Positieve toekomstbeelden in cinema zijn op één hand te tellen. Ik kan er op dit moment even geen bedenken in ieder geval. Mistroostig is de toekomst in Metropia ook. Alle olie is opgeconsumeerd en de wereld is grijsgrauw gekleurd. Heel Europa is verbonden door een uitgebreid metronetwerk dat in handen is van een bedrijf, Trexx genaamd.
Big Brother is watching you, again!
Trexx houdt de bevolking in de gaten. Als ze tv-kijken, kijkt Trexx via de beeldbuis terug. Dankzij een speciale antiroosshampoo kunnen ze zelfs gedachten lezen en via de ogen van de subjecten meekijken.
Big Brother is watching you and making sure you’ve got clean hair. Of zoiets.
Voor een film waarin een coöperatie tot de gedachten van de personages weet door te dringen is Metropia helaas erg oppervlakkig. Geen van de personages wordt goed uitgediept. Van hoofdpersoon Roger weten we vooral dat hij niet blij is met zijn leven en dat hij zich zorgen maakt over de relatie tussen zijn vriendin en haar beste vriend. Die zorgen zijn niet geheel onterecht overigens, want de schurk probeert haar te verleiden zodra Roger ’s avonds niet thuis komt. Ondertussen is Roger zelf in de ban van supermodel Nina. Als ware femme fatale spant ze Roger voor haar karretje en speelt hij een sleutelrol in haar plan tegen Trexx.
Ook de toekomst wordt slechts schetsmatig weergegeven: verder dan wat verwijzingen naar quizshows – die ongetwijfeld als commentaar op het huidige televisieaanbod zijn bedoeld – en gerecyclede ideeën van wat een Dystopie inhoudt, gaat het eigenlijk niet. Het gehele hoe en waarom blijft gehuld in mist, al is dat idee van de metro die heel Europa samenbindt wel aardig gevonden.
Thunderbirds
Foto’s van acteurs en locaties werden digitaal bewerkt. Het characterdesign vond ik wel interessant. Het gezicht van het personage lijkt, tot op zekere hoogte, op het gelaat van de acteurs die hem speelt. Behalve dan Nina die weliswaar de stem heeft van Juliete Lewis, maar meer wegheeft van gestroomlijnde versie van de Thunderbird Penelope. (Wat mij betreft een hele verbetering, want ik ben niet zo fan van haar hoofd, maar dat terzijde.) Sowieso bewegen de figuurtjes wat stijf en omdat het hoofd proportioneel groter is dan de rest van het lijf, kreeg ik sterk het gevoel naar CGI-versies van de Thunderbirds te kijken.
Roger wordt van stem voorzien door Vincent Gallo. Udo Kier tekende voor de rol van Trexx magnaat Ivan Bahn. Ook nu is hij dus getypecast als bad guy.
Filmdocent en -programmeur Edwin Carels stelde het HAFF programma Reanimating Found Footage samen, waarin hij laat zien op welke manieren animatie gerecycled kan worden.
Een Road Runner-animatie die alleen uit de decors van de film en de soundtrack bestaat, Alice die in Wonderland op zoek gaat naar Guy Debord en door rappende bloemen diens kritiek op de spektakelmaatschappij krijgt uitgelegd en een reeks scènes uit computergames waarin Osama Bin Laden wordt gemarteld, vermoord en verminkt. Het zijn enkele voorbeelden uit het animatieprogramma Reanimating Found Footage dat Edwin Carels samenstelde en waar hij een lezing over geeft.
‘Het programma is een staalkaart waarin ik laat zien op welke manieren animatie gerecycled kan worden,’ zegt Carels. De Belgische Carels bestudeert al ruim twintig jaar de edele filmkunst die animatie heet, doceert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent en is programmeur bij diverse filmfestivals, waaronder regelmatig ook het HAFF.
Jatwerk
Found footage, het bewerken van bestaand filmmateriaal, is in de cinema geen onbekend fenomeen. ‘Vrij snel na de uitvinding van de film is men begonnen met het hergebruiken van andermans werk,’ vertelt Carels. ‘In die beginjaren had men niet zo veel met auteursrecht. Filmmakers stalen moeiteloos elkaars ideeën en grappen. Filmstroken hergebruiken is al een stap verder, maar ook dat gebeurde eigenlijk al vrij vroeg. In de tweede helft van de twintigste eeuw nam het hergebruik toe omdat men makkelijker aan film kon komen. Het was nog voor het televisietijdperk, dus al het bewegende beeld stond op film.’
Een van de spilfiguren van found footage films is wijlen beeldend kunstenaarBruce Connerdie opgekochte stukken film hermonteerde en zo aan clichébeelden een subversieve draai gaf. Filmavant-gardist Standish Lawder maakte in de jaren zestig verschillende animatie found footage films. Zijn film Runaway uit 1969 staat ook op het programma.
Manipulatie
‘Bij found footage wordt alles met een reden gedaan. De makers voeren een betoog of hebben een obsessie die ze in hun kunst al voor langere tijd uitwerken,’ zegt Carels. Essentieel aan deze filmsoort is dat de filmmaker het materiaal hermonteert en dat de manipulatie duidelijk is voor de toeschouwer. Door bijvoorbeeld de beeldvolgorde om te gooien, wordt de nadruk op iets anders gericht of worden er andere verbanden gelegd. De merkbare manipulatie doorbreekt het kijkpatroon waardoor men bewuster gaat kijken en vragen gaat stellen.’
Omdat bij animatie dit mechanisme problematischer is, komt found footage animatie veel minder voor dan de bewerking van live-action. Dit heeft te maken met de aard van animatie: ‘Live-action beelden, bijvoorbeeld documentaire shots, ogen heel natuurlijk. Als je dat beeld bewerkt, is het duidelijk dat je iets anders doet dan wat de oorspronkelijke maker beoogde. Animatie is van zichzelf al een constructie. Er zit geen spontaniteit in, alles is gemaakt. Hierdoor is de deconstructie minder duidelijk. Het is bijvoorbeeld heel moeilijk om een karikatuur van een karikatuur te maken, het beeld is geen realiteit maar van zichzelf al een teken. Het is dus lastig om dat nog eens een nieuwe betekenis te geven.’
Knipperlichtrelatie
De deconstructie van het medium – je laat zien hoe iets in elkaar zit door het uit elkaar te halen – is een belangrijk kenmerk van found footage films. Een goed voorbeeld hiervan uit Carels programma is de film Shadow Cuts van de Oostenrijkse experimentele filmmaker Martin Arnold. ‘Arnold begon met het herbewerken van klassieke films en stapte over op animatie. Daarin is hij in beeldende kunstmilieus toonaangevend. Hij herhaalt filmbeelden en verandert op subtiele wijze de volgorde van de frames. Hierdoor bibbert het beeld enorm, wat volgens sommigen een epileptisch effect geeft.’
Dezelfde techniek past Arnold toe in Shadow Cuts, waarin hij de eindscène van een Mickey Mouse tekenfilm uitvoerig heeft bewerkt. Hond Pluto zit bij Mickey op schoot en ze knuffelen elkaar vriendschappelijk. Arnold toont de handelingen in omgekeerde volgorde en heeft de korte scène opgerekt door frames te herhalen. ‘Arnold is gefascineerd door het fenomeen dat je bij het film kijken per minuut ongeveer zes seconden in het donker zit,’ licht Carels toe. ‘Dat thematiseert hij door de ogen van Mickey en Pluto zwart te maken. Daarnaast manipuleert hij het beeld zodanig met zwarte vlakken dat de nadruk op het licht-aan, licht-uit effect ligt. Tegelijkertijd problematiseert hij een heel herkenbaar en vanzelfsprekend beeld. Door het moment op te rekken, krijgt de toeschouwer tijd om bij dingen stil te staan die je bij een snelle cartoon nooit zou vermoeden. Je zou namelijk ook kunnen stellen dat Mickey en Pluto een knipperlichtrelatie hebben.’
Herkenning Disneyfilms worden overigens veelvuldig gerecycled in found footage animatie. Deels komt dit volgens Carels omdat dat werk zo herkenbaar is. Herkenbaarheid van het bewerkte materiaal is belangrijk, want als de toeschouwer het oorspronkelijke materiaal niet herkent, is het ook niet duidelijk dat er sprake is van manipulatie. Daarnaast is Disney een dankbaar onderwerp, omdat het bedrijf mondiaal opereert en zijn stempel drukt op beeldvorming en deze graag onder controle houdt. ‘Het is ook leuk om Disney een beetje te jennen en vraagtekens te zetten bij die zucht naar controle.’
In Alice in Wonderland or Who is Guy Debord heeft Robert Cauble scènes uit Disneys animatie voorzien van een nieuwe soundtrack, waardoor de bewoners van Wonderland met Alice in een discours verwikkeld raken over Guy Debords kritische visie op wat hij de spektakelmaatschappij noemde. Uiteindelijk bezwijkt Alice bijkans aan een bombardement aan beelden uit videoclips, nieuwsuitzendingen en tv-programma’s, waardoor Debords theorie nog eens wordt gedemonstreerd. Cauble verving bestaande dvd’s ongemerkt in diverse videotheken met zijn nieuwe versie, en confronteerde zo nietsvermoedende consumenten met zijn film.
Found footage animatie heeft vaak iets anarchistisch en subversiefs. Beeldend kunstenaar en gamer Eddo Stern maakt machinima-films: hij gebruikt beelden uit games om politieke hangijzers te behandelen, zoals bijvoorbeeld de Israelisch-Palestijnse kwestie. In de video Sheik Attack combineert hij Israëlische popmuziek met oorloggames. In het meer recente Death Star monteerde hij scènes uit games waarin Osama Bin Laden op gewelddadige wijze om het leven wordt gebracht. Bin Laden wordt in elkaar geslagen, neergeschoten en zelfs anaal gevuist, terwijl de soundtrack van The Passion of the Christ te horen is. ‘Stern pikt uit bestaande games allerlei motieven. Door die naast elkaar te zetten benadrukt hij bepaalde zaken. Door de klemtoon die found footage legt, word je als toeschouwer niet zomaar meegenomen door het verhaal, maar ga je vragen stellen.’
Zaterdag 6 november 2010
Lezing Reanimating Found Footage door Edwin Carels, Theater Kikker 11:00 uur
Reanimating Found Footage, Filmtheater ‘t Hoogt 12:30 uur
Zondag 7 november 2010
Reanimating Found Footage, Filmtheater ‘t Hoogt, 14:30
De 14e editie van het Holland Animation Film Festival (HAFF), dat van 3 t/m 7 november in Utrecht plaatsvindt, markeert tevens het 25-jarig bestaan.
Dat wordt onder andere gevierd met het programma ‘HAFF Replay’ waarin prijswinnaars, premières en bijzondere films nogmaals vertoond worden. Professor Paul Wells geeft een lezing getiteld Re-imagining Animation waarin hij zijn visie geeft op de huidige positie van animatie in het sterk veranderende audiovisuele landschap. En er is een overzichtstentoonstelling in het stadhuis met de inspiratiebronnen van Gerrit van Dijk, oprichter van het festival en Gerben Schermer, organisator van het eerste uur.
De Chinese mediakunstenaar Sun Xun (1980) is artist in residence. Er is volop aandacht voor Xuns maatschappelijk geëngageerde en politiek getinte werk, waarin verschillende media als animatie, schilderkunst en installaties samenkomen. Er is een expositie in het Centraal Museum en Xuns nieuwe film 21G en eerdere producties zijn te zien.
Openingsfilm van het festival is Chico y Rita, een muzikale feelgood-film over twee jazzmuzikanten anno 1948.
Morgen op dit blog een uitgebreid interview met Edwin Carels die het programma over Found Footage Animatie samenstelde.
En waar ik wel benieuwd naar ben:
Ben je wel eens op het HAFF geweest?
Welke animatie is je bijgebleven en waarom?
Wat vind je van het festival?
Deze tekst is ook (deels) gepubliceerd in VPRO Gids #44.
Het KLIK Amsterdam Animatie Festival ligt al weer een paar weken achter ons. Het was een goede editie waar 6300 bezoekers op af kwamen. Ik kijk ik er met veel plezier op terug. Gelukkig hebben we de video nog.
Dit jaar was ik een van de juryleden op Klik. Samen met Rosto en Tommy Pallotta beoordeelde ik de opdrachtfilms en de animaties voor de design award. Het tweede juryteam bestaat uit Eric Steegstra, Fons Schiedon en Nancy Denney-Phelps. Zij oordelen over de politieke animatiefilms en de International short Competition.
Als speciale gast van het festival werden we goed in de watten gelegd. Erg leuk natuurlijk. Ik kan me nog herinneren dat de tweede jury nog druk was met debatteren terwijl Rosto, de crew van het festival en ik al van het voorgerecht aan het genieten waren. Pallotta was daar, vanwege familieomstandigheden, helaas niet meer bij.
Tijdens het festival was er een rondvaart georganiseerd voor de animators en genodigden. Best bijzonder, want dat doe je eigelijk nooit in je eigen stad. Hoewel ik niet veel naar buiten heb gekeken, daarvoor was het veel te gezellig op de boot.
Vriend Matt Baay was met een van zijn Bunbun-animaties geselecteerd voor het Boomerangprogramma en zat ook gezellig aan boord. Net als stripmaker & animator Aimée de Jongh trouwens.
Het festival werd gehouden in filmtheater Kriterion. Een prima plek voor dit soort kleinere festivals. Eerder dit jaar was het de locatie voor Imagine. Ik vind het fijn om een festivaldag met een stevige kop koffie te beginnen en even rustig wakker te worden in het café van Kriterion. Het café is ook een prima plek om met filmfans over het programma te praten. Al zat Kriterion ’s avonds helemaal vol en stond je bij de bar dus vaak aan anderen vastgeplakt.
Gastkunstenaar Akinori Oishi werkte meerdere dagen aan een groot kunstwerk dat in de gang van Kriterion hing. Tijdens het tekenen werd hij vaak aangesproken door bezoekers. Daarom schoot het werk ook niet echt op, maar uiteindelijk rondde hij voor het einde van KLIK het project af. Hij vertelde dat tekenen een vorm van mediteren voor hem is. Heel secuur en geconcentreerd zet hij lijnen op het canvas.
Filmmaker Stan Warnow was ook een speciale gast op het festival. Hij maakte een interessante documentaire over zijn vader Raymond Scott. Scotts muziek werd vroeger gebruikt onder de cartoons van Warner Bros. maar hij was ook een eigenzinnig uitvinder. Saillant detail: Scott hield helemaal niet van cartoons.
Maar uiteindelijk draaide het festival natuurlijk om animatie. Daar was er genoeg van te zien. Dat vind ik ook fijn aan een festival: dat je in staat bent om in een korte periode, heel veel te zien. Ik krijg daar altijd nieuwe ideeën van.
Hieronder een persoonlijke impressie van KLIK dit jaar. Ik had mijn Cybershotje vaak op zak en schoot zo nu en dan een shot als visuele herinnering. Daar is deze Daily Webhead uitgekomen. De video is geen allesomvattende reportage over KLIK maar een persoonlijk document.
Gisteren heb ik samen met mijn collega juryleden Rosto en Tommy Pallotta vergaderd in een restaurantje om de hoek van het KLIK! Amsterdam Animatie Festival. We waren het redelijk snel met elkaar eens.
Aan ons de schone taak om uit de competitie van de opdrachtfilms en de design competitie de films uit te kiezen die wij het beste vonden. Natuurlijk is ‘de beste’ een arbitrair iets. Had er drie andere professionals neergezet en die waren wellicht met een andere uitslag gekomen. Niet dat een ramp zou zijn: de programma’s bevatten namelijk genoeg goede animaties die aandacht verdienen.
Maar met opgeheven hoofd en zonder te blozen hebben we de onderstaande titels gekozen. Gisteravond was de grote prijzenceremonie op KLIK!, die geheel volgens de traditie van dit festival verliep: genoeg ruimte voor een grap, een ietwat verontrustende Elvis-imitatie van de presentator en het geluid van honderden klikkers in de zaal. (Bij dit festival applaudisseert men niet, maar klikt men op een plastic beestje om de goedkeuring te laten blijken.) Bovenal was de uitreiking snel en doeltreffend.
In de Competitie Opdrachtfilms is Diesel – Safe for work fruity porn van The Viral Factory de grote winnaar geworden.
Aan de basis van deze animatie ligt een prachtig concept. Zo eentje die je zelf bedacht had willen hebben. Prima uitgevoerd en erg grappig. En daarbij: het gaat over porno, dat leek ons reden genoeg. 🙂
In deze competitie waren er twee titels die we een eervolle benoeming hebben gegeven. Cotton van Danny Ilario in opdracht van We can help us. Een marionettefilm waarin een zeer gevoelig onderwerp, namelijk depressieve tieners, op een subtiele manier is verbeeld.
Blockhead – The Music Scene van Anthony Francesco Schepperd. Een videoclip met een punky attitude en visuele poëzie. Dat laatste is iets waar veel animators naar streven maar waar slechts weinigen in slagen.
In de Competitie Design
is N.A.S.A. – A Volta van Alexei Tylevich de winnaar geworden.
De maker van deze visueel verbluffende animatie is een goede vriend van Tommy Pallotta, een van de juryleden. Iets wat we voor de grap als een van de redenen bij de ceremonie noemden. Maar als dat niet het geval was geweest, dan hadden we deze originele clip alsnog gekozen.
Een andere videoclip van N.A.S.A., namelijk Spacious thoughts van Fluorescent hill, gaven we graag een eervolle vermelding. De opdrachtgever van de N.A.S.A video’s verdiende in onze ogen ook een prijs, want die heeft duidelijk smaak voor goede animaties.
De film Wolle van Wolfgang Hückel kreeg ook een eervolle vermelding omdat de filmmaker op intelligente wijze het filmframe als narratieve middel gebruikt. Daarbij stond de tekenstijl ons erg aan, en de gelaagdheid van het verhaal.
En verder ging
de Political Animation Award naar Spin van Max Hattler.
De International Short Award naar The Bellies van Philippe Grammaticopoulos.
En was de de International Student Award voor The Itch van Patrick Schoenmaker. Zie ook de site van KLIK! voor toelichting bij de prijzen en de laatste updates.
Zondagavond om 20:00 uur zijn alle winnaars te zien in het programma Best of KLIK!
Sinds woensdag ben ik te vinden op het KLIK! Amsterdam Animatiefestival. Niet alleen omdat ik van animatie hou, maar ook omdat ik een van de juryleden van het festival ben.
Een eervolle functie waar ik graag ja tegen zeg. KLIK is een sympathiek festival dat een vrolijke sfeer uitstraalt en een eigen, ietwat bijdehante, stem heeft. Daarbij vind ik dat we iedere gelegenheid om animatie onder de aandacht te brengen moeten aangrijpen. Animatie is een prachtige filmvorm waarin van alles mogelijk is. Om Michiel Snijders, animatieproducent en mededirecteur van iL Luster Producties te citeren:
‘Animatiefilm is fenomenaal anders dan een live-action of vleesfilm zoals ik hem graag noem. Bij een speelfilm is er al een werkelijkheid, dus dan is het de vraag in hoeverre je deze gaat manipuleren. Bij animatie is er in beginsel helemaal niets. Alles moet worden bedacht. Dat brengt zoveel denkwerk met zich mee dat je vanzelf een heel nieuw universum creëert. Daarin heb je een eindeloze vrijheid, want in animatie kan alles. En dat maakt het zo interessant.’
Als jurylid bevind ik mij in goed gezelschap. Samen met animators Rosto en de Amerikaanse Tommy Pallotta beoordeel ik de competitie van de opdrachtfilms en de design competitie. Nu animeer ik zelf niet, maar schrijf ik als journalist wel veel over strips en beeldcultuur. Wat dat betreft ben ik blij dat de studie filmwetenschap die ik volgde nog dagelijks van pas komt.
Gisteren hebben Rosto en ik de twee competitieprogramma’s bekeken. Aangezien Pallotta door privé-omstandigheden vandaag pas aanwezig kan zijn op het festival, bekijkt hij de films in de loop van de dag. Tijdens een diner vanavond gaan we er met z’n drieën over vergaderen. Daarna is de prijsuitreiking al. Dat wordt dus snel kauwen en beslissen.
De filmprojectoren in Kriterion zullen weer overuren draaien, want vandaag begint de vierde editie van het KLIK! Amsterdam Animatie Festival. Dit jaar is het thema ‘animatie en wetenschap’.
KLIK! Amsterdam Animatie Festival betekent vijf dagen genieten van een rijke selectie aan korte en lange animatiefilms, workshops, feesten en een symposium. Meer dan 1100 films uit 63 landen werden dit jaar ingezonden voor de 7 competities die het festival rijk is, waaronder die voor internationale korte animaties, films met een politiek thema en de Amsterdamse publieksprijs. De winnaars zijn zondag te zien in het programma ‘Best of KLIK!’
Podium gezocht De oorsprong van het festival ligt in het Gentse KLIT festival, opgericht door studenten van de kunstacademie die hun producties aan een groter publiek wilden vertonen. Dario van Vree, een van de oprichters in Gent, heeft het concept meegenomen toen hij weer in Amsterdam ging wonen en het KLIK festival opgericht. Het festival begon in 2007 met zo’n 150 bezoekers. Ieder jaar groeide het animatiefestival in bezoekersaantallen en dagen. Dit jaar verwacht de organisatie 6000 man.
Vanaf de eerste editie werden er naast studentenfilms ook professionele animaties vertoond. De focus is meer komen te liggen op films van die laatste categorie, vertelt Yvonne van Ulden, Hoofd Programma van KLIK. ‘Die films zijn over het algemeen ietsje beter. We willen animatie promoten, laten zien wat er allemaal mee kan. Dat doe je het beste door de beste films te laten zien.’ Ze vindt KLIK! daardoor ook meer een publieksfestival dan bijvoorbeeld het Holland Animation Film Festival dat in november in Utrecht plaatsvindt. ‘We gaan puur voor de kwaliteit van de programmering en niet per se wat interessant is voor vakbroeders. Als animator is het interessant om te zien wat je collega gemaakt heeft, maar als dat niet echt topwerk is, is dat voor het algemene publiek niet zo interessant. Een leek moet het ook boeiend vinden en door de animaties geraakt worden.’ Wat het Amsterdamse animatiefestival ook onderscheidt van het HAFF is het speelse en feestelijke karakter. ‘Ook al wordt het festival ieder jaar groter, we proberen het persoonlijke karakter vast te houden. Het gaat ook om de sfeer en de kleine activiteiten eromheen.’
Wetenschap en animatie Vorig jaar kreeg KLIK de thema’s politiek en erotiek mee, dit jaar draait een deel van het festival om de combinatie wetenschap en animatie. ‘Het medium is een krachtig middel om moeilijke wetenschappelijke thema’s en concepten uit te beelden,’ zegt Van Ulden. ‘Animatie is uiterst geschikt om de essentie van iets weer te geven, door overbodige elementen weg te laten of metaforen te gebruiken.’ Het thema heeft overigens ook een minder zwaarwichtige kant: de Mad Scientist is een veelgeziene personage in animatiefilms.
Zondag vindt op de UvA een symposium plaats met lezingen. Ook zullen filosoof Bas Haring en NASA-wetenschapper Harry Kloor het debat aangaan met animatoren, astrofysici en studenten. Kloor vertoont tevens de film Quantum Quest, een wetenschappelijke computeranimatiefilm in Hollywoodjasje, die draait om fotonen die tegen zwarte gaten vechten.
Van een heel andere orde is de documentaire Deconstructing Dad die op vrijdagavond in première gaat. Stan Warnow maakte een film over zijn vader Raymond Scott, de fameuze excentrieke componist, muzikant en grondlegger van de elektronische muziek. Scott is verantwoordelijk voor de iconische animatiemuziek die de vroege Warner Brothers cartoons met helden Bugs Bunny en Daffy Duck te horen was. In de jaren negentig werd Scotts muziek gebruikt in de Ren & Stimpy Show. De filmmaker zal bij de vertoning aanwezig zijn.
KLIK Amsterdam Animatie Festival 15 t/m 19 september in Kriterion, Roetersstraat 170, Amsterdam. http://www.klikamsterdam.nl.
Dit artikel is woensdag 15 september in Het Parool gepubliceerd.
Soms hoor je nieuws waar je vrolijk van wordt: vanaf 3 juli worden vier nieuwe korte Nederlandse animatiefilms vertoond als voorprogramma van Amerikaanse blockbusters. Het is de eerste keer in lange tijd dat animatiefilms van eigen bodem als voorfilm in de bioscoop te zien zijn. Normaliter is er geen plaats voor korte films in de Nederlandse bioscoop.
Tenzij het gaat om een speciaal festival zoals bijvoorbeeld het Klik Animatiefestival, het HAFF of het Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival.
De films die deze zomer in de bioscoop gaan draaien werden geselecteerd als vier beste na een competitie die het Filmfonds uitschreef voor de realisering van ultrakorte animatiefilms van maximaal 2 minuten. Bioscoopexploitant Pathé brengt ze deze zomer in roulatie:
– Pik, regie Erik van Schaaik;
– DirkJan Heerst!, regie Remco Polman en Wilfred Ottenheijm;
– In Other Words, regie Joost Bakker;
– In a Forest, regie Fons Schiedon.
De films worden in digitale projectie vertoond in 70 zalen, in het voorprogramma van grote speelfilmreleases. De eerste titel, Pik is vanaf 3 juli te zien als voorfilm in Pathétheaters in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Helmond, Utrecht en Zaandam. De overige titels gaan in de loop van de zomer in roulatie. Meer informatie over de films en het overzicht van de zalen is binnenkort terug te vinden op de websites van Pathé en het Filmfonds.
De Nederlandse animatiefilm is internationaal regelmatig aanwezig op toonaangevende festivals. Met deze serie animatiefilms die sterk verschillen in stijl en techniek willen het Nederlands Fonds voor de Film en Pathé een groter publiek voor de Nederlandse animatiefilm bereiken. Het Filmfonds heeft zijn budget voor animatie structureel verhoogd, een animatie-intendant ingesteld en animatiefilms van speelfilmlengte in ontwikkeling genomen om zo de Nederlandse animatiefilm een extra impuls te geven.
Zoals de titel DirkJan Heerst!al aangeeft, is dit wederom een animatie met stripfiguur DirkJan in de hoofdrol. (Eerder was er al Het Elixer). Remco Polman en Wilfred Ottenheijm regisseerden deze korte animatie waarin de creatie van Mark Retera niets minder dan een wereldleider wordt.
In Pik, van animatiemeester Erik van Schaaik, geeft een dierenverhaal een kijkje in de verschillende emoties binnen een relatie. Behulpzaam vs Irritant, Onverschillig vs Afhankelijk, uitgebeeld in 2D vs Stop Motion. Een schouwspel tussen twee vrienden en tegelijk een battle of the animators op muziek van Martin Fondse en sounds en foley van Arno Peeters.
De making of van Pik:
In Other Words van Joost Bakker lijkt een bericht in een opwaaiende krant een man en een vrouw dichter bij elkaar te brengen. Bakker tekende de film met houtskool en potlood. Een scène uit Il Deserto Rosso van Michelangelo Antonioni waarbij een man en een vrouw op een aanwaaiende krant gaan staan en zich erover buigen inspireerde de maker. Naast de tekeningen zorgt het muziekstuk van de Catalaanse componist Frederico Mompou voor de tijdloze sfeer van de film.als filmmaker.
In a Forest is van Fons Schiedon. De film neemt de kijker mee in een onverwachte transformatie van de ene realiteit in de andere. Met het visuele lexicon van de thriller introduceert deze ultrakorte animatiefilm een spannende achtervolging door een donker bos die eindigt op een filmset. Gaandeweg wordt het verwachtingspatroon van het publiek uitgedaagd. Een film over geloven in een illusie.
Het Imagine filmfestival zit er voor mij weer op. In zes dagen festival zag ik in totaal 12 films, (Exam had ik al bij een persvoorstelling gezien) en een programma Europese korte films. Ook woonde ik het boeiende symposium van filmmuziek componist Simon Boswell bij.
Dit jaar vond het festival plaats in Filmtheater Kriterion. Een goede zet, want niet alleen bevonden de drie zalen zich in één pand, ook bezit Kriterion een leuk café, waar je een schappelijke prijs betaalt voor een kop koffie. Tussen de films door was het dan ook fijn praten met vrienden en mede festivalbezoekers. Ook gaf het café de gelegenheid om de festivalkrant te lezen. Leuk vond ik die Imagine Daily. Het zijn dat soort kleine dingen die een festival extra bijzonder maken. Eigenlijk hoort een serieus filmfestival gewoon een dagkrant te hebben. Punt. En een goede website. Over de site van Imagine heb ik niets te klagen. Overzichtelijk, informatief en een aanvulling op het festivalbezoek zelf.
Overigens werd het naar mijn smaak in de avonduren wel een beetje te druk in de gangen en het café van Kriterion. Misschien is het festival toch wat te groot voor het aantal bezoekers.
Dikkie Dick
Dick Maas liet ook zijn gezicht zien op het festival. Tussen de opnames van de film Sint door nam hij namelijk de Career Achievement Award in ontvangst. Daar was ik overigens niet bij, wel zag ik hem de dag erna uit de taxi stappen om een compilatie van zijn (korte) films in te leiden. Ook daar heb ik geen frame van gezien. Ik vind dat Maas vroeger veel betekend heeft voor de Nederlandse filmwereld met films als De Lift, Amsterdamned en Flodder. Daarna vond ik zijn films niet zo interessant meer, al ben ik wel licht nieuwsgierig naar Sint.
Donderdag 15 april was voor mij de eerste echte dag van het festival. Ik zag drie films die dag: No Smoking, Master Key en The Wild Hunt. Die laatste stak met kop en schouders uit boven de eerste twee films, waarvan Master Key toch wel een van de meest vage scenario’s is die ik ooit op het witte doek heb uitgespeeld gezien.
Quantum Leap
Een eerste dag op het festival is altijd even inkomen. De programmering is strak en de pauzes tussen de voorstellingen daardoor kort. Iedere keer als het licht in de zaal uitgaat kom je in een nieuwe verhaalwereld terecht en moet je je verplaatsen in een volledig onbekend personage. Al snel voelde ik me een soort van Sam Beckett – de tijdreiziger uit Quantum Leap, niet de beroemde Ierse schrijver en dichter. Na een dag krijg ik daar altijd een soort van geestelijke jetlag van. Als ik niet geregeld achter het toetsenbord kruip om recensies en impressies te schrijven van de films die ik zie, dan zouden alle indrukken door elkaar gaan lopen. Scènes, personages, situaties zouden dan een grote onnavolgbare metafilm worden.
Vrijdag 16 april was de dag voor European Fantastic Shorts #2, Black Dynamite en de niet minder dan Fantastic Mr. Fox. Black Dynamite was ook een fijne spoof op de blaxploitationfilms uit de jaren zeventig. Kan het dan ook alleen maar eens zijn met de woorden van Tonio van Vugt die de film uitgebreid besprak. Wel grappig dat er een spoof, cq hommage van blaxploitation is gemaakt. Wie films als Shaft en Sweet Sweetback’s Baadasssss Song (die titel alleen al) tegenwoordig ziet, heeft toch moeite zijn lach in te houden. Niet dat Shaft niet cool is, maar die jive-talk en übercoole poses die de personages aannemen werken tegenwoordig toch op de lachspieren.
Soundtrack Simon Boswell is componist van filmmuziek. Hij werkte voor filmmakers als Dario Argento en Clive Barker. Hij voorzag veel horrorfilms van muziek terwijl hij zelden zo’n film kijkt. Boswell gaf een zeer onderhoudende masterclass over zijn carrière, het componeren van filmmuziek en toonde ons zijn eigen geluidsexperimenten. Boswell plaats namelijk filmmuziek onder nieuwsitems. Het effect ervan laat zich raden. Onder beelden van de vliegtuigen die op 11 september 2001 de Twin Towers in vlogen zette hij een zelfgemaakte compositie die niet had misstaan onder beelden van een film als Independence Day. Het nieuws leek daardoor wel een spannende film.
Interessanter vond ik zijn vertraagde videoportretten. Boswell gebruikt bestaande close-ups van beroemdheden als Bowie en Sadam Hoessein en vertraagt de beelden ervan zodanig, dat ook het knipperen van de ogen zeer langzaam gaat. Aan het beeld voegt hij een vreemdsoortige, intense soundtrack toe. Het effect is zeer vervreemdend, maar boeit ieder frame. Het zijn indringende levende portretten van mensen. Je gaat automatisch minutieus naar de gelaatstrekken kijken en ontdekt een oneindig verhaal in de blik van de geportretteerde.
Het experiment lijkt mij een voortgang van de screentest van Andy Warhol. Die richtte een cameralens op iemand en draaide de filmrol vol terwijl deze mensen in de lens keken en tegen de camera zaten te praten. Soms staarden de drie minuten dat de filmspoel duurde naar de toeschouwer. Toen ik mijn observatie na de lezing met Bosswell deelde, gaf hij toe dat hij door Warhols screentests is geïnspireerd.
Verder zag ik maandag nog de film Best Worst Movie. Zie hier mijn recensie. De dinsdag begon met Diagnosis Death, gevolgd door de prachtige en ontroerende animatiefilm Mary and Max. De avond was gereserveerd voor Symbol.
Symbol ondersteboven
Halverwege de eerste vertoning van Symbol van Hitoshi Matsumoto ging het goed mis. Opeens was het beeld ondersteboven en in spiegelbeeld. In eerste instantie dachten we allemaal dat dit misschien zo hoorde. Symbol is namelijk een nogal vreemde film en bij de scène in kwestie schakelden we net over naar China, aan de andere kant van de wereld. Misschien dat Matsumoto de wereld daarom op zijn kop toonde? Toen de ondertiteling echter ook in spiegelbeeld en bovenin het beeld verscheen, bleek dat de operateur de aktes verkeerd aan elkaar had geplakt.
Voor niet ingewijden: film wordt in een reeks kleine spoelen aangeleverd die voor vertoning achter elkaar geplakt moeten worden op een grote spoel. Als een film eenmaal draait, kun je dit soort fouten niet zomaar herstellen. Kortom: einde van de filmvertoning. De festivaldirectie ging hier heel netjes mee om: iedereen kreeg een voucher zodat een andere voorstelling gratis bijgewoond kon worden. Ook werden er consumptiebonnen uitgedeeld.
Toch was het heel frustrerend, want Symbol is een film die de kijker een enigma voorschotelt: Een man in een fel gekleurde pyjama ontwaakt in een lege witte kamer waarvan de muren zijn gedecoreerd met de piemeltjes van engelenbeeldjes. Wanneer hij op zo’n piemeltje drukt floept uit een luik in de muur een willekeurig voorwerp te voorschijn: een roze tandenborstel, een steekwagentje, een vaas, sushi… Op de een of andere manier houden de gebeurtenissen in de witte kamer verband met de voorbereidingen, ver weg in Mexico, van de oude gemaskerde worstelaar ‘Escargotman’ op zijn wedstrijd. Maar hóe, dat blijft een verrassing tot het goddelijke einde. Het einde dat ik dus niet gezien heb.
Symbol vormt een puzzel waarvan ik de oplossing nu niet weet. Aan de ene kant frustrerend, aan de andere kant een mogelijkheid om zelf een passend einde te bedenken. Inmiddels heb ik al van mensen de afloop van Symbol vernomen. Dat bevredigt het ongenoegen enigszins, maar niet zoveel als het zien van de film zelf.
Donderdag sloot ik het festival af met Dark and Stormy Night die best leuk was geweest als de film maar een halfuurtje had geduurd en de tromafilm Vampiere Girl versus Frankenstein Girl. Deze was net zo vermakelijk en fout als de titel doet vermoeden. Geen slechte afsluiter van Imagine 2010.
Silver screen award Na een vertoning mogen de bezoekers hun mening over de betreffende film doen blijken door met een formuliertje aan te geven of ze de film: hopeloos, slecht, zozo, goed of zeer goed vonden. Op basis daarvan wordt iedere dag een tussenstand voor de Silver Screen Award gepubliceerd. Maar hoe zit het precies als een film weinig bezoekers heeft getrokken maar die drie mensen in de zaal deze film allemaal zeer goed vonden? Komt die film dan bovenaan te staan? Of werkt het systeem op een relatieve basis, waarbij het aantal bezoekers en vertoningen in de berekening worden meegenomen? Ik vroeg het Phil van Tongeren op een dag toen hij uit het festivalkantoor stapte. ‘Daar is onderling nogal wat discussie over,’ zei Phil. ‘Maar het klopt wel hoor,’ verzekerde hij ons. Nou ja, veel maakt het niet uit. Dat wil zeggen, dat de top drie wel overeenkomt met die van mij.
Hoewel, ik zou Fantastic Mr. Fox op 1 hebben gezet en Mary and Max op nummer twee. Met Best Worst Movie op nummer drie ben ik het geheel eens. Mr. Fox had overigens minder vertoningen dan Mary and Max. Heeft dat er misschien toch mee te maken, Phil?
Het komt wel eens voor dat je dankbaar een bioscoopzaal verlaat en dan niet omdat een draak van een film eindelijk geëindigd is, maar juist omdat je een cinematografisch hoogstandje hebt ervaren dat je niet snel meer vergeet. Fantastic Mr. Fox is zo’n film en tot nu toe de leukste flick die ik op de 26ste editie van het Imagine Filmfestival zag.
Mr. Fox (met de stem van George Clooney) heeft Mrs. Fox (Meryl Streep) beloofd nooit meer kippen te stelen, maar kan de verleiding om de drie boeren Boggis, Bunce en Bean een hak te zetten niet weerstaan. Een vos verliest immers zijn haren maar nooit zijn streken en moet zijn instincten volgen, ook al heeft hij een vrouw, zoontje en een respectabele baan bij een krant. Het gevolg van zijn plagerijtjes is een klopjacht op het gezin van Mr. Fox en bijkans de hele dierengemeenschap. Gelukkig is deze vos niet voor een gat te vangen.
Eigengereid
Ik heb een zwak voor de films van Wes Anderson. The Royal Tenenbaums uit 2001, maar vooral The Life Aquatic with Steve Zissou uit 2004 vond ik fantastische films vol verbeeldingskracht en bijzondere personages. De eigengereide maar charmante Mr. Fox past dan ook prima thuis in de rij van personages die Anderson eerder op het witte doek bracht.
Anderson regisseerde voor het eerst een stop-motion animatie met poppen en maakte een van de beste animatiefilms sinds jaren. De charme van stop-motion is dat de animatie soms juist wat schokkerig verloopt. Fantastic Mr. Fox toont ouderwets handwerk in prachtige, sfeervolle decors en is een verademing tussen alle strak berekende computeranimatiefilms die in de mode zijn.
Beestenboel
Fantastic Mr. Fox is gebaseerd op het gelijknamige boek van Roald Dahl. Niet verbazingwekkend dus dat we een smakelijk verhaal met goed doordachte personages krijgen voorgeschoteld. Ondanks het feit dat de dieren zich deels als mensen gedragen, aangekleed rondlopen en beroepen als journalist en advocaat vervullen, wordt het feit dat het hier om beesten gaat niet ontkent: als Mr. Fox zijn bord leeg eet doet hij dat schrokkend, zoals je dat van een vos mag verwachten. Als hij en zijn advocaat Das (Bill Murray) ruzie hebben staan ze blazend en met krabbelende poten tegenover elkaar.
Saillant detal: De soundtrack bevat klassiekers van The Beach Boys en The Rolling Stones.
Vrijdagavond vond de enige vertoning van Fantastic Mr. Fox plaats op Imagine. Gelukkig is de film vanaf 29 april op de reguliere bioscoopdoeken te zien.
Onderstaande promotievideo laat iets zien van wat er allemaal bij het maken van een een stop-motion animatiefilm komt kijken. Extra bonus voor de fans: je ziet George Clooney in het gras rollen!
Meer over Imagine lezen? Dat kan natuurlijk! De redactie van Zone 5300 blogt hier. Vriend Jooper pende zijn ongenoegen over de film Monkey Boy neer in deze blogpost.
Het is soms erg balen dat New York niet naast de deur ligt. Op dit moment is er namelijk een retrospectief van filmmaker/kunstenaar Tim Burton te zien in the Museum of Modern Art (MoMa). Behalve schilder- en tekenwerk van deze bijzondere filmmaker, zijn er ook props te zien van zijn films. Zoals maskers van Batman Returns en het bij elkaar geraapte sm-pakje van Edward Scissorhands.
Gelukkig biedt internet in dit soort gevallen uitkomst. Behalve filmregisseur en animator/tekenaar is Burton producent en conceptueel artiest, fotograaf en schrijver van fictie. Een duizendpoot die van zijn eigen gothicachtige sprookjeswereld een niche heeft gemaakt binnen de wereld die Hollywood heet.Gelukkig biedt internet uitkomst. In dit geval was de redactie van MTV online zo vriendelijk om foto’s van de expositie online te zetten. Natuurlijk is dat niet hetzelfde als zelf met je neus tegen het glas gedrukt staan, of zelfs stiekem de oortjes van het Batman-masker aan te raken als de suppoost even niet kijkt, maar ik moet het er maar mee doen op dit moment. Toch, MoMa heeft twee video’s op hun site staan die een ieder die nieuwsgierig is naar Burtons werk een introductie geeft. In onderstaande video vertelt Burton dat hij door het zien van de expositie weer vernieuwde energie heeft gekregen; dat zijn inspiratie komt van het Duits expressionisme en de sciencefiction films van George Méliès. Opmerkelijke uitspraak is dat The Omega Man met Charlton Heston een van zijn favoriete films is! Ook vertelt hij waarom hij in zijn tijd bij Disney zwartwit gestreepte sokken droeg. Kennelijk zorgde dit design ervoor dat hij zich meer geaard en rustiger voelde. Het design komt trouwens vaak voor in de artdirection van zijn films. Vooral in Beetjejuice, een van zijn vroegere films, en de animatie The Nightmare before Christmas zien we de zwartwit-strepen veelvuldig terugkomen. De video bevat ook veel voorbeelden van Burtons tekenwerk.
De trailer van de expositie:
Nog meer zin in Burton? Een interviewer van MTV ondervroeg de kunstenaar kort. De video daarvan is hier te zien. Ook is van het retrospectief een aardig boek verschenen. De expositie loopt van 22 november tot 26 april, dus wie weet ben je rond die tijd nog in de Big Apple om fysiek de wereld van Burton binnen te wandelen.
Arnoud Rijken en Michiel Snijders zijn de drijvende krachten achter productiehuis il Luster. Nu zijn de animatieproducenten aan hun eerste lange speelfilm toe.‘Animatiefilm is fenomenaal anders dan een live-action of vleesfilm zoals ik hem graag noem. Bij een speelfilm is er al een werkelijkheid, dus dan is het de vraag in hoeverre je deze gaat manipuleren. Bij animatie is er in beginsel helemaal niets. Alles moet worden bedacht. Dat brengt zoveel denkwerk met zich mee dat je vanzelf een heel nieuw universum creëert. Daarin heb je een eindeloze vrijheid, want in animatie kan alles. En dat maakt het zo interessant,’ vertelt een begeesterde Michiel Snijders, mededirecteur van il Luster Producties en animatieproducent. Sinds 1997 produceert dit, naar eigen zeggen, meest actieve productiehuis vrije kunstzinnige animaties, opdrachtfilms en tv-series. En met succes want menig animatie valt in de prijzen.
DierenSinterklaas.
Op dit moment is il Luster in de ontwikkelingsfase van DierenSinterklaas. Dit moet de eerste lange speelfilm sinds Als je begrijpt wat ik bedoel (1983) en Beertje Sebastiaan (1990) worden. Van de nieuwbakken animatie-intendant van het Filmfonds hebben de producenten subsidie gekregen om een moving storyboard, ook wel animatic genoemd, te maken. Op basis van het moving storyboard kan het project begroot en uitgedacht worden. ‘Er zijn ook andere producenten een lange speelfilm aan het ontwikkelen, maar tenzij iemand als Endemol op dit moment heel commercieel een film in China aan het maken is, zijn we de eerste als DierenSinterklaas in december 2011 uitkomt. Ik hou wel van dat wedstrijdgevoel.’
Wat doet een animatieproducent?
‘We zijn niet de studio die daadwerkelijk de animatie uitvoert. De regisseur komt met het goede idee en wij als producenten bedenken dan een concrete creatieve invulling. Wij maken de vertaalslag om van een leuk idee een realiseerbaar project te maken. Soms zoeken we de financiën erbij. In het geval van een tv-serie onderzoeken we of een omroep partner wil zijn of dat we het project met een buitenlands productiehuis kunnen coproduceren. Er komt een hoop bij een animatieproductie kijken: je moet een team samenstellen, keuzes maken over de soundtrack en de distributie regelen. Met een korte film doen we die zelf, maar bij lange films heb je daar een distributeur voor. We doen het altijd samen met de creatief, het is teamwerk.’Wat is kenmerkend aan een il Luster productie?
‘Onze projecten hebben altijd een hoge production value. Of je de film nu mooi, leuk, stom of fantastisch vindt, hij is altijd technisch in orde. Daarbij communiceert iedere film een verhaal, ook abstracte animaties zoals Barcode of Display doen hun best om begrepen te worden. Voordat we aan een abstracte animatie beginnen moet de maker altijd kunnen beargumenteren waarom de film hier begint, waarom hij daar eindigt en waarom dit het midden is.’
Barcode.
Hoekje op zolder Arnoud Rijken en Michel Snijders ontmoetten elkaar tijdens de studie Theater, film en televisiewetenschap aan de Universiteit Utrecht waar ze beide het dramaturgisch profiel volgden en filmproducties maakten. Rijken begon met il Luster toen filmmaker en animatieproducent Nico Crama, waar hij stage bij had gelopen, hem vroeg om de fakkel van de korte animatieproductie over te nemen. Snijders voegde zich al snel bij Rijken. Crama introduceerde de jonge honden bij het Filmfonds en leerde hen het vak. ‘Toen was de productie van animatie in Nederland redelijk amateuristisch: de vrouw van de animator produceerde de film bijvoorbeeld. Alles ging heel individueel. Crama was een van de weinige producenten die meerdere animators produceerde.’Animators die vers van de kunstacademie afkwamen hadden geen flauw idee met wie ze hun animatiefilm moesten gaan produceren. Rijken en Snijders zagen de mogelijkheid om het braakliggende landschap te ontginnen: ‘We hadden de ambitie om binnen vijf jaar de grootste producent van korte animatiefilms te worden. Dat hadden we eigenlijk al heel snel bereikt omdat er geen concurrentie was.’
Toch bleek de praktijk een harde leerschool. ‘We hebben het vak echt over de ruggen van onze eerste paar films geleerd,’ bekent Snijders. ‘Overigens hebben we ook projectmanagementtrainingen gevolgd en animatie masterclasses gedaan. Er was immers geen opleiding tot animatieproducent.’Het eerste kantoor van il Luster was gehuisvest in een hoekje op de zolder van filmtheater ’t Hoogt in Utrecht. Eens per twee jaar deelden ze de zolder drie maanden met de staf van het HAFF die daar al sinds het begin van het festival zijn hoofdkwartier heeft. ‘Zo hebben we het festival van dichtbij leren kennen. Arnoud en ik hebben vaak hand en spandiensten aan hen verleend. Wij keken in de lunchpauze ook naar alle inzendingen en zagen zo ontzettend veel animatiefilms. Overigens betekende die nabijheid niet dat onze films meteen ook op het festival draaiden. Het heeft 12 jaar geduurd voordat ik in de jury zat en Arnoud gast is in het programma Heartstrings.’
Hoe belangrijk is een vertoning op een animatiefestival voor jullie?
‘Door digitale media is het heel makkelijk geworden om te publiceren, maar dat garandeert nog geen publiek. Mensen moeten je films wel online kunnen vinden. Een festival als het HAFF selecteert voor je het beste wat animatie te bieden heeft. Daarbij is er door de massamedia de trend ontstaan dat mensen weer samen met gelijkgestemden een ervaring willen delen. Festivals zijn op dit moment dus een van de beste manieren om een geïnteresseerd publiek te vinden voor je korte animatiefilm.’
Je was dit jaar jurylid van de competitie studentenfilms. Welke criteria hanteer je?
‘Ik kijk naar elke film naar wat hij wil en ik probeer me te verplaatsen in de maker. Een professional moet gewoon een goede film maken, maar bij studentenfilms neem ik in de beoordeling mee dat het een eerste poging is. Ik wil graag dapperheid belonen, dat de maker die iets durft of probeert. Daarbij vind ik het belangrijk dat de filmmaker iets te melden heeft.’
Wat zijn in grote lijnen de huidige ontwikkelingen of trends in de wereld van de animatie?
‘Animatie wordt nu betaalbaar voor Europese makers, of anders gezegd: makers buiten Hollywood die iets anders maken dan de publieksvriendelijke film zoals Disney of Pixar die al jaren produceren. Er ontstaat een soort van arthouse-genre. Denk maar aan films als Waltz with Bashir (Ari Folman, 2008) en Persepolis (Vincent Paronnaud en Marjane Satrapi, 2007).
En in Nederland?
‘Professionals uit andere filmhoeken gaan zich ook met animatie bezighouden. Submarine bijvoorbeeld, een mediabedrijf dat documentaires, speelfilms, games en dus ook animaties maakt. Ik juich dat toe omdat het goed voor de sector is, tegelijkertijd ben ik heel voorzichtig omdat ik weet dat animatie produceren een heel moeilijk vak is.’
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids#44.Lees ook: