Categorieën
Video

Video: Bunbun zen

Illustratie: Merel Barends

Wat mij vooral aanspreekt in deze animatie van Matt Baay, zijn de bibberlijntjes waarin hij deze heeft gemaakt. Bibberlijntjes maken een animatie altijd extra levendig. Ook beweegt het muisje erg tof.

In november gaat waarschijnlijk het tweede album van Bunbun verschijnen. Voorlopig moeten we het nog even doen met Carrots included waar ik Matt over sprak tijdens de presentatie van dit album.

 

Categorieën
Film

Animaties van Marten Toonder in EYE

Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van striptekenaar Marten Toonder, geestelijk vader van Tom Poes en Ollie B. Bommel, zijn in het EYE filminstituut april bijzondere animatiefilms uit de Toonder Studio te zien. Tevens vindt de presentatie plaats van het boek ‘De Toonder Animatiefilms’ van J.W. de Vries.

De 100e geboortedag van Marten Toonder (1912-2005) wordt dit jaar uitgebreid gevierd, met o.a. exposities, een musical en heruitgaven van zijn werk. Toonder verwierf vooral bekendheid als stripauteur met zijn creaties Olivier B. Bommel en Tom Poes, maar op filmgebied was hij minstens zo actief: de Toonder Studio’s, in 1942 opgericht door Marten Toonder en Joop Geesink als de Geesink-Toonder Studio’s, produceerden in de bijna halve eeuw van hun bestaan honderden animatiefilms: commercials en opdrachtfilms, maar ook bekroonde vrije films en een serie Bommel en Tom Poes-films voor de Amerikaanse markt.

EYE conserveerde verschillende films uit deze collectie, waarvan een selectie op dvd verschijnt bij het boek De Toonder Animatiefilms van Jan-Willem de Vries. In deze collectiespecial wordt het boek gepresenteerd en worden de meest opmerkelijke en bijzondere door EYE geconserveerde Toonder-films vertoond, waaronder een aantal films die niet op de dvd zijn verschenen. Auteur Jan Willem de Vries en Leenke Ripmeester (verantwoordelijk voor de conservering van de Toonder collectie) presenteren de middag en spreken met Alan Standen, die onder meer verantwoordelijk was voor de geschilderde achtergronden van de Toonder-productie Moonglow (1954).

100 jaar Marten Toonder, de Toonder Animatiefilms wordt georganiseerd in samenwerking met de Toonder Compagnie en Uitgeverij Silvester. Het boek is verkrijgbaar in de winkel van EYE, na afloop kunt u uw exemplaar laten signeren door de auteur en oud-medewerkers van de Toonder Studio’s.

De avond is onderdeel van de serie Collectiespecial, waarin maandelijks aandacht wordt gegeven aan bijzondere deelgebieden van de EYE-collectie, zoals opdracht- en amateurfilms, animatie- en stille films en nieuwe restauraties.

Zondag 29 april, 16:30

Categorieën
Film

Chase 3D: Abstractie in de hoogste versnelling

Chase 3D van de Nederlandse animator Adriaan Lokman is een bijzondere achtervolgingsfilm waarin alle figuren uit driehoeken zijn opgebouwd. ‘Ik wilde weten of ik met driehoekjes een wereld kon creëren die net zo spannend is als in een live-action film.’

Adriaan Lokmans (Haarlem, 1960) eerste onafhankelijke film Barcode (2001) werd goed ontvangen en dat smaakte naar meer. In 2004 besloot hij na twintig jaar zijn commerciële animatiestudio in Rotterdam te sluiten en met zijn vrouw naar Frankrijk te verhuizen. Ze verhuren samen zigeunerwoonwagens, terwijl Lokman zijn eigenzinnige en abstracte animatiefilms maakt. ‘Ik heb Barcode gemaakt omdat ik gefascineerd was door de vele manieren waarop je met de computer licht kunt manipuleren. Veel meer dan met live-action,’ vertelt Lokman. ‘De computer biedt je de mogelijkheid om dingen te maken die je daarvoor nog niet zag, maar tot nu toe wordt de techniek vooral gebruikt om werelden te creëren die zo realistisch mogelijk zijn en erg lijken op de onze. Ik wil nieuwe dingen proberen, dan kom je snel in de abstracte hoek terecht.’

James Bond
Op het Holland Animation Film Festival beleeft de 3D-versie van Lokmans Chase zijn wereldpremière: een duizelingwekkende achtervolgingsfilm in een wereld die volledig bestaat uit driehoeken. Lokman: ‘Bij dit project heb ik mezelf de vraag gesteld of het mogelijk is om met driehoekjes een wereld te creëren die net zo spannend is als de echte wereld. Hoe ver kun je in die abstractie gaan wat betreft het opwekken van emoties? Hoewel ik op zich gefascineerd ben door het genre, heb ik vooral voor de achtervolgingsfilm gekozen omdat dit het beste paste bij dit uitgangspunt. Dialoog en narratieve elementen zijn in dit genre immers onbelangrijk, je roept emotie op door de actie.’

Lokman bestudeerde filmtechnieken in scènes uit klassieke films als Bullitt, waarin de auto’s stuiteren door de straten van San Francisco, The French Connection, Mission Impossible en een aantal James Bond-films. Vooral de soundtrack, gecomponeerd door Erik Stok, doet sterk aan een 007-film denken. ‘Het is natuurlijk al erg lastig om met driehoekjes een verhaal neer te zetten, daarom hebben we het zo simpel mogelijk gehouden. Persoon X heeft een voorwerp dat persoon Y graag wil afpakken. Die houdt dat tot het einde toe vol, en uiteindelijk leidt dat voorwerp tot de ontdekking van een vorm die ze nog niet kenden. De kunst was voor mij om de film zo te maken dat het niet uitmaakt of je het verhaal kunt volgen of niet. Je moet meegaan in de achtervolging tussen de rode en blauwe driehoekjes, ook als je op een gegeven moment de draad kwijt raakt. Het gaat erom dat je je laat overweldigen door de wereld waar je in zit en dat de muziek en de dunne verhaallijn helpen om de spanningsboog vast te houden.’

Stereoscoop
Door van Chase een 3D-versie te maken, werkte de animator voor het eerst met deze extra dimensie. Het was soms lastig om de eerdere ‘vlakke’ versie om te zetten. ‘Je moet voorkomen dat de toeschouwer hoofdpijn krijgt. Je mag bijvoorbeeld acties niet te veel uit het scherm laten komen. Daarom moeten er harde keuzes worden gemaakt, wat betreft waar je de focus op legt. In 3D ervaar je de ruimte veel meer, waardoor de abstractie eigenlijk vervaagt. Een bijkomend nadeel is volgens sommigen dan ook dat je te veel op de driehoeken gaat letten, en het geheel niet meer ervaart als een wereld waarin de echte wereld wordt afgespiegeld.’ Voorlopig is Lokman nog niet klaar met abstracte vormen. Hij wil in zijn volgende project humor abstraheren. ‘Ik wil kijken of je abstracte vormen zo kunt maken dat het humoristisch wordt, ik wil ze een soort van Tom & Jerry-kwaliteit geven.’

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #13 (2012)

Categorieën
Film

HAFF 2012: Focus op China

Het Holland Animation Film Festival (HAFF) trekt jaarlijks zo’n 20.000 bezoekers. Het festival maakt zich sterk voor animatiefilm gericht op een breed publiek. Naast filmvertoning zijn er activiteiten als talkshows, forums, workshops en masterclasses. In de vijftiende editie ligt de focus onder andere op eigenzinnige animaties uit China, is er speciale aandacht voor games en gaan er een aantal bijzondere animaties uit binnen- en buitenland in première. 

Dit jaar is er met het programma Independent China speciale aandacht voor eigenzinnige animatoren. Een nieuwe, jonge generatie Chinese filmmakers timmert sinds twee decennia flink aan de weg. Enkelen van hen zijn ook op het festival aanwezig.

‘De door de Chinese overheid gecontroleerde Chinese animatie-industrie probeert te concurreren met die in Japan. Toch zijn die mainstream animatiefilms eigenlijk niet mooi genoeg voor de externe markt,’ vertelt Gerben Schermer, sinds jaar en dag directeur van het HAFF. Het is Schermer ook niet te doen om de grote animatie-industrie. In het programma Independent China worden films vertoond van kleine, onafhankelijke filmmakers en beeldend kunstenaars. ‘Er is een kleine groep filmmakers, van zo’n twintig, dertig man, die mooie kunstfilms maken. Ze krijgen geen overheidssubsidie, soms worden ze gefinancierd door galeries. Wat ik erg interessant vind aan deze generatie is dat ze met hun werk een boodschap willen overbrengen op een eigenzinnige manier. Wat hen bindt is dat ze zich over dezelfde zaken zorgen maken, zoals de vervlakking van de Chinese cultuur en hoe de maatschappij haar culturele achtergrond aan het verwaarlozen is. Ze zijn ook kritisch over het kapitalisme en wat dat voortbrengt.’

Geschiedenis
De filmmakers leveren hun commentaar door in het verleden van China te duiken. Zoals bijvoorbeeld Chen Xi en An Xu die ook het affiche voor het festival ontwierpen. Sinds 2008 maken ze samen producties, waarbij Chen Xi vooral de tekenaar is van de twee. Hij ontwerpt de personages en tekent de animaties, terwijl An Xu achtergronden ontwerpt. Samen schrijven ze de verhalen die zich vaak in het verleden afspelen.

Grain Coupon

De titel van hun film Grain Coupon verwijst naar de voedselbon waarmee graan gekocht kon worden tussen 1950 en de jaren negentig, het tijdperk van centrale planeconomie. ‘Die film gaat over corruptie en over hoe in een corrupte maatschappij te overleven. Niet alleen in die periode, want dat zijn dingen van alle tijden,’ zegt Schermer. ‘De filmmakers zoeken naar metaforen om dingen aan de kaak te stellen. Misschien is de historie wel een makkelijkere en vooral veiligere manier om dat te doen. Er is in China natuurlijk wel sprake van censuur. Als je een lange speelfilm wilt maken, dan heb je meestal toestemming nodig van de sensors. Wie zich in de beeldende kunstwereld begeeft, heeft minder last van censuur. De overheid wil namelijk ook laten zien dat ze openstaat voor kritiek. Tenzij je natuurlijk openlijk heel kritisch bent.’

Houtsneden
De Chinese mediakunstenaar Sun Xun (1980) die internationale bekendheid geniet, maakt ook maatschappelijk geëngageerd en politiek getint werk. Hij was tijdens de editie van 2010 artist-in-residence. Dit jaar zijn er vier films van hem te zien, zoals zijn laatste: het 12 minuten durende Some Actions Which Haven’t Been Defined Yet in the Revolution. ‘Sun Xun koppelt in deze film verschillende gebeurtenissen uit de Chinese geschiedenis aan elkaar, maar je moet het verhaal zelf afmaken. Hij legt zijn werk nooit uit.’

Sun Xun, die graag verschillende media mengt, maakte zijn film middels houtsneden. Dat maakt de film grafisch heel anders dan eerder werk: ‘Sun Xun vindt dat zijn nieuwe film nooit hetzelfde mag zijn als de vorige. Wat betreft techniek wil hij continu iets anders proberen,’ aldus Schermer.

Double Fikret

Schuurpapier
Beeldend kunstenaar Haiyang Wang (China, 1982) gebruikt daarentegen weer schuurpapier van één bij één meter om zijn tekeningen op te maken. Zijn non-narratieve korte film Double Fikret gaat in wereldpremière op het festival. Net als Freud, Fish and Butterfly, de winnaar op de vorige editie van het HAFF, is de film een bewegend schilderij. Het verhaal is moeilijk te duiden, maar het ziet er allemaal fantastisch uit.

De zes filmprogramma’s rondom China bevatten een breed arsenaal aan films van deze jonge makers. Het meeste daarvan is sociaal geëngageerd, maar er zitten ook een paar zeer experimentele films bij die gewoon erg mooi zijn om te zien. Schermer: ‘Ik denk dat we op die manier een heel andere vorm van grafische films laten zien, met een ander soort boodschap dan wat het publiek gewend is. Het zijn geen standaard entertainmentfilms maar het zijn wel dromen van films. Ze laten zien dat animatie heel mooi kan zijn.’

Sun Xun en Haiyang Wang zijn gasten op het festival en aanwezig bij de voorstellingen om hun films te introduceren en vragen te beantwoorden.

Games en animatie
In samenwerking met Control besteedt het HAFF dit jaar voor het eerst uitgebreid aandacht aan games en het snijvlak tussen de wereld van de animatie en de game-industrie. Gedurende het festival zijn er verschillende programa’s rondom games en vrijdag 30 maart is er de HAFFgames DAY. Deze themadag is gericht op gameliefhebbers en –ontwikkelaars, maar is ook voor animatieliefhebbers interessant. Zo is er aandacht voor animatietechniek in games: hoe zorg je er als gamedesigner voor dat realtime animatie zo mooi mogelijk verloopt. Daarnaast is er aandacht voor interactieve storytelling in games die de speler in staat stelt zijn eigen verhaal te maken. Ook kijkt een panel kritisch naar tien scènes uit populaire games: hoe goed of slecht zijn die eigenlijk?

Holland Animation Film Festival: 28 maart t/m 1 april 2012 in Utrecht. Zie voor meer informatie en programma: www.haff.nl.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #13 (2012)

Categorieën
Media

Hoogerbrugge exposeert in TENT

In februari en maart 2012 presenteert TENT een omvangrijke solotentoonstelling van de Rotterdamse kunstenaar Han Hoogerbrugge. La Grande Fête des Voyeurs is het eerste overzicht van zijn werk.

Nu kom ik niet graag in Rotterdam, maar de overzichtstentoonstelling van Hoogerbrugge is een goede reden om toch naar de Maasstad af te reizen. Ik volg zijn werk al een paar jaar, sinds ik hem uitgebreid sprak voor de VPRO Gids. Later spraken we elkaar nog voor Het Parool over zijn webproject Pro Stress 2.0, waar hij dagelijks een webcomic publiceert.

Al bijna vijftien jaar tekent Hoogerbrugge zijn alter ego, een einzelgänger in zwart pak die met zwarte humor de wereld om zich heen beziet. Ik moet vaak erg om zijn comics lachen. In 2011 draaide Hoogerbrugge’s vermakelijke, korte animatiefilm Overlast als voorfilm in de bioscoop. De film was onderdeel van het programma Ultrakort. In hetzelfde jaar was zijn animatie Quatrosopus te zien in het Deens paviljoen op de Biënnale van Venetië. De animatiegame FLX is onlangs verworven door Stedelijk Museum Amsterdam.

Grensoverschrijdend
Hoogerbrugge is uitgegroeid tot een prominent voorbeeld van een hedendaagse crossmediale kunstenaarspraktijk, waarin de grenzen tussen virtueel en reëel, tussen droom en nachtmerrie, tussen high en low art, niet bestaan. Met grote regelmaat zijn de tekeningen en animaties van Hoogerbrugge te zien op festivals, popconcerten, in kranten en magazines, maar ook in musea, expositieruimtes en galeries.

In La Grande Fête des Voyeurs transformeert TENT tot het universum van kunstenaar. Diaprojecties, tekeningen, videomonitoren en projecties tonen werk van de afgelopen vijftien jaar, van het pioniersstadium waarin Hoogerbrugge met eenvoudige computerprogrammatuur bewegende animaties maakte, tot de verfijnde computertechniek die het publiek in beweging brengt om de Hoogerbrugge-games te spelen.

Twistgesprek
Momenteel werkt Hoogerbrugge aan een nieuwe video-installatie waarin de verschillende personages uit zijn comics met elkaar in een visueel twistgesprek worden gebracht. De video-installatie gaat op de opening van de tentoonstelling in première.

TENT is een platform voor 100% hedendaagse kunst dat zijn wortels heeft in Rotterdam. TENT richt zich via haar uiteenlopende programmering op relevante ontwikkelingen binnen de hedendaagse kunst, waarbij er speciale aandacht is voor actuele thematiek. Sinds 2008 programmeert TENT solotentoonstellingen van beeldbepalende Rotterdamse kunstenaars, gericht op het bekendmaken van het werk aan een breder publiek. TENT presenteerde solotentoonstellingen van Wendelien van Oldenborgh, Katarina Zdjelar en Lara Almarcegui.

TENT
Witte de Withstraat 50
3012 BR Rotterdam

Categorieën
Film

Video: Robot gaat op reis met Google street view

Illustratie: Merel Barends

Ik kreeg deze stop-motion animatie van regisseur Tom Jenkins doorgestuurd door Linda. Ik hou erg van dit soort kleine kunststukjes. Geniet van Address Is Approximate.

Categorieën
Strips Video

Video: De dood van Spider-Man

Motion comics, ik ben er doorgaans geen fan van. Meestal zijn ze verschrikkelijk knullig en vallen ze onder de categorie poor man’s animation. Ik lees liever de strip, thankyouverymuch. Toch is deze motion comic fan film van The Death of Spider-Man redelijk goed gedaan. De stemmencast is overtuigend, evenals de soundeffects.


Het probleem met motion comics is natuurlijk dat men beweging brengt in stripplaatjes terwijl dat normaliter de taak van de lezer is. Opeens wordt het leestempo bepaalt door de animator, niet door de lezer. Ook worden de plaatjes los van hun context vertoond: je hebt geen idee van hoe de bladspiegel eruit zag.

In The Death of Spider-Man wordt de storytelling redelijk intact gehouden, of in ieder geval niet te veel geschaad door de beweging. Dat komt vooral door de rake dialogen van Brian Michael Bendis, meen ik. De dood van Peter Parker blijft een emotionele aangelegenheid, hoe je die ook in beeld brengt. Ook acteert de stemmencast overtuigend. Al met al is het resultaat veel genietbaarder dan bijvoorbeeld deze poging. Maar The Death of Spider-Man is dan ook niet in elkaar gezet door een amateur op een zolderkamertje maar door een jong bedrijf dat Arrival Point Productions heet. De mensen achter de video willen hiermee duidelijk aandacht voor hun werk genereren.

 A bunch of my very talented geek friends and I thought it would be fun to bring to life the recent “Death of Spider-Man” storyline from Marvel’s Ultimate Comics: Spider-Man as a digital motion comic! It’s such a heart-wrenching tale that exemplifies the heroism, bravery, love, and sense of responsibility of one 16-year-old boy who wouldn’t give up. A lot of very talented people put a lot of work into this labor of love and I’m so proud to have worked with them!!’ Schrijft Andrew Bates op YouTube.

Over de keuze om de motion comic halverwege het verhaal te beginnen ben ik minder te spreken. Bates en zijn team pakken de draad op op het moment dat Peter Parker is neergeschoten door The Punisher. De voorgaande hoofdstukken worden genegeerd en ook niet nader verklaard. In dat opzicht is het ook wel weer een getrouwe adaptatie van Bendis z’n script, want dat zat, zoals ik in deze recensie al aangaf, ook vol met plotgaten en onverklaarde wendingen.

 

Overigens blijft mijn voorkeur uitgaan naar strips op papier.

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Filmrecensie: Asterix en de Vikingen

Laatst was ik op de koffie bij vriend en stripmaker Hallie Lama. We kwamen te spreken over de stripreeks Asterix die ik als kind graag las en nu nog steeds graag uit de kast pak. Hallie had op vakantie de dvd van Asterix en de Vikingen gekocht. De Franse editie die tevens ook een Engelse soundtrack bevat. Erg leuk is een boekje waarin de overeenkomsten en verschillen tussen de strip en de film duidelijk worden behandeld. Iets wat natuurlijk in de Nederlandse editie ontbreekt, wat wel vaker het geval is.

Ik dacht dat ik de animatie nog nooit gezien had en leende de dvd. Thuis eenmaal aangezet begon me langzaam te dagen dat ik deze film wel degelijk heb gezien toen hij uitkwam. Sterker nog: ik had de Nederlandse editie indertijd gerecenseerd voor stripblad Myx, toen dat blad nog in handen was van Uitgeverij Silvester.

Maar dat mocht de pret niet drukken: de film bleek prima kijkvoer voor een tweede keer. Bovendien werd ik nu niet geconfronteerd met het nare stemgeluid van sommige Nederlandse castleden, maar bood de Engelse soundtrack het acteertalent van mensen als Paul Giamatti (Asterix), Dwight Schultz en Evan Rachel Wood, als dochter Abba die speciaal voor de film bedacht werd en niet in de strip voorkomt.

Hieronder de recensie die ik voor Myx heb geschreven. Vijf jaar later ben ik het gelukkig nog steeds met mezelf eens.

Toen de Deense regisseur Stefan Fjeldmark jong was, wilde hij altijd cartoonist worden. Hij tekende de plaatjes van de Asterix-strips over om te oefenen. Gelukkig maar dat hij en maatje Jesper Møller de taak kregen om de nieuwe animatiefilm Asterix en de Vikingen te regisseren. Ze kozen voor het klassieke album Asterix en de Noormannen (1967) als basis. Hoewel ze de strip niet letterlijk bladzij voor bladzij volgen, doet de film eer aan het werk van Uderzo en Goscinny.

Asterix en de Vikingen is een vermakelijke film die vooral de jongste fans van de strips zal aanspreken. Het verhaal is charmant in zijn eenvoud. Asterix en Obelix krijgen de taak de jonge Hippix, het neefje van het dorpshoofd uit Parisium, te trainen tot krijger. Intussen zijn de Vikingen aan land gekomen in Gallië, vastbesloten om de Kampioen Van De Angst te vinden. Hun ziener heeft voorspelt dat deze kampioen hen zal leren vliegen. Ze zien in Hippix deze kampioen en ontvoeren hem. Hippix (met het schrille stemgeluid van Jim – Idols – Bakkum) steelt de show van onze Galliërs en staat centraal staat in de film. Asterix en Obelix moeten hem weliswaar redden – het is Hippix die uiteindelijk leert hoe hij dapper moet zijn en die het meisje krijgt. Overigens heet hij in de Engelse versie Justforkix, wat zijn karakter beter weergeeft: een nietsnut die zich bezighoudt met plezier maken en meiden versieren.

Een belangrijk element van de Asterix-verhalen is het transponeren van hedendaagse zaken naar het tijdperk van Galliërs. De filmmakers maken hier goed gebruik van en hebben enkele zaken zelfs geüpdatet. In de strip danst Hippix op rock-‘n’-roll, terwijl het in de film hedendaagse popmuziek is. Andere moderne elementen zijn de SMS-duif van Hippix, het vikingmeisje met de naam Abba (een nieuw personage vernoemd naar de beroemde Zweedse band) en haar moeder Vikea die zich vooral druk maakt over de inrichting van haar huis. De animatie ziet er mooi uit: de figuren zijn beweeglijk en doen door hun rijke expressies eer aan het oorspronkelijke tekenwerk. De combinatie tussen traditionele animatie en computertechniek geeft het beeld, vol rijke belichting en daarbij horende schaduwpartijen, de juiste plasticiteit en diepte. Asterix heeft er in tekenfilms nog nooit zo goed uitgezien.

Categorieën
Film

KLIK! Special: Een dag bomvol animatie

Zaterdag 5 november staat Filmtheater Kriterion weer in het teken van animatie, dan vindt namelijk de KLIK! Special plaats. Een hele dag aandacht voor de stand van zaken in de Nederlandse animatiewereld,  workshops en natuurlijk veel filmprogramma’s zoals een speciaal programma van  voorfilms en Best of KLIK!.

KLIK! Special is een speciale editie van het KLIK! Amsterdam Animatie Festival, wederom in Filmtheater Kriterion te Amsterdam. Een hele dag gevuld met presentaties, workshops, discussies en natuurlijk veel animatie en gezelligheid.

Naast de nodige porties geanimeerd vermaak gaat men ook de diepte in om de huidige staat van de Nederlandse animatie-industrie eens nader gaan bekijken. De laatste en enige Nederlandse geanimeerde feature is Als je begrijpt wat ik bedoel uit 1983. De lange speelfilm op basis van de Bommelstrips van Marten Toonder. Er gloren gelukkig nieuwe projecten aan de horizon. In ‘Langverwachte Langspeelfilms’ zullen Willem Thijssen, de intendant van de lange Nederlandse animatiefilm bij het Filmfonds, producenten en filmmakers spreken over alle nieuwe projecten en ideeën die er gaande zijn op het gebied van de Nederlandse animatiefilm. Daarnaast worden nieuwe en lopende projecten gepresenteerd en werpt KLIK! Special een blik op de toekomst van de lange animatiefilm.

En voor de Bommelliefhebbers: er komt ook een expositie over Als je begrijpt wat ik bedoel die vanaf 23 oktober te zien zal zijn.

Onbekende voorfilms
KLIK! Special kijkt niet alleen vooruit, maar blikt ook terug. Onder andere met een nooit eerder vertoond filmprogramma getiteld ‘Onbekend maakt onbemind’, samengesteld en gehost door filmverzamelaar Roloff de Jeu. Het programma bestaat uit korte animatiefilms die tussen de jaren ‘40 en ‘90 in de bioscoop vertoond zijn als voorfilm en
daardoor nooit te zien zijn geweest voor latere generaties.

Nog een stap terug in de tijd doen we met een ‘Best of KLIK!’ programma dat bestaat uit de meest gedenkwaardige films die het festival de afgelopen jaren vertoonde. In het jaarlijks terugkerende programma ‘Hollandse nieuwe’ zijn de nieuwste animaties van eigen bodem te zien.

Scriptdating
Daarnaast organiseert KLIK! in samenwerking met productiehuis Mooves scriptdating, waarbij scriptschrijvers en animatiemakers elkaar kunnen treffen en van elkaar kunnen leren.

KLIK! Special zal eindigen met ‘een bombastisch en ingehouden hedonistisch feest’, aldus de organisatie.

Zie voor meer informatie de site van KLIK!

Update:
Het Parool bericht vandaag dat het Filmfonds een half miljoen euro investeert in de lange animatiefilm Trippel Trappel. In de film, geproduceerd door Illuster,  proberen drie huisdieren om het sinterklaasfeest ook voor huisdieren te organiseren.
Vorig jaar investeerde het fonds in Nijntje de film, die momenteel in productie is. Dit zijn de eerste Nederlandse lange animatiefilms die in bijna 30 jaar gemaakt worden.

Categorieën
Film

Ultrakort: vier korte animatiefilms als voorfilm

Vanaf begin augustus worden in de Pathé bioscopen (bijna 160 zalen) in het voorprogramma van de grote zomerfilms, vier nieuwe korte Nederlandse animatiefilms vertoond. Een groot bioscooppubliek kan nu genieten van deze ultrakorte animatiejuweeltjes van maximaal 2 minuten.

De vier films die sterk verschillen in stijl en techniek werden door het Nederlands Filmfonds in samenwerking met Pathé geselecteerd.

Overlast van Han Hoogerbrugge.

Nu ken je het toch al van Bastiaan Schravendeel, is als eerste te zien in het voorprogramma van De Smurfen, vanaf 3 augustus in de bios. Heel toepasselijk zal de film Guerilla van Sjors Vervoort vanaf 18 augustus te zien zijn voorafgaand aan Rise of the Planet of the Apes.

De andere films zijn Overlast van Han Hoogerbrugge en Brand van Maarten Koopman. Hoogerbrugge en producent Submarine tekenden ook voor de leader van het programma. De programmering van deze titels wordt binnenkort bekend gemaakt op de websites van Pathé en het Filmfonds.

Ik zag de vier films laatst in een voorpremière en vond Nu ken je het toch al en Overlast de boeiendste animaties. De eerste gaat over het meisje Robin dat op Koninginnedag boekjes met eigen verzonnen verhaaltjes probeert te verkopen. Terwijl zij steeds zelfverzekerder aan een klant vertelt waar één van de boekjes over gaat, luisteren de personages uit dat verhaaltje gespannen toe. Regisseur Schravendeel, in 2010 afgestudeerd aan de HKU, maakte een mooie korte animatie, waarin de stemactrice die Robin insprak zeer overtuigend speelt. Het is de enige van de vier waarin een echt rond verhaal verteld wordt.

Nu ken je het toch al van Bastiaan Schravendeel.

In Overlast van Hoogerbrugge draait het om zijn visuele alterego die zich stoort aan zijn medemens en het onnodige geluidsoverlast dat hij veroorzaakt. Op alles wat hem niet bevalt heeft hij commentaar en onderneemt hij actie om de overlast te stoppen. Zo schreeuwt hij de overlastveroorzaker hard toe en slaat diens hoofd herhaaldelijk op het tafelblad. Harde acties dus. De frustratie van de hoofdpersoon is heel herkenbaar: wie zou niet de harde beller in de trein of bioscoop toe willen schreeuwen dat hij nu eens zijn kop moet houden.

Het is het tweede jaar dat een serie ultrakorte animatiefilms gedurende de zomerperiode bij Pathé vertoond wordt. In 2010 zagen meer dan 600.000 bezoekers de eerste serie filmpjes bij onder andere Shrek Forever After, The Last Airbender en Jackass 3D.

Categorieën
Film

The Monster of Nix: Een sprookje voor Max

The Monster of Nix is een sprookjesachtige film die kunstenaar Rosto voor zijn zoon Max maakte. Terry Gilliam en Tom Waits spraken een rol in.

Overrompelend, nachtmerrieachtig, hallucinerend – enkele sleutelwoorden die het oeuvre van de multikunstenaar Rosto beschrijven. Een oeuvre dat heel consistent in elkaar steekt, of het nu gaat om de videoclip The Dark voor Anouk, de online graphic novel Mind My Gab of zijn laatste creatie The Monster of Nix, een sprookjesachtige animatiefilm van 30 minuten, bedoeld voor kinderen vanaf 10 jaar.

Personages die we eerder in zijn werk tegenkwamen, zoals de bosgeesten de Langemanne en hun tegenstrever Virgil maken ook weer hun opwachting. Al is Virgil ditmaal een zwaluw in plaats van een duister type met lange gedaante en sprak niemand minder dan Tom Waits zijn stem in. Ook nu speelt muziek een bepalende rol in de animatiefilm. Sterker nog: The Monster of Nix is een musical geworden, waarvoor Rosto zelf de miniopera schreef die werd uitgevoerd door onder andere het Metropole Orkest, de Amerikaanse artrockers The Residents en de Franse indie band The Dø.

The Monster of Nix. Links: Willy.

Spiegels
Een film van kunstenaar/regisseur/muzikant Rosto interpreteren is net zoiets als een surrealistisch schilderij proberen uit te leggen. Op het moment dat je een idee van de betekenis van het plaatje hebt, transformeert het beeld in iets anders, soms met dezelfde elementen en figuren, maar altijd in een nieuw, fascinerend tableau.

Rosto praat bij voorkeur niet over de betekenis van zijn werk. Hij wil de film niet voorkauwen. Liever houdt hij met zijn films de toeschouwer een spiegel voor. Spiegels komen ook veelvuldig voor in Rosto’s universum. ‘Het moet over interactie gaan tussen de toeschouwer en mij. Je moet je erin kunnen herkennen zonder dat ik meteen mijn interpretatie ervan opleg. Goed, het werk gaat erg over mijzelf, maar mijn overtuiging is dat hoe persoonlijker ik iets maak, hoe universeler het uiteindelijk wordt.’

The Monster of Nix is Rosto’s meest toegankelijke film tot nu toe. Waar de animatie over gaat? We doen een poging. ‘De synopsis is zoiets als: “Het leven is goed in het prachtige dorp Nix totdat een alles verorberend monster verschijnt. De jonge Willy moet het in zijn eentje bevechten.” Dat is het verhaaltje aan de oppervlakte, maar daar gaat de film eigenlijk niet over,’ vertelt Rosto.

Sprookje
‘Met The Monster of Nix probeer ik schaamteloos een sprookje te vertellen vanuit mijn mythologie. Het is een sprookje op een bijna traditionele manier: mythologie zonder religieuze aspecten. Het is ook een traditionele vertelling in de zin dat het clichéachtige punten raakt zonder dat het clichématig wordt. In het begin huiverde ik van het idee dat Willy bij zijn oma woont. Het lijkt namelijk erg voor de hand te liggen, maar als je er echt bij stilstaat, blijkt er van alles in te zitten. Die situatie roept vragen op als wat er met zijn ouders is gebeurd. Er zit veel gesuggereerde voorgeschiedenis in dat jongetje, wat hem meteen zwaartekracht geeft. Je ziet bijvoorbeeld dat hij er heel veel moeite mee heeft om in de steek gelaten te worden. Voor een jongetje van die leeftijd is je oma ook een heel belangrijk persoon. Als je die kwijtraakt is dat nogal wat.’

In de film slokt het Monster de sprookjeswereld en de verhalen daarin op stormachtige wijze op. Wat achterblijft is het grote niets, een wit vlak. Maar daarin schuilt ook de ruimte voor nieuwe verhalen. ‘Dit verhaal is heel zelfreferentieel. Het gaat om het gegeven dat je in een verhaal zit en dat daar een einde aan komt. Het heeft te maken met het besef dat er een einde is aan alles. Op een gegeven moment gaan oma’s weg, zijn verhalen afgelopen, gaan er dingen stuk. Maar ik suggereer ook dat dingen in cycli gebeuren, de film eindigt zoals die begon, want er is altijd wedergeboorte. Dat is de natuur van de dingen en dat zit in al mijn werk.’

Onderbuik
Eigenlijk was The Monster of Nix bedoeld als een luchtig tussendoortje na de zware bevalling van het nachtmerrieachtige Jona/Tomberry. Voor deze animatiefilm van 12 minuten kreeg Rosto op het filmfestival van Cannes in 2005 de Canal+ prijs voor de beste korte film in de Semaine de la Critique.

Jona/Tomberry kostte me bijna mijn kop, daar zat heel veel van mezelf in. Ik probeerde echt het binnenste naar buiten te trekken,’ vertelt de filmmaker. ‘Ik denk niet dat de wereld zit te wachten op bullshit, daarom vind ik het belangrijk dat je zo eerlijk mogelijk bent. Kunstenaars hebben de plicht om dat wat ze zien en wat zij weten, zichtbaar, hoorbaar en voelbaar te maken. Dat zijn niet de harde dingen, maar de meer poëtische dingen. Die zitten altijd hier, in je onderbuik.’

Hoewel The Monster of Nix wellicht niet zo’n diepte-investering zou worden wat Rosto’s zielenroerselen betreft, duurde het uiteindelijk toch zes jaar om de film te maken. ‘De harde kant van het filmmaken was drie jaar met het plan onder je arm met verschillende mensen iets van de grond proberen te krijgen. Uiteindelijk heb ik beslist dat het beter was om zelf een productiebedrijf op te richten, om zelf de uitvoerende producent zijn.’

Max
De inspiratie voor de film kwam van Rosto’s zoon Max. Max was op zesjarige leeftijd al een waar connaisseur van het universum dat zijn vader schiep en wilde meer weten over de goedaardige bosgeesten de Langemanne. ‘Het zijn wezens die alleen door kinderen gezien kunnen worden, dus ik denk dat dit meteen al tot de verbeelding van een zesjarige spreekt. Daarbij leven ze in een sprookjesachtige wereld, terwijl veel van mijn andere werk veel meer in de duistere krochten van de psychoanalyse zit.’

Max, inmiddels twaalf, was bij alle fasen van het productieproces betrokken, hij was het testpubliek van de film. Als Max iets niet goed vond werd het aangepast. ‘Het mooie van Max is dat hij ongezouten zijn mening geeft. Tot schrik van het animatieteam, want hij staat soms gewoon mee te kijken en zegt dan “Ga je dat nog fixen of laat je dat zo?” Dat doet hij in kinderlijke onschuld, toch hij heeft bijna altijd gelijk. Hij heeft een scherp oor en een heel goed oog voor die dingen,’ aldus de trotse vader.

Willy en Virgil.

Mengvorm
Net als Rosto’s eerdere films is The Monster of Nix geen volbloedanimatie, maar een mengsel van mediavormen. ‘Ik maak geen verschil tussen animatie en live-action. Ik beschouw mezelf niet als een animator, ik gebruik animatietechnieken omdat ik daarmee hardop kan dromen. Dankzij de techniek is alles tegenwoordig een mengvorm, je kunt bijna geen verschil meer maken tussen live-action, animatie en postproductie.’

De productie van The Monster of Nix begon dan ook bij live-action opnames waarbij acteurs in kostuum voor een green screen hun rol spelen. Max speelde ook een rol, namelijk die van de Rostostilstkin, een personage dat qua uiterlijk verdacht veel op zijn vader lijkt. In de film zijn Max’ lichaamsbewegingen gebruikt, het groene masker dat hij tijdens de opnames droeg werd vervangen voor een geanimeerd gezicht.

Het hoofdpersonage Willy is ook gestoeld op Max. Hij sprak de tijdelijke soundtrack van het personage in. De animatoren hebben voor Willy’s gezichtsuitdrukkingen goed naar Max gekeken. De actrice die Willy speelt heeft in haar spel gedragingen en kleine tikjes van de jongen opgenomen. ‘Max zijn ziel zit echt in de performance van Willy. Hij ziet er uit als een mix tussen Kurt Cobain en Max die er toen ook letterlijk zo uitzag met z’n lange blonde haar en grote blauwe kijkers. Het is een eigenwijs jongetje, een heel complex personage.’

Gilliam en Waits
Voordat de animators aan de slag gaan, worden doorgaans eerst de stemmen opgenomen. Op die manier kunnen de animators de dynamiek van de performance van de acteur gebruiken bij de animatie van het personage. Als je twee eigenzinnige types als Tom Waits en Terry Gilliam hebt als acteurs, wil je hun energie natuurlijk zo veel mogelijk benutten. Waits nam Virgil voor zijn rekening. ‘Hij is altijd een inspiratiebron geweest voor het duistere en theatrale voorkomen van Virgil,’ zegt Rosto.

De animator kent Terry Gilliam al jaren, dus met een telefoontje was zijn toezegging geregeld. De opnames verliepen minder soepel. ‘Terry heeft sinds Monty Python geen stemmen meer gedaan, dus die zat flink te zwoegen in de inspreekcel. Hem regisseren was in eerste instantie heel tricky, omdat hij zichzelf wilde regisseren. Hij stond vaak op het punt om te zeggen dat het niet ging lukken. Terry was ook verbaasd dat hij opeens niet meer kon zingen. Hij had vroeger nota bene in het koor gezeten. Het was juist die onzekerheid en dat nerveuze gedoe wat ik wilde. Het personage de Ranger is namelijk een nerveus wrak. Na de lunch probeerde ik hem uit te leggen dat het juist te gek was als hij zijn noten miste. Ik zei: “Vertrouw mij nou maar, dit is precies was het karakter nodig heeft.” Toen hebben we wat teruggeluisterd en begon hij de humor van zijn gehannes in te zien. Daarna heeft hij zich volledig dienstbaar opgesteld.’

The Monster of Nix ging begin juni in première in Frankrijk op het 51ste Annecy Animatiefestival. Ondanks de lengte van slechts 30 minuten wordt de film mogelijk later dit jaar in de bioscoop uitgebracht.

Wie is Rosto?
Regisseur/kunstenaar Rosto maakt onder andere videoclips,
televisiewerk zoals leaders voor VPRO’s In Europa en Pinkpop en onafhankelijke korte films.
(The Rise and Fall of the Legendary) Anglobilly Feverson, Rosto’s bombastische, eigentijdse variant op het verhaal van Icarus, kwam uit in 2002.
Mind My Gap begon als een online graphic novel (nog steeds te zien op www.rostoAD.com), en groeide uit tot een mixed media project met muziek, print en films. In 2005 maakte hij Jona/Tomberry, die hij omschrijft als ‘Borges meets Murnau’. Thee Wreckers, de band waar hij vroeger mee optrad, leeft virtueel voort in zijn universum en films.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids#24.

Categorieën
Film Strips

Batman: Year One verfilmd

Voor het merendeel ben ik teleurgesteld in de animatiefilms die DC Comics en Marvel produceren van hun meest prominente superhelden. Nu Batman: Year One verfilmd gaat worden heb ik daar dan ook mijn twijfels bij.

Batman: Year One uit 1986, geschreven door Frank Miller en getekend door David Mazzucchelli, is een van de beste Batman-strips die in de afgelopen 25 jaar zijn uitgegeven. Sterker nog: het is een van de beste Batman-strips ooit uitgegeven. Miller vertelt de begindagen van de Dark Knight met een frisse blik en Mazzuchelli’s tekenwerk is formidabel: gestileerd en ieder plaatje is raak. Beide stripmakers zijn immers verhalenvertellers van formaat.

Year One was Millers tweede succesvolle Batman-verhaal. Daarvoor schreef en tekende hij de mijlpaal The Dark Knight Returns, waarin de Duistere Ridder het na zijn pensioen toch niet kan laten om nog eenmaal zijn pak aan te trekken.

Een interessant gegeven van de vierdelige comic-reeks Year One is dat de verhalen van Bruce Wayne, die zijn eerste stappen zet als Batman, en die van James Gordon parallel aan elkaar verteld worden. Sommige critici vonden zelfs dat Gordon teveel aandacht kreeg in de strip en dat deze eigenlijk Gordon: Year One had moeten heten. Ik vind het juist interessant dat er wat meer aandacht was voor Batmans bondgenoot en vriend en dat zijn achtergrond werd uitgelicht.

Waarom zou je van Year One een animatiefilm maken? Het verhaal is immers al verteld en verdomde goed. Bovendien zijn elementen uit de strips al gebruikt in Batman Begins. Een tekenfilmversie kan dan alleen maar tegenvallen, toch?

De animaties die Warner Bros. Animation de afgelopen jaren produceerde van Superman en Batman-verhalen vielen over het algemeen erg tegen. De animatie stijgt vaak niet uit boven het niveau van televisie-animatie en de verhalen volgen een slaapverwekkend voor de hand liggend patroon. Mask of the Phantasm uit 1993 die voortkwam uit Batman The Animated Series, was nog aardig gedaan. Net als die tv-serie trouwens. De jaren negentig liggen echter al weer lang achter ons.

Batman: Year One wordt geregisseerd door Lauren Montgomery en Sam Liu. Montgomery regisseerde eerder al animaties als Green Lantern: First Flight en Superman/Doomsday. Liu heeft ook een reeks superheldenanimaties op zijn kerfstok.

Bruce Timm, co-creator en producent van Batman The Animated series, is van Year One de executive producer. Hij geeft aan dat de film een getrouwe adaptatie zal zijn van de strip:

“The source material is surprisingly cinematic; it’s a pretty straight forward literal retelling. Mazzucchelli’s artwork is beautifully composed and we were able to refer to the comic for about 80 percent of the camera setups.” Bron citaat.

Ik ben altijd wel geïnteresseerd in live-action adaptaties van comics en er zijn de afgelopen jaren aardig wat superheldenfilms uitgekomen die het kijken meer dan waard zijn. De films zijn altijd bewerkingen van de superheldenstrips, nooit letterlijke vertalingen ervan. Live-action is dan ook andere koek dan animatie. Animatie lijkt veel meer op strips; de tekenstijl van de oorspronkelijke tekenaar kan nagebootst worden. Als dan de animatie slaafs het verhaal van de strip volgt, maar in uitvoering niet kan tippen aan het tekenwerk van Mazzucchelli, kun je beter gewoon de comic gaan lezen.

Batman: Year One beleeft zijn première tijdens de San Diego Comic-Con in juli en zal in het najaar op DVD en blu-ray uitkomen. Uiteindelijk zal ik mijn nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen en zal ik de film wel gaan kijken, maar voorlopig ben ik er wel sceptisch over.

Hieronder alvast twee stills van de film: