Donderdag 7 januari 2010
Iemand had de bomen in het Vondelpark opgevrolijkt met brede sneeuw glimlachen op de stammen. Een beeld waar ik vrolijk van werd dus ik dacht: ik deel het even met de wereld.Lees ook:
Wat de negen animaties in het programma Hollandse Nieuwe – Fresh animation from the Netherlands duidelijk maakt is dat Nederlandse animators vooral verliefd zijn op het animeren zelf, het vertellen van boeiende verhalen lijkt secundair. Films als De Magische Tol van Joost van Veen, Theatre Patouffe van Maarten Koopman en Magic show van Milan Hulsing lijken puur in het leven geroepen om de kunst van het animeren te tonen en komen niet verder dan het overbrengen van een basisidee zonder de toeschouwer in vervoering te brengen. De animators lijken niet geïnteresseerd te zijn in het vertellen van een doorvlochten verhaal. Een uitzondering op deze stelling vormt de animatie Paultje en de Draak, van regisseurs Albert `t Hooft en Paco Vink. Deze film is gericht op kinderen van vijf tot dertien jaar die lijden aan kanker. In de animatie zien we hoe de jonge Paultje ziek wordt en in het ziekenhuis wordt opgenomen. Om aan de jongen uit te leggen dat hij aan kanker lijdt, vertelt de dokter dat er een draak in zijn lijf leeft die de boel loopt te verzieken. In zijn fantasie trekt Paultje als ridder ten strijde tegen de draak. Hij wordt geholpen door de vrolijke blauwe druppels van zijn chemokuur. De regisseurs vertellen dit verhaal volledig visueel en slagen erin om zonder dialoog een ondoorzichtige situatie voor kinderen te verduidelijken. Een andere animatiefilm die in het programma Hollandse Nieuwe opviel, was Variété. Regisseur Roelof Van De Bergh verbeeldt op bijzondere wijze de cyclus van het leven en het jachtige bestaan waar de Westerse mens mee worstelt. Als metafoor gebruikt hij een jonge jongleur die verschillende Chinese bordjes met allerlei mensen uit zijn leven erop draaiende probeert te houden, op een lange houten stok. Al deze mensen staan symbool voor zaken als onderwijs, huwelijk en werk. Wie te veel werk op zijn bord neemt, heeft moeite om alles soepel draaiende te houden. Variété was als enige Nederlandse film in de competitie van het Klik-festival opgenomen en is de officiële inzending van Nederland voor de Academy Awards in Hollywood in de categorie ‘korte animatiefilm’.Dirkjan geanimeerd
Een onverwachte verschijning in deze reeks was de korte animatiefilm Het elixer, met stripfiguur Dirkjan in de hoofdrol. Het elixer is een luchtig verhaaltje waarin Dirkjan aan de slag gaat bij een bank als koffiezetter. Op de werkvloer wordt hij verliefd op Angela, maar zij wordt door een gladde collega weggekaapt. Dirkjan zoekt zijn toevlucht in een drankje om de concurrentie uit te schakelen, maar dit elixer heeft een onverwachte uitwerking. De film is gebaseerd op een strip van Mark Retera, tekenaar en bedenker van Dirkjan. De filmmakers hebben echter veel overboord gegooid om het filmpje zo kort mogelijk te houden. De strip bevatte bijvoorbeeld paginalang koffiegrappen en ging dus veel dieper in op Dirkjan als koffiezetter. Mijns inziens heeft deze animatie dan ook geen meerwaarde ten opzichte van een strippagina aan de hand van Retera. De film werd gemaakt door productiemaatschappij Mooves en is bedoeld als pilot voor een televisieserie. Tot op heden hebben geen van de omroepen in Hilversum interesse getoond in zo’n serie. Voorlopig staat de film dus op zichzelf. Het Elixer was vorig jaar op het Nederlands Filmfestival te zien als voorfilm bij Moordwijven. Omdat echter maar weinig Nederlanders zin hadden om de nieuwe Dick Maas flick te aanschouwen, hebben nog maar weinig mensen de geanimeerde Dirkjan kunnen zien. Ik betwijfel of dat erg is. Il Luster
Animatie van een compleet andere soort is de korte film The Phantom of the Cinema van de Nederlander Erik van Schaaik, waar ik in deze blogpost al uitgebreid over schreef. Zowel Phantom of the Cinema, als Variété, Display en Paultje en de Draak zijn gemaakt door Il Luster producties. Een productiehuis met verhalenvertellers waar we in de toekomst vast nog meer moois van kunnen verwachten.Deze tekst staat ook op het filmblog van Zone 5300.
Lees ook: Het beste van Klik!
Voor een verdere toelichting zie hier.
Ik plak al jaren geen foto’s meer in. Dat komt natuurlijk doordat ik tegenwoordig alles digitaal schiet. Toch was het vroeger ook een klusje dat vaak bleef liggen.
Zo moet ik bijvoorbeeld nog steeds mijn foto’s van mijn verblijf in Amerika (1995-1996) inplakken. That’s never gonna happen.Toch maak ik bergen foto’s. Veel meer dan voorheen, maar dan vooral met mijn telefoontje en meestal voor een blogpost. De map met fotobestanden puilt aardig uit, want ik gooi zelden iets weg. Soms is het ook wel fijn om door de map te bladeren: het brengt herinneringen terug van vergeten momenten. Dat geldt ook voor de minder geslaagde foto’s, hoewel ik van de week toch eens de tijd nam om mislukkingen uit het virtuele geheugen te wissen. Hieronder een reeks plaatjes die ik in het afgelopen jaar maakte en die ik tijdens het opruimen tegenkwam en wel het bewaren waard vond.
Later meer…
Soms lijkt het net of ik in een filmdecor leef terwijl ik gewoon een kopje koffie zit te drinken in een grandcafé. Niet omdat de mensen om mij heen, die allen verwikkeld zijn in eigen dialogen, hun dagelijkse sores en dromen, op de achtergrond figureren, maar omdat de omgeving perfect zou passen in een spannende film noir of een kleinschalig drama.
Neem nu Stanislavski in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Terecht een theatraal gebouw, met prachtige bogen, kroonluchters en een sierlijke trap, waar je ieder moment een mooi uitgelichte femme fatale kan verwachten die gracieus naar beneden loopt. Dezelfde ruimte kan ook fungeren als een ontmoetingsplek voor twee minnaars die een geheime ontmoeting hebben. Ze zitten achter de pilaar aan het tafeltje in de nis en houden zich zo klein mogelijk opdat ze niet opvallen.
Genieten van een ruimte die tot de verbeelding spreekt. Mijn kopje koffie smaakt er net dat beetje lekkerder door.
Het was een opmerkenswaardige week, met vage projecties, een literaire ‘ontdekking’, goede maaltijden en dansende schijnsims.
Maandag zat ik in de bioscoopzaal van Warner Bros waar ik de film X-Men Origins: Wolverine zag. Stiekem had ik best naar dit soloavontuur van Wolverine uitgekeken, want van alle X-Men is Logan mij het dierbaarst. Ik mag die opvliegende en getormenteerde rauwdouwer wel en heb dan ook erg genoten van Hugh Jackmans vertolking in de X-Men films. Jackman ging in de afgelopen weken de wereld over om de film, die hij ook produceerde, te promoten. Zijn lotgevallen waren te volgen op twitter. Ongetwijfeld begon de Australische acteur een account op dit hippe netwerk om de film extra onder de aandacht te brengen.Vage film
Maar wat een teleurstelling trof mij in de zaal van Warner. Geen diepgaand relaas over het verleden van Wolverine, maar een haastig en oppervlakkig verhaal dat schetsmatig de geschiedenis van deze X-Man aanstipte. Daarbij was de projectie tijdens de persvoorstelling meermalen onscherp. Dat mag de mening van een recensent natuurlijk niet vertekenen, maar het leidde wel af. Opvallend ook hoe de vertaler niet de moeite had genomen om zich in het bronmateriaal te verdiepen. Zo werd steevast het woordje ‘bub’, wat Logan altijd gebruikt in de strips, vertaald met ‘Bob’. Ook jammer dat Jackman niet zijn pruikje op had. De manen die het gelaat van Logan zo kenmerken zijn vervangen voor een nonchalante coupe. Het is betreurenswaardig dat de film zo kon mislukken ondanks alle goede bedoelingen van mensen als Jackman – dat hij het goed kan vinden met het personage mag na vier films duidelijk zijn. Ik koester een stille hoop dat hij zich met een volgende en boeiende aflevering revancheert.
Dinsdagochtend stond ik op met een zwaar gemoed: er moest nog een recensie over Wolverine aan het web worden toevertrouwd. De ochtend ging dan ook op aan het woordelijk uitdrukken van mijn particuliere mening. Eenmaal aan het schrijven, kwamen de woorden als vanzelf.
In de avond kreeg ik alvast een voorschot op mijn verjaardag, toen mijn ouders in Amsterdam waren en we met z’n vieren een naburig restaurant bezochten om bij te praten, te klinken en van een niet zo’n eenvoudige doch voedzame maaltijd te genieten.De houdgreep
Woensdag deed ik een interessante ontdekking in de boekenkast van L. Daarin stond een boek half uit de rij, alsof hij me stond op te wachten. Een zwoel kijkende jonge vrouw op het omslag maakte mij nieuwsgierig. De houdgreep van Joost Zwagerman, waar de auteur in 1986 mee debuteerde, gaat over Adriënne en Ingmar die samen hun eerste liefde beleven. Fijn dat Zwagerman ons daar ooit deelgenoot van maakte en deze liefde beschreef zoals alleen hij dat kan. Mooi verwoord, inleefbaar en levendig.Wat heerlijk om na zo’n lange tijd weer eens de zinnen te verzetten met een goed literair werk; om te proeven van de Nederlandse taal waarin de geestesbeelden van een ander op vakkundige wijze worden uitgedrukt.Prinsheerlijk
In de avond maakte Amsterdam zich op voor Koninginnedag. De stad gonsde van verwachting. Donderdag begon met de geur van versgebakken appeltaart die mijn neusgaten streelde. Ik kreeg niet veel mee van de dag van Bea, en bracht mijn verjaardag deels door op het balkon, las wat strips en dommelde halverwege de dag weg in een oppervlakkige, surrealistische ervaring en werd pas weer wakker bij het nieuws dat er een aanslag op het Koningshuis was gepoogd. Een nare gebeurtenis die mooi in woorden werd gevat door Nico Dijkshoorn:
(Wat kan ik daar nog over zeggen, wat al niet uitentreuren is gedaan? Treurige gebeurtenis die door de media in overdosis is herhaald. Telkens maar weer dezelfde beelden, alsof dat het begrip voor wat we zien vergroot. Alsof dat iets verandert aan wat er gebeurd is. Volgende week weer een nieuwe ramp en gaan we weer door met de dagelijkse beslommeringen.)
Die avond at ik samen met L in een restaurant waar tot mijn genoegen oude hits van Prince werden gedraaid. Het was een verfrissende herinnering aan oud plezier; ik verbaasde mezelf dat ik nog zoveel songteksten kon herinneren en betreurde het feit dat de vlam van deze geniale muzikant al jaren op een laag pitje brandde.Vrijdagmiddag balanceerde ik onwennig op een wippende stoel op het terras van De Molengang, waar de mannelijke bediening traag en allesbehalve klantvriendelijk was en waar ik samen met de Schone Schrijfster over het schrijven van fictie converseerde tot het tijd was om nog even Lambiek in de Kerkstraat te bezoeken, te bedrinken en te bedanken voor de gastvrijheid.Funky in het Frans
Vrijdagavond was ik met L en Jeroen in De Nieuwe Anita om de Jet Set Party bij te wonen en ons te verbazen over de funky Franse deuntjes van DJ Natasha en de uit Frankrijk ingevlogen deejay/remixer Minimatic. Terwijl Jeroen zijn toekomst in Tarottaal kreeg uitgelegd, keken L en ik naar de dansende jongens en meisjes op het feest. Anachronistische bewegingen, swingende heupen die niet zouden misstaan in een tienerfilm uit de jaren zestig. Hier en daar een houterige kantoorclerk die zijn best deed te mengen met de menigte. Van boven gezien deden deze ritmisch voortbewegende lijven me nog het meeste denken aan die van geautomatiseerd bewegende Sims.
Doch, dat de dames en heren hun dagelijkse zorgen even wegswingden op eigenaardige Franse muziek leek mij een toepasselijke daad aan het einde van deze markante week en een prachtig begin van de nieuwe maand.
Laatst ruimde ik mijn huis op. In een van de verzameldozen vond ik een stapel oude agenda’s. Junior Press, vroeger de Nederlandse uitgeverij van Marvel comics, gaf in het verleden ook schoolagenda’s uit. In een van die agenda’s stond de strip Spiderman in Amsterdam.Junior Press schreef in 1989 een wedstrijd uit. Amateur stripmakers in Nederland werden opgeroepen om een strip van drie plaatjes in te sturen waarin Spiderman een autodief betrapte. Er werden vier tekenaars geselecteerd die ieder tien stroken mochten tekenen van Spiderman in Amsterdam, een script geschreven door Joost Timp. Hierin gaat Peter Parker naar de hoofdstad van Nederland omdat Spiderman daar sinds een korte tijd straatrovers aan het bestrijden is. Een simpel verhaal, onderhoudend weergegeven door Chris Krone, Steven de Rie, Gerben den Heeten en Erik Olden. Naar mijn weten is deze strip nog niet online verschenen. En hoewel ik natuurlijk niet de copyrights bezit, wilde ik jullie het werkje niet onthouden. Daarom de komende dagen op Mike’s Webs Spiderman in Amsterdam.Lees alle afleveringen:
Ik ben al een tijdje op zoek naar een nieuwe woning, die hopelijk ergens in de Randstad staat: een prettige plek om te toeven, te schrijven, te lezen, te werken en visite te ontvangen. Hoeft niet groot te zijn. Gewoon, groot genoeg.Nu sta ik al een paar jaar ingeschreven bij Woningnet Amsterdam. Nu zal de Amsterdammer wel grinniken: ‘Een paar jaar, dan kun je nog wel even wachten maatje.’ Inderdaad, daarom heb ik het risico gespreid door me ook in Utrecht in te schrijven. Ik hoor het hoongelach van de Domstadbewoners al. ‘Ha! In Utrecht wonen is al bijna net zo moeilijk als een woning in Amsterdam vinden. Nee, nóg moeilijker!’Daarom dacht ik laatst: misschien moet ik niet zo groot denken. Weesp is ook leuk. Heb ik gehoord. Maar Hilversum is ook prima, of iets leuks daartussen.
It sounds interesting…
Ja beste lezer, u begrijpt het al: ik heb haast met verhuizen. Waarom? Mijn huidige appartement heeft mij 12 jaar trouw van onderdak voorzien, maar het is mooi geweest. Ik ben de oudste bewoner van dit pand. Niet dat dit zo erg is, maar ik wil ook wel eens in mijn huiskamer zitten zonder de buren woordelijk te kunnen volgen. Om nog maar te zwijgen van de borrelende waterpijpen die geregeld kletterend water vervoeren. Ik zou dit huis dan ook niet aanraden aan mensen met een kleine blaas. Wel aan iemand die van de hypnotiserende werking van een zoemend afzuigsysteem houdt overigens. Die kan zijn lol op in de woonkamer.
Daarbij wil ik dichter bij het werk gaan wonen. In de Randstad dus, niet er buiten. En – hier komt het – mocht jij, beste lezer, nog iets horen, weten, vermoeden van een leuke huurwoning… schroom niet om even te mailen:
De tip die leidt tot het door mij betrekken van een nieuwe huurwoning, levert de tipgever 100 euro op!
Ik hoor het hoongelach alweer op de achtergrond: ‘Ga maar achteraan staan, ik heb al tien mensen op mijn lijstje die ook graag iets van me willen horen als er iets vrij komt.’Ongetwijfeld, maar niet geschoten is altijd mis. Lees ook: