Voor het eerst in mijn leven op 30 april gewoon door de stad kunnen lopen. Heerlijk!
Tag: 30 april
Dankbaarheid
Vandaag begint mijn 38ste levensjaar op deze planeet. Wat heeft het afgelopen jaar qua inzichten opgeleverd?
‘Hoe oud word je eigenlijk?’ vroeg Jooper gisteren aan me. Daar moest ik zelf ook even over nadenken. ’37’ bleek het antwoord. Ach hoe oud ik vandaag word, is wat mij betreft ook niet zo relevant.
Veel fijner vind ik het dat er geen zee aan oranjezombies door de stad stroomt vandaag. Ik kan voor het eerst in mijn leven tijdens mijn verjaardag gewoon rustig de stad in, want geen koningsdag. Dat is een vreemde doch welkome gewaarwording.
Linda en ik wonen nu anderhalf jaar aan Westerpark en dat is nog steeds erg fijn. Het is heerlijk om een rondje in het park of over het Westergasfabriekterrein te wandelen. Een beetje rust in het hart van de stad. Daar was ik het afgelopen jaar dus veel te vinden. Voor het freelancen was het vooral een tussenjaar: niet veel belangrijke ontwikkelingen, wel krapte van de markt. Ik vond het tof om weer een Spider-Man-lezing te doen. Verder ging met het John Romita Jr. interview een lang gekoesterde wens in vervulling. Daar heb ik nog een paar weken een vrolijk gevoel aan overgehouden.
Op het blogvlak ben ik blij dat ik met rubrieken als Spidey’s web ben begonnen: lekker alleen schrijven over waar ik zin in heb. Dat geldt in het algemeen meer voor het bloggen dat ik de waan van de dag een beetje achter me probeer te laten. Ik publiceer minder stukken slechts om anderen een plezier te doen. Bloggen voelde op een gegeven moment teveel als werk. Wel erg leuk is dat ik ook mensen adviseer in het bloggen. Ik ben tegenwoordig dus actief als blogconsulent.
Op persoonlijk vlak vond ik de reis naar Engeland erg fijn. Het is altijd weer opvallend hoe een relatief korte reis toch weer je accu kan opladen en hoe inspirerend het kan zijn om in onbekende omgevingen te komen.
Voor een speciaal schrijfproject heb ik recent mijn ouders geïnterviewd. Dat was ook een bijzondere ervaring. Sowieso ben ik blij dat ik met dat schrijfproject ben begonnen in het afgelopen jaar. Er is nog een lange weg te gaan, maar vooralsnog is de reis zeer boeiend.
Minder fijn was de niersteen die me meer dan een maand lang geplaagd heeft. Dat was toch de ergste fysieke pijn die ik tot nu toe heb ervaren. Op een gegeven moment weet je niet meer waar je het zoeken moet. Pijnstillers verzachtten de boel wel, maar toch was het nachten wakker liggen en overdag door de pijn moeilijk kunnen schrijven.
Ik kreeg in totaal drie behandelingen in de niersteenvergruizer voordat het kreng in stukjes uit elkaar viel. In die drie sessies werd ik geholpen door Meike, een toffe verpleegster die ervoor zorgde dat de procedure goed verliep en met wie je ook nog eens een goed gesprek kan voeren. Door mijn ervaring met de niersteen voel ik een ontzettende dankbaarheid dat ik in een land woon waarin je relatief snel geholpen wordt voor dit soort klachten. We betalen veel aan ziektekosten, maar op dit soort momenten ben ik maar wat blij dat dure apparatuur als de vergruizer beschikbaar is om mij van mijn kwaal af te helpen.
De dankbaarheid reikt verder: ik ben dankbaar voor Linda, de vriendschappen die ik heb vergaard over de jaren en voor het feit dat ik voor anderen vaak artikelen mag schrijven over onderwerpen die me echt boeien. Dat verzacht de nare kant van het freelancen en het gezeur uit de stripwereld, enigszins.
Een verjaardag doet me, behalve denken aan het leven, ook denken aan de dood. Het einde, dat ergens in de toekomst op me wacht, maakt dat ik haast heb met de projecten die ik nog wil doen. Het besef van de beperkte tijd maakt dat ik meer mijn eigen pad ben gaan volgen. Vandaag kwam ik deze foto tegen met het Don Quichot verbodbord. Ik vind hem prachtig, al wil ik juist het tegenovergestelde propaganderen: vecht maar tegen de windmolens, bestrijd je demonen en ga je eigen weg. Volg je eigen pad, niet dat van anderen. Daar moet je een beetje waanzinnig en een beetje blind voor de gevaren voor zijn. En om het leven mooier te maken dan het is, mag je best een beetje fantaseren. Beeld je maar in dat je de held bent in je eigen avontuur. Dat wordt mijn motto voor de komende 365 dagen.
Bij het vertrek van Bea
Han Hoogebrugge plaatste deze strook vanmorgen en reageert daarmee op het nieuws dat koningin Beatrix met pensioen gaat.
(En check ook deze strip van Han over hetzelfde nieuws.)
Normaliter zou ik niet op dergelijk nieuws reageren, maar niet alleen vind ik de opmerking van Hoogerbrugge grappig en past deze in de visie waarin ik het koningshuis aanschouw, namelijk niet als iets wat we serieus hoeven te nemen, ook raakt de komst van Prins Willem mij persoonlijk nu koninginnedag ten einde is en niet langer gevierd zal worden op 30 april.
Ik ben geen fan van het koningshuis: ik vind het verschrikkelijk achterhaald en vooral een waste of money. Maar ik besef me terdege dat we in een land wonen met verschillende meningen. Er zijn genoeg mensen die het wel leuk vinden dat dit archaïsche toneelstukje onderdeel is van onze cultuur, en die mensen gun ik natuurlijk hun pleziertje. Al had ik een beetje gehoopt, naïef natuurlijk, dat als Bea afscheid zou nemen van haar taak, het koningshuis voorgoed op slot zou gaan. Helaas.
Zelf heb ik altijd een wat moeilijke relatie gehad met koninginnedag. Ik ben namelijk op dertig april 1977 geboren. Mijn hele leven viel mijn verjaardag samen met het koekhap- en zuipfeestje van de koningin. 1996 uitgezonderd: toen woonde ik in Berkeley en konden mijn buurtbewoners nauwelijks aanwijzen waar Nederland lag, laat staan dat ze wisten dat we geen president hadden maar een oma die voor een flinke uitkering lintjes doorknipt en zich met formaties bemoeit. Hè, kan ik het toch weer niet laten om een cynische opmerking over het Huis van Oranje te maken en dat terwijl er natuurlijk genoeg mensen zijn die dol zijn op Beatrix.
Nou ja, je kunt niet iedereen te Facebookvriend houden, moeten we maar denken.
Toch vond ik het soms ook wel weer leuk dat er uitbundig gefeest werd in het land terwijl ik mijn verjaardag vierde. Maar daaraan komt nu een einde.
Volgend jaar wordt koningdag of hoe we het ook gaan noemen op 27 april gevierd. Nou ja, volgend jaar een keer op 26 april, want de 27ste is een zondag – hoezo gaan we anno nu niet gebukt onder het juk dat christendom heet? Hoe dan ook: volgend jaar zullen voor het eerst het kroontjesfeest en mijn verjaardag niet samen vallen. Dat voelt als een verlossing: nu hoef ik niet meer per se de drukte in Amsterdam te ontlopen, maar kan ik in relatieve rust de dag doorbrengen. Zoals ik wil. Dat betekent: koffie lezen, strips leuten en andere dingen waar ik op dat moment zin in heb.
Alleen dit keer ben ik niet meer automatisch vrij op mijn verjaardag. En dat is toch wel jammer.
Da’s ook wel weer typisch iets voor het huis van Oranje, om dit soort dingen te beslissen zonder even te overleggen met iedereen die op 30 april jarig is. Zo blijkt maar weer: het koningshuis is er niet voor het volk, het volk is er voor het koningshuis.
Deze video maakte ik twee jaar geleden op 30 april:
Video: 30 april
Geheel tegen mijn gewoonte in begaf ik me vandaag buiten de deur. Normaliter waag ik me niet tussen de meute tijdens Koninginnedag, maar vanmorgen vroeg bezocht ik even het Vondelpark. Daar was het vrijmarkt en inderdaad stond men hele inboedels, zelfverpakte chips in broodzakken en lauwe koffie aan te bieden. Ook werd er hier en daar een kunstje opgevoerd.
Wederom bleek Koninginnedag niet om Bea te gaan, maar om de handel. De Nederlandse handelsgeest, ooit met nostalgische woorden bezongen door oud-premier Balkenende, was springlevend in het Vondelpark.
Ik werd er droevig van. Al die kinderen die wellicht aan het einde van de dag teleurgesteld naar huis konden met al hun knuffels weer in de zak. Niemand had ze willen hebben. Of dat ene meisje met die blokfluit dat zich de hele dag een nieuwe Berdien Stenberg had gewaand, en voor al haar moeite 1,50 euro had verdiend.
Nou ja, misschien ook wel een goede les voor de kids. En om half tien leken ze er nog lol in te hebben dus wie weet hoe de rest van de dag zou verlopen.
Na 20 minuten begon het park al aardig vol te raken en had ik alweer genoeg van alle valse noten, krijsende kinderstemmetjes en serieuze handelaren – want die zaten er natuurlijk ook tussen. Het was dan ook tijd voor koffie & taart, want men verjaart over het algemeen maar eens per jaar.
Thuis stond het prikbord op mijn facebookpagina vol met felicitaties. Nu weet ik ook wel dat vrienden een automatische herinnering krijgen opgestuurd, toch vond ik het hartverwarmend om al die gelukwensen te lezen. Dat is jarig zijn in het tijdperk van social media.
Daily Webhead: 30 april from Michael Minneboo on Vimeo.
Seks met de Majesteit
Zelf moet ik er niet aan denken – seks met Beatrix. Sterker nog: iedere gedachte aan Beatrix, haar familie en waar ze voor staan – namelijk een archaïsch overblijfsel van vervlogen tijden dat allang afgeschaft had moeten worden en waar een veel te hoog prijskaartje aan hangt – roept bij mij slechts negatieve gevoelens op.
Ja, ik ben een republikein wat dat aangaat en vind dat het koningshuis permanent gesloten mag worden. Sterker nog: van de week vernam ik in het programma Pauw & Witteman, dat er een kans bestaat dat Beatrix niet rechtmatig koningin is, omdat ze een bastaardkind zou zijn.
Bij onderstaand typetje van humormeester Kees van Kooten roept Beatrix echter hele andere gevoelens op. Onstuimige erotische gevoelens wel te verstaan. Ik kwam bij deze prachtige sketch op youtube terecht toen ik op zoek was naar het fragment van Hans Teeuwen die de Majesteit anaal neemt. Hetzelfde thema, maar een heel andere uitvoering.
Leve de republiek!
Volgens een onderzoek van Maurice de Hond – moet je dat er nog bij zetten eigenlijk? Ik bedoel: worden er in Nederland ook peilingen door iemand anders gehouden tegenwoordig? Nou goed: volgens een peiling van Maurice de Hond is het aantal voorstanders voor een republiek in de afgelopen vijf jaar toegenomen.
In 2005 vond één op de vijf ondervraagden (20 procent) dat Nederland het beste een republiek kan worden, nu is dat bijna één op de drie (29 procent. Dat meldde Het Parool gisteren. Het aantal Bea-aanhangers daalde van 74 en 67 procent.
Dat aantal is naar mijn smaak nog niet laag genoeg, maar we zijn op de goede weg. Ik hoop al jaren op de afschaffing van het koningshuis. Ik ben geen fan van Bea, haar Alex vind ik helemaal geen interessant figuur en voor de symbolische waarde zijn de Oranjes gewoon veel te duur. Goed, een president of welk staatshoofd dan ook, kost natuurlijk ook geld. Maar die betaalt tenminste nog belasting. Dat doen de Oranjes niet.
Het idee van een koningshuis is bovendien achterhaald. ‘Leuk juist want traditie,’ denk je misschien. Maar kolonialisme is ook zo’n traditie die de Hollanders uiteindelijk hebben afgeschaft. Wat mij betreft hoort een koning(in) in hetzelfde rijtje thuis. Daarbij zijn de ideeën die Beatrix erop nahoudt, zoals haar opvatting over internet bijvoorbeeld, ook niet meer van deze tijd. Zo iemand representeert mij niet.
Nog niet overtuigd? Kijk dan maar een paar minuten naar de NOS-uitzending van Koninginnedag. Als alle debielen, demente bejaarden en andere dwaallichten zwaaien naar een overbetaalde marionet. Als je de schaapachtige grijns van de prinsen ziet, zou je bijna hopen dat iemand het spelletje zaklopen letterlijk neemt.
Ik gun al die kids met hun blokfluitjes heus hun 15 seconds of fame, daar niet van, en Koninginnedag is een mooie gelegenheid om de zolder weer eens op te ruimen. Maar onder die vrolijkheid schuilt mijns inziens een dieptrieste, saaie traditie en een misplaatst gevoel van saamhorigheid. Ik snap daarom best waarom het merendeel van het volk zich te buiten gaat aan drankgebruik op deze dag.
Als Beatrix met pensioen gaat, lijkt het me een mooie gelegenheid om de deuren van het koningshuis permanent te sluiten.
Springlevend
Nog niet dood, part deux
‘The key isn’t winning… or losing. It’s making the attempt. I may never be what I ought to be, want to be… but how will I know unless I try? Sure, it’s scary, but what’s the alternative? Stagnation… a safer, more terrible form of death. Not of the body, but of the spirit. An animal knows what it is. And accepts it. A man may know what he is… but he questions. He dreams. He strives. Changes. Grows.’
Christopher Claremont, Wolverine (1982).
Jeugdzonden
Een paar dagen geleden kwam ik Miss Z. tegen. Een oude vriendin die ik al jaren niet meer had gezien. Verwaterd contact. Ik moest dan ook twee keer kijken voor ik de vriendelijke moeder van midden dertig met het jonge meisje in het kinderzitje op haar fietsstuur herkende als Miss Z. Niet dat ze echt veel was veranderd. Hoewel: de vrolijke vrije geest die ik kende was moeder geworden en verantwoordelijk voor het opvoeden van een kleine spruit. Het vrolijke kind keek me nieuwsgierig door haar brilglazen aan terwijl ik met haar moeder sprak over wat ze allemaal had uitgespookt in de afgelopen tig jaar. En of ze nog steeds met D. omging. Tien jaar geleden had ik een korte film gemaakt met de naam De Schilder. D. speelde de gelijknamige detective die zijn naam had gekregen vanwege het feit dat ‘als hij met je klaar was, je over de hele straat was uitgesmeerd.’ Een van de cinematografische jeugdzonden uit mijn begintijd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. ‘En ben je nu al een beroemd filmregisseur?’ vroeg Miss Z. ‘Still working on it…’ grapte ik. Het leek misschien dat in de afgelopen tien jaar niet veel van mijn plannen terecht was gekomen – ik woon zelfs nog in hetzelfde huis als toen – toch was mijn wereld danig veranderd en sinds de HKU was er heel wat gebeurd. Goed, de eerste grote speelfilm moest ik nog draaien, maar ondertussen heb ik wel een paar leuke producties op mijn naam staan. Focus
Toch zette deze korte maar gezellige ontmoeting me aan het denken. Ik ben de laatste tijd meer gefocust op de dingen die ik belangrijk vind. Daarbij heb ik rust gevonden om andere zaken als ondergeschikt te beschouwen, me daar minder druk om te maken. Levenstijd is schaars en moet daarom grotendeels nuttig besteed worden, vind ik. Geduld en doorzettingsvermogen zijn twee eigenschappen die in symbiose een sterke levenskracht kunnen zijn.
Koninginnenacht zit ik samen met wat vrienden in mijn stamkroeg. Om 12 uur drinken we op mijn gezondheid. Weer een jaartje op de teller. Vriend Paul vraagt wat me plannen zijn voor het komende levensjaar: een nieuwe leukere baan staat hoog op het lijstje; een paar goede videoprojecten maken, Project Manic af schrijven en me richten op publiceren van teksten. Dat leek me wel weer ambitieus genoeg voor één jaar. Niet vragen maar doen
Een paar uur later zit ik aan de bar, om mij heen veel tieners en twintigers. Ik spreek die avond met een lange blondine van 17, een Jonge Bekende van begin 20 en een meisje van 22. Geen idee hoe het komt, maar ieder gesprek loopt uit op het vergelijken van levensfilosofieën. Ze proberen allemaal op hun eigen manier hun identiteit vast te stellen en de zin van het leven te bespreken: Waarom Zijn We Hier? Wie Ben ik? En Wat Hierna? De laatste twee antwoorden heb ik voor mezelf al eerder bedacht. De eerste, de grote Waarom Zijn Wij Hier-vraag beantwoord ik voorlopig met de tegenvraag ‘Waarom niet?’. Met de laatste slok bier spoel ik alle zwaarmoedigheid die bij het filosoferen komt kijken, weg en stap rond half drie de avondlucht in. De tijd van levensvragen is voorbij. De tijd van actie en streven naar is aangebroken.
Lees ook: Nog niet dood