Categorieën
Media Mike's notities

Column: ‘God bless The Hoff!’

Bovenstaande uitspraak is een reactie bij de videoclip Looking for Freedom van David Hasselhoff op YouTube. Hasselhoff, bekend van Knight Rider en Baywatch, lijkt weer helemaal terug te zijn. Na enkele jaren verstopt te zijn geweest in Duitsland en dobberend in de alcohol is ‘The Hoff’, zoals hij zichzelf noemt, niet van de buis én vooral van het internet af te slaan.

De uitspraak roept de vraag op in hoeverre de fan dit serieus bedoelt of dit heeft geschreven met een ironische glimlach rond de lippen.

David Hasselhoff maakte furore met zijn rol van Michael Knight in de televisieserie Knight Rider. Een serie die nu nog steeds wel ergens in de wereld wordt uitgezonden en waar ik als kind erg fan van was. Wie de ster van de serie was – de supergeavanceerde auto KITT of de chauffeur van deze auto, Knight – daar kun je over twisten. Hasselhoff maakte in ieder geval dankbaar gebruik van het imago dat de rol hem verschafte en trad in het begin van zijn zangcarrière op met zijn trouwe vierwieler.

Duidelijk was dat Hasselhoff zichzelf vanaf het begin serieus nam. De vraag is of dit ook voor het publiek geldt. Of met andere woorden: is het überhaupt mogelijk om serieus fan te zijn van Hasselhoff zonder dat mensen zich afvragen of er ergens een schroefje bij je loszit?

Laat ik vooropstellen dat David geen domme jongen is. Hij werkte zich op van soapacteur naar de Ridder in het Leren Jack en rende daarna voor veel geld heel wat rondjes op het strand als strandwacht. Ondertussen is hij een gevierd zanger in bepaalde landen (Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk) en heeft hij door zijn carrière goed geboerd.

Dit jaar speelde hij een rol in Click met Adam Sandler, was hij onder andere jurylid van de show America ’s got Talent (een soort van Idols) en kwam zijn autobiografie Making Waves uit. En nu wordt het verhaal een beetje eng.

Niets vermoedend surfte ik laatst op Google Video en kwam ik een wat amateuristische videoboodschap van The Hoff Himself tegen. Hij vertelt dat zijn boek gaat over hoe hij in het leven staat en hoe mensen over de hele wereld positief reageren op Michael Knight. ‘One man can make a difference,’ zegt hij serieus in de camera. Dit was de slogan van de serie Knight Rider en is nu kennelijk ook de lijfspreuk van de acteur in het dagelijks leven. Ik besefte dat David, niet gespeend van een beetje zelfspot, méénde wat hij zei. Dit ging verder dan Hasselhoff die handig gebruik maakte van zijn voorgaande televisierol. David was Michael geworden zo leek het. In ieder geval in zijn hoofd.

(Je mag je wel afvragen waarom iemand die multimiljonair is geen professioneler ogende videoboodschap laat opnemen in plaats van dit amateuristische filmpje. Misschien wil hij hiermee zijn ‘echtheid’ aantonen.)

Maar het wordt nog vreemder. In de videoclip Jump in my Car, die gretig gedownload wordt op YouTube, zien we Hasselhoff die een parodie neerzet van Michael Knight. Hij probeert een meisje in KITT uit te nodigen om haar vervolgens met de schietstoel te lanceren als blijkt dat ze echt te ver weg woont.

In een andere videoboodschap geeft The Hoff de kijker een update over zijn leven. En kondigt hij David Hasselhoff – the Musical aan. Hij als Belle, KITT als ’t Beest? Hasselhoff zendt een dubbele boodschap uit: aan de ene kant leeft David als een soort Michael Knight die de harten van kinderen over de hele wereld verblijdt door ze een bezoekje te brengen; aan de andere kant steekt hij met zichzelf de draak in videoclips en filmrollen. Hasselhoff heeft twee gezichten.

En zo zijn er ook twee typen fans: de mensen die geloven in het Heilige Vuur van The Hoff, en de mensen die Hasselhoff zien als een campfiguur. De reacties op de video’s gaan van extreem pro tot erg negatief. Kennelijk ben je voor of tegen The Hoff.

En waar sta ik eigenlijk in deze kwestie van wereldse importantie? Hoe zie ik de Man die in mijn jeugd met mijn favoriete auto menig vrouw-in-nood redde, maar later schlagerachtige popmuziek ten gehore bracht en tegenwoordig videoclips maakt waar hij voor een glanzende Amerikaanse vlag staat? De Man die om zichzelf kan lachen, T-shirts draagt met de tekst ‘Don’t Hassel the Hoff’ erop en zich tegelijkertijd heel serieus lijkt te nemen in videoboodschappen en interviews? Laat ik het zo zeggen: ‘God Bless The Hoff!’

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: How many roads

Vanavond heb ik in het plaatselijke filmhuis de film How Many Roads van Jos de Putter gezien. In deze film worden enkele Dylanisten geportretteerd. De film gaat dus niet over de carrière van Amerikaans beroemdste bard, maar over het effect van zijn muziek en vooral teksten op zijn fans.
Zoals De Putter het zelf heeft omschreven in een interview met Cinema.nl:

‘De echte Bob Dylan is zijn werk. En hoe zie je nu wat iemands werk is, als je kijkt naar wat ’t doet met gewone mensen.’

De teksten van Bob Dylan worden door menigeen tegen het licht gehouden al ware ze afkomstig uit een Heilige Schrift. Er wordt kracht en advies geput uit de teksten. En net zoals bij menig heilig boek, zijn de teksten zo te interpreteren dat je er altijd je gelijk mee kunt halen.
In How Many Roads vallen enkele zaken duidelijk op. Fans van Dylan zijn van alle leeftijden en geledingen. Zo maken we kennis met een joodse christen, een jonge soldaat en vrouw van in de veertig die door het land achter Dylan aan reist. Er zit zelfs een stel tienermeisjes bij die graag de muze van oude Bob zouden willen zijn.
Het zijn allemaal typen die eruit springen. Het zijn niet de succesvolle carrièrejagers zoals de American Dream vaak wordt voorgesteld. Al zijn het wel mensen die allemaal opzoek zijn naar geluk en op hun weg begeleiding vinden in het werk van Dylan. De man van de straat gezien via een vertekenend spiegelbeeld. De Putter toont een interessante doorsnede van Amerika op dit moment. Een Amerika dat anders is dan de tijd waarin Dylan als woordvoerder sprak voor de jonge generatie die tegen de oorlog was.
Dylan past in het rijtje van Lennon, Presley, Morrisson en andere pophelden die tot een bijna heilige status worden verheven door hun fans. (Met dit verschil dat Dylan, in tegenstelling tot de drie voorgaande genoemde popgoden, nog leeft.) Dergelijke verheerlijking mag je overdreven vinden. Het neigt naar een ziekelijke verering die kan leiden tot verkeerd fanatisme. Was het immers niet een fan van Lennon, Mark Chapman, die hem uiteindelijk doodschoot? Aan de andere kant is de verering van een popheld het bewijs van de kracht die muziek en teksten kunnen hebben op mensen. En dat is eigenlijk heel mooi.
How Many Roads is behalve een portret van deze fans ook een roadmovie die prachtige beelden van cameraman Vladas Naudzius bevat. Wat mij betreft een aanrader voor Dylanisten, maar ook voor een ieder die geïnteresseerd is in mensen die over hun passie in het leven vertellen.