtuigend te functioneren (een Pretender avant la lettre). De dames die hij onderweg tegenkomt, weet hij dan ook vaak te charmeren, al staat het monster een fatsoenlijke relatie natuurlijk in de weg. Een interessant gegeven is dat veel vrouwen die Banner ontmoet geëmancipeerd zijn. Zo zijn de meeste wetenschappers met wie hij samenwerkt vrouw.

Het is niet verrassend dat de producenten zich concentreerden op de menselijke helft van het duo Banner-Hulk om het programma aantrekkelijk te maken voor volwassen en kinderen. De nadruk ligt op het psychologische vlak en dat is eigenlijk wel bijzonder voor die tijd. De meeste critici waren dan ook blij verrast met de pilot, omdat ze een flauwe camp-versie hadden verwacht zoals de Batman-serie tien jaar eerder. De toon van de serie is dan ook serieus en maatschappelijke zaken als alcoholisme, kindermishandeling en verschillende geestesziekten worden geregeld behandeld.

Sloopwerk
Stan Lee, bedenker van de Hulk, was zeer enthousiast over deze versie van zijn held. Wie de Hulk kent uit de strips krijgt bij het zien van de serie toch een dubbel gevoel. Hoewel het een plausibele adaptatie is voor het kleine scherm, is het toch betreurenswaardig dat er niet meer gedaan is met de Hulk. In het begin van de serie was deze wat agressiever en deed hij veel meer. De Hulk viel misdadiger fysiek aan en deelde nog wel eens een tik uit. Dit werd later vervangen voor worstelworpen en een hoop sloopwerk van het decor.

Sommige scènes beloofden voorhand heel wat: zoals de scène waarin Banner in een taxi op Times Square in de Hulk verandert. (In de aflevering ‘Terror in Times Square’, van het eerste seizoen.) Helaas blijft het in deze scène bij het aanbrullen van omstanders en een joggingsessie over Times Square naar een parkeergarage.

Het zal voor de productie lastig en duur genoeg zijn geweest om in New York te draaien. De scènes in Times Square worden in de montage dan ook sluw afgewisseld met shots die in een studio-omgeving zijn opgenomen. Dit geldt overigens voor de gehele serie: vaak werd de setting neergezet door archiefmateriaal, waarna de straatscènes op de backlot van de studio werden gedraaid. Dit drukte de kosten van een aflevering aanzienlijk en is de normale procedure in televisieland.
Desondanks werd de serie tijdens het maken van het vijfde seizoen onverwachts stopgezet vanwege het hoge budget. Harvey Shepherd, hoofd programma’s van CBS indertijd, was geen fan van de serie en trok de stekker eruit. Toch was dat niet geheel het einde van The Incredible Hulk op televisie, maar daarover later wellicht meer.

Zie ook: Spiderman in de seventies.

En het dagboek van de Hulk online.

Volgende keer: The Incredible Hulk televisiefilms.

Categorieën
Striprecensie Strips

Webcomic: Review Nieuw gehoer

Wat krijg je als je een stel melige cartoonisten op een site stopt die op elkaars stripjes reageren? Precies: Nieuw Gehoer. Een samenwerkingsproject van Soff, Thijs, Mattt, Hallie Lama, Erwin, Roel Schuit, Zeke en Menno – allemaal geen onbekenden in het stripwereldje. Meligheid, strakke tekeningen en een soapachtige verhaallijn zijn de hoofdkenmerken van deze vreemde doch voedzame stripmaaltijd die onregelmatig wordt opgediend. De hoofdpersonages in deze strip zijn niet de minsten: God, de Duivel, Jezus (die altijd jeuk heeft aan zijn kruis), een Transformer, Sinterklaas en Trui. Het verhaal begon met het overlijden van Menno’s vaste figuurtje Trui, maar al snel nam de Duivel het roer over om aan wereld dominatie te werken. Ook schijnt hij op een bepaalde manier achter het broeikaseffect te zitten. Maar eigenlijk is dit ook maar een subplot: het verhaal is chaotisch en springt alle kanten op. Het valt niet samen te vatten tot een logisch geheel, hoewel Hallie Lama wel een poging heeft gedaan: Tekenbattle
Nieuw Gehoer is een zogenaamde tekenbattle. Omdat de ene tekenaar op de ander reageert, gaat het verhaal alle kanten op en blijft het ‘fris’. Wanneer Hallie een drol met een hoedje introduceert, wordt dit figuurtje gretig overgenomen door de anderen en geïntegreerd in het universum van Nieuw Gehoer. De grap escaleert echter al snel, wanneer de drol met een Jezus-masker van papier-maché de Goddelijke Vader wil bezoeken.Wie dit niet grappig vindt kan de website beter overslaan. Wie dit soort meligheid goed kan waarderen, zoals deze recensent, zit bij Nieuw Gehoer goed, want echt beter dan dit wordt het niet. De site sluit dus prima aan bij het werk van de individuele deelnemers, waar poep en plasgrappen en andere verstripte grofheden en meligheid regelmatig de revue passeren. (Het is altijd fijn als het cliché van de seksueel gefrustreerde 20+ striptekenaar in stand wordt gehouden met humoristisch werk.) Los van het hoge grapgehalte, is de site natuurlijk een mooie manier om kennis te maken met de verschillende tekenstijlen van de tekenaars die schijnbaar alles uit de kast halen om een zo goed mogelijk antwoord op de vorige grap te verzinnen. Daarbij is een battle een creatieve manier om met het democratisch beginsel, dat iedereen zijn stem kan laten horen op het internet, om te gaan. Al blijft het aantal comments van de bezoekers ver achter op de reacties van de makers zelf. Oud Gehoer
Nieuw Gehoer werd een tijd geleden gestart door Menno Kooistra en Erwin Steenbergen, onder de naam Oud Gehoer. Menno zegt hierover:

‘Het [project, red] bloedde dood en toen kwam Mattt Baay met het voorstel de boel nieuw leven in te blazen en er een soort van “tekentopic” van Clickburg van te maken. Zo geschiedde. Samen met die andere tekenheld, Hallie Lama, begonnen we de site die we op de Blogger-ruimte gooiden. We nodigden enkele tekenaars erbij uit, tot we kwamen op dit fijne clubje tekenaars. Binnenkort beginnen we weer met het aantrekken van nieuwe tekenaars. Want: hoe meer mensen, hoe leuker de tekenbattle.’

Het geheel is te bekijken op een blogspot-pagina en dat is eigenlijk het enige wat een beetje jammer is. Niet dat er voor elk gelegenheidsproject meteen een nieuwe website met een eigen url aangemaakt moet worden, maar omdat de nieuwste toevoeging altijd bovenaan staat, moet de archieflezer altijd eerst naar beneden scrollen om het verhaal te kunnen lezen. Afgezien daarvan geeft een blogpagina natuurlijk alle tekenaars de kans makkelijk hun werk te uploaden. Mijn goede voornemen voor dit jaar is om de site regelmatig te bezoeken om te zien welke gedachtekronkels het verhaal nog opgaat. Zie voor de laatste update http://nieuwgehoer.blogspot.com.Meer webcomicreviews op Clickburg.nl

Categorieën
Mike's notities Strips

Dingen veranderen (niet)

‘People are crazy and times are strange
I’m locked in tight, I’m out of range
I used to care, but things have changed’

– Bob Dylan
Things have changed Ze zeggen wel eens dat de tijden veranderen. Volgens mij zijn ‘wij’ het die veranderen. Ik merk het de laatste tijd aan mezelf. Ik zal niet zeggen dat ik opeens heel anders ben nu ik de dertig nader – leeftijd interesseert me niet. Maar ik merk wel dat er naast de kern waar ik uit besta, er een hoop anders aan me is. Mijn smaak verandert. Dingen waar ik vroeger erg enthousiast van werd, laten me nu koud. Bepaalde muziek bijvoorbeeld. Toen ik op de middelbare school zat was ik gek op de muziek van Prince. Ik kocht alle cd’s en luisterde constant naar zijn muziek. Nu was Prince in de jaren tachtig een geniaal muzikant & componist: ieder nieuw album hoorde je weer iets anders. Tegenwoordig is niet meer zo: Prince is nog steeds een goede muzikant, maar als ik de eerste keer een nieuwe cd van hem hoor, kan ik het verloop van de nummers en de teksten voorspellen.Dat wil niet zeggen dat ik tegenwoordig muzikaal-geniaal ben, maar dat de Kleine Geile Dwerg zichzelf herhaalt. Wat mij betreft is dat niet zo heel boeiend om naar te luisteren. Ook vind ik de teksten van Prince tegenwoordig thematisch niet meer zo interessant: liedjes over Liefde, Seks en God (waarbij het een vaak staat voor het ander). Ik kan zo nu en dan nog steeds erg genieten van het oude werk, maar dat komt voor een deel ook door de nostalgische gevoelens die ze oproept. De dagen van mijn adolescentie zijn lang voorbij, maar mijn platenkast kan me weer even terugbrengen. Al is het alleen maar in mijn hoofd. 🙂 Van hetzelfde
Steven Spielberg was vroeger een van mijn favoriete filmregisseurs. Ik verslond films als Indiana Jones, Close Encounters of the Third Kind… Maar na Schindler’s List is een nieuwe Spielberg-film geen must-see meer voor mij. Sterker nog, de laatste paar films heb ik voor het gemak maar overgeslagen. Ik vind ze gewoonweg niet meer interessant. (Catch Me if You Can en Minority Report zijn knapgemaakte films, ik bedoel eigenlijk te zeggen dat mijn passie voor Spielberg zodanig is afgenomen dat het feit dat hij een nieuwe film heeft gemaakt, voor mij nog geen reden is om de film te gaan zien.) Andere dingen zijn wel gebleven: ik ben nog steeds een Beatles-fan, hou van Tim Burton-films en kan nog erg genieten van comics – ook al moet ik toegeven dat ook daar het een en ander veranderd is. Ik lees veel minder dan vroeger, en waar het voorheen vooral ging om Superheldenstrips, lees ik behalve die meer andere strips. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat ik tegenwoordig meer webcomics lees, maar vooral met een andere leesbehoefte. Je mag me nog steeds wakker maken voor een goed geschreven Spider-Man verhaal geschreven door J. Michael Straczynski en getekend door John Romita Jr. en een goede Batman-graphicnovel gaat er zeker in, maar als ik in de stipwinkel sta valt mijn oog toch meer op semi-realistische graphic novels zoals Beg the Question van Bob Fingerman.Ergens verbaast mij dit wel, want ook al word ik van buiten ouder en weet ik meer dan toen, toch voel ik mij niet veel anders. Dit komt voor een deel dat veranderingen geleidelijk gaan en je ze daardoor minder snel opmerkt. Toch geloof ik ook dat het cliché waar is: hoe meer dingen veranderen, hoe meer ze hetzelfde blijven.

Categorieën
Mike's notities

Gastauteur: Oud & nieuw

Gastauteur en nachtburgemeester René van Densen houdt een vurig pleidooi voor kroegtijgers die op een barkruk Oud & Nieuw doorbrengen.Terwijl half Nederland opnieuw massaal de supermarkten bestormt voor de tweede feestdagen-hamstering van al het eet- en drinkbaars dat ze hun familie en andere gasten op die paar avondjes rijkelijk door de strot kunnen duwen, zit ik kalmpjes de laatste paar werkdagen van het jaar uit en maak me eigenlijk nergens echt druk om.Nieuwjaar is geen wereldschokkend evenement in mijn leven, nooit geweest en vermoedelijk zal het dat ook nooit worden. Leuk? Dat dan weer wel. Niet om het vuurwerk, niet om de familie, niet om de bordspelletjes of het gourmetten. Niks van dat alles aan deze jongen zijn broek – als traditioneel feestdagontduiker breng ik ook de laatste en eerste dag op een barkruk door.Nachtburgemeester
Voor wie bij die inleiding het woord ‘ongezellig’ al in de mond waagt te nemen, even twee relevante gegevens. Allereerst ben ik één van de twee nachtburgemeesters van de immer cultureel bruisende stad Tilburg – ja, dat stukje Nederland dat op de kaart de aars van het land lijkt voor te stellen. Randstadbewoners kunnen zich moeilijk voorstellen dat er buiten hun leefgebied meer dan polder en heikneuters is, maar Tilburg heeft zich in een handjevol decennia ontwikkeld tot een heuse stad met vibrant en veelzijdig kroegencircuit, theaters, bioscopen, een schokkende hoeveelheid live bandoptredens, creatieve en culturele uitspattingen op iedere straathoek, en dat alles zonder de
gemoedelijkheid te verliezen.Vergeet wat je in de kranten leest over die ene kogel die maandelijks geschoten wordt, geweldplegingen heb je in elke zichzelf respecterende stad en daar doe je niks aan. Statistisch gezien doet deze zesde-grootste-stad van Nederland het eigenlijk zelfs niet eens zo griezelig slecht op dat vlak, dus die overtrokken aandacht voor dat marginale misdaadcijfer heb ik nooit begrepen. Die berichten gaan niet over de stad die ik ken en liefheb, ze verhalen over een bijna mythisch Gomorra waar het bloed je over de stadsgrenzen al tegemoet gutst als je het in je zondige hoofd haalt dit hellegat te bezoeken. Tilburg kent een Bourgondische doch frisse gemoedelijkheid die je nooit zult ervaren als je je door deze angst ervan afzijdig zal houden. Vergeet ook de chaotisch, en door veel buitenstaanders als lelijk bestempelde architectonische uitstraling van deze stad. Het enige dat de skyline alhier je zou moeten vertellen is dat je alles wat je maar zoekt hier kunt vinden, zij het dat we alles op heel eigen manier ordenen. En als je het uiterlijk van deze stad echt niets prettigs vindt uitstralen: het nachtleven speelt zich hier ook voor een groot deel binnenskroegs af, van waaruit je weinig meekrijgt van het straatbeeld. Gerstenat
Het binnenskroegse is hier al jaren bekend gebied voor mij. En een handjevol kroegen bezoek ik zo vaak en al zo lang dat het aldaar vertoeven nog meer als mijn woonkamer aanvoelt dan de daadwerkelijke kamer in kwestie. Wellicht is het niet voor iedereen weggelegd, maar
ik voel me eerder thuis in een goedgevoeld café waar gerstenat en andere brouwsels rijkelijk vloeien, dan op een bank voor de buis met een Tv-maaltijd op schoot. Als een echt nachtbraker ben ik er dus niets rouwig om als ik het nieuwe jaar pas mag ontwaren bij sluitingstijd van mijn stamkroeg ergens ’s ochtends laat.Dan nog het andere gegeven: op de plekken waar ik het liefst uitga, gebeurt bijna altijd wel van alles onverwachts. In een gezelschap vol (aspirant en professionele) schrijvers, dichters, filosofen, musici, schilders, zuiplappen, filmmakers, echtparen die hun wilde haren nog niet kwijt zijn, hele ladingen aantrekkelijke studentes en mystieke
vrijgevochten vrouwen met wat meer levenservaring, passionaire absurdisten en watalnietmeer, is het verdomd moeilijk om in een sleur te geraken.Eerlijk
Dus, heren en dames die hun mening over ons nieuwjaars-kroegtijgers al klaar hadden, wees eens eerlijk tegen uzelf op de laatste momenten van dit jaar. Terwijl u uw soepstengel in de kaasfondue dompelt of het ijzerdraad rond de kurk van die ene champagnefles alvast wat losdraait. Terwijl u op straat, temidden van tientallen andere buurmannen in hun eigen tuintjes, met de sigaret bij de vuurpijlen klaarstaat. Terwijl u de obligate oudejaarsconference weer heeft afgekeken en het aftellen op TV is begonnen. Terwijl uw schoonmoeder nog even de belippenstifte mond vult met een braaf hapje van de schaal op tafel. Wees eerlijk. Heeft u dit niet al een paar keer eerder exact zo meegemaakt? Is het niet weer meer van hetzelfde dit jaar? Kunt u eigenlijk stiekem zelfs de volgorde al voorspellen van de mensen die u nieuwjaarszoenen en -handen gaan geven?Hé, ieder het zijne hoor, begrijp me niet verkeerd. Maar ik wil echt een NIEUW jaar in. Doet u vooral waar u zelf zin in heeft. Houden we het op die manier gezellig. Gelukkig nieuwjaar allen!Lees ook: Holiday Blues.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Chasing Amy 3: Meer thema’s in Amy

Het derde deel in de serie over de film Chasing Amy, en een tweede kijkje naar de thema’s van de film en hoe die zich verhouden tot de andere films van Kevin Smith. Naast het eerder genoemde thema van de relatie tussen man en vrouw (de Ware, de break-up en de make-up), zijn andere belangrijke Smith-thema’s: katholicisme (het beste voorbeeld is natuurlijk de film Dogma), homoseksualiteit en de onderdrukking van de zwarte medemens.Dit laatste wordt in Amy belichaamd door het personage Hooper X – prachtig gespeeld door Dwight Ewell. Deze zwarte striptekenaar heeft als imago de stripversie van de Black Panthers te zijn. In een grappige scène trekt hij zijn wapen tijdens een interview op een stripbeurs en lost hij twee schoten nadat Banky en Holden ‘schijnbaar’ de representatie van zwarten in Star Wars belachelijk hebben gemaakt. (De Star Wars-trilogie is overigens ook een terugkerend thema in de films.) Het is allemaal een act om de verkoop van zijn strip White Hating Coon te vergroten. In werkelijkheid is Hooper homo en allesbehalve militant. That’s sooooo gay
Het thema homoseksualiteit speelt natuurlijk een grote rol in Amy, maar omhelst meer dan het feit dat Alyssa lesbisch is. Het is een interessant gegeven dat Holden zich wel druk maakt over die ene heteroseksuele groepsuitspatting die Alyssa heeft gehad en dat hij niet wakker ligt van het feit dat ze met een reeks vrouwen het bed heeft gedeeld. Kennelijk vormen die vrouwen geen bedreiging voor zijn seksualiteit. Homofobie is ook een terugkerend thema in het universum van Kevin Smith. In Chasing Amy is het vooral Banky die homofoob reageert. Banky praat graag over Lul en komt naar vrouwen toe over als een chauvinistisch varken. Van de andere kant bekeken lijkt zijn fascinatie met het mannelijk geslachtsdeel juist te wijzen op de ontkenning van zijn seksuele geaardheid. Het moment dat Banky Hooper probeert te overtuigen dat het stripfiguur Archie absoluut niet gay is, staat voor het feit dat hij zichzelf probeert te overtuigen dat hij geen homo is. Ook zijn overdreven heterogedrag wijst hier op.Ware Vriendschap
In Amy wordt gehint naar Banky’s homoseksualiteit, wat zijn gevoelens naar Holden op zijn minst ambigue maakt. De eindscène waarin de twee vrienden elkaar na een jaar weer treffen op een stripbeurs is wat dat betreft erg tekenend. Holden en Banky communiceren met elkaar zonder te spreken, en kunnen met een enkele blik duidelijk maken wat ze bedoelen. De vriendschap is diepgeworteld en de twee mannen lijken daarmee een oud getrouwd stel. In dit opzicht spiegelt de relatie tussen de twee stripmakers de relatie tussen Holden en Alyssa – twee mensen die elkaar door en door kennen en snappen.Misschien is Vriendschap (met of zonder homo-erotische ondertoon) wel de Ware Relatie. Saillant detail: wanneer vrienden in Smiths films aan elkaar toegeven dat ze van elkaar houden, wordt daar altijd ‘op een heteroseksuele manier’ bij gezegd. Overigens is Banky niet het enige figuur in het Askewniverse waarvan de seksuele geaardheid niet helemaal duidelijk is. Jay lijkt net als Banky geobsedeerd door seks met vrouwen en mimiekt regelmatig pijpbewegingen met zijn mond en hand. Net als Banky heeft hij ook een obsessie met ‘The Cock’. (De ‘sexy’ dans die Jay in Clerks II tot twee keer uitvoert, heeft ook een sterke homo-erotische lading).Tot slot nog even een laatste thema uit Chasing Amy: comics! De algemene interesses van adolescente mannen vormen eigenlijk een rode draad in Kevin Smith’s films. Comics zijn een verbindende factor. In Amy zijn de hoofdrolspelers striptekenaars en Holden en Alyssa ontmoeten elkaar dan ook op een stripbeurs. Smith verwijst regelmatig naar popcultuur en dus ook naar strips. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Jay & Silent Bob Strike Back een grote stripfilm is, maar daarover wellicht een andere keer.

Categorieën
Fotoblog

Wandelen door Castricum

Sinds een maand of twee werk ik bij Intermediair en dat is nogal een stap van freelancer naar vaste baan. Daarom heb ik rond kerst en oud & nieuw lekker vrijgenomen. Omdat ik niet alleen maar thuis strips kan lezen in die tijd, besloot ik vandaag een wandeling door het bos- en duingebied bij Castricum te maken.

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Eragon – Niet origineel maar wel leuk

Gastauteur Gerard Sombroek zet zijn tanden in de film Eragon. Tot zijn grote verrassing is deze film beter dan verwacht.Ik heb vele reviews gelezen over Eragon op internet voordat ik zelf naar de film ging. En eerlijk gezegd ging ik er een beetje met lood in mijn schoenen naar toe, want volgens een hoop reviews is het een vreselijke film die zijn bestaansrecht niet verdiend heeft. Gelukkig ben ik eigenwijs genoeg om zelf een mening te vormen en kan zonder blikken en blozen zeggen dat de film mij 100% is meegevallen.Nu kun je redetwisten of mijn positieve visie alsnog komt door de negatieve reviews, maar dat mag je lekker voor jezelf weten. Eragon is gewoon een leuke fantasy-film die je een dikke anderhalf uur weet te entertainen met zo nu en dan spannende momenten. Veel kritiek is er op de film omdat het een rip-off zou zijn van Star Wars. Zelf kan ik het niet helpen dat commentaar elitair gewauwel te vinden van een stel zogenaamd kritische en hardnekkige Star Wars-fans. Ook zou de film proberen te lijken Lord of the Rings. Goh! Wat verrassend… het is een fantasy-film! Wat had je verwacht?! Franse legioenen van Napoleon tegen het Irak leger van Bush? (Op zich wel een leuk idee…)Drakenrijders
Voor degenen die eigenlijk niets weten van de film Eragon, komt hier een beknopte omschrijving. Er is een land dat vroeger geregeerd werd door de Drakenrijders. Helaas zijn er strubbelingen gekomen. Eén van deze rijders, Galbatorix genaamd, heeft alle rijders verraden en zo goed als afgeslacht. Nu is Galbatorix koning van het land en hij regeert met ijzeren vuist. De drakenrijders zijn verdwenen. Maar dan gloort er hoop aan de horizon. Een boerenjongen genaamd Eragon (Dragon met een E) vindt een blauwe steen wat een draken-ei blijkt te zijn. Draken kiezen hun berijder zelf, en de jonge Eragon blijkt de uitverkorene te zijn. Samen met zijn draak Saphira bindt hij, onder begeleiding van Ex-drakenrijder Brom, de strijd aan met Galbatorix en zijn duistere handlanger Durza – een tovenaar met veel make-up en slecht gebit.Het is duidelijk dat Eragon niet origineel is en je kan ook wel zien door wat de schrijver (destijds een tiener) geïnspireerd is. Maar is dat nou zo slecht? Wat is tegenwoordig nou nog echt origineel? Helemaal op fantasy-gebied is er wat verhalen betreft al een hoop gedaan en is origineel zijn erg moeilijk. Ik vind dat de makers van de film lef hebben. Eragon ontkomt er namelijk niet aan om vergeleken te worden met Lord of the Rings, en zo’n strijd kun je eigenlijk alleen maar verliezen. Daarnaast is de hoofdrolspeler een jonge knul met weinig acteerervaring op hoog niveau. Dus wat dat betreft hulde voor het lef van de makers!Gaten in de tijd
In menig recensie wordt er geklaagd over de gaten in de plot, maar ik vind deze gaten erg meevallen. Er zit maar een gat in die niet in de bioscoopfilm wordt uitgelegd en dat is vermoed ik het gevolg van de film ‘op lengte knippen’. Zo gaat Eragon, tegen de wil van zijn leermeester in, met Saphira een prinses redden uit het kasteel van schurk Durza. Brom blijft achter, voor zover de kijker weet. Niets is minder waar en opeens verschijnt Brom ter plekke wanneer Eragon in nood is. Dit terwijl Eragon met zijn Draak veel sneller is dan Brom op zijn paard. Dit valt echter met enige ‘common sense’ wel uit te leggen.
Zo wordt er in de film erg vrij omgegaan met het fenomeen tijd. Je hebt het gevoel dat er tussen het begin en het eind maar enkele dagen zitten. Helemaal omdat de karakters niet verouderen. Maar er verstrijkt wel degelijk veel tijd. Je maakt van een boerenjongen nu eenmaal geen machtige krijger binnen een week. In een scène zie je Eragon in vermomming wachten buiten het kasteel van Durza. Wachtend op een goed moment dat hij naar binnen kan sluipen. Er wordt niet aangegeven hoe lang hij daar wacht, maar in de tussentijd had de supersnelle draak gemakkelijk alsnog meester Brom kunnen halen om te helpen. Ik zeg niet dat het zo gegaan is, maar het zou enigszins een plausibele verklaring zijn. De motivatie voor de draak is er, want als de berijder sterft, sterft de draak ook.Verder wordt eigenlijk alles verklaard in de film voor de oplettende kijker. Zo klagen sommige recensies over het feit dat men het raar vindt dat er veel te paard wordt gereisd terwijl je een supersnelle draak ter beschikking hebt. Er is echter een scène waarin Saphira drie mensen moet dragen en daar de grootste moeite mee heeft. Ze houdt dit maar even vol. Permanent reizen met twee berijders is dus ook niet denkbaar. Dan is je draak als verkenner gebruiken terwijl je als groep samen reist het verstandigste om te doen.Beauty weekend
Natuurlijk is het niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Zoals ik al eerder zei is de film verre van origineel. Maar als je originaliteit wil, moet je niet naar een fantasy-film gaan, vind ik. Een ander minpunt van Eragon is dat de film van mij wat rauwer had gemogen. Hij is wel érg cosmetisch met glimmende sierzwaarden waar in het echt niet mee te vechten valt, en barbaren (de Varden) die er uitzien alsof ze net een beauty weekend achter de rug hebben. De leider ziet er helemaal belachelijk uit met zijn ladingen haarlak en nichterige bruin glimmende borstplaat. Ik weet dat het fantasy is, maar een beetje realistisch voorkomen had de film niet misstaan.Volgens andere recensies zijn de dialogen in Eragon tenenkrommend slecht. Zelf vond ik ze meevallen. Het draagt allemaal wel een hoog ‘oh chosen one!’ gehalte (dat heb je wel eens met fantasy-films) maar het is zeker niet zo slecht als laten we zeggen ene Anakin Skywalker die probeert te praten met zijn vrouw. Ik vond de dialogen in ieder geval erg meevallen.In vuur en vlam
Waar de film echt in uitblinkt is het spectaculaire drakengevecht op het eind van de film. Het is natuurlijk allemaal computer geanimeerd, maar het is prachtig gedaan en ook nog eens erg spannend. Er is nog geen enkele fantasy-film waarin een drakengevecht zo spectaculair is neergezet als in Eragon. Wel opvallend is dat de barbaren juichen om Eragon en zijn draak die het vijandelijke leger letterlijk in vuur en vlam zet, samen met alle huizen van de barbaren. Ik zou toch wat minder blij zijn als mijn huis in de hens wordt geblazen door een draak. Maarja, ik ben dan ook geen barbaar.Ben je een elitaire filmsnob die zich ergert aan gelijkenissen met andere verhalen en een ripp-off gelijk als slecht bestempeld, dan kun je je tijd en geld beter besteden. Maar iedereen die gewoon een leuke onderhoudende fantasy-film wilt zien zit bij Eragon zeker goed.

Categorieën
Mike's notities

Ontmoetingen: Het meisje in de trein

Sinds ik van freelancer in vaste dienst ben gegaan forens ik iedere dag. Onderweg komen interessante ontmoetingen voor. Ik had net afscheid genomen van een collega die in Beverwijk uit de trein moest. We hadden onderweg wat gepraat over mijn studies en films. De man tegenover me zette het gesprek voort terwijl mijn collega naar huis liep. De man zat in de ICT en had op latere leeftijd de studie filosofie nog gedaan aan de UvA. Hij stapte een halte verder uit. Tijdens het gesprek was mijn blik gevallen op een aantrekkelijk meisje dat enige banken verderop zat. Ik kan me nu haar glanzende glimlach nog goed herinneren. Ze droeg lichte gympen en had iets van een elfje (zónder puntoortjes overigens). Ze had mij ook zien zitten.Niet geheel wetend wat ik met de situatie aan moest, pakte ik een boek uit mijn tas en begon haastig te lezen. Tussen de regels door keek ik naar haar. Soms keek ze terug – een glimlach. Soms keek ze net de andere kant op. Dit spel ging een tijdje door totdat ik met niet meer kon concentreren op mijn boek. ‘Er is hier nog plaats,’ zei ik.Ze veerde op en kwam tegenover me zitten. Ze had me over mijn tijd op de kunstacademie horen praten en dat had haar interesse gewekt zei ze. Ze was op weg naar Alkmaar om te gaan breakdancen. Het perron van Alkmaar kwam al in zicht. Er was nog maar weinig tijd. Snel gaf ik haar het kaartje van mijn website. ‘Dan kun je mailen hoe het dansen gegaan is, als je wilt,’ zei ik. Ze knikte. Ik stelde me nog even voor. Ze heette A. Alles leek in verkeerde volgorde te gaan die avond, maar ja, er was dan ook weinig tijd.Ik keek haar nog even na toen ze over het perron naar de trap liep. Ze glimlachte. Misschien mailt ze, maar waarschijnlijk niet. Zo ging het immers wel vaker. Je komt mensen tegen waarmee je synchroon bent, alleen is de situatie niet naar meer. ‘Als twee schepen die elkaar passeren in de nacht,’ zo stelt het cliché. En clichés zijn waar. Ook als je iedere dag pendelt.