In Aâma ontwaakt een man zonder herinneringen in het troosteloze landschap van de planeet Ona(ji). Een robot die lijkt op een aap schiet hem te hulp en kent de man. Deze blijkt Verloc Nim te heten.
De aap, die Churchill heet en net als zijn beroemde naamgenoot sigaren rookt, geeft Verloc zijn dagboek waarin hij kort geleden in is begonnen te schrijven. Nu kan Verloc teruglezen wat er in de afgelopen dagen is gebeurd en zo zijn herinneringen terugkrijgen. Verloc blijkt te zijn bedrogen in zaken, zijn vrouw heeft hem verlaten en verbiedt hem nog langer hun dochter te zien. Aan lager wal geraakt en zichzelf overgeleverd aan drugsgebruik, vond zijn broer Conrad hem in de goot en nam hem mee op reis naar Ona(Ji) voor een geheime missie.
In de toekomst die Peeters in Aâma schets is de mens een halve cyborg: technologie zit in het lichaam. We gebruiken geen smartphones meer, we zijn als het ware smartphones geworden. Papieren boeken zijn zeldzaam. Hoewel futuristisch, heeft het verhaal ook iets van deze tijd: grote coöperaties hebben een enorme crisis veroorzaakt, waar de gewone man het meest onder lijdt. Klinkt bekend. Verder voelt de wereld die Peeters neerzet alsof we planeten van Jodorowsky en Moebius opnieuw bezoeken.
Dat Frederik Peeters kan tekenen bewees hij al eerder met in het Nederlands uitgegeven Blauwe pillen en de serie Koma, geschreven door Pierre Wazem en hier in een dik boek uitgegeven. Koma heb ik met plezier gelezen. Peeters laat zijn personages overtuigend acteren en tekent wonderlijke en intrigerende decors.
Peeters (Genève, 1974) publiceerde inmiddels al zo’n 25 boeken en Aâma is een vierdelige reeks. Sherpa gaf daar recent het eerste deel van uit: ‘De geur van warm stof’. Deze eerste aflevering zit propvol met expositie en het duurt dan ook relatief lang voordat het verhaal echt opgang komt. Dat de lezer zoveel expositie tot zich neemt, weet Peeters aardig te maskeren door de personages tijdens deze scènes in beweging te houden en de kronkelende vertelstructuur vol flashbacks. Toch duizelde de kennismaking met de vele nieuwe personages en de futuristische wereld mij wat. Aan de andere kant: dat is ook een beetje inherent aan het eerste deel van een langer verhaal. Vaak heeft de verteller een hoop uit te leggen alvorens het avontuur kan beginnen.
Gelukkig is het tekenwerk om te smullen, en dat houdt de aandacht vast. In Angoulême werd Aâma tot beste serie uitgeroepen. Inmiddels is de reeks afgerond, dus ik hoop dat de uitgever niet lang wacht met de vertaling van het volgende deel.
Jodorowky’s Duneis one of the most interesting and inspiring documentary’s I’ve seen in years. It’s about how Alejandro Jodorowsky tried to make a film adaptation of Frank Herbert’s novel Dune, with help from people like Moebius, H.R. Giger and Salvador Dali.
I interviewed director Frank Pavich about his documentary at the Imagine Film Festival in Amsterdam, where it won the Silver Scream Audience Award 2014.
Ontzettend veel lol heb ik tijdens de 30ste editie van Imagine gehad. Behalve de aardige voorraad films die ik zag, was ik samen met Hedwig van Driel de jury van de Grote Geek-Q Test en interviewde ondergetekende Frank Pavich.
Pavich is de regisseur en producent van de documentaire Jodorowsky’s Dune. Een prachtige en inspirerende film over hoe Jodorowsky in de jaren zeventig probeerde zijn versie van Dune te verfilmen en hoe dit uiteindelijk niet doorging. Ik sprak hem woensdagmiddag. De video van dat gesprek komt zaterdag online op SchokkenNieuws.nl en hier. Aangezien ik oorspronkelijk Jodorowsky zou interviewen maar de beste man door ziekte niet naar Amsterdam kwam om op het festival aanwezig te zijn, was het gesprek met de energieke Pavich een mooie troost.
Zijn film staat op dit moment bovenaan de lijst van de Syfy Silver Scream Award, met een score van maar liefst 9,34. Dus het ziet ernaar uit dat Jodorowsky’s Dune door het Imaginepubliek gekozen is als beste film van het festival. En bij die mening sluit ik me graag aan. Overigens is Jodorowsky’s La danza de la realidad een prachtige film die ik je van harte aanraad.
Een andere film die ik heel erg goed vind, is Coherence. Hierin zorgt een komeet die langs de aarde scheert ervoor dat de muren tussen parallelle werelden vervagen. Opeens blijken er van de vriendenclub die gezellig samenkomt voor een etentje talloze varianten te bestaan, die allemaal een andere onderlinge dynamiek vertonen. Het spel van de acteurs is erg goed en persoonlijk vond ik het fijn om Nicholas Brandon (Xander uit Buffy the Vampire Slayer) weer eens te zien spelen. Leuk dat er voor zijn tweelingbroer ook een rol was in de film.
Een film met dezelfde thematiek, maar als een soort tienervariant uitgewerkt is +1. Die vond ik trouwens ook goed te verteren, al vraag ik me af waarom de meeste personages in deze film meteen moordneigingen krijgen als ze hun dubbelganger tegenkomen. Zou jij jezelf meteen de hersens inslaan als je jouw versie uit een parallel universum tegen zou komen?
De slechtste film van deze Imagine editie moet toch wel Capsulezijn. Een Nederlandse sciencefictionfilm met een slap scenario waar vooral de nare trekjes van personages op de voorgrond treden en tenenkrommend spel van de acteurs de 85 minuten die de film duurt tot een erg lange zit maken. Dat de film op de publiekslijst toch nog een 6,94 scoort komt vast omdat tijdens de première en de enige vertoning van Capsule de zaal vol zat met cast en crew.
De leukste Q&A was misschien wel het gesprek met Josh Phillips, de acteur uit The Creep behind the Camera. Die Q&A is helaas niet op video opgenomen, maar wel een interview met de regisseur en Philips:
Het was leuk om David Lynch’ Dune eens op een grootscherm in 70mm te zien. Martin Koolhoven noemde de film in zijn introductie ‘een interessante mislukking’ en dat dekt de lading verder aardig.
Een beetje teleurgesteld ben ik wel over Escape from Tomorrow. Deze film werd grotendeels zonder toestemming op locatie gedraaid in Disneyworld en Disneyland. Centraal in de film staat het portret van Jim als een man die langzaam zijn zelfcontrole verliest. Disneyland wordt in zwart/wit geportretteerd als een consumentenhel: vrolijke deuntjes worden vervormd tot gekmakend gejengel en met behulp van spaarzame cgi worden de jolige figuren boosaardige monstertjes. Mijn inziens gooit regisseur Randy Moore te veel ideeën in de mix, waardoor de plot warrig blijft en nooit duidelijk wordt wat er precies voor helse activiteiten er achter de vrolijke façade van Disney schuilgaan. Jammer want het uitgangspunt is interessant. En het feit dat het merendeel van de opnames illegaal zijn gedraaid op locatie maakte nieuwsgierig.
Het bijprogramma dit jaar, waarin wetenschap in film centraal stond, vond ik erg goed. Veel interessante sprekers kwamen aan bod, waaronder Dr. David Kirby, wiens boek ik meteen de volgende dag heb besteld.
Met een bloedeloze versie van Belle en het Beest en een afwezige eregast is de 30ste editie van het Imagine Film Festival woensdagavond 9 april flauw van start gegaan.
De Chileense filmmaker, theaterregisseur, tarotkenner én stripscenarist Alejandro Jodorowsky kreeg dit jaar de Imagine Career Achievement Award. Helaas kon hij door ziekte niet in Amsterdam aanwezig zijn om zijn prijs in ontvangst te nemen. Zijn afwezigheid natuurlijk spijtig voor het festival, en voor ondergetekende, want ik was een van de journalisten die Jodorowsky donderdag zou interviewen. Een gesprek waar ik naar uit keek.
Ik hoop dat Jodorowsky snel weer op de been is, maar aangezien hij 85 jaar is, vrees ik het ergste. Zijn zoon Brontis sprak een videoboodschap in om Imagine te bedanken. Brontis is tevens de hoofdrolspeler in Jodorowsky’s nieuwe film La danza de la realidad. Een prachtige, persoonlijke film, en de meest toegankelijke uit het filmoeuvre van de eigenzinnige verhalenverteller.
Er draait op het festival ook een documentaire over het maakproces van Jodorowsky’s versie van Dune. Hij werkte samen met onder andere Moebius en H.R.Giger. Die film is uiteindelijk nooit gemaakt maar leidde wel uiteindelijk tot De Incal.
Aandacht voor stripmakers
Overigens vind ik het erg bijzonder dat het Imagine Film Festival ook stripmakers eert. Vorig jaar werd François Schuiten op het festival geïnterviewd en twee edities geleden kreeg niemand minder dan Stan Lee de Career Achievement Award. Ook hij kon trouwens helaas niet komen. Nu weet ik ook wel dat Jodorowsky veel meer heeft gedaan dan strips schrijven, maar met klassiekers als De Incal, een bijzondere western als Bouncer en nog eens zeventig andere strips op zijn naam, is hij in het stripwereldje geen lichtgewicht.
Mooi maar saai Belle en het beest/La belle et la bête, de Franse film van Christophe Gans, was dat echter wel. Mooi gemaakt hoor en een zeer sprookjesachtige mise-en-scène, maar wat een bloedeloze verfilming. Er zat echt geen greintje spanning in het verhaal dat iedereen natuurlijk allang kent, want gebaseerd op het bekende sprookje. In het begin veracht Belle (Léa Seydoux) de agressieve en koppige beest-man (Vincent Cassel) die haar gevangen houdt, maar dan blijkt ze opeens van hem te houden. Echter, waarom dat nu precies is, maken de filmmakers niet duidelijk.
Tijdens de film kreeg ik zin om de gelijknamige televisieserie uit de jaren tachtig met Ron Perlman en Linda Hamilton te gaan kijken, dus je begrijpt dat de bitterballen en andere snacks die na de voorstelling werden geserveerd van harte welkom waren om de flauwte te bestrijden en mij weer bij mijn positieven te brengen, want als ik dat soort series weer wil gaan kijken, moet ik goed in de war zijn.
Kortom, Imagine kent dit jaar een beetje een valse start, maar ik vermoed dat het nog wel goed komt dit jaar.
Hier nog enkele evenementen die ik je graag tip:
Donderdag 10 april: Masterclass: Lab Coats in Hollywood
Dr. David Kirby geeft een masterclass over de relatie tussen wetenschappers en de Amerikaanse filmindustrie.
Vrijdag 11 april: Lezing toekomstmuziek
In Toekomstmuziek geeft muziekkenner en Schokkend Nieuws-medewerker Erik van ’t Holt een overzicht van de muziek die nieuwe en onontdekte werelden verbeelden. Van de orkestrale scores uit de jaren vijftig, via de eerste elektronische score (voor Forbidden Planet uit 1956) naar de herwaardering van de orkestrale benadering uit de jaren zeventig. Met uitstapjes naar de opkomst van de synthesizer en het gebruik van exotische en onbekende instrumenten als de Theremin (door Bernard Herrmann in The Day The Earth Stood Still, 1951) en de Blaster Beam (in de Star Trek-films). Een schat aan film- en muziekfragmenten illustreert dit overzicht, dat geen rechtgeaarde sfi-fi liefhebber aan zich voorbij mag laten gaan.
Zondag 13 april: Symposium Van HAL tot GERTY
In het symposium Van HAL tot GERTY wordt gekeken hoe de rol die computers hebben gespeeld in de fantastische film werkelijkheid zijn geworden en wat de gevolgen daarvan zijn. Naast een algemeen gedeelte wordt ingegaan op ethische vragen en op Singularity, het moment waarop de computer de menselijke intelligentie voorbijstreeft, dit alles aan de hand van een groot aantal filmfragmenten. Tot de gasten behoren onder andere hoogleraar Kunstmatige Intelligentie Jaap van den Herik, filmmaker Igor Kramer en Bennie Mols, wetenschapsjournalist en auteur van het populair-wetenschappelijke boek ‘Turings Tango’, over kunstmatige intelligentie.
Maandag 14 april: Masterclass Filmtrailers
Het Londense Editpool, levert teasers, trailers en promo’s produceert voor bioscoop, tv en home-entertainment. Tot hun recente output behoren de campagnes voor het derde seizoen van Game of Thrones en de Robocop-remake. Daarnaast leverden ze trailers voor sci-fi als Splice, voor arthouse horror als Kill List, maar ook voor B-films als Infestation.
Editpools creative director John Piedot vertelt tijdens de masterclass over de relatie tot de opdrachtgever en de totstandkoming van een trailer, maar ook over het verschil tussen bioscooptrailer en televisiespot en de verschillen tussen trailers voor de Amerikaanse en de Europese markt.
Hij gaat in op de manier waarop verschillende elementen worden ingezet voor een maximaal effect en loopt door de do’s & dont’s van het vak.Uiteraard wordt de masterclass omlijst met de meest toepasselijke voorbeelden uit de catalogus van Editpool.
Dinsdag 15 april: Masterclass: The Science of Hollywood
Tijdens de masterclass The Science of Hollywood: Gravity and Beyond laat dr. Kevin Grazier aan de hand van onder meer zijn werk voor Gravity zien hoe wetenschappers science fiction geloofwaardig maken.
En deze wil ik in het bijzonder aanraden omdat ik samen met mijn Schokkend Nieuws-collega Hedwig in de jury zit. Dinsdag 15 april: Quiz: de Grote Geek-Q Test
Op dinsdag 15 april, om 17.00 uur in Zaal 2 van EYE heb jij de kans te laten zien hoe hoog jouw Geek-Q is. In een quiz van zes rondes kunnen jij en je teamgenoten jullie kennis van science fiction, geeky films, series en comics, games en wetenschap etaleren. De winnaars mogen zich de Grootste Geeks van Nederland noemen.
Stand-up comedian en verwoed action figure-verzamelaar Thijs van Domburg is je quizmaster. De jury bestaat uit stripnerd en journalist Michael Minneboo en filmgeek en natuurkundige Hedwig van Driel.
The Incal, written by Alexandro Jodorowsky and drawn by legendary comic book artist Moebius, is considered a classic science fiction comic which inspired a lot of comic book artists and filmmakers.
Jodorowsky and Moebius present us with a complex universe and narrative that isn’t easily explained in a couple of sentences. On the surface The Incal is a sci-fi adventure in which low class private detective John Difool is the main character. When a great darkness threatens the existence of the galaxy, Difool races through the cosmos with his sidekick Deepo, a concrete bird, and a band of characters such as the great warrior Metabaron, on a quest to face the ultimate evil. The Incal guides and protects them. It is described as pure consciousness, a direct emanation of the divine will.
Moebius is the pseudonym of French comic book artist Jean Giraud (1938 –2012). Giraud is best known for the western-series Blueberry, which he created with writer Jean-Michel Charlier. Drawn in a very naturalistic style, the cowboy Blueberry is known as one of the first anti-heroes of western comics. As Moebius, Giraud made unconventional and surrealist science fiction comics, such as Arzach and The Incal which feature a limitless inventiveness, bright colours and a great sense of humour and sense of perspective.
At the end of the seventies Jodorowski and Moebius worked on a film adaptation of Frank Herbert’s Dune. When the project got cancelled, they put all their ideas in a new comic-serial that became The Incal. The Chilean Jodorowski chose detective John Difool as the main character. Difool is very much an anti-hero: not the brightest of the bunch, certainly not the bravest. Most of the time he’s the one trying to avoid adventure instead of jumping in headfirst. Interestingly, every major character in The Incal is based upon Tarot cards. Obviously Difool is based on ‘the fool’, his name being a nice pun pointing out his origin.
The fast-paced storyline takes Difool from one great mission to the next and is sometimes hard to follow during the first read. The writer and artist treat us to new surprises and inventions on almost every page and present the complex story-world, filled with extraordinary concepts and creatures, in a self-evident manner. Sometimes The Incal leans towards science fiction satire, for instance when our heroes have to infiltrate ‘The War Star’, a massive military complex in which their enemies hide out, an obvious nod to the Death Star in Star Wars.
However esoteric and unparalleled the narrative might be, Moebius’s beautiful artwork is always a pleasure to look at and works as a guide through this fast and complex story-world. Basically The Incal isn’t simply a comic book, as a reading experience it’s best qualified as a psychedelic roller coaster ride.
This beautiful edition from Self Made Hero collects six volumes and stays faithful to the colouring used in the original publication of the series. It includes the extra story ‘In the heart of the impregnable Metabunker’. Comic book writer Brian Michael Bendis provides the foreword.