Tag: Amerika
Dye Transfer Printing
Tijdens een recent bezoek aan Foam leerde ik over een interessant ontwikkel procedé genaamd Dye transfer printing.
Deze techniek wordt namelijk gebruikt door fotograaf William Eggleston waar een tentoonstelling van was. Eggleston maakt prachtige foto’s van heel alledaagse zaken. Door het kleuren procedé dat hij gebruikt, is de saturatie van de kleuren extra hoog, wat deze alledaagse zaken juist larger than life maken.
Behalve de kleuren maakt Eggleston heel interessante uitsneden. Mensen snijdt hij vaak half af. Ze zijn onderdeel van de compositie, maar de foto draait niet om hen per se. Hier worden de twee heren weliswaar centraal in beeld gebracht, maar dat is omdat de heren natuurlijk precies dezelfde houding aannemen. Ik vind het een bijzondere en grappige foto.
En ook als hij een reclamebord met tekst fotografeert, brengt hij deze zo in beeld, dat de tekst maar half te lezen is. Het effect hiervan is dat wat er staat ondergeschikt wordt, maar je juist gaat letten op andere zaken, zoals hoe het er staat. Het lettertype valt je meteen op en hoe de tekst een onderdeel is van een omgeving.
De foto’s van Eggleston lieten mij weer anders naar Amsterdam kijken. Toen ik Foam weer uit liep, zag ik allerlei mooie details op gebouwen die me eerder niet waren opgevallen. De werkelijkheid werd even surreëel. Dat is de kracht van goede fotografie.
Tot slot nog even wat Dye Tranfer Printing is. In Foam leggen ze dat nauwgezet uit:
Hoe gaat het eraan toe op een Amerikaanse Comic con, oftewel een stripbeurs in de Verenigde Staten? Ik heb wel video’s gezien, presentaties en reportages, maar zelf ben ik helaas nog nooit in bijvoorbeeld San Diego geweest. Wat ik wel weet is dat de stripbeurzen in Nederland niet in de schaduw kunnen staan wat betreft de San Diego Comic-Con: grootser dan dit kan het bijna niet op stripgebied. Uitgeverijen én filmmaatschappijen presenteren hun waar, er zijn panels met de groten der aarde en de bezoekersaantallen zijn al even zo groot.
Het tumblr-blog American Comicon toont foto’s vanaf de beursvloer: opgedirkte stripliefhebbers, sexy stripnimfen, toys, bijzondere tekeningen, noem maar op. Veel (vooral volwassen) bezoekers verkleden zich als hun favoriete stripheld. Het kan dus zomaar gebeuren dat Captain America een broodje zit te eten in de cafetaria, of dat je met drie supermannen in de rij staat voor een handtekening van een stripmaker.
De anonieme blogger vat het zelf als volgt samen:
Ok. So.. This is a place for people who have never been to a comic book convention before, but they’re curious and would kinda like to see what these things look like… what all the fuss is about… It’s for people who used to go to comic-con’s but haven’t been in a real long time… and they kinda miss ‘em… It’s kinda like a Comic-Con Year Book, then. A Photographic Journal. An Online Pop Culture Museum of the Moment. A Visual Documentation of a 21st Century Comic-Con… Oh. And I’m MV Partsch. I took all the pics. And wrote all the words… Yeah. That’s pretty much it in a nutshell… Ok.. So. Here we go.
Check American Comicon.
Hans Bruin kwam recent terug van een wereldreis. In een half jaar deed hij onder meer Engeland, Los Angeles, Nieuw-Zeeland en Vietnam aan. Wat bracht deze sympathieke leraar ertoe om deze reis te maken? En bovenal: wat voor spannende dingen maakte hij onderweg mee? Alles wordt onthuld in deze aflevering van Daily Webhead.
De muziek is wederom gecomponeerd door de immer muzikale Marco Raaphorst.
Video: 10 jaar Amerikaanse geschiedenis
De jaren nul kruipen naar hun einde, en daarom blikken wij terug. Newsweek geeft een beknopt overzicht van de Amerikaanse geschiedenis van de afgelopen tien jaar, de jaren nul. Dat de Amerikaanse cultuur verankerd is in mijn belevingswereld is mij wel duidelijk: alle fragmenten die voorbij kwamen heb ik al een keer, tja, voorbij zien komen.
Natuurlijk is zo’n video van 7 minuten wat kort door de bocht. Daarom is er een heel project van Newsweek waar je achtergronden kunt vinden.Ik bedenk me net dat als er een Nederlands overzicht zou komen, we heel veel de kop van Balkenende voorbij zien komen. Dan is zo’n video van 7 minuten echt te lang, dunkt me. Wanneer gaat die vent nu eens gewoon leuk vissen in Europa? Ik weet dat er geen God bestaat, maar soms mag je toch op een wonder hopen?
Terugkijken
Nu het einde van het jaar nadert, zullen er weer allerlei terugblikken komen op televisie en blogs. Daar ontkom je niet aan, mensen voelen nu eenmaal de behoefte om hun eigen geschiedenis te duiden. Ik ook, maar wil dit keer in de vorm van een Mike’s Webisode een terugblik van 2009 brengen. Overigens ben ik zeer benieuwd naar hoe mensen de afgelopen tien jaar hebben ervaren. Wordt ongetwijfeld nog vervolgd…
Ik werd op de video gewezen via een tweet van Edwin Mijnsbergen en NRC Next.
Een geblindeerde replica van het Vrijheidsbeeld wordt onthoofd en het afgezaagde hoofd wordt kapot geslagen in een video die veel weg heeft van een onthoofdingsvideo die terroristen zo graag maken.
Tussendoor zijn anti-Amerikaanse leuzen te zien als ‘We don’t want your freedom’ en afsluitend: ‘Death to America’. Het lettertype lijkt veel op dat van oude computergames. Ook de explosies aan het einde suggereren de invloed van de videogame. Kijk maar:
De video maakt handig gebruik de kracht van het beeld. Niet alleen weten de makers de snuffmovies van terroristen goed na te bootsen, ook het afhakken van het hoofd van het symbool der vrijheid is rechtdoorzee in zijn simpelheid. Het gebruik van game-effecten en lettertype suggereert commentaar op de Amerikaanse overheid die te pas en te onpas soldaten stuurt naar de brandhaarden in de wereld om daar als een stelletje avatars het land ’te bevrijden’. Oorlog als game dus. De eerste keer dat ik de video zag gaf dat een onrustig gevoel, dat overigens verdween na herhaald kijken. Desalniettemin maakte deze video van onder de minuut meer indruk dan het 15 minuten durende Fitna van Wilders. Eenvoudige, krachtige symboolpolitiek. De video werd op 4 juli, Independence Day, op YouTube gezet. Ik werd er gister via het immer boeiende New York Blog van Pascal Theunissen op geattendeerd. Daar is ook te lezen hoe de onverlaten aan het beeld kwamen – een replicatie die in het café Vox Pop in Brooklyn stond. Volgens mij is het een kundig uitgevoerde studentengrap. Iets wat sommige commentatoren ook denken, zoals buckOne:
‘I’m willing to bet that this was done by some dumb ass local teenagers. This has no signs of being terrorist related. So, calm your horses. It’s a ridiculous act either way, though.’
Anderen reageren minder, uhm hoe zal ik het zeggen, genuanceerd:
milehigh587: ‘Muslim talent at its best. No wonder we kill them.’
En zo gaat het nog ruim 800 comments door, want zoals gebruikelijk bij dit soort zaken lopen emoties hoog op en is een reactie geschreven voordat er ook maar enige bezinning plaastvindt. Het MSNBC-nieuws maakte een item over de video:
Wat denk jij? Hoax of een serieus bedoeld stukje terroristencinema?Lees ook:
Column: Schatkamer voor de geest
Als er een nieuwe liefde in je leven komt gaat er een wereld vol ontdekkingen voor je open. De persoon met wie je je uren deelt brengt een hele geschiedenis met zich mee en bezit (hopelijk) intrigerende karaktereigenschappen die je langzaamaan in kaart kunt brengen.Staande in de woonkamer van mijn vriendin bevind ik mij in een schatkamer aan nieuwe culturele ontdekkingen. Op een wat sombere middag snuffel ik wat in de boekenkast. Deze biedt een eclectische verzameling aan literatuur, waarin klassiekers van Nooteboom, Mulisch, Zwagerman en Geert Mak leunen tegen modeboeken als Het Bernini mysterie en een reeks pockets van Bill Bryson, een voor mij onbekende Amerikaanse schrijver. En dan opeens zie ik een boek dat half uit de rij steekt, alsof hij me staat op te wachten. Een zwoel kijkende jonge vrouw op het omslag prikkelt mijn nieuwsgierigheid: De houdgreep van Joost Zwagerman, waar de auteur in 1986 mee debuteerde, gaat over Adriënne en Ingmar die samen hun eerste grote liefde beleven. De houdgreep blijkt een passende ontdekking in de boekenkast van mijn lief. Eentje waar ik de komende dagen nog veel leesplezier aan zal beleven.Even later speur ik wat in haar cd-collectie. Ik stuit op een cd van Johnny Cash. Een artiest die ik ken maar waar ik nooit veel aandacht aan heb besteed. The Clash, The Cult en Jack Johnson staan er ook gezellig tussen. Evenals prachtige opnamen van Nina Simone en de eeuwig glanzende stem van Frank Sinatra. Het onverwachte groepje gangsterrappers in de hoek van de kast laat ik liever zwijgen – testosteronpraat met een – veelal gejatte – beat is niet mijn ding. Tot mijn grote opluchting maken artiesten als Borsato, Smit en Bauer niet hun opwachting in de cd-kast. Al was ik dan ook heel verbaasd geweest als de Kwik, Kwek en Kwak van de Nederlandse popmuziek er wel tussen hadden gestaan. (Je kunt dat soort zaken maar beter zo snel mogelijk checken. Uiteraard is een discutabele muzieksmaak geen reden om een relatie te beëindigen, maar er zijn natuurlijk grenzen. Over smaak valt immers niet te twisten maar hij zegt wel veel over iemands persoonlijkheid.)Gelukkig vinden we elkaar weer in twee albums van The Raconteurs. Hun heerlijke vuige rock draai ik de komende dagen keer op keer.
Een prille liefdesrelatie is net als het lezen van een nieuw boek. Iedere bladzijde die je omslaat staan je nieuwe ontdekkingen en plotwendingen te wachten. Ik zet mijn gedachte weer terug in de kast als Lief de woonkamer in loopt. ‘Wat doe je?’
‘Oh, even je collectie bekijken,’ zeg ik.
‘En, goed gekeurd?’ vraagt ze met een glimlach.
‘Zeker,’ zeg ik.
‘Maar goed dat ik die Jan Smit cd’s heb uitgeleend dan,’ zegt ze met een ernstig gezicht. Ze ziet dat ik schrik en glimlacht me toe. Ze heeft me nu al aardig door. Dat belooft wat!
Video: Van LA naar NY in vier minuten
Crosscountry rijden van Los Angeles naar New York. Het lijkt me een fantastische reis. Nu ben ik al eens heen en weer gevlogen, maar met vier banden op het asfalt door het Amerikaanse landschap spreekt tot de verbeelding.Deze timelapse video laat zien hoe zo’n reis eruit zou kunnen zien. Aan de ene kant leuk dat ze de volledige vier minuten dat de video duurt hetzelfde camerastandpunt hebben gebruikt. Maar hoe veel interessanter was de video geweest als ze de camera achter het voorruit hadden gemonteerd. Dan had je veel meer van de states kunnen zien dan nu:Bron: YouTube, DigitalMaxz.En als je dan eindelijk op de eindbestemming bent aangekomen, zie je wellicht dit: (Hippe pornomuziek even negeren.)
Bron: YouTube, Lostnono.
New York notities #3
PlaatjespraatjesOp de eerste verdieping van ons hotel, het Gershwin in Manhattan, is een klein keukentje met een cola-automaat. Door de deuropening starend lijkt het tafereel veel op een fotorealistisch schilderij. Het is er ook altijd muisstil. Nooit iemand gezien.
In de lobby bij de liften speelt constant deze voorstelling van iemand die schijnbaar via de liftkabels omhoog klimt. Gerswhin is een artyfarty hotel waar veel schilderijen en foto’s van beroemde kunstenaars hangen. Ik vond het een pittoreske hotelletje. Parkje vlakbij Tudor City. Opvallend bordje vind ik dit. Net als al die bordjes in toiletten van restaurants en cafés: ‘employees must wash hands.’ Dat je mensen daar nog op moet wijzen… brrrr.
Hij is echt, maar had net zo goed een rekwisiet van een film of televisieserie kunnen zijn. Wie door New York wandelt waant zich in een filmdecor.Typisch Hollands gebruiksvoorwerp in New York. Misschien achtergelaten door een van de Nederlandse stichters van de stad. Hoewel, te nieuw model.
New York notities #2
Sinds die scène in de film Ghostbusters (Ivan Reitman, 1984) is het altijd al een wens van me geweest om de New York Public Library te bezoeken. Niet dat ik er iets spookachtigs verwacht natuurlijk, maar de plek bewandelen waar Peter Venkman en zijn collega’s hun eerste ontmoeting met het hiernamaals beleefden lijkt me toch bijzonder. De dag dat we het gebouw bezoeken, zijn we iets te vroeg. De bibliotheek gaat pas om 11 uur open. Voor New Yorkers is 11 uur vroeg genoeg om te lezen. We hebben dus genoeg tijd om de leeuwen te fotograferen die dit instituut der kennis bewaken.Even later gaan we het gebouw binnen. De bibliotheek bevat prachtige leeszalen vol gedrukte kennis. Tussen alle lezende New Yorkers had ik moeite om niet heel hard ‘Hey, has anyone seen a ghost?’ te roepen. Gelukkig kon ik me inhouden. Ik ben immers Bill Murray niet. Bovendien werd deze zin door Pete Venkman in een heel andere scène uitgesproken.
Doodeng en doodleuk vond ik Ghostbusters de eerste keer dat ik de film zag. Ik was een jaar of zeven denk ik. Als de bibliotheekmedewerker aan het begin van de film door de zaal met boeken loopt, begint ze langzaam te vermoeden dat er iets niet pluis is. Rondzwevende boeken en later een heel kaartenregister dat de lucht in vliegt zijn daar duidelijke aanwijzingen voor. Dan schijnt er een spookachtig wit licht op de bibliothecaresse. Ze ziet een verschijning en slaakt een ijzige angstkreet! Het is een wonder dat ik na het zien van deze scène ooit nog een bibliotheek in durfde.Nu ik door de muisstille zalen van de New York Public Library loop, is een dergelijke doodsangst moeilijk voor te stellen. Maar ja, je weet nooit wat er in de kelders van het gebouw schuilgaat…
Columbia University
Enkele dagen later bezoek ik in mijn eentje een plek die ook op de achtergrond van Ghostbusters een rol speelt: de campus van de Columbia University. Hier op de trap zitten Pete en Ray zich te bezatten. Ze zijn zojuist door het universiteitsbestuur ontslagen. Venkman ziet hierin echter een gouden kans: ze moeten voor zichzelf gaan beginnen. Overigens studeerde Peter Parker hier ook in de Spider-Man-films van Sam Raimi. In Spider-Man 2 krijgt Parker hier menig tas tegen zijn hoofd als hij zijn spullen van de grond afraapt. Ook krijgt hij een berisping van Dr. Curt Connors naar zijn hoofd geslingerd wanneer hij voor de zoveelste keer te laat komt opdagen voor college. Het werk van een superheld is nu eenmaal moeilijk te coördineren met het studentenleven.
Wie op de campus van Columbia vertoeft snapt waarom dit een geliefde filmlocatie is. De classicistische gebouwen zijn imposant. Tegelijkertijd straalt het geheel een rustige sfeer uit. De campus van de New York University is een stuk minder schilderachtig dan die van Columbia – het sociale gebeuren speelt zich daar vooral af op Washington Square Park, maar voelt veel minder als een eenheid dan dit centrum der kennisuitwisseling.
Vleugje nostalgie
Een mild windje is het staartje van een regenbui eerder die middag. Ik ga op de trap voor de universiteitsbibliotheek zitten. Ik observeer de paar studenten die op de campus zijn. Het merendeel loopt van het ene naar het andere gebouw. Het is zondag dus erg rustig. Nergens zie ik een leuk tentje om wat koffie te drinken. Daar had ik wel op gehoopt, want dit zijn doorgaans de beste plekken om wat van de studentensfeer mee te krijgen.Ik rondde mijn studie af in de zomer van 2003 en ofschoon ik daarna nog een jaar heb lesgegeven op de universiteit, is het alweer vijf jaar geleden sinds ik het studieleven achter me liet. Soms mis ik het wel. Het discussiëren over theorieën, samen boeiende nieuwe films ontdekken, kennis gevoerd krijgen, kennis opdoen in dat ene verrassende boek dat door zijn vreemdsoortige cover opvalt in de boekenkast en natuurlijk heel veel gezellig toeven in het studentencafé. Ik mis het soms. Net als de zeeën van tijd die je tussen het studeren door lijkt te hebben…
Ach, wat zeur ik nou. Ik deel als freelancer nu ook mijn eigen tijd in, kennis doe ik nog steeds dagelijks op via het web en ik sla zelfs nog wel eens een boek open. Toch voel ik mij wat weemoedig wanneer ik op de campus van Columbia rondloop. Dat komt vooral omdat ik bezichtiger ben van een wereld waar ik geen deel van uit maak. Dit is niet mijn wereld, dit is niet mijn universiteit. Sterker nog: dit is niet eens mijn stad. Stranger in a strange, but familiair land…
Wordt vervolgd…Lees ook:
New York notities #1
Het is alweer bijna een maand geleden dat ik samen met Linda New York bezocht. De drukte van het dagelijks leven maakt dat ik er nog niet aan toekwam om een reisverslag te posten. Daarom zo nu en dan wat aantekeningen uit mijn notitieboekje die ik optekende tijdens mijn ontdekkingstocht door The Big Apple.Naar de grote Appel
We vliegen via Philadelphia met US Airlines. Bij het instappen en later bij het opstappen verkeer ik in een euforische stemming. Alsof het kind binnenin weer is ontwaakt. Nou ja kind, eerder de nerdy tiener die blij is dat hij de stad van zijn helden gaat opzoeken: John Lennon, Spider-Man en andere popiconen die zo veelbetekenend zijn geweest voor mijn jeugd en waar ik maar geen afscheid van wil nemen. En waarom zou ik ook? Het koesteren van mijn jeugddromen maakt dat ik even vergeet dat het leven eindig is, dat alles slechts een momentopname is die snel in de tijd zal vervagen.New York we komen eraan!
Als wittebroodsweken
De eerste dag in New York vergaap ik mij letterlijk aan de architectuur van Manhattan en ben ik in de ban van de energie die door de stad zindert. Ik voel me thuis in deze betonnen jungle. Sterker nog, het liefste ga ik hier wonen en werken, bedenk ik mij al snel. Terwijl we de stad ontdekken fantaseren Linda en ik hoe het zou zijn om hier een apartementje te betrekken. Daar ik al eens een jaar in de Verenigde Staten heb doorgebracht met als doel mezelf uiteindelijk te naturaliseren, wakkert er diep in mij een oude droom aan.
Een paar dagen later denk ik daar alweer anders over. In de dagen dat ik in New York ben doorloop ik wat in wezen het klassieke patroon van een relatie genoemd kan worden. In de eerste fase is alles spannend en nieuw wat ze doet. Ik bewonder al haar vreemde en bijzondere eigenschappen. In de tweede fase worden die bijzondere dingen normaal en welbekend. Een negatieve ervaring hier en daar maakt dat ik mijn mening bijstel. (Zo gaat in Manhattan alles sneller dan bij ons. Het voordeel is dat lange rijen in de lunchroom snel worden weggewerkt, het nadeel is dat het personeel soms weinig geduld heeft met de toerist die alles nog even moet uitzoeken. Zo krijg ik op de tweede ochtend toegesnauwd dat ik een bepaald broodje niet mag bestellen omdat het op de lunchkaart staat. De jongen wijst een bord aan met alleen ontbijt broodjes, terwijl ik even later iemand anders mijn broodje zie bestellen en hij deze ook gewoon krijgt.)
Een paar dagen later teken ik de volgende overpeinzing op in mijn notitieboekje:
De eerste crush op Manhattan is wel een beetje over. Plannen om hier te gaan wonen schuif ik daarom diep weg in mijn onderbewuste. Want wat moet ik hier dan gaan doen? In dienst van Marvel stripalbums gaan promoten in een Spider-Man-pak? Dat betekent eerst een jaar zweten in de sportschool om vervolgens iedere dag geschopt te worden door irritante koters. Nee, bedankt. Een optie zou kunnen zijn dat ik voor een Nederlandse publicatie over New York ga schrijven en daarnaast als vuilnisman of receptionist in een hotel de kost bijverdien. Uiteindelijk ben ik na de vakantie blij dat ik de stad weer kan verlaten. Afgemat van de indrukken en de vele kilometers die ik in een paar dagen heb afgelegd. Om na het afscheid weer vurig naar haar te verlangen, vol met nostalgische gevoelens en een koffer vol inspiratie.
Wordt vervolgd…
Lees ook:
New York: De beste stripwinkels in Manhattan
New York is een perfecte plek voor stripliefhebbers. Marvel Comics en DC Comics zijn er gevestigd. Maar dat zijn slechts kantoorgebouwen – tekenaars tekenen tegenwoordig immers thuis. Nee, de stripnerd kan zijn hart ophalen aan de stripwinkels die er te vinden zijn in Manhattan. Daarom nu een artikel over de meest aansprekende winkels die ik bezocht tijdens mijn verblijf aldaar. Laten we met een knus en kundig winkeltje beginnen. Ga je mee naar binnen? St. Mark’s Comics
Gelegen in de wijk East Village op #11 St. Mark’s Place, ligt de kelder comic shop St. Mark’s Comics. Een heel uitgebreide winkel met leuke stripdingen als T-shirts, actiefiguurtjes en natuurlijk genoeg comics om aardig wat leesuren mee te vullen. Bij binnenkomst zie je aan de linkerkant een wand vol met de recent verschenen uitgaven. Rechts is een hoek met oudere comics, trades en hardcovers. De eigenaar is een aardige vent. Een Superman-fan (nou ja, moet hij weten) die weet wat hij verkoopt. De collectie bevat een aantal comics die lastig online te krijgen zijn. Ik scoorde er een paar interessante eenmalige Spiderman uitgaven waar ik nog nooit van gehoord had. En een special over John Romita Jr. waarin mijn grote held werd geïnterviewd, een boekwerk vol met interessante schetsen. De eigenaar koopt ook in van particulieren. Daardoor kun je er ook speciale uitgaven op de kop tikken. Zo stonden er van de Marvel MasterWorks-serie oudere drukken. Voor de oudere comics betaal je natuurlijk wel een speciale prijs, maar het is bijzonder om historische uitgaven aan te kunnen schaffen. Nadeel van dit soort winkeltjes is wel dat de comics al door veel handen zijn gegaan van mensen die graag bladeren. Ze zien er dus niet allemaal weer even nieuw uit. Ook is het er behoorlijk stoffig.
Een vergelijkbare winkel is Jim Hanley’s Universe, in de schaduw van het Empire State Building. Net als St. Mark’s Comics kun je hier genoeg trades vinden en randverschijnselen van de comicwereld. Naast het gebruikelijke stripwerk ook opvallend goede boeken over strips. In het geval van Spiderman zijn dat bijvoorbeeld het boek Comic creators on Spider-Man en een overzichtsboek van John Romita Sr. Hier geldt overigens wel dat je bij binnenkomst je (rug)tas dient in te leveren. De winkel is ruim opgezet met lange kasten waarin je rustig kunt snuffelen. Ook de openingstijden zijn gunstig: maandag t/m zaterdag kun je er van 9 uur ’s ochtends tot 11 uur ’s avonds terecht. Zondags van 12 tot 7.
Forbidden Planet
Je ontkomt er niet aan als je in New York of Londen opzoek bent naar een goede, uitgebreide stripwinkel: de keten van Forbidden Planet zit overal. Het is er vooral erg druk op woensdag, vrijdag en zaterdag. De onbedachtzame bezoeker is hierbij dus gewaarschuwd. Ondanks de drukte op zaterdag kon ik er aardig mijn weg vinden, al was ik op sommige momenten meer bezig met mensen te ontwijken dan dat ik me op de strips kon storten. Verder een zeer uitgebreid assortiment aan van alles: van bijzondere actiefiguren, T-shirts, dvd’s en vage mangapoep. Ze hebben ook een aardige kast met independent-uitgaven. Niet alleen superheldenkrachtpatserij dus.
Extra attractie in deze stripwinkel is het bijdehante personeel – allemaal opgeschoten nerds en een enkele nerdette die weten waar ze het over hebben en je met een flinke dosis spot te woord staan. Daar moet je van houden. ‘All the news that is forbidden’
Iedere week geven ze bij Forbidden Planet een klein gekopieerd krantje uit: Weekly Planet. Hierin staat braaf wat er die week uit gaat komen in de typische tongval van het personeel. In het nummer van 4 maart 2009 werd bijvoorbeeld aandacht besteed aan de stripverfilming Watchmen, maar wel op de eigenzinnige FP manier. Auteur Jeff Ayers kaart een paar strips van Alan Moore aan die in zijn ogen stukken beter zijn dan Watchmen. Weet je wat, ik citeer een stukje:
‘The TP edition of Watchmen boasts “One of Time Magazine’s 100 Best Novels” From Hell was robbed. (Also – Watchmen is published by DC Comics, whose corporate parent is? Time Warner, publisher of Time Magazine. Me thinks me smells sumpin fishy. That’s like my mom telling a potential ladyfriend of mine I’m one of her best children. Pick up From Hell. It’s better than Watchmen. And there’s no frickin spandex.’
Waren de Nederlandse stripbladen maar zo wel bespraakt en scherp, want Ayers heeft natuurlijk een punt als het om de bestsellerslijst van Time Magazine gaat. Slim ook om op deze manier From Hell te pluggen, want Watchmen verkoopt heden ten dage toch wel. Midtown Comics verdient een speciale vermelding. Deze winkel heeft in Manhattan maar liefst twee filialen. Eentje vlakbij Times Square (22 West 40th street) en op 459 Lexington Avenue. De eerste winkel bevat twee verdiepingen stripplezier. In tegenstelling tot winkels als St. Mark’s en Jim Hanley’s Universe, zien de comics er hier uit alsof ze vers vanaf de drukker zijn neergezet. Op de tweede verdieping is een ruime collectie losse nummers beschikbaar voor de liefhebber. Het is op de eerste verdieping wel wat krap tussen de stripkasten, maar een kniesoor die daar op let. De winkel is op een doordeweekse dag rustiger dan Forbidden Planet en dus is het makkelijker shoppen. Het personeel is van het type no-nonsense en kundig. Ik vond het daarom prettiger shoppen hier dan in Forbidden Planet. Al valt de t-shirt collectie op Times Square wat tegen. In het filiaal op Lexington hebben ze bij Midtown Comics de T-shirts overigens gewoon aan het kledingrek hangen. In de andere winkels is alles netjes in het plastic verpakt, maar dan kun je weer niet goed zien of de uitgekozen maat je goed staat. Op Lexington stond trouwens een leuke kast vol met aanbiedingen waar een interessante mengelmoes aan comics te koop was toen ik er aan het shoppen was. Midtown verkoopt net als Forbidden Planet independent comics. Ook vond ik er het door mij vurig gezochte Ghostbusters T-shirt. Deze was ook te koop in Forbidden Planet, maar toen alleen in de maten XL en small
.…and taxes
Wat de prijs betreft maakt het niet veel uit in welke stripwinkel je je verslaving bekostigt. Alle prijzen zijn coverprijzen. (Die speciale inkopen in St. Mark’s en aanbiedingen uitgezonderd natuurlijk.) Let er alleen wel op dat je in de States altijd nog btw-belasting betaald over de coverprijs. Alleen bij een heel gunstige wisselkoers is het dus voordeliger om ter plekke je strips daar te kopen en niet in een online shop. Al wil ik bij deze nog wel even benadrukken dat je in de schappen van de stripwinkels in Manhattan dingen kunt vinden waarvan je bestaan niet eens kende. Een duidelijke meerwaarde voor de stripliefhebber op reis. Bovendien kun je dan meteen zo’n guitig blaadje bij Forbidden Planet meenemen. Tot slot nog een paar opmerkingen over mijn bezoek aan MoCCA, geen stripwinkel maar een ‘stripmuseum’ in the big apple.
MoCCA
Het Museum of Comics and Cartoon arts (MoCCA) moet wel het vreemdste stripmuseum zijn wat ik ooit heb bezocht. Het is gevestigd in suite 401 in een kantoorpand op 594 Broadway. Er was bij mijn bezoek vooral origineel werk te zien van Harvey Comics, de uitgeverij van onder ander Casper het Spookje en Richie Rich. Veel kinderspul dus. Er was ook een bescheiden expositie over de graphic novel en stripverfilming Watchmen. Deze expositie bestond voornamelijk uit enkele originele platen van Dave Gibbons. Kortom: het museum stelt niet veel voor, maar het kost dan ook nagenoeg niets om er te toeven. Men vraagt een geldbedrag dat je zelf mag invullen.Achter de balie zat een vriendelijke nerd: brildragend, bretels en een niet al te knap hoofd die waarschijnlijk nog wordt ingestopt door zijn moeder. Naar alle waarschijnlijkheid had hij zelf de objecten in de expositie handmatig en met veel zorg aan de muur geplakt. Eigenlijk is hij de leukste attractie van dit stripmuseum.Wil je toch weten hoe het er daar uit ziet: bekijk onderstaande videoreportage.Lees ook: