Tag: Andy Warhol
Striptekenaar Ben Westervoorde, die op dit moment heel druk is met een stripbiografie over André Hazes, vertelt in deze vlog welke strips hij graag leest en waarom.
Zie ook het hele interview met Ben dat al eerder online kwam.
Afstoten en omarmen
De dag begonnen met een fijne wandeling door Westerpark en aanverwante gebieden. Ik probeer mijn leven weer op de rails te krijgen en wat routine voor mezelf te creëren. Omdat ik te veel binnen zit, is het goed om de dag in de vroege buitenlucht te beginnen. Naar mijn idee is de lucht in Amsterdam dan iets schoner dan de rest van de dag.
Maar misschien vergis ik me daar wel helemaal in en is de lucht gewoon altijd even vies. De stad is in ieder geval rustiger op het tijdstip, dus dat is al winst. Een uurtje later en je moet overal oppassen dat je niet geschept wordt door een fietser die of veel te hard rijdt, of veel te hard rijdt en naar het scherm van zijn smartphone kijkt in plaats van op de weg.
In ieder geval was het fijn om te wandelen terwijl de zon langzaam opstond. Kijken naar hoe een reiger in het kroes van de sloot staart, op zoek naar een hapje, is heel rustgevend in ieder geval. De reiger bewoog heel langzaam en soepel, alsof hij tai chi had uitgevonden.
Tijdens het wandelen dacht ik na over de toekomst maar vooral over welke elementen ik vanaf nu uit mijn leven wil weren en welke ik juist wil omarmen. De laatste maanden ben ik bewust bepaalde kennissen aan het loslaten, simpelweg omdat ik niet blij word van hun aanwezigheid in mijn leven. Andere vriendschappen ben ik juist meer gaan koesteren. Soms moet je ook juist op dit vlak de balans opmaken.
Vloggen is een element dat ik de laatste maanden heb omarmt. Ik heb me daar echt op gestort. Dat begon al begin dit jaar, toen ik zachtjes aan steeds meer vloggers begon te volgen. Daar volgde onder andere dit artikel uit over Geek Vloggers dat ik voor Submarine Channel schreef. En sinds ik mijn eerste officiële vlog van de nieuwe serie online zette, voel ik een heerlijke vrijheid waarin ik alles kan maken wat ik wil. Bijna alles, want een vlog over het werk van Manara botst met de richtlijnen van wat je wel en niet op YouTube kunt laten zien.
Ik ben blij dat de vlog die ik met Typex maakte het goed doet en veel bekeken wordt. Niet alleen vind ik dat zoveel mogelijk mensen moeten weten dat het boek van Typex over Andy Warhol bestaat, zodat ze kunnen beslissen of ze het gaan kopen. Ook vind ik het fijn als mijn werk door zoveel mogelijk mensen bekeken en gewaardeerd wordt.
Dat lijkt evident, maar is lang niet altijd het geval. De ene vlog doet het beter dan de andere, en om het YouTube-kanaal zichtbaarder te krijgen voor een groot publiek, moet het algoritme van YouTube gekieteld worden doordat video’s veel geliket, gedeeld en bekeken worden.
En abonnees op het kanaal is daarin ook belangrijk. Gelukkig stijgt dit aantal langzaam. Het zijn er nu ruim 200, en ik hoop een bepaald cijfer te halen voordat het 2019 is. Welk cijfer dat is hou ik nog even voor me, en als het niet lukt is er geen man overboord.
Het is fijn als de cijfers gunstig zijn, al gaat het uiteindelijk niet om de cijfers, maar om de interactie. Dat geldt wat mij betreft dus ook voor mijn sociale leven. Minder contacten, minder vrienden en kennissen, maar de mensen die daarin voorkomen, doen er wel toe.
Een bijzonder bezoek aan de studio van stripmaker Typex, waar hij vijf jaar werkte aan zijn striproman over Andy Warhol. Typex toont zijn schetsboek en vergelijkt de oerversie van zijn stripverhaal met de uiteindelijke versie.
Ook vertelt hij over hoe het boek verder tot stand kwam en wat Warhol nu zo’n fascinerende persoon maakte. Typex’s Andy: Feitelijke fictie. De vele levens van Andy Warhol is een prachtige striproman van 562 pagina’s en een van de beste strips die in 2018 zijn uitgekomen. In deze vlog valt dus een hoop te genieten voor de stripliefhebber. Ik interviewde Typex in opdracht van de VPRO gids, en na het gesprek aan de keukentafel maakten we samen deze vlog in zijn zolderstudio.
Check ook deze vlog waarin Typex het portret van Rembrandt op de etalage van de American Book Center schildert.
Vlog: Heinz en Lucky Luke
Het laatste deel van de reeks ‘Heinz van H tot Z’ is uit. In deze uitgave staat ook mooi tekenwerk van Morris van stripheld Lucky Luke.
Voor meer over de Heinz-animatiefilm check deze site.
RIP Joost Zwagerman
In 2009 had ik het genoegen om Joost Zwagerman te mogen interviewen over zijn pamflet Hitler in de polder & Vrij van God. Het was tijdens het Weerwoord festival in Amsterdam waar hij zou optreden en waar ik een videoreportage over opnam.
Diezelfde dag interviewde ik ook Ellen ten Damme, Kluun en Ilja Leonard Pfeijffer (voor de tweede keer): het was spannend en bijzonder om Ten Damme en Pfeiffer te spreken, want beide heb ik hoog zitten, maar het gesprek met Zwagerman is mij het meeste lief. Het was een van de eerste keren dat ik een schrijfheld van me kon interviewen, want dat is Zwagerman voor mij: ik bewonderde hem voor de prachtige en boeiende essays die hij schreef, voor zijn doorzettingsvermogen om zoveel te schrijven en om de manier waarop hij altijd heel erudiet, enthousiast en toegankelijk over kunst wist te spreken.
Ik hou van het werk van Joost Zwagerman – hij is mijn favoriete Nederlandse schrijver. We deelden bovendien een fascinatie met het werk van Andy Warhol.
Graag had ik hem beter gekend, want voor mij is hij altijd het goede voorbeeld geweest. Als ik niet wist hoe ik mijn carrière verder vorm moest geven – voor zover je overigens van een carrière kunt spreken, maar dat terzijde – nam ik vaak Zwagerman als voorbeeld. Over kunst en popcultuur schrijven zoals Zwagerman, dat wilde ik en probeer ik nog steeds. Over strips vertellen zoals hij in DWDD over kunst sprak, dat streef ik na. Zwagerman bereidde zich altijd goed voor als hij een publiek optreden had. Tijdens het interview merkte ik dat hij precies wist wat hij wilde zeggen en zei het ook. Als hij nog iets toe te voegen had, dan wist hij je de volgende vraag uit te laten stellen totdat hij precies gezegd had wat hij kwijt wilde. Hij was erg media-minded, professioneel en maakte een zeer vriendelijke indruk.
De laatste keer dat ik Zwagerman live zag was tijdens een lezing die hij gaf in het Teylers Museum over de vroege tekeningen van Andy Warhol. Wederom een boeiend verhaal. Ik heb hem toen niet meer aangesproken.
Nu hij de hand aan zichzelf geslagen heeft (godverdomme!), zal mijn grote wens om Joost nog eens uitvoerig te kunnen interviewen over zijn werk, nooit uitkomen. Ik ga zijn aanwezigheid in de media missen.
Zwagerman werd pas 51 jaar en laat toch zo’n groot en uitgebreid oeuvre achter: mooie verhalen, prachtige en boeiende essays en artikelen. Dat vind ik tegelijkertijd intimiderend en troostend.
Vandaag heb ik verdriet.
Marlene Dumas: Unieke visuele echo’s
‘Dronken zeemeermin’ en ‘Schedel van een vrouw’ zijn twee kunstwerken van de expositie Marlene Dumas: The Image as Burden die mij bij zullen bijblijven.
Het eerste schilderij omdat het een komische noot toevoegt aan een verder overwegend somber en serieus oeuvre. Het tweede omdat het grafisch heel scherp is: een witte schedel op een zwarte achtergrond. Dat klinkt misschien niet heel origineel, maar juist in de meer zachte kleuren die Dumas doorgaans kiest, valt deze harde kleurschakering op.
Maandag bezochten Linda en ik de expositie Marlene Dumas: The Image as Burden in het Stedelijk Museum. De retrospectieve tentoonstelling is de eerste grote solotentoonstelling in 20 jaar van Dumas (Kaapstad, 1953) in Nederland en brengt bijna tweehonderd van haar belangrijkste werken bijeen vanaf de late jaren 70 tot nu. Dumas schildert bestaand beeldmateriaal na, maar geeft haar eigen interpretatie aan die beelden. Zo kiest ze vaak haar eigen uitsnede, maar ook door de keuze van kleur en haar schijnbare snelle schildershand maken de afgeleide tot een nieuw, uniek kunstwerk. Toch vond ik het ironisch om te zien dat een vrouw een selfie maakte met achter haar een muur vol met Dumas portretten. Een soort visuele echo van een echo.
Waarom maken we eigenlijk foto’s van andermans werk? Misschien willen we de beelden van anderen een beetje claimen, deze ons toe-eigenen door die beelden op sociale media te delen en zo met onszelf te verbinden. Het kan natuurlijk ook zijn dat mensen die foto’s maken als geheugensteuntje of om zelf later iets met die beelden te gaan maken. Over echo’s gesproken.
Dumas kiest vaak beelden van bekende mensen of beelden uit het nieuws. De twee schilderijen van Phil Spector, eentje zonder pruik waardoor hij bijna niet herkenbaar is, maakten meer indruk dan die van Amy Winehouse of Naomi Campbell. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik meer met Spector heb vanwege zijn verdiensten voor de popmuziek. Het is te makkelijk om aan te nemen dat Dumas zo goed verkoopt omdat ze gebruik maakt van beelden die velen zullen herkennen. Al zou ik haar werk niet snel aanschaffen om thuis op te hangen, daarvoor is de boodschap vaak te somber.
Aan het begin van de expositie hangt ook Dumas’ portret van Mohammed Bouyeri. Een naar begin van een verder mooie tentoonstelling. Het liefste zie ik die rotkop van Van Goghs moordenaar nooit meer. Wat dat betreft bevat het oeuvre van Dumas wel meer confronterende en scherpe beelden. Het is net allemaal even prettig. Over image as burden gesproken.
Vulgair!
In een zaaltje hangt erotisch werk van Dumas. In deze serie ‘MD-Light‘ gebruikte ze beelden die afkomstig zijn uit de porno. Er liepen twee vrouwen van in de vijftig langs een schilderij van een vrouw die op haar hurken met kut en kont naar de toeschouwer zit. ‘Ik vind porno vulgair!’ riep een van de vrouwen uit. Dat mag die vrouw vinden natuurlijk al vraag ik me altijd af waarom het tonen van bloot toch vaak als aanstootgevend wordt gezien. Iedereen is naakt onder zijn kleding en we doen bijna allemaal aan seks of willen daaraan doen, dus waarom is het zo’n probleem om dit te zien? Vooral religieuze dwaallichten vinden naakt vaak aanstootgevend, terwijl zij het menselijk lichaam toch als Gods of Allahs schepping zien. Dubbele moraal? Ik weet het niet. Religieuze mafketels zal ik toch nooit begrijpen.
Ik snap wel dat sommige mensen pornografie in de openbare ruimte niet wenselijk vinden. Dat leidt immers behoorlijk af. In het museum vond ik echter niets aanstootgevends aan de erotische beelden die Dumas ons voorschotelde. Een schildering van een pijpende vrouw had zelfs iets komisch door de titel: ‘Vrouw met pruik’.
Op weg naar buiten liep ik nog even door de fantastische boekwinkel die het Stedelijk rijk is. Ik kocht Holy Terror: Andy Warhol Close Up van Bob Colacello. Colacello was de hoofdredacteur van Warhols magazine Interview en stond een decennium lang dicht in de buurt bij de kunstenaar. Het is mijn zoveelste Warhol-boek, want in deze kunstenaar blijf ik eindeloos geïnteresseerd. Net als Dumas was Warhol iemand die bestaande beelden naar zijn hand wist te zetten.
Andy Warhol (1928-1987) blijft mij fascineren. De films, de zeefdrukken en natuurlijk de mythe van the Factory – ik kan er niet genoeg over horen. Daarom ben ik ook zo blij met de nieuwe expositie in het Teylers Museum te Haarlem over de pasontdekte vroege tekeningen van de popart-kunstenaar.
In het Prentenkabinet van Teylers Museum zijn deze zomer ruim 50 onbekende vroege tekeningen te zien Warhol. Deze werken maken onderdeel uit van ruim 300 tekeningen die min of meer bij toeval gevonden zijn in het archief van de Warhol Foundation in 2011. Deze vondst biedt een fascinerend inzicht in de kunstenaar voordat hij de Prince of Pop Art werd.
Vrijdagmiddag 31 mei was de opening. Joost Zwagerman, auteur en Warhol-kenner, sprak de genodigden toe. Uiteraard was ik daar bij en schoot de nieuwste aflevering van Daily Webhead. Aan het woord komen Zwagerman en Michiel Plomp, hoofdconservator kunstverzamelingen, om de tekeningen te duiden. Wat kunnen we van deze vroege tekeningen leren over de jonge Andy Warhol?
Warhol in de jaren vijftig
De ontdekte werken stammen uit de jaren vijftig, toen Warhol nog aan het begin van zijn carrière stond. De bladen zijn met pen in heldere contouren getekend en laten vooral kinderen en jonge mensen zien, alleen of in een groep. Sommige hiervan liggen in de lijn van zijn toenmalige werk als mode-illustrator en advertentieontwerper. (Andy tekende in het begin van zijn carriere als commercieel tekenaar vooral veel schoenen.)
Volgens Plomp sluiten enkele tekeningen aan bij de expressieve stijl van Duits-Oostenrijkse kunstenaars uit het begin van de twintigste eeuw, zoals Egon Schiele, George Grosz en Otto Dix. Andere wijzen vooruit naar de latere schilderijen van Andy Warhol.
Veel van deze tekeningen vervaardigde hij naar foto’s of illustraties uit tijdschriften. Fascinerend genoeg werkte hij toen al met series. Warhol drukte de nog natte tekeningen af en creëerde zo spiegelbeeldige voorstellingen.
Wat leuk is aan deze collectie van ruim 300 tekeningen is dat ze in 2011 eigenlijk bij toeval zijn gevonden door de Duitse galeriehouder Daniel Blau in het archief van de Andy Warhol Foundation in New York. Daar lagen ze sinds 1990 te verstoffen als archiefmateriaal zonder dat iemand zich bewust was van deze schatten.
Eerder dit jaar was deze tentoonstelling in het Louisiana Museum bij Kopenhagen te zien; hij zal na Haarlem nog doorreizen naar de Graphische Sammlung in München. Teylers Museum toont een selectie van Warhols mooiste vroege tekeningen in het Prentenkabinet, van 1 juni tot en met 1 september 2013.
Zwagerman over kunst: Alles is gekleurd
Alles is gekleurd: omzwervingen in de kunst van Joost Zwagerman, is een verzameling essays, artikelen en recensies die reiken van de gelaagdheid van de schilderijen van Mark Rotkho tot de vraag wat Kate Moss tot levend kunstwerk maakt.
Een deel ervan verscheen eerder in andere vorm in bladen als Vrij Nederland, NRC Handelsblad, Hollands Diep en Passionate. Aangezien tijdschriften zich vooral met de actualiteit bezighouden is de arbitraire onderwerpkeuze veelal ingegeven door wat er in de afgelopen jaren werd geëxposeerd of is uitgebracht.
Tot mijn grote plezier besteedt Zwagerman een aantal artikelen aan Andy Warhol, waaronder een interview met Lou Reed, opgeschreven als een nukkige monoloog. Dat Reed een verschrikkelijke eikel tegen journalisten kan zijn is bekend, maar door zijn snauwende uitspraken nog eens woordelijk op te schrijven geeft Zwagerman de muzikant levensecht weer.
Middels ellenlange opsommingen van de vele soorten vrouwen, types schaamhaar en onmogelijke seksstandjes uit Ik, Jan Cremer 3 legt de auteur in een recensie haarfijn en met humor bloot dat deze roman niet meer is dan een opsomming bravourepraat van een man die zich een midlifecrisis uit schrijft.
Pulserende schilderijen
Zwagerman analyseert, zoals in het essay over de kleurvlakken in de schilderijen van Mark Rothko. Deze kleurvlakken ‘pulseren’, aldus de schrijver. Dat komt volgens Zwagerman omdat Rothko met ongewoon dunne verfoplossingen werkte die hij laag voor laag aanbracht. Tussen de verschillende kleurlagen bracht hij vernislagen aan. Zelfs de zwarte vlakken van de donkere doeken zijn levendig, wat komt doordat de schilder onder het zwart lagen lichtere kleuren aanbracht. Interessant om te lezen!
Zwagerman schrijft helder en toegankelijk, wat hem een van de beste essayisten van onze tijd maakt. De stem van de schrijver is altijd duidelijk aanwezig, alsof de lezer direct wordt aangesproken. Hij maakt ons deelgenoot van zijn visie, bewondering en verwondering, maar vooral ook van zijn persoonlijke ervaringen bij het aanschouwen van kunst.
Het is niet verwonderlijk dat Zwagerman in het tv-programma De Wereld Draait Door eens per maand een verhaal over kunst houdt, als ware hij de nieuwe Henk van Os. In hetzelfde programma gaf hij een verklaring voor de titel van zijn bundel, die verwijst naar een gedicht van K Schippers. Het is een aansporing om goed om je heen te blijven kijken: ‘Het hedendaagse, de elementen die we allemaal geneigd zijn te veronachtzamen zijn absoluut het bekijken waard.’
Dat de visie van de aanschouwer soms ook gekleurd kan raken behandelt Zwagerman in de laatste bijdrage in het boek, ‘Busje schept man’, dat verder niets met kunst te maken heeft. Hierin verhaalt de schrijver minutieus hoe hij door een asociale zwarte jongen van zijn fietst werd getrapt en hoe hij daarna de wereld door angstige ogen is gaan bekijken. Het is te hopen dat dit Zwagermans observatievermogen niet permanent heeft verkleurd.
Toch nog een kritische kanttekening bij de uitgave. Heel spijtig is het lage aantal illustraties. Zwagermans teksten maken nieuwsgierig naar de kunstwerken, maar de meeste ontbreken in het boek en zal de lezer via google tot zich moeten nemen.
Vier sterren!
Joost Zwagerman – Alles is gekleurd
(De arbeiderspers, € 24.95)
Deze recensie is in ingekorte vorm, gepubliceerd in Zone 5300 #93.
Imagine in Flashback
Het Imagine filmfestival zit er voor mij weer op. In zes dagen festival zag ik in totaal 12 films, (Exam had ik al bij een persvoorstelling gezien) en een programma Europese korte films. Ook woonde ik het boeiende symposium van filmmuziek componist Simon Boswell bij.
Dit jaar vond het festival plaats in Filmtheater Kriterion. Een goede zet, want niet alleen bevonden de drie zalen zich in één pand, ook bezit Kriterion een leuk café, waar je een schappelijke prijs betaalt voor een kop koffie. Tussen de films door was het dan ook fijn praten met vrienden en mede festivalbezoekers. Ook gaf het café de gelegenheid om de festivalkrant te lezen. Leuk vond ik die Imagine Daily. Het zijn dat soort kleine dingen die een festival extra bijzonder maken. Eigenlijk hoort een serieus filmfestival gewoon een dagkrant te hebben. Punt. En een goede website. Over de site van Imagine heb ik niets te klagen. Overzichtelijk, informatief en een aanvulling op het festivalbezoek zelf.
Overigens werd het naar mijn smaak in de avonduren wel een beetje te druk in de gangen en het café van Kriterion. Misschien is het festival toch wat te groot voor het aantal bezoekers.
Dikkie Dick
Dick Maas liet ook zijn gezicht zien op het festival. Tussen de opnames van de film Sint door nam hij namelijk de Career Achievement Award in ontvangst. Daar was ik overigens niet bij, wel zag ik hem de dag erna uit de taxi stappen om een compilatie van zijn (korte) films in te leiden. Ook daar heb ik geen frame van gezien. Ik vind dat Maas vroeger veel betekend heeft voor de Nederlandse filmwereld met films als De Lift, Amsterdamned en Flodder. Daarna vond ik zijn films niet zo interessant meer, al ben ik wel licht nieuwsgierig naar Sint.
Donderdag 15 april was voor mij de eerste echte dag van het festival. Ik zag drie films die dag: No Smoking, Master Key en The Wild Hunt. Die laatste stak met kop en schouders uit boven de eerste twee films, waarvan Master Key toch wel een van de meest vage scenario’s is die ik ooit op het witte doek heb uitgespeeld gezien.
Quantum Leap
Een eerste dag op het festival is altijd even inkomen. De programmering is strak en de pauzes tussen de voorstellingen daardoor kort. Iedere keer als het licht in de zaal uitgaat kom je in een nieuwe verhaalwereld terecht en moet je je verplaatsen in een volledig onbekend personage. Al snel voelde ik me een soort van Sam Beckett – de tijdreiziger uit Quantum Leap, niet de beroemde Ierse schrijver en dichter. Na een dag krijg ik daar altijd een soort van geestelijke jetlag van. Als ik niet geregeld achter het toetsenbord kruip om recensies en impressies te schrijven van de films die ik zie, dan zouden alle indrukken door elkaar gaan lopen. Scènes, personages, situaties zouden dan een grote onnavolgbare metafilm worden.
Vrijdag 16 april was de dag voor European Fantastic Shorts #2, Black Dynamite en de niet minder dan Fantastic Mr. Fox. Black Dynamite was ook een fijne spoof op de blaxploitationfilms uit de jaren zeventig. Kan het dan ook alleen maar eens zijn met de woorden van Tonio van Vugt die de film uitgebreid besprak. Wel grappig dat er een spoof, cq hommage van blaxploitation is gemaakt. Wie films als Shaft en Sweet Sweetback’s Baadasssss Song (die titel alleen al) tegenwoordig ziet, heeft toch moeite zijn lach in te houden. Niet dat Shaft niet cool is, maar die jive-talk en übercoole poses die de personages aannemen werken tegenwoordig toch op de lachspieren.
Soundtrack
Simon Boswell is componist van filmmuziek. Hij werkte voor filmmakers als Dario Argento en Clive Barker. Hij voorzag veel horrorfilms van muziek terwijl hij zelden zo’n film kijkt. Boswell gaf een zeer onderhoudende masterclass over zijn carrière, het componeren van filmmuziek en toonde ons zijn eigen geluidsexperimenten. Boswell plaats namelijk filmmuziek onder nieuwsitems. Het effect ervan laat zich raden. Onder beelden van de vliegtuigen die op 11 september 2001 de Twin Towers in vlogen zette hij een zelfgemaakte compositie die niet had misstaan onder beelden van een film als Independence Day. Het nieuws leek daardoor wel een spannende film.
Interessanter vond ik zijn vertraagde videoportretten. Boswell gebruikt bestaande close-ups van beroemdheden als Bowie en Sadam Hoessein en vertraagt de beelden ervan zodanig, dat ook het knipperen van de ogen zeer langzaam gaat. Aan het beeld voegt hij een vreemdsoortige, intense soundtrack toe. Het effect is zeer vervreemdend, maar boeit ieder frame. Het zijn indringende levende portretten van mensen. Je gaat automatisch minutieus naar de gelaatstrekken kijken en ontdekt een oneindig verhaal in de blik van de geportretteerde.
Het experiment lijkt mij een voortgang van de screentest van Andy Warhol. Die richtte een cameralens op iemand en draaide de filmrol vol terwijl deze mensen in de lens keken en tegen de camera zaten te praten. Soms staarden de drie minuten dat de filmspoel duurde naar de toeschouwer. Toen ik mijn observatie na de lezing met Bosswell deelde, gaf hij toe dat hij door Warhols screentests is geïnspireerd.
Verder zag ik maandag nog de film Best Worst Movie. Zie hier mijn recensie. De dinsdag begon met Diagnosis Death, gevolgd door de prachtige en ontroerende animatiefilm Mary and Max. De avond was gereserveerd voor Symbol.
Symbol ondersteboven
Halverwege de eerste vertoning van Symbol van Hitoshi Matsumoto ging het goed mis. Opeens was het beeld ondersteboven en in spiegelbeeld. In eerste instantie dachten we allemaal dat dit misschien zo hoorde. Symbol is namelijk een nogal vreemde film en bij de scène in kwestie schakelden we net over naar China, aan de andere kant van de wereld. Misschien dat Matsumoto de wereld daarom op zijn kop toonde? Toen de ondertiteling echter ook in spiegelbeeld en bovenin het beeld verscheen, bleek dat de operateur de aktes verkeerd aan elkaar had geplakt.
Voor niet ingewijden: film wordt in een reeks kleine spoelen aangeleverd die voor vertoning achter elkaar geplakt moeten worden op een grote spoel. Als een film eenmaal draait, kun je dit soort fouten niet zomaar herstellen. Kortom: einde van de filmvertoning. De festivaldirectie ging hier heel netjes mee om: iedereen kreeg een voucher zodat een andere voorstelling gratis bijgewoond kon worden. Ook werden er consumptiebonnen uitgedeeld.
Toch was het heel frustrerend, want Symbol is een film die de kijker een enigma voorschotelt: Een man in een fel gekleurde pyjama ontwaakt in een lege witte kamer waarvan de muren zijn gedecoreerd met de piemeltjes van engelenbeeldjes. Wanneer hij op zo’n piemeltje drukt floept uit een luik in de muur een willekeurig voorwerp te voorschijn: een roze tandenborstel, een steekwagentje, een vaas, sushi… Op de een of andere manier houden de gebeurtenissen in de witte kamer verband met de voorbereidingen, ver weg in Mexico, van de oude gemaskerde worstelaar ‘Escargotman’ op zijn wedstrijd. Maar hóe, dat blijft een verrassing tot het goddelijke einde. Het einde dat ik dus niet gezien heb.
Symbol vormt een puzzel waarvan ik de oplossing nu niet weet. Aan de ene kant frustrerend, aan de andere kant een mogelijkheid om zelf een passend einde te bedenken. Inmiddels heb ik al van mensen de afloop van Symbol vernomen. Dat bevredigt het ongenoegen enigszins, maar niet zoveel als het zien van de film zelf.
Woensdag zag ik het matige doch onderhoudende The Crazies en de saaie film Time Out. De dag werd gered door Leslie, My name is Evil. Aanrader!
Donderdag sloot ik het festival af met Dark and Stormy Night die best leuk was geweest als de film maar een halfuurtje had geduurd en de tromafilm Vampiere Girl versus Frankenstein Girl. Deze was net zo vermakelijk en fout als de titel doet vermoeden. Geen slechte afsluiter van Imagine 2010.
Silver screen award
Na een vertoning mogen de bezoekers hun mening over de betreffende film doen blijken door met een formuliertje aan te geven of ze de film: hopeloos, slecht, zozo, goed of zeer goed vonden. Op basis daarvan wordt iedere dag een tussenstand voor de Silver Screen Award gepubliceerd. Maar hoe zit het precies als een film weinig bezoekers heeft getrokken maar die drie mensen in de zaal deze film allemaal zeer goed vonden? Komt die film dan bovenaan te staan? Of werkt het systeem op een relatieve basis, waarbij het aantal bezoekers en vertoningen in de berekening worden meegenomen? Ik vroeg het Phil van Tongeren op een dag toen hij uit het festivalkantoor stapte. ‘Daar is onderling nogal wat discussie over,’ zei Phil. ‘Maar het klopt wel hoor,’ verzekerde hij ons. Nou ja, veel maakt het niet uit. Dat wil zeggen, dat de top drie wel overeenkomt met die van mij.
- Mary and Max 8.93
- Fantastic Mr. Fox 8.80
- Best Worst Movie 8.77
Hoewel, ik zou Fantastic Mr. Fox op 1 hebben gezet en Mary and Max op nummer twee. Met Best Worst Movie op nummer drie ben ik het geheel eens. Mr. Fox had overigens minder vertoningen dan Mary and Max. Heeft dat er misschien toch mee te maken, Phil?
Voor de liefhebbers: check Hallie Lama’s stripblogjes over Imagine. En voor meer recensies het Imagine blog van Zone 5300.
John Waters: ‘Je moet jezelf blijven vernieuwen’
Filmmaker John Waters, aka The King of Trash, was in Nederland en liet zijn gezicht zien tijdens het BUT filmfestival in Breda en in de filmzaal van De Melkweg te Amsterdam, waar zondagavond zijn films Polyester (1981) en Pink Flamingo’s werden vertoond. Waters toonde zich een waar entertainer tijdens de Q&A die tussen de twee filmvertoningen plaats vond. Hij beantwoordde vragen van het publiek en lepelde enkele sappige anekdotes op uit zijn filmcarrière, die begon met zijn korte film Hag in a Black Leather Jacket uit 1964.
Waters is altijd een anarchistische filmmaker geweest die door middel van camp en shockerende scènes commentaar levert op de standaardwaarden van de Amerikaanse maatschappij. Waters maakte in 1981 de film Polyester voor het bescheiden budget van 300.000 dollar en vertelde met de film een totaal bizar verhaal dat een parodie moest zijn op de melodrama’s van regisseur Douglas Sirk. Polyester is dan ook een satire op het familieleven in de suburbs, met dragqueen Divine in de hoofdrol. Divine, die in de verte iets wegheeft van Elizabeth Taylor met overgewicht, wordt door bijna iedereen in deze film op vreselijke wijze behandeld. Thuis is het ook al geen pretje voor deze moeder die haar leven volgens de christelijke waarden wil laten leiden: haar man is exploitant van een pornobioscoop en gaat vreemd met z’n secretaresse, haar zoon is een voetfetisjist die de voeten van vrouwen breekt door hard op ze te stampen en haar dochter is een losgeslagen, oversekste puber tot ze zwanger wordt en na haar abortus de edele kunst van het haken ontdekt.
https://www.youtube.com/watch?v=fwtbY9zfOMA
Divine (Harris Glenn Milstead) speelde in veel films van Waters en was een jeugdvriend van de filmmaker. Waters woonde in dezelfde straat in Baltimore als Divine en ontmoette hem op 16-jarige leeftijd. De dikke jongen werd constant gepest en in elkaar geslagen om zijn verwijfde voorkomen. Volgens Waters werd Divine zelfs door zijn moeder gedwongen iedere avond d’r haar te doen. Misschien dat Polyster daarom zo’n verdraaid beeld geeft van een gemiddeld gezin in de suburbs, om te laten zien dat het daar niet zo vredig aan toegaat als dat men zou verwachten.
Een opvallende aanwezigheid in de cast van Polyester is filmster Tab Hunter. Hunter maakte furore in de jaren vijftig en was toen een waar idool. In Polyester speelt hij de rol van Todd Tomorrow die aanpapt met Divine om haar alimentatie in de wacht te slepen, terwijl hij eigenlijk een relatie heeft met haar moeder. Waters vertelde zondagavond dat Hunter zo onder de indruk was van Divine, dat hij later nog een andere film met hem in de hoofdrol produceerde.
Polyester heeft als special feature Odorama: tijdens sommige scènes komt er een cijfer in beeld. Dit cijfer correspondeerde met een speciale kaart die geursamples bevatte. Het publiek diende cijfertjes weg te krassen om zo de betreffende geur te kunnen ruiken. De gimmick was niet beschikbaar in de Melkweg zondagavond. Gelukkig maar, want bij vertoningen waar Odorama vroeger wel werd toegepast stonk de bioscoopzaal aan het einde van de film een uur in de wind van al die geurtjes. John Waters zou namelijk John Waters niet zijn als er niet wat nare odeurs in het palet zouden voorkomen.
Hairspray
In 2007 kwam de film Hairspray uit van regisseur Adam Shankman, met Hollywoodsterren als John Travolta en Michelle Pfeiffer in de hoofdrol. Tijdens de Q&A vertelde Waters dat hij zeer in zijn nopjes was met deze remake van zijn film en dat hij een synopsis voor een sequel heeft geschreven. ‘Het verhaal gaat een compleet andere kant uit. Dat moet ook wel want je wilt altijd het publiek verrassen met iets nieuws. Daarbij is het verhaal van Hairspray is nu al drie keer verteld, in twee films en een broadway musical, hoog tijd dus voor een nieuwe wending.’ De filmmaker achtte overigens de kans niet groot dat de filmproducenten dit nieuwe treatment zouden accepteren.
Klootzak
Iemand uit het publiek vroeg Waters of hij nog steeds de films maakt die hij graag wil maken. ‘Ja, al moet je natuurlijk altijd concessies doen.’ Zijn houding was wel veranderd, gaf hij toe: ‘A 20 year old angry man is sexy, but an angry 60 year old is an asshole,’ legde hij uit. Films als Polyester en Pink Flamingo’s zal hij nu ook niet meer maken. Al spreekt hij nog steeds met trots over het feit dat hij de scène waarin Divine hondenpoep eet in Pink Flamingo’s door de censuur kreeg. ‘Ik vind het fantastisch dat ik ze gemaakt heb, maar die films heb ik dus al een keer gedaan. Je moet jezelf telkens opnieuw uitvinden en blijven vernieuwen.’
De regisseur van films als Cry Baby (1990) en Serial Mom (1994) werkt nu aan een kinderfilm, maar wel voor ‘fucked up little children’ gaf hij lachend toe. Waters vond het fijn dat ook jongere generaties in zijn films geïnteresseerd zijn. Zelf houdt hij die ook goed in de gaten, hij is nieuwsgierig naar wat jongeren uitspoken. Waters doet op dit moment een collegetoer door Amerika, getiteld This filthy world. ‘Vroeger gebruikte ik de term trash om mijn films aan te duiden, maar dat woord is uit. Daarom noem ik het tegenwoordig filth wat ik maak.’
Warhol en Wood
Waters wordt wel eens vergeleken met kunstenaar Andy Warhol. Die vergelijking is ook niet zo gek: beide filmmakers maakten eigenzinnige films met een aparte sterrencast met daarin dragqueens en andere afwijkende types. Zoals Waters zegt: ‘Warhol was de eerste die homo’s en drugs in film toonde.’ De twee heren hebben elkaar dan ook wel eens ontmoet. Warhol was zelfs zo onder de indruk van Pink Flamingo’s dat hij Federico Fellini mee naar de bioscoop nam om de film te laten zien. In het dagelijks leven wordt Waters wel eens voor Steve Buscemi aangezien. Qua gezicht en lichaamsbouw lijken de twee filmmakers/acteurs dan ook wel wat op elkaar. Wel verwonderlijk vond Waters die keer dat een stewardess hem voor filmmaker Ed Wood aan zag.
Underground cinema
Volgens Waters zijn er geen echte underground- en exploitatiefilms meer. Als die er al zijn dan zijn ze vooral online te zien. Probleem is daar wel dat het moeilijk is met online vertoning je geld te verdienen. Ook kun je veel minder makkelijk een sensatie creëren. Waters sprak zeer enthousiast over de horrorfilm The Final Destination die in 3D te zien is. Dit is wat hij tegenwoordig een exploitation film noemt. ‘3D is pure exploitatie. Ik vraag me dan ook af waarom ze geen 3D pornofilms maken.’ Volgens Waters zijn er in het verleden wel pogingen gedaan om erotische films in 3D te maken, ‘maar die waren een beetje mislukt. Met de huidige technieken zou je veel betere resultaten kunnen boeken.’
Het was een genot om Waters te horen praten. De man sprak in een rap tempo en vol enthousiasme. De Q&A duurde ruim een halfuur, waarna de filmmaker in het Theehuis nog even ging zitten om dingen te signeren.
Soortgelijks: Tim Burton op het AFFF.
BlogTalk: Top 10 Best Movies 2008
Het einde van het jaar staat weer voor de deur en tussen alle eindejaarlijstjes mag natuurlijk het lijstje met beste films van het afgelopen jaar niet ontbreken. Sterker nog: vergeet alle andere lijstjes en vergaap je/knik instemmend/maak je boos om de Top 10 lijstjes van BlogTalk! BlogTalk is een gezamenlijk project tussen verschillende filmweblogs in Nederland en België. Check dus vooral ook de lijstjes op onderstaande blogs:De Ultieme Filmblog;
Popcorn Movieblog;
Tagoean;
Atthemovies.web-log.nl;
http://shinebox.web-log.nl.
Natuurlijk is onderstaand filmlijstje volledig subjectief: het zijn de films die ik dit jaar gezien heb en het beste vond en waar ik me het meest mee heb vermaakt. Overigens is niet iedere film dit jaar uitgekomen. Allereerst verschillen uitbrengdata nog wel eens per land. Daarbij dicht ik mijzelf de vrijheid toe om ook films te noemen die ik dit jaar voor het eerst op dvd heb gezien, terwijl ze vorig jaar zijn gekomen.
- The Dark Knight (Christopher Nolan). Over de Dark Knight heb ik al uitgebreid geschreven in deze recensie. Nolan heeft met zijn tweede Batman-film een cinematografische opera gemaakt: bombastisch, gewelddadig, met een adembenemende vaart. RIP Heath Ledger die een fantastische, grimmige Joker neerzette. The Dark Knight doet mijn fanboy hart sneller kloppen.
- No Country for Old Men (Joel en Ethan Coen). De heren nemen de tijd om hun verhaal te vertellen. Dit geeft ruimschoots de tijd om te genieten van de prachtige shots gedraaid door cameraman Roger Deakins. Moderne western. Prachtige film.
- Iron Man van Jon Favreau is een verrukkelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. De film is een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Belangrijkste factor voor het succes van deze flick is acteur Robert Downey jr. die Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier speelt. Tegelijkertijd geeft hij de eigenzinnige playboy/uitvinder een nuchterheid en daarmee geloofwaardigheid mee. De film maakte mij nieuwsgierig naar de stripheld Iron Man en dit jaar las ik een paar verrassend goede verhalen over deze held, zoals Demon in a bottle waarin Stark tegen zijn drankprobleem vecht. Voor mij is Iron Man op stripgebied de ontdekking van het jaar, want ik heb nooit geweten dat Tony Stark zo’n boeiende held kon zijn. Zie hier de recensie van Iron Man.)
- Gone Baby Gone is het regiedebuut van acteur Ben Affleck. Ik vond de film fantastisch. Affleck leidt de kijker vakkundig door de verschillende plotkronkels en zet een ruw-realistische wereld neer zonder terug te vallen op goedkoop effectbejag. Ook de cast is van topkwaliteit. Nog niet gezien? Foei!
- I Am Not There. Regisseur Tod Haynes liet maar liefst zes acteurs in de huid van Bob Dylan kruipen. De lappendeken van filmische stijlen en fragmentarische verhaallijnen is zeker niet helemaal geslaagd, maar moet zeker gezien worden omdat het een heel originele flick is waarvan er niet veel worden gemaakt. De film is een mozaïek van elementen en zal bij iedere nieuwe kijkervaring nieuwe facetten tonen. Kate Blanchett is de beste Bob Dylan. Lees de volledige recensie van I Am Not There.
- In Bruges van Martin McDonagh. Een originele gangsterflick waarin McDanagh op voortreffelijke wijze humoristische invallen met grauwe geweldsdaden vermengt. De luchtigheid gaat overigens nergens ten kosten van de geloofwaardigheid van de personages. Hun zielenroerselen vormen het pompende hart van de film. Lees hier de volledige recensie en ga vooral de film zien!
- Zack & Miri Make a Porno is de nieuwste flick van Kevin Smith. Hij komt pas 22 januari 2009 uit in Nederland, maar in de States draait hij al sinds eind oktober. Ik zag de flick laatst in een persvoorstelling, dus wat mij betreft hoort deze comedy van Smith gewoon in 2008 thuis. De film viel me wat tegen moet ik eerlijkheidshalve toegeven, wat vooral te wijten is aan de miscasting van Seth Rogen en de voorspelbare plot. Maar ja, ik ben een groot Kevin Smith-fan en het feit dat er dit jaar een nieuwe flick van deze eigenzinnige filmmaker uitkwam is voor mij al reden tot glimlachen. Smith krijgt extra punten omdat hij het maken van een pornofilm centraal stelt in wat in wezen een romcom is, vandaar deze omstreden zevende plaats in de top tien. En er zitten een paar heel goede scenes in Zack & Miri die vintage Kevin Smith genoemd mogen worden. Zoals de schoolreünie waarin Justin Long fantastisch speelt. Let vooral op de bijzondere Elizabeth Banks. Zij is het licht in deze film. De volledige recensie komt volgende week online.
- Across the Universe gezien op dvd. Ik hou niet van musicals, maar deze film van Julie Taymor heeft mij tot het laatste frame geboeid. De onovertroffen liedjes van The Beatles zijn volledig geïntegreerd in het verhaal. Sterker nog: ze zijn de drijvende kracht achter de vertelling. Bovendien heb ik een zware zwak voor de schoonheid die Evan Rachel Wood heet en die zingt toevallig hemels in deze flick. De film kakt in het midden overigens in als Eddie Izzard en Bono hun verweerde koppen laten zien, maar verder erg onderhoudende en vooral swingende film vol visuele hoogstandjes.
- Juno is een schattige film van Jason Reitman. Juno biedt een origineel verhaal over een zestienjarig meisje dat per ongeluk zwanger wordt. Ze zoekt een stel adoptie-ouders voor haar ongeboren vrucht. Ellen Page speelt Juno. Ze is een veelzijdige actrice die haar personages natuurgetrouw weet neer te zetten. Eerder schitterde ze al als Kitty Pryde in X-Men 3 en als vleesgeworden castratie-angst voor pedofielen in Hard Candy. Hou die meid in de gaten, die gaat het nog ver schoppen in Hollywood.
- King of California van Mike Cahill, ook gezien op dvd. Omdat Michael Douglas een aandoenlijke, en bijna schattige, oude gek weet neer te zetten en mij met zijn vertolking wist te ontroeren. En nou ja, eigenlijk kan Douglas voor mij niet meer stuk sinds zijn vertoling van Grady Tripp in de film Wonder Boys. Evan Rachel Wood speelt zijn dochter in King of California. Tevens op 10 de animatiefilm Persepolis naar de gelijknamige graphic novel van Marjane Satrapi. Mooi verhaal, strak geanimeerd in de herkenbare tekenstijl van Satrapi.
Niet in de top-10, maar toch het vermelden waard is de film Bikkel: Je gaat dood dus kies je voor het leven. De documentaire over Bart de Graaff was een stuk boeiender dan ik aanvankelijk had gedacht. Geen standaard carrière-overzicht, nee, regisseur Leo de Boer legt de focus op het familieleven van de televisieman en benadrukt de rol die zijn moeder, zus en vriendinnetje hebben gespeeld in zijn leven en werken.Over de slechtste film van het jaar kan ik kort zijn. De film Factory Girl (George Hickenlooper) zag ik in september in de bioscoop. Hij is gemaakt in 2006, dus officieel mag dit wellicht niet de slechtste film van 2008 heten. De rolprent is echter zo clichématig, deprimerend en in ieder opzicht zonde van het bioscoopkaartje en de tijd die je eraan besteedt, dat ik bij deze de oplettende lezer alsnog wil waarschuwen. Wil je weten hoe het leven van Edie Sedgwick eruit zag. Lees het boek Popism van Andy Warhol en Pat Hackett. Nuff Said.Zelf je persoonlijke favorieten toe te voegen? Laat een comment achter.Lees ook: