Categorieën
Striprecensie Strips

Vintage Fred de Heij

Bladeren door de schetsboeken van tekenaars heeft iets intiems. Het is doorgaans een voorrecht dat slechts enkelen zullen genieten. Daarom ben ik erg in mijn nopjes met de reeks artbooks die uitgeverij Xtra de afgelopen tijd op de markt heeft gebracht. Twee dikke boeken met werk van Serge Baeken, een schetsboek van Petar Meseldzija, nu gevolgd door Vintage – illustraties, strips en schilderijen van Fred de Heij.

Dat De Heij een productief tekenaar is, staat buiten kijf. Hij is de tekenaar van de oorlogsstrip Haas die ieder nummer in Eppo verschijnt. Daarnaast is hij, samen met Ger van Wulften, de drijvende kracht achter het magazine Pulpman, dat zes keer per jaar boordevol pulpstrips in de winkel ligt. Ook schildert hij portretten en stillevens. Dat Vintage een behoorlijke omvang heeft, verbaast me dan ook niet.

Compulsief
Het realistische tekenwerk van De Heij wordt gekenmerkt door een trefzekere compositie. De inktlijnen verraden een zekere haast, alsof de tekenaar zijn vertreldrang maar net zelf kan bijbenen. Net als bijvoorbeeld collega Baeken, lijkt De Heij een compulsief tekenaar, iemand die altijd aan het tekenen is en schijnbaar zonder moeite de ene prachtige prent na de andere produceert.

Bladeren door het boek is alsof je door de creatieve geest van de stripmaker loopt. Vintage begint met een reeks illustraties en schetsen die zwaar gearceerd zijn en als magisch-realistisch bestempeld mogen worden. Een jongen die zichzelf een spiegel voor houdt, maar niet zichzelf maar de kop van een uil weerspiegeld ziet; een faustiaans tafereel waarbij iemand een contract ondertekend, terwijl de duivel over zijn schouders mee kijkt. Een vrouw die zwaar gebukt gaat onder het reusachtige rotsblok dat ze op haar rug torst.

Geile olifant
In principe loopt van alles door elkaar: sprookjesachtige kinderboekillustraties, beestenboel en naakte dames. De omslagillustratie spreekt in dat opzicht boekdelen: een verschrikte De Heij wiens hoofd overspoeld wordt door allerlei beelden uit zijn eigen strips. Dat drie van de zes afbeeldingen een naakte vrouw laten zien, is geen toeval. De Heij tekent graag de vrouw in haar naakte vorm, van klassieke portretposes tot en met hardcore porno. Seksualiteit speelt een grote rol in het werk van De Heij. Zijn strips draaien vaak uit op flinke sekspartijen die niet zelden een komische noot als einddoel hebben.

Bladerend door Vintage steken al snel de eerste penissen hun kop op en wordt er volop en veelvuldig gepenetreerd, gepijpt en gespoten. In het universum van De Heij steken zelfs olifanten graag hun slurf in gewillige vulva’s. En weten sneeuwpoppen, met hun ijzig geslacht, menig hitsig meisje wat verkoeling te brengen.


Geen achtergrond

Ik ben een fan van De Heij’s strips en wat betreft de seksuele uitspattingen in zijn werk dus wel wat gewend. Voor mensen die met Vintage voor het eerst met de tekenaar kennismaken, of alleen bekend zijn met de strip Haas, moet het boek een nogal overdonderende indruk maken. Een interview met de stripmaker of een beschouwende inleiding hadden het werk kunnen duiden.

Wat dat betreft ben ik het met mijn Zone-collega Marcel Ruijters eens, die eerder de artbooks van Serge Baeken besprak, dat enige toelichting bij het tekenwerk, bijvoorbeeld voor welke publicatie de tekeningen zijn gemaakt, veel had kunnen verduidelijken. Nu moeten we maar naar het hoe en waarom raden. Aan de andere kant kan de liefhebber ongestoord van het strakke tekenwerk genieten zonder afgeleid te worden door allerlei feitjes.

Jammer dat de schilderijen van Fred in zwart-wit zijn afgedrukt. Zoals de mooie, geschilderde covers van Pulpman laten zien, komen Freds penseelstreken beter tot hun recht in kleur. Toch, zodra ik de laatste bladzijde heb bereikt, voel ik geenszins de behoefte het boek terug in de kast te stoppen, maar heb ik zin om vanaf het begin weer aan de visuele reis door het hoofd van Fred te beginnen.

Fred de Heij – Vintage
Uitgeverij Xtra
ISBN 978-94-90759-01-8