Met journalist, programmeur, filmrecensent en vriend Luuk van Huët sprak ik laatst over wie wij nu eigenlijk de beste vertolker van Peter Parker op het witte doek vinden.
Is dat Tobey Maguire, Andrew Garfield, Tom Holland, of toch Nicholas Hammond…?
Wie het boek Mijn vriend Spider-Man heeft gelezen, weet al waarschijnlijk welke acteur ik het beste vind.
Van de drie posters van Spider-Man: Homecoming die recent online werden gepresenteerd, vind ik die op het verkeersbord langs de snelweg het tofste:
Zo’n soort poster hebben we volgens mij nog niet gezien. Het alledaagse van dat bord en de kleurrijke en bijzondere verschijning van Spider-Man vind ik een leuke mix. Bovendien is het feit dat dit verkeersbord de afslag naar Queens aangeeft heel toepasselijk natuurlijk, want daar is Peter Parker opgegroeid. Daar is zijn thuis.
Het doet me denken aan mijn bezoek aan Forest Hills, Queens in 2009. In mijn boek Mijn vriend Spider-Man ga ik daar uitgebreid op in. Het is een bijzondere wijk. Uiteindelijk lukt het mij om het echte huis van Peter Parker te vinden. (Het boek is trouwens al te bestellen bij de boekwinkel en online winkels, het komt eind mei uit.)
Het filmaffiche van Spider-Man op het gebouw van the Avengers vind ik ook mooi. Misschien is het feit dat Spider-Man over muren kan kruipen en aan oppervlakten vast kan kleven wel zijn mooiste superkracht, en dat wordt hier min of meer getoond.
Of je zijn kostuum mooi vindt, daar kun je over twisten. Ik vind het zelf altijd het mooist als Spider-Mans filmkostuum zo dichtbij mogelijk bij de papieren versie zit. En dan heb ik het over het design van Steve Ditko natuurlijk. Of zoals John Romita Sr. hem na Ditko tekende.
Over de trailer wil ik het verder nu niet hebben. Ik vind het een beetje jammer dat ik die gezien heb namelijk: ze geven zo veel details al weg. Van de plot, van the Vulture en de rol van Tony Stark in het geheel. Erg jammer. Ook negeer ik alle analyses die ervan online verschenen ook zoveel mogelijk.
Ik kan me herinneren dat de filmposter van Sam Raimi’s Spider-Man onze held ook muurkruipend toonde:
Lang geleden alweer dat die film uitkwam, toch blijven de eerste twee Spidey-films van Raimi mijn favoriet. Daar kon Andrew Garfield niets aan veranderen. En ook al vond ik Tom Hollands introductie in Captain America: Civil Warmeesterlijk gedaan, toch blijf ik vooralsnog een voorkeur houden voor Tobey Maguire als Peter. Nou ja, uiteindelijk is er maar een Peter Parker en dat is die uit de strips van voor Brand New Day.
Dat neemt niet weg dat ik nieuwsgierig ben naar deze cinematografische incarnatie van mijn favoriete fictieheld. Nog even wachten tot juli dus.
In zijn tweede Spider-Man-film concentreert regisseur Marc Webb zich vooral op de relatie tussen Peter Parker en zijn vriendin. De schurken spelen tweede viool. En nog behoorlijk vals ook.
Als Spider-Man slingeren tussen de wolkenkrabbers van de betonnen jungle die New York heet, wie wil dat nu niet? Het is een van de voordelen als je door een radioactieve spin bent gebeten en de lol die Peter Parker daarin heeft, weten de filmmakers overtuigend te visualiseren. Aan het begin van The Amazing Spider-Man 2laat het Webhoofd zich van een dak naar beneden vallen om op het laatste moment een webdraad af te schieten en over de menigte op straat te scheren. De camera volgt Spider-Man van dichtbij; soms krijgen we een point of view-shot te zien, zodat je jezelf even in het masker van het Webhoofd waant.
Los van het 3D-effect zijn dit overigens geen nieuwe filmische middelen, want die camerastandpunten werden al gebruikt in de live-action televisieserie uit de jaren zeventig. Toch zijn deze scènes erg effectief. Ook maakt Spidey bijdehante opmerkingen als hij met misdadigers vecht. Wat dat betreft hebben regisseur Marc Webb en acteur Andrew Garfield de spirit van Spider-Man goed gevangen. Voor de rest is deze nieuwe aflevering van Spider-Man vooral een kwestie van oude huiswijn in nieuwe zakken en eerlijk gezegd kennen we dat smaakje nu wel.
Romance
In The Amazing Spider-Man 2 ligt het zwaartepunt van het verhaal bij de relaties tussen de personages. De romance tussen Peter en Gwen Stacy vormt het dramatische hart van de film. Peter Parker wordt verscheurd door zijn liefde voor Gwen en de belofte aan haar vader om uit haar buurt te blijven omdat zijn activiteiten als Spider-Man gevaar voor zijn geliefden kan opleveren. Iedereen die de strips heeft gelezen, weet hoe waar die woorden kunnen zijn. Garfield en Emma Stone hebben duidelijk chemie en overtuigen als liefdeskoppel. Stone maakt van Gwen een aantrekkelijke en spunky vrouw die zich niet zo maar even laat vastwebben door haar vriendje als er gevaar dreigt. Sterker nog: vol overgave treedt ze de dreiging tegemoet. Daar moet je wel voor vallen.
Een andere belangrijke relatie is de vriendschap tussen Peter en Harry Osborn. Het weerzien tussen die twee is een belangrijke opstap naar de volgende film. Hoewel Dane DeHaan Osborn jr. een fris gezicht en een intense persoonlijkheid geeft, voelt deze plotlijn toch als een herhalingsoefening. We hebben het allemaal al in Raimi’s Spider-Man-films gezien. Jammer dat men bij de reboot niet gekozen heeft voor een echt radicale andere richting. De scènes tussen Peter en zijn tante May (Sally Field) voegen een welkome komische noot aan het drama toe. Grappen over het wassen van het Spidey-kostuum zijn ook weer van de partij. Wel jammer dat Garfield bij iedere scène die wat emotie vraagt zijn ogen niet droog kan houden. De naam The Amazing Kleenex-Man zou hem beter staan.
Modderfiguur
Op relationeel vlak mag Webbs derde film goed uit de verf komen, net als bij zijn vorige Spidey-film geldt dat helaas niet voor de bad guys. De karakterisatie van Max Dillon aka Electro is zelfs gênant te noemen. De sukkelige Dillon wordt zijn hele leven al door anderen genegeerd. Hij heeft het elektriciteitsnet voor de stad helemaal uitgedokterd, maar wordt door zijn baas en collega’s als sloofje behandeld. Wanneer Spider-Man hem het leven redt, denkt Dillon dat ze meteen dikke maatjes zijn. Thuis voert hij uitvoerige dialogen met zijn denkbeeldige vriend en pakt hij blij als een kind een verjaardagstaart uit de koelkast die zogenaamd door Spider-Man is gekocht. De scène riep bij ondergetekende plaatsvervangende schaamte op. Wanneer Dillon door een vaag ongeluk elektronische gaven krijgt en bij hem letterlijk de stoppen doorslaan, ziet hij kans om zijn plek in de spotlight op te eisen.
Als Spider-Man-purist kan ik waarderen dat men heeft geprobeerd om Electro, die in strips nogal eendimensionaal is, menselijker te maken. De filmmakers proberen sympathie voor Electro op te roepen door hem tot slachtoffer van omstandigheden te maken. Eerder lukte die benadering wel in de films van Sam Raimi waarin Willem Dafoe als de Green Goblin en Alfred Molina als Doctor Octopus, gelaagde, getroebleerde personages neerzetten. Jamie Foxx doet zijn best met wat hij aangeleverd krijgt, maar hier schiet het scenario duidelijk tekort. Electro slaat een modderfiguur.
Comic relief De Rhino heeft een kleine rol in het geheel en is vooral een voorzetje voor de Sinister Six-film die eraan zit te komen. Paul Giamatti zet de schurk neer als een stripfiguur. Dat kan ik de batterij scenaristen die aan het script schreven nog wel vergeven, want Rhino zorgt vooral voor comic relief, maar zijn outfit is, net als het Spider-Man-pak uit de vorige film, een belediging voor de stripfans. Het lijkt wel of Webb en zijn team nog nooit een superheldencomic hebben gelezen.
Van alle schurken is de verhaallijn met Harry Osborn het meest interessant, al had Dane DeHaan wat mij betreft meer screentijd mogen hebben. Nu voelt zijn transformatie gehaast. Maar goed, plotgaten moet men ook dit keer weer voor lief nemen. En er moet natuurlijk wat materiaal voor deel 3 overblijven.
Het is erg jammer dat de schurken niet goed tot hun recht komen, want een superheld verdient een evenredig krachtige tegenstrever om tot zijn recht te komen. Nu is The Amazing Spider-Man 2 vooral een dramatisch verhaal waarin af en toe een kleurrijke, maar niet overtuigende gek opduikt.
Onderstaande spread staat in de recent uitgekomen Superior Spider-Man #30, waarin we kunnen lezen hoe Peter Parker zijn lichaam en geest weer terugclaimt van Doctor Octopus.
Hoe dat precies gaat is nu niet zo relevant, en dat de dertigdelige reeks vol met plotgaten en beroerde karakterisaties zit, is reeds eerder behandeld. Daar wil ik het niet over hebben, want het gaat mij nu om de positieve boodschap die deze spread van tekenaar Guiseppe Camuncoli uitstraalt, namelijk dat Peter Parker dol is op zijn leven. Hij neemt de goede dingen en accepteert de slechte dingen, en samen vormen die elementen zijn leven. ‘Every triumph, every tragedy. The headache.. and the joy. Family. Friends. The adventure of it all. And the fun. My god, there was so much FUN,’ roept de ziel/geest uit die in het hoofd van Peter Parker rondwaart.
Over de fragmenten die in het web te zien zijn zou ik een heel boek vol kunnen schrijven. De plaatjes zijn uit voorgaande strips gehaald en dus door diverse tekenaars gemaakt. Links onder zien we Gwen Stacy en Peter kussen, getekend door John Romita Sr. Daarnaast staat het fragment waarin Tante May en Jameson Sr. trouwen uit Amazing Spider-Man #600, getekend door John Romita Jr. Bij Peters rechterhand zien we een fragment uit Amazing Spider-Man #97 getekend door Gil Kane, waarin Harry Osborn bezwijkt aan de drugs die hij heeft genomen. (Samen met het voorgaande nummer was dit verhaal omstreden omdat Stan Lee hier de negatieve gevolgen van drugsgebruik aan de kaak stelt terwijl de Comics Code Authority dergelijke verhalen verbood. Toen heeft Marvel het verhaal zonder het zegel van de Comics Code uitgebracht.)
Nu we het toch over de Osborns hebben: bij de tekstballon ‘All of it!’ zien we hoe the Green Goblin zichzelf ontmaskert en aan Peter laat zien dat hij Norman Osborn, Harrys vader is. Aan de andere kant van de balloon komt Spidey tot de ontdekking dat zijn zwarte kostuum een buitenaards wezen is dat zijn lichaam probeert over te nemen en daarnaast zien we de eerste ontmoeting tussen Mary Jane en Peter. Die zijn later natuurlijk getrouwd, maar van die gebeurtenis zien we geen plaatje, omdat Marvel dat huwelijk in 2008 gewist heeft uit de geschiedenis van Spider-Man. Als staalkaart van Spider-Mans historie is de spread dus niet geschikt, want er wordt maar een beperkt aantal herinneringen getoond. Toch, voor een Spidey-fan als ik is het een feest van herkenning.
En daarbij spreekt de positieve boodschap mij dus aan. Nu ga ik voor raad en inspiratie wel vaker te rade bij Peter Parker en er zijn genoeg momenten te noemen in zijn 52-jarige geschiedenis die lezers op een positieve manier inspireren. En waar ik het in de toekomst nog wel eens over zal hebben.
Andrew Garfield speelt zoals je ongetwijfeld weet, op het witte doek Peter Parker. Ter promotie van The Amazing Spider-Man 2 gaf hij een interview met IGN. Tijdens het interview geeft Garfield goede raad. Natuurlijk hebben we een dergelijke boodschap eerder gehoord, maar het kan nooit kwaad om dit soort dingen nog eens te horen zodat er zelf ook in gaan geloven:
In the first movie we were obligated to retreading the origin story which Tobey Maguire and Sam Raimi did so beautifully. But now that that’s done, we get to own the character as filmmakers and we get to own it as Peter [Parker]. There is a life imitating art kind of thing going on, I think. So, I am super excited because [THE AMAZING SPIDER-MAN 2] was more fun to make. Because of that, I think when I put on that suit I felt freer, I felt like, you know, I can’t think of a word to use that is not the F-word, but like, “Screw the critics, screw the scrutiny.” And that’s the motto for life as well. If there’s one bit of advice I could give my childhood self, it would be don’t care what people think of you. Growing up and being a high school kid, you’re constantly self-conscious. There are those few rare kids who just know who they are from the womb onwards which I envy greatly. But that’s what Peter’s going through. He’s [saying], “I’m gonna make this my own. Because that’s the only way I can do this if this is mine,” and, “This is me.”
Eigenlijk had ik voor vandaag een tweede deel over Spidey’s kostuumdrama’s gepland, maar een recent persbericht bracht me op andere gedachten, dus dat andere stuk houd je van me tegoed. Wat is namelijk het geval: ten einde om de nieuwe aflevering in de reeks Spider-Man-films van Marc Webb te promoten heeft Sony Pictures onze favoriete Muurkruiper aan Earth Hour verbonden.
Spider-Man is de eerste superheldambassadeur voor de wereldwijde promotiecampagne van het Wereld Natuur Fonds om mensen na te laten denken over energiegebruik en de opwarming van de aarde. Toch zit er wat mij betreft een luchtje aan dit ambassadeurschap.
Het beruchte lights-out event betekent dat mensen over de hele wereld eens per jaar een uurtje het licht uit doen, een symbolische daad die tot nadenken moet aanzetten. Dit jaar is dat op zaterdag 29 maart. Het WWF introduceert dit jaar ook Earth Hour Blue, een digitaal platform om crowdsourcing van goede doelen, innovatie en creativiteit ten behoeve van de aarde te bevorderen.
In deze video leggen Andrew Garfield, die Peter Parker hopelijk in de nieuwe film zonder hipsterbaard gestalte geeft, Emma Stone en Jamie Foxx het een en ander over Earth Hour Blue uit. Je snapt waarom Peter Parker en Gwen Stacy gevraagd worden om een dergelijk project te steunen, want Parker als Spider-Man is nu eenmaal een held en ook Gwen heeft een brave inborst. Het is wel gek dat Foxx ook van de partij is, want die speelt in de film namelijk de schurk Electro. Als iemand die het geen moer kan schelen dat energie verspild wordt, dan is wel de schurk die zelf elektrische ladingen afschiet om zijn misdadige doeleinden te bereiken. Hem dus laten zeggen dat je ook een held bent door het licht uit te doen, is net zoiets als Willem Holleeder in je reclamespotje laten zeggen dat het niet zo aardig is om mensen af te persen of te ontvoeren. Dat riedeltje over zelf een superheld kunnen zijn is al afgezaagd, uit de woorden van Electro wordt het allemaal wat belachelijk.
Als je dan toch fictieve personages aan je goede doel verbindt, zorg dan dat het een beetje in de lijn ligt van hun karakter, anders is het promotionele doel wat uiteindelijk nagestreefd wordt namelijk zo zichtbaar. Want, hoe nobel het allemaal klinkt deze steun van Spidey aan Earth Hour, het is natuurlijk wederom een slimme zet van Sony Pictures om hun product onder de aandacht te brengen bij een groot publiek. Tijdens oudejaarsavond was er al een speciale teaser te zien op Times Square in New York om de release van The AmazingSpider-Man 2 aan te kondigen bij een groot publiek. Daarna was er een nieuwe trailer tijdens Superbowl. We moeten dit Earth Hour-initiatief dus zien als onderdeel van de promocampagne voor de film.
Aangezien er dit jaar aardig wat grote superheldenfilms in de bioscoop te zien zijn, zoals Captain America: The Winter Soldier, X-Men; Days of Future Past en Guardians of the Galaxy, is het logisch dat Sony zoveel mogelijk aandacht wil generen voor The Amazing Spider-Man 2. Maar mijn inziens doet de filmmaatschappij wel erg zijn best dit keer en dat baart me zorgen. Tegenwoordig draait het succes van film veel om het openingsweekeinde. De opbrengst die daarin opgehaald wordt, bepaalt grotendeels het succes van de film. Als iedereen massaal in de eerste dagen de film gaat zien in de bioscoop, maakt het eigenlijk niet uit of deze goed is of slecht. Sterker nog: als het een slechte film betreft haalt men toch zijn geld wel binnen. En negatieve recensies hebben op deze manier dan ook geen vat op de recettes. Nu was de eerste The Amazing Spider-Man-film naast overbodig, al niet zo heel goed, dus vermoed ik dat Sony de schade van de tweede probeert te beperken door alles op het openingsweekend te gooien. Dat vraagt om een stevige campagne.
Misschien vind je me wat cynisch klinken en dat klopt: ik word er cynisch van dit soort suikerzoete allianties, zeker als ze daarvoor mijn favoriete stripfiguur gebruiken. In het verleden is Spider-Man wel vaker gebruikt voor reclamecampagnes. Samen met Power Pack, een superheldenteam dat uit kinderen bestaat, trad hij midden jaren tachtig op in een comic tegen kindermisbruik. Rond diezelfde tijd stond deze advertentie ook in de comics van Marvel:
Dit soort campagnes vind ik slim: Spider-Man is een held die kinderen aanspreekt. Misschien zijn ze eerder geneigd naar hem dan naar hulpverleners te te luisteren, dus goed als je als uitgeverij daarvoor je personage laat inzetten. Wie weet spoort de strip slachtoffers aan om hulp te vragen. Hier heb ik dus allerminste bezwaar tegen (– al ben ik blij dat de scène waarin Peter Parker seksueel misbruikt dreigt te worden door een oudere buurjongen, buiten de officiële canon van Spider-Man-verhalen valt. Die arme jongen heeft immers al genoeg te verduren gehad.) Het thema seksueel misbruik wordt in dit geval ook niet ingezet om een product te verkopen. Spider-Man wordt ingezet om dit moeilijke thema onder de aandacht te brengen. Met de Earth Hour campagne zit het iets anders. Met deze reclamespots worden twee producten gepromoot, namelijk dat nieuwe crowdfundingplatform en de film.
Overigens heb ik grote vraagtekens bij initiatieven als Earth Hour. Natuurlijk vind ik het goed als consumenten worden gewezen op verspilling, maar wie echt iets kan veranderen aan de verschrikkelijke vervuiling van de aarde en iets kan doen tegen verspilling, dat zijn de fabrikanten, regeringen en grote coorperaties in de wereld. Zolang die niet inzien dat marktwerking niet boven alles geplaatst dient te worden en er andere zaken belangrijker zijn dan maximale winst en het gelukkig stemmen van aandeelhouders, blijft zoiets als Earth Hour een symbolische daad, of in dit geval een doorzichtige reclamecampagne voor een film. Ook al is die film, zoals de makers beweren, dan zo veel mogelijk klimaatneutraal geproduceerd. Bij mij laat de hele campagne in ieder geval een vieze smaak achter, vooral omdat mijn favoriete Muurkruiper hiervoor wordt ingezet. Over misbruik gesproken.
‘I am the best there is at what I do. But what I do best isn’t very nice.’ Deze slogan zou niet verkeerd staan op het visitekaartje van een professionele killer of op die van een zichzelf overschattende belastingambtenaar. Dan liever een killer.
Met de uitspraak stelt Wolverine zichzelf aan de lezer voor in het vierdelige klassieke stripverhaal van schrijver Chris Claremont en tekenaar Frank Miller. Het creatieve duo verschafte de mutant met het opvallende kapsel, de zelfhelende gaven en adamantium skelet plus dito klauwen de nodige diepgang en presenteerden Wolverine als een man die de balans probeert te vinden tussen zijn beestachtige natuur en zijn menselijkheid. Een held die door het leven gaat als een ronin: een samoerai zonder meester.
Naar eigen zeggen was dit stripverhaal uit 1982 de inspiratie voor de nieuwe film The Wolverine waarin Hugh Jackman wederom de Canadese rouwdouwer met het korte lontje gestalte geeft, maar behalve de personages en pakweg de eerste paar scènes heeft de film van James Mangold weinig van doen met die strip. Is dat erg? Nee. Strippuristen die hun beeldverhalen letterlijk op het witte doek willen zien, hebben het altijd moeilijk gehad in Hollywood. Enige verwatering hoort erbij. Hoewel Andrew Garfields suggestie om Peter Parker homoseksueel te maken in de nieuwe Spider-Man-film mij ook te ver ging. Natuurlijk heb ik geen hekel aan homo’s, maar een personage van seksuele voorkeur laten veranderen of van etniciteit, zoals de zwarte Kingpin in de inmiddels vergeten Daredevil-film, verandert het personage fundamenteel in de basis en dat is toch iets anders dan het ontwerp van zijn superheldenkloffie aanpassen.
Niets nichterigs overigens aan Jacksmans vertolking in The Wolverine. De Australiër heb ik altijd een inspirerende castingkeuze gevonden: hij belichaamt het personage met een flair die soms doet denken aan Eastwoods Harry Callahan. Zoals in de scène die losjes op de strip is gebaseerd, waarin Wolverine in een bar een jager hardhandig confronteert met de giftige pijl die hij in een Grizzlybeer schoot. De beer werd gek van het gif en bracht vijf man om het leven. Niet de schuld van de beer, wel van de jager die niet de moed had het beestje uit zijn lijden te verlossen. Dus pint Wolvie de snoodaard aan de tafel vast door de pijl door zijn hand te rammen en verduidelijkt hij zijn standpunt met een monoloog die uit de mond van Dirty Harry had kunnen komen en eigenlijk ook heel goed uit de stripversie van Claremont. Qua spirit komt The Wolverine dicht bij het stripfiguur en dat is gezien zijn vorige soloavontuur, waarin Wolverine is gedegradeerd tot het equivalent van een gecastreerde, langharige poedel, een hele stap voorwaarts. Daarom hoor je deze strippurist dit keer niet (heel hard) klagen.
Regisseur Marc Webb biedt een frisse kijk op de mythe van Spider-Man, maar dit avontuur steekt niet overal even perfect in elkaar.
Als je dan toch na vijf jaar al een filmreeks gaat rebooten en je ook weer de oorsprong van Spider-Man uit de doeken doet, moet je het radicaal anders aanpakken dan je voorganger. Niemand zit immers te wachten op een herhalingsoefening. Die boodschap moet regisseur Marc Webb in zijn achterhoofd hebben gehouden toen hij aan The Amazing Spider-Man begon. Zijn Spider-Man is duisterder dan die van Sam Raimi: geen sprookjesachtige shots van New York tijdens magic hour, nee, nachtscènes waarin het Webhoofd letterlijk in de schijnwerpers van de politie staat die jacht op hem maakt. Het is allemaal wat ruiger: Peter Parker wordt op het schoolplein hard in elkaar geschopt door Flash Thompson, de politie weet het Webhoofd met scherp te raken en behalve oom Ben valt er nog een ander dodelijk slachtoffer in de privé-sfeer.
Webb houdt een aardige balans tussen de emoties, actie en humor, waardoor de film ondanks de zware emotionele lading, niet te veel de emo kant op gaat.
In The Amazing Spider-Man treffen we een nerdy en geniale Peter Parker aan die in het laboratorium net zo op zijn plek is als op een skateboard. Hij is het buitenbeentje van de school, het favoriete slachtoffer van pestkop Flash Thompson. Maar zijn leven is niet volledig kommer en kwel: hij krijgt een relatie met de beeldschone klasgenoot Gwen Stacy die niet voor hem onderdoet qua intelligentie.
Jaren geleden is Peter bij zijn oom Ben en tante May gaan wonen. Zijn ouders waren hun leven niet meer zeker door het geheime project waar ze aan werkten. Wanneer Peter een mysterieuze koffer ontdekt die van zijn vader was, gaat hij op zoek naar de reden van de verdwijning van zijn ouders. Zo maakt hij kennis met Dr. Curt Conners, de voormalige partner van zijn vader die hun werk bij Oscorp heeft voortgezet. Daar wordt Peter ook gebeten door een bijzondere spin waardoor hij spinnenkrachten verwerft. Wanneer Conners door een van zijn experimenten verandert in een levensgrote hagedis, is het aan Peter Parker om hem tegen te houden.
Meer Ultimate dan Amazing
Meer zal ik niet van de plot verklappen, maar favoriete personages als J. Jonah Jameson, Mary Jane Watson of Harry Osborn, die allen prominent aanwezig waren in de trilogie van Raimi, ontbreken. Webb tapt uit een ander vaatje. Op de titelrol staat dan wel dat de film gebaseerd is op de Marvel comic Amazing Spider-Man door Stan Lee en Steve Ditko, Webb haalde de meeste mosterd uit de serie Ultimate Spider-Man van Brian Michael Bendis, die in 2000 moderne verhalen rondom de muurkruiper begon te vertellen. Sommige scènes zijn duidelijk geïnspireerd door die Ultimate-verhalen, ook wat betreft de sfeer van de film en het uiterlijk van Peter Parker moet ik bij The Amazing Spider-Man meer denken aan het schrijfwerk van Bendis dan dat van Lee. Niet zo gek ook, want zoals gezegd moesten ze het wel anders aanpakken om de reboot bestaansrecht te geven en waarom dan niet gebruik maken van de geüpdate versie van 12 jaar geleden? Maar los van het bronmateriaal hebben Marc Webb en de scenaristen hun eigen draai aan de wereld van Peter Parker gegeven en flink lopen sleutelen aan zijn oorsprong om er een goedlopend filmverhaal van te maken.
Verbetering
Het grote probleem van het oorspronkelijke Spider-Man-verhaal in Amazing Fantasy #15 (1962) is altijd de dood van oom Ben geweest. Doordat Peter een overvaller laat gaan omdat hij vindt dat dit niet zijn werk is, en die schurk later zijn geliefde oom vermoordt, leert hij dat het hebben van grote krachten gepaard gaat met een grote verantwoordelijkheid. Ik heb het echter altijd erg toevallig gevonden dat een schurk die eerst een televisiestudio overvalt een paar weken later inbreekt in het huis van de Parkers en daar Ben vermoordt. De scenaristen van de film hebben de dood van Ben en de overval op een meer logische wijze samengebracht.
The right men for the job De casting van Andrew Garfield is voortreffelijk: hij zet een ontwapenende, eigentijdse Peter Parker neer. In tegenstelling tot Tobey Maguire weet hij overtuigend te huilen en aangezien het emogehalte van deze film behoorlijk hoog is, komt dat goed uit. Webb besteedt namelijk veel tijd aan de relatie tussen Peter en Gwen en de persoonlijke perikelen in het leven van Peter Parker. Niet onterecht natuurlijk, want daar draaien de Spider-Man verhalen doorgaans om.
Ook de casting van Martin Sheen als oom Ben is een schot in de roos. Juist omdat Ben relatief weinig screentijd heeft, is het fijn dat acteerveteraan Sheen met weinig een boeiend en warmhartig personage kan neerzetten. Ook over Emma Stone als beeldschone en slimme Gwen Stacy zal je mij niet horen klagen. En ook Dennis Leary is als inspecteur Stacy goed gecast en maakt indruk, al had ik graag wat meer van hem gezien.
Monsterlijk
De film gaat mank bij de schurk in het verhaal: Rhys Ifans zet een zeer menselijke Curt Conners neer. Ooit verloor hij deze wetenwschapper zijn rechter arm en hij hoopt deze terug te laten groeien door zijn genetische structuur met die van een hagedis te mengen waardoor hij in The Lizard veranderd. Deze monsterlijke verschijning weet niet te overtuigen en slaat een modder figuur. Daarbij ziet zijn kop, een vreemde mengeling van een hagedis en een menselijk gezicht, er niet uit. The Lizard kan niet tippen aan vorige schurken als Doctor Octopus, prachtig gestalte gegeven door Alfred Molina, noch aan Willem Dafoe die overtuigend de gespleten persoonlijkheid van Norman Osborn wist uit te drukken.
Slecht ontwerp Webb heeft op sommige momenten in de film te veel haast: Peter steelt zijn web simpelweg van Oscorp, al ontwerpt hij de schieters wel zelf. Op een slapstickscène in de badkamer na, waarin Peter uit onwennigheid te veel kracht gebruikt en de kraan kapot trekt en de deurkruk al snel van de deur haalt, heeft Spidey wonderbaarlijk weinig moeite om een geoliede vechtmachine te worden. Iets meer oefening had de overgang van doorsnee nerd naar superheld geloofwaardiger gemaakt. Ook het Spider-Man-pak ziet er uit alsof men een ondoordachte, vlugge schets van de ontwerper heeft gebruikt. Waarom gaan rommelen aan een ontwerp dat al vijftig jaar prima dienst doet in de strips?
Aangezien het verhaal dat gesponnen is in deze film nogal wat losse eindjes bevat – de geschiedenis van Peters ouders is niet volledig uit de doeken gedaan, ook de moordenaar van oom Ben loopt nog vrij rond – mag een vervolg niet uitblijven.
Eindoordeel: The Amazing Spider-Man is een onderhoudende film die op de emotionele momenten meeslepend is, bevolkt wordt door een goede cast en strakke actiesequenties bevat. Helaas is de schurk minder boeiend en is het scenario op sommige punten wat slordig.
Te zien vanaf 28 juni in 3D en Imax 3D.
Voor de liefhebber: hier alvast een scène uit de film, waarin Spidey’s bijdehante humor goed naar voren komt:
Met nog anderhalve maand te gaan voordat The Amazing Spider-Man op het witte doek slingert, wordt de spanning extra opgevoerd door de filmmaatschappij: een clip van maar liefst vier minuten is op de Amerikaanse buis en op het interpret te zien.
Niet dat we heel veel nieuws zien: ze hebben vooral eerdere trailers door elkaar gehusseld. Goed, het fragment begint met een nieuwe sequentie op een brug waarin Spider-Man een kind uit een vallende auto redt. Daarna is het vooral een kwestie van déjà vu, vermengd met een paar spectaculaire webslinger shots.
Waar we vooral weinig van zien is The Lizard, de schurk uit de film. Logisch, want daar moeten we vooral nieuwsgierig naar blijven. Waar ik nu al te veel van heb gezien, is Peter Parker die zijn masker afdoet. Een van de makken van Ultimate Spider-Man, de reeks waar deze film op gebaseerd is, is dat schrijver Brian Michael Bendis Peter Parker om de haverklap laat ontmaskeren. Er is bijna niemand die niet weet dat Peter Parker en het webhoofd dezelfde persoon zijn. Iets wat ik altijd een zwaktebod heb gevonden. Het ziet ernaar uit dat de film van Marc Webb op dezelfde toer gaat.
Maar daarbij speelt voor mij nog iets: Ultimate Spider-Man is niet de ‘echte’ Spider-Man, maar een alternatieve versie van het webhoofd, dus laat deze verfilming me meer koud dan de serie van Sam Raimi waar tien jaar geleden (!) het eerste deel uitkwam en die gebaseerd was op de reeks Amazing Spider-Man. Raimi gebruikte de verhalen van Stan Lee en Steve Ditko als basis, Webb het alternatieve universum dat door Brian Bendis is geschapen. Bendis heeft een goede reputatie als het om strips schrijven gaat, maar liet met de verhaallijn over dood van Peter Parker toch behoorlijk wat steekjes vallen. Sommige van zijn beslissingen en aanpassingen op het Spidey-concept waren heel slim, met anderen was ik minder gelukkig als lezer.
Uiteindelijk maakt het niet uit: er bestaan nu eenmaal verschillende versies van het Spider-Man-verhaal en die kunnen heel goed naast elkaar bestaan. Jonge lezers zullen zich misschien beter kunnen vinden in de Peter Parker van Bendis, ik hecht meer waarde aan Peter die ik al sinds jaren ken. Mocht de film van Webb tegenvallen, dan duik ik weer gewoon met mijn hoofd in de strips en doe probeer ik The Amazing Spider-Man te vergeten.
Eerder was er al een teaser-trailer die veel tongen losmaakte op het web. Je mag je ook afvragen of een reboot niet te snel is na de vorige trilogie van Sam Raimi. Al geeft deze trailer wel de indruk dat men een andere weg inslaat dan de avonturen met Tobey Maguire. Dat komt deels omdat het verhaal gebaseerd is op Ultimate Spider-Man, de moderne versie van het webhoofd. Maar ook omdat we in andere tijden leven dan een paar jaar geleden en omdat de filmmakers zich met hun product moeten onderscheiden van de vorige versie. Er moet immers grof geld verdiend worden.
Ik krijg door de trailer wel zin om Marc Webbs interpretatie van Spider-Mans oorsprong te gaan zien. Waarom niet? Verschillende versies van hetzelfde verhaal kunnen heel goed naast elkaar bestaan. Kies zelf de editie uit die je het meeste bevalt.
Zelf ben ik niet zo fan van het kostuumontwerp van deze Spidey-versie, om maar iets te noemen. Ook is de Lizard niet een van mijn favoriete schurken. Met de casting van Andrew Garfield ben ik vooralsnog meer tevreden. Ik denk dat hij een interessante interpretatie van Peter Parker zal neerzetten. Ook Dennis Leary als Captain George Stacy lijkt me boeiend, al wijkt deze behoorlijk af van de stripversie. Maar een purist is met geen enkele adaptatie tevreden.
Eigenlijk heeft het niet zo heel veel zin om te speculeren over trailers, want de gemonteerde beelden geven slechts een indruk van de film die de lading van het geheel niet hoef te dekken. Hoewel het een amusante bezigheid is, beoordeel ik de film liever als hij in de bios is te zien en troost me met de gedachte dat deze vierde film niet slechter kan zijn dan het vorige deel. De lat der verwachting ligt dankzij Spider-Man 3 ook heel laag, de trailer wil ik dan ook als veelbelovend kwalificeren. Laat maar komen die 4 juli.
Het duurt nog tot juli volgend jaar voordat de film uitkomt, maar ondetussen is The Amazing Spider-Manbuzzend op het interpret. Op Marvel.com is van de week de poster van de film gepubliceerd. Ik vind het een spannend stukje grafiek. De tagline maakt nieuwsgierig, al het het volgens mij ‘The retold story’ moeten zijn, aangezien de oorsprong van het webhoofd nogmaals uit de doeken wordt gedaan. Het verhaal wordt weliswaar geüpdatet, maar toch.
Nu zat ik afgelopen week niet in San Diego om de Comic Con bij te wonen, toch zijn de hoogtepunten van de beurs goed te volgen via het web. Uiteraard was er ook een presentatie van de nieuwe Spider-Man film die we volgend jaar in juli mogen verwachten.
Nu vond ik de tweede video van het panel op de site GeekTyrant niet veel meer toevoegen dan dat we al weten, de speech van Andrew Garfield in de eerste video is echter de moeite van het kijken waard. De jonge acteur die Peter Parker speelt is vol enthousiasme over zijn rol. Garfield gebruikt bombastische en woorden vol passie om te vertellen wat dit strippersonage voor hem betekent. Dat Peter Parker voor hem een voorbeeld is van iemand die nooit opgeeft. Een stripheld die inspireert. Dat horen we graag als het om ons favoriete webhoofd gaat.
Of hij met zijn ludieke actie de harten van alle stripfans heeft gewonnen, valt nog te bezien. De liefhebbers van de strip die verfilmd wordt zijn immers het meest kritisch op alles wat er met hun held gedaan wordt. Mijn zegen heeft Garfield in ieder geval. Mocht de film alsnog erg tegenvallen volgend jaar… ach, dan duiken we gewoon weer in de papieren avonturen van Spider-Man.
Ik moet zeggen dat ik niet heel wild enthousiast word als ik de foto’s van het kostuum zie. Er stonden al eerder foto’s van Spideys pak online, maar ik dacht toen nog dat het lelijke ontwerp van alles te maken had met de special effects, dus dat het een speciaal stuntpak was om later makkelijker de beelden digitaal te kunnen bewerken. Maar aan deze plaatjes te zien wordt dit het kostuum waarin Andrew Garfield het geliefde webhoofd gestalte moet geven. Dat kleren ook de Spider-Man maken, is kennelijk nog niet doorgedrongen bij kostuumontwerper Kym Barrett, anders had hij Spidey niet in dit gedrochtig turnpakje laten rondlopen.
Spidey lijkt verdomme net een stuntman uit in een Justin Timberlake videoclip. Of een gay bikerboy in een hedendaagse Corman-film. En we moeten het geheel tot overmaat van ramp ook nog eens in 3D aanzien.
Nu waren de eerste ontwerpen van James Acheson uit de eerste trilogie ook behoorlijk afwijkend van de stripversie, maar uiteindelijk besefte Acheson dat hij het beste zo dicht mogelijk bij het kostuum uit de strips kon blijven. Steve Ditko maakte een zeer pakkend ontwerp toen hij Spider-Man voor het eerst op papier zette. Ik zie mijn favoriete webhoofd het liefste dus op die manier. Zelfs in de televisieserie uit de jaren zeventig, waar van alles mis mee was, was het kostuum een goede weergave van Ditko’s ontwerp.
Nou goed, we zullen zien hoe Garfield het er als Peter Parker vanaf brengt. Hij gaat het opnemen tegen The Green Goblin (Irrfan Khan) en De Lizard (Rhys Ifans). Twee schurken én het ontstaan van Spider-Man in één film, dat belooft weer een lekker vol script te worden. Een overdaad aan personages was een van de problemen van de laatste productie.
Emma Stone speelt Gwen Stacy, Peters eerste geliefde die in de strips vermoord werd door The Green Goblin. Martin Sheen speelt Oom Ben, Sally Fields Tante May. Laat ik van tevoren niet te veel speculeren en de film met positieve verwachting tegemoet zien. Mocht het dan toch niets worden, dan troost ik me met het idee dat Raimi en Maguire twee heel goede Spider-Man-films hebben gemaakt – erger dan Spider-Man 3kan de reboot toch niet worden. (Kennis van die verschrikkelijke derde film heb ik inmiddels chirurgisch uit mijn brein laten verwijderen…)