Categorieën
Film

Film: Machinima op het HAFF

Eens per twee jaar is het feest voor animatieminnaars, want dan vindt het Holland Animation Film Festival (HAFF) plaats in Utrecht. In de 11e editie is er speciale aandacht voor machinima.

Toen animator Gerrit van Dijk samen met Henk Camping van ’t Hoogt in Utrecht het HAFF in 1985 initieerde was het bedoeling dat het een eenmalige aangelegenheid zou zijn. Gerben Schermer, de directeur van het festival, liep in die tijd voor de studie cultureel management stage bij ’t Hoogt. ‘Het animatiefestival was mijn stageopdracht. Als ik er na ’85 niet mee was doorgegaan, is het nog maar de vraag of het HAFF nu nog zou bestaan,’ vertelt Schermer.‘Ik ben eigenlijk met het festival opgegroeid – iedere film die ik zag was voor mij nieuw – een openbaring. Tegenwoordig ben ik een specialist (lacht).’ In de afgelopen jaren is er wel het een en ander veranderd. Behalve een forse toename van het aantal bezoekers is het aantal competities uitgebreid. In 2002 werd de internationale competitie voor korte onafhankelijke films geïntroduceerd. Door de onderverdeling tussen narratieve en niet-narratieve animatie krijgen de doorgaans ondergesneeuwde experimentele films de nodige aandacht. Dit jaar worden een machinima-competitie en jongerenjury’s aan het programma toegevoegd.Het doel van het festival is altijd hetzelfde gebleven, namelijk aandacht generen voor de animatiefilm. ‘We gebruiken competities als marketingcomponent. Korte animatiefilms krijgen zelden aandacht. Een festival biedt de juiste reuring en maakt het voor de pers interessant. Daarnaast zijn we als festival toch een beetje een curator van de animatiefilm geworden.’ Dit jaar maakte de festivalorganisatie een selectie uit ruim 1600 inzendingen. Lang niet alles wordt vertoond. Lex Veerkamp, hoofdpubliciteit van het HAFF, licht de selectieprocedure toe: ‘Animatie staat niet stil. Niet alles wat nieuw is, is ook goed. Ons voordeel is dat er heel veel bij ons binnenkomt, en wij halen echt de krenten uit de pap. Zo vertoont het festival alleen het beste van het beste.’

Engagement
Uit het festivalprogramma blijkt dat engagement, na jaren van afwezigheid, weer een belangrijk thematisch uitgangspunt is in de animatiewereld. Zo wordt in de videoclip Def Sung (Xavier Reyé, Doctor L) en films als Black Day to Freedom (Rob Chiu) en Empire, op eigenzinnige wijze kritiek geuit op de Amerikaanse buitenlandpolitiek. In bijvoorbeeld Empire (Edouard Salier, Nicolas Schmerkin) wordt in een collage van beelden Amerikanen in hun vrije tijd getoond. Door deze – in jaren vijftig-stijl getekende – beelden van gezapige gezinsactiviteiten schemeren de onheilspellende vormen van oorlogsvoertuigen. De festivalorganisatie stimuleert de betrokkenheid bij de maatschappij ook zelf door middel van de machinima-competitie. Deelnemers kregen tien dagen de tijd om een eigen machinima-film te maken. Deze moet een reactie zijn op een gebeurtenis die niet later dan september dit jaar heeft plaatsgevonden. Machinima – animaties die worden gemaakt met behulp van computergames – zijn relatief snel te produceren. Hierdoor bieden ze animators de mogelijkheid om in te springen op de actualiteit, als zijnde bewegende politieke cartoons.
Ik vroeg Schermer of machinima de grote belofte is voor animatie. Schermer:

‘Ik vind belofte wel een groot woord. Het is gewoon een nieuwe vorm om zelf dingen te doen met gemanipuleerde beelden. Machinima wordt wel steeds toegankelijker en er kunnen mooie dingen uit voortkomen. Als mensen op een jongere leeftijd iets kunnen maken, dan kunnen ze heel snel leren en dat is belangrijk voor het werk op grotere schaal. Machinima zal niet voor eeuwig zijn, maar creëert een manier van denken, een manier om snel met dingen aan de slag te gaan.’

Machinima is op het internet duidelijk in opmars en staat daarom terecht in de schijnwerpers op het HAFF. Naast de filmcompetitie worden er een workshop, lezingen en discussies rondom deze jonge animatievorm georganiseerd. (In de crossmedia week Picnic in oktober was ook ruimschoots aandacht voor machinima.) Je kunt de filmpjes bekijken op: http://video.google.nl/nl/machinima.html

Meer over machinima: Machinima, een revolutie in animatie?

Categorieën
Film

Film: Machinima, een revolutie in animatie?

De doe-het-zelf animator rukt op. Dankzij machinima is iedereen met een beetje verstand van games en film in staat zijn eigen animatiefilm te maken. Betekent dit een revolutie in animatie? In de eerste aflevering van de machinima-reeks Red vs. blue filosoferen twee bewakers van het rode team van het computerspel ‘Halo’ over de zin van hun bestaan. Waarom moeten ze eigenlijk de afgelegen rode bunker beschermen tegen het blauwe leger dat op zijn beurt weer een vesting bewaakt? Personages in een computergame die aan zelfreflectie doen is slechts een voorbeeld van de nieuwe richting die animatie in kan slaan.It’s all in the game
Machinima biedt voor iedereen met een goed idee de kans om een animatiefilm te maken. Machinima staat voor (korte) animatiefilms die met behulp van computergames worden gemaakt. De term is een samentrekking van machine, animation en cinema.
Er zijn twee manieren om machinima te maken. De eerste methode is het opnemen van zelfgespeelde gamescènes. Iedere gamer speelt met een karakter en laat deze ‘acteren’. Games met een eerste-persoonsperspectief (First Person Shooter) zijn hiervoor het meest geschikt, omdat daarin de ogen van een personage fungeren als camera. Bij deze beperkte vorm is de maker echter volledig afhankelijk van de mogelijke animaties binnen de game.
Filmmakers met meer ambitie en programmeerkennis werken op dataniveau. Bij veel games zijn extra gereedschappen beschikbaar waarmee nieuwe karakters en gebeurtenissen gecreëerd kunnen worden. De filmmaker programmeert de animatie en voert deze in de basisstructuur (de game-engine) van het spel in. Na het invoeren van de data zullen de figuren volgens het voorgeschreven script handelen. Ook kan de maker bijvoorbeeld zijn beelduitsneden bepalen en het decor ontwerpen.
Anna
Een van de beste voorbeelden van deze tweede manier is de korte animatie Anna gemaakt door Fountainhead Entertainment in 2003. Het is een sprookjesachtig verhaal over de levenscyclus van een bloem. Door de optimaal gebruikte muzikale score met geluidseffecten, expressieve bewegingen in de animatie en passende camerahoeken, wordt op levendige wijze een aangrijpende vertelling gecreëerd. Deze korte film werd gemaakt met het spel Quake 3. Interessant dat een spel waarin vernietiging centraal staat, de basis kan zijn voor een lieflijke film. Over het algemeen ontsnappen de machinima-films niet aan de game-esthetiek en zijn de animaties eenvoudiger dan het werk van echte filmstudio’s. De personages bewegen doorgaans houterig en hebben beperkte gezichtsuitdrukkingen. Daarom leunen machinima-films hevig op de soundtrack en expressieve dialogen.

Desondanks lijkt de belofte voor zelfexpressie groot. Zo is machinima tijd- en kostenbesparend. Anders dan bij oude technieken als stop-motion animatie, is bij machinima het resultaat meteen te zien. Een film als Tim Burton’s Corpse bride (2005) kost jaren om te maken: ieder beeldje wordt apart opgenomen en elke beweging van een pop moet met de hand worden gemaakt. Bij ingewikkelde 3D animaties, zoals de films Shrek (2001) en Monsters, Inc. (2001), hebben computers jaren nodig om alle details in het beeld te berekenen. De doe-het-zelf animator heeft geen leger van animators of grote computers nodig. Hij kan de films alleen of met een klein team maken. In dat opzicht biedt machinima dezelfde vrijheid als de komst van de digitale videocamera dat enkele jaren geleden deed voor onafhankelijke filmmakers (denk aan The Blair witch project uit 1999 van Daniel Myrick en Eduardo Sánchez).Quake movies
Machinima is niet van de een op andere dag ontstaan. De basis ligt in demoversies van games: de mogelijkheid om het gespeelde spel op te slaan en als een film af te draaien. De eerste machinima-films waren zogenaamde ‘Quake movies’, gemaakt met de game Quake uit 1996.
Het internet speelt een grote rol bij de verspreiding en vertoning van machinima. De films zijn te downloaden of via streaming video te bekijken. De meeste animaties worden daarom in korte episodes van zo’n vier minuten uitgebracht. De belangrijkste website is www.machinima.com. Daar zijn films, artikelen en handleidingen te vinden. Daarnaast organiseert de Academy of Machinima Arts and Sciences sinds enkele jaren een filmfestival in New York. Inclusief eigen Oscars, de Mackies. Deze Academy bestaat uit een selecte groep liefhebbers die de machinima-films onder de aandacht wil brengen.
Revolutie?
Machinima is interessant voor animatie- en gameliefhebbers. Of het gewone publiek warm loopt voor 3D-animaties op het internet moet nog blijken. Naarmate de techniek verbetert zullen de machinima-films er steeds beter uit gaan zien. Ook hebben makers steeds minder beperkingen op het pad naar cinematografische vernieuwing. Fabrikanten bouwen zelfs extra gereedschappen in hun games om machinima mogelijk te maken en er komen steeds meer computerprogramma’s die speciaal op de productie van deze films gericht zijn. Het is aan de makers zelf wat ze hiermee doen en of ze hun publiek weten te bereiken. Pas dan valt er te bepalen of machinima werkelijk een revolutie zal ontketenen.

Deze tekst verscheen eerder in De Filmkrant. Binnenkort meer over machinima.

Categorieën
Strips

Webcomics 101

Webcomics: Een korte introductie

De tijd van papieren strips is voorbij? Dat is wellicht wat te voorbarig om zo te stellen. Toch moet gezegd worden dat er vele strips zijn die slechts in digitale vorm op het web verschijnen: de zogenaamde webcomics. Vaak worden deze comics getypeerd als ‘strips op internet’. Hoewel dit de eerste eigenschap is die wellicht te binnenschiet, zijn deze strips in feite veel meer. Via webcomics hebben tekenaars creatief vrij spel, met allerlei mogelijkheden die ‘op papier’ niet kunnen, zoals animatie, interactiviteit en geluid. Een goed voorbeeld hiervan biedt het werk van Stephan Brusche, waar interactie een grote rol speelt. Wie van animatie en konijnen houdt, heeft wellicht meer aan de Bunbun-strips van Mattt Baay.

Interactie
Zoals met andere vormen van internetpublicaties, bieden webcomics een direct contact met de makers via guestbooks, posts en e-mails. Commentaar op het werk, toevoegingen van lezers en zelfs persoonlijke ontboezemingen verrijken het oorspronkelijke materiaal. Een dergelijke interactie met de maker is normaliter alleen mogelijk op stripbeurzen. Maar ja, daar moet je dan wel tegen (andere) stripnerds strijden om aandacht van de stripmaker.

Veel makers zorgen voor updates op vaste tijdstippen. Terwijl sommige comics wekelijks een nieuwe aflevering brengen, verschijnen andere zelfs dagelijks (!). Op vaste tijdsstippen updaten is een goede manier om een vast lezerspubliek te trekken. Mensen zijn nu eenmaal gewoontedieren. Dit feit heeft televisie indertijd ook geen windeieren gelegd. De comic Questionable Content was met zijn dagelijkse updates op een gegeven moment zo populair, dat maker Jeph Jacques zijn baantje opzegde om fulltime aan zijn strip te werken.

Webcomics worden overal ter wereld gemaakt, al hou ik mezelf vooral bezig met wat de Engelstalige strips en het werk dat in Nederland en België verschijnt.

Clickburg
In Nederland wordt het fenomeen op uitgebreide en professionele wijze vertegenwoordigd door Stichting Clickburg. Deze organisatie is juist in het leven geroepen om het fenomeen webcomics op de kaart te zetten. Op de website van clickburg wordt de geschiedenis van webcomics uit de doeken gedaan. Ook verschijnt er wekelijks een recensie over een bepaalde webcomic en kunnen mensen meepraten op het forum. Wie meer wil weten over dit fenomeen: Clickburg is een goede plek om te starten.

Met enige regelmaat schijf ik zelf ook een recensie voor de site, al wordt het gros door twee andere stripkenners geschreven die al veel langer met het onderwerp bezig zijn. (Tot zover deze schaamteloze vorm van sluikreclame.)

Goeroe
Mijn eerste kennismaking met webcomics vond plaats toen ik het boek Reinventing Comics van Scott McCloud las. McCloud is een striptekenaar die enkele boeken schreef over strips in stripvorm. Hij wordt gezien als een van de goeroes op webcomics gebied – al was hij niet de eerste die over dit fenomeen begon of online strips publiceerde. Die eer valt te beurt aan Hans Bjordahl die in 1992 zijn strip Where the Buffalo Roam publiceerde via een nieuwsgroep van Usenet. Met dat even terzijde. Wie de eerste was is niet echt interessant. Wel interessant is het feit dat het aantal webcomics in de afgelopen jaren sterk is toegenomen en dat er voor iedereen wel iets te halen valt .

Kortom: Go check them out.