Categorieën
Bloggen

Ongeschreven

Illustratie: Emma Ringelberg
Illustratie: Emma Ringelberg

Als ik alle ideeën die ik heb daadwerkelijk zou schrijven, dan kan ik ieder uur een nieuwe blogpost publiceren. Goed, dat is wellicht een overstatement, toch wordt de lijst ongeschreven posts langer en langer.

De oorzaak hiervoor is niet zo zeer de beperkte hoeveelheid uren die een dag telt, want uren kun je ook alvast als voorschot op de dag erop gebruiken, maar vooral de beperkte hoeveelheid energie die beschikbaar is. Schrijven doe ik niet de hele dag: als ik meer dan vier uur zit te tikken is het veel. En er moet zoveel geschreven worden.

Daarbij geloof ik niet dat er een publiek is dat ieder uur een nieuw stuk zou kunnen of willen verwerken, al hoef je daar als online publicist natuurlijk geen rekening mee te houden, want Google brengt mensen altijd wel naar je post toe.

Soms denk ik: ‘Ik ga van iedere strip die ik lees een stuk publiceren om zoveel mogelijk beeldverhalen op mijn site te kunnen behandelen.’ Zo is Minneboo leest ontstaan, al speelde daar ook mee dat ik soms strips wil aanstippen zonder ze per se te recenseren.

Filmframes had dezelfde reden: ik wilde voor mezelf bijhouden welke films ik kijk en besloot van iedere film een afbeelding te posten. In de praktijk blijkt het bijna niet te doen om mijn kijkgedrag op die manier bij te houden. Het zou een dagtaak worden. Bovendien zou dit blog dan vollopen met allerlei posts over film. Daarbij merkte ik al snel dat het niet in mijn aard zit om alleen maar filmplaatjes te posten. Ik heb de neiging om daar dan iets bij te vertellen en voordat je het weet zit je toch weer een bespreking te schrijven.

Ook heb ik nagedacht over hoe we op Facebook en Tumblr bloggen. Waarom niet het type statusupdates die we op Facebook publiceren ook op je blog zetten? Het is een idee dat je blog zeker zal verlevendigen en het aantal updates zal laten toenemen. Het gaat me dan niet om updates als: ‘Ik zit in de trein naar Nieuwegein,’ het mag wel meer inhoudelijk zijn dan dat. Maar een snelle foto van iets dat je onderweg ziet en dat je interessant vindt, of een leuk moment op straat, bij vrienden of in de boekwinkel… waarom niet?

hulk_thinks

Minder persoonlijk?
Recent kreeg ik van twee vrienden te horen dat ze mijn persoonlijke blogposts zo missen op deze site. Het is waar: doordat mijn focus in de laatste jaren steeds meer op strips is komen te liggen, is er minder tijd over om nog persoonlijk te bloggen. Natuurlijk benader ik het beeldverhaal wel op een persoonlijke wijze via selectie en hoe ik erover schrijf. Omdat er echter zo veel valt te publiceren over strips – er gebeurt echt veel – is er bijna geen ruimte meer voor een meer autobiografisch stukje of een giftige column over bijvoorbeeld de Nederlandse politiek. Dat laatste heb ik sowieso opgegeven: het is een onderwerp waar ik me niet graag meer mee bezighoud, het leven is daar te lang of te kort voor, al naar gelang je visie op het leven. En je hebt in het dagelijks leven al genoeg last van de overheid.

De focus op strips heeft geen windeieren gelegd: ik heb veel volgers gekregen uit de stripwereld, zowel liefhebbers als makers, en dat doet me goed.

Daarbij vraag ik me ook af waarom ik nog online autobio zou publiceren. Naar wat nare ervaringen met reaguurders, waaronder een voormalige vriend van me die het erg bont maakte en die ik sindsdien uit mijn vriendenkring heb geschopt, voel ik niet zo veel behoefte meer om me op die manier te uiten. Iedereen kan immers meelezen, waarom zou ik die vreemden deelgenoot maken van mijn zielenroerselen.

Maar wie weet hoe ik daar over een tijdje weer over denk. Het mooie aan online publiceren is dat je altijd een nieuwe weg in kunt slaan. Je kan altijd iets nieuws uitproberen, een nieuwe rubriek starten of een oude rubriek nieuw leven in blazen. Al zullen er altijd ongeschreven blogposts blijven.

Categorieën
Strips

Gerrit de Jager: ‘Doorzon was een goudmijn’

De Familie Doorzon is terug. Dat wil zeggen: de eerste vier albums zijn in één dikke bundel opnieuw uitgebracht. Tegelijkertijd komt Gerrit de Jager met een graphic memoir over de woelige ontstaansjaren van deze strip.

Omslagontwerp: Moker.
Omslagontwerp: Moker.

Kort nadat Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen zijn begonnen met De familie Doorzon voor de Nieuwe Revu, komt De Jager erachter dat zijn vrouw vreemdgaat met de buurman. Ze laat de tekenaar in een leegstaande nieuwbouwwoning in Lelystad en met een berg schulden achter. Terwijl de strip een ongekend succes aan het worden is, komen de jeugdvrienden Wim en Gerrit steeds vaker tegenover elkaar te staan. Er dreigt een einde te komen aan hun lange, succesvolle samenwerking. Als dan ook nog eens blijkt dat hun uitgever stelselmatig royalty’s heeft achtergehouden, lijkt het dieptepunt in De Jagers leven bereikt. Samen gaan de stripmakers de strijd aan om van hun wurgcontract af te komen en zo De Familie Doorzon bij VNU een veilig onderkomen te geven. Als na de scherpe confrontatie het stof langzaam neerdwarrelt heeft De Jager binnen een kort tijdsbestek in wezen drie scheidingen achter de rug: van zijn vrouw, zijn beste vriend en uitgever. Aldus het verhaal in Door zonder familie, de graphic memoir van Gerrit de Jager.

‘Het is allemaal dertig jaar geleden gebeurd, dus ik had een zekere afstand om er ook grappen over te kunnen maken. Toch deed het tekenen van dit verhaal emotioneel heel veel met me. De woede van toen voel ik niet meer, maar tijdens het tekenen heb ik wel veel herbeleefd. Het oude verdriet voelde ik wel. Dat slijt blijkbaar niet. Toch ben ik echt gelukkig dat ik dit boek heb gemaakt. Voor het eerst sinds lange tijd heb ik echt iets héél diep uit mezelf gehaald en ben ik niet alleen maar bezig geweest met vakmanschap,’ vertelt De Jager (Amsterdam, 1954) terwijl we in zijn zonovergoten Amsterdamse tuin aan de koffie en vruchtencake zitten.

Familie Doorsnee
Vanaf 1980 stond De Familie Doorzon dertig jaar lang in Nieuwe Revu. In de strip over de asociale familie in Zulthoven werden onderwerpen als seks, homo’s en racisme met scherpe grappen behandeld, tot groot ongenoegen van politiek correct Nederland. ‘In die tijd was je al fout als je bij de Tros werkte. Hoewel Wim heel links was, ergerden we ons allebei aan het feit dat je bepaalde dingen niet mocht zeggen. We hadden er plezier in om mensen over de zeik te krijgen, en dat was ook zó makkelijk. Nu is dat politiek incorrecte niet nieuw meer, maar toen kwam bij mensen het bloed uit de oren. Ik heb een keer in een migrantentelevisieprogramma moeten verantwoorden hoe ik negers tekende. Toen een van die negers impotent bleek te zijn, werd men daar weer boos over, terwijl we dus eigenlijk het racistische vooroordeel omdraaide.’

Zelfportret Gerrit de Jager.
Zelfportret Gerrit de Jager.

‘Doorzon is een woordspeling op “de familie Doorsnee”, wat toen nog een begrip was. De dagelijkse problemen die ik meemaakte stopten we in de strip. Ik was net verhuisd van Amsterdam naar een doorzonwoning in Lelystad, de enige plek waar je toen terecht kon met een baby. Verschrikkelijk vond ik dat. Als ze me hadden gezegd: je mag terug naar Amsterdam, maar dan moet je de afstand wel kruipend afleggen, dan had ik dat gedaan! Vader John Doorzon is qua uiterlijk gebaseerd op mijn vader en Jack Nicholson, en dochter Doortje op mijn oudere zus. Zoon Tonnie was mijn oudere broer, al moet ik er wel steeds nadrukkelijk bij vertellen dat mijn broer geen homo is. De kleine opdonder, Ronnie, was ik zelf. Die moeder was een mengeling van omroepster Loes Haasdijk en Annemarie Grewel, een linkse, uitgesproken Amsterdamse politica. Later heb ik steeds gezegd dat Doorzon de negatieve versie was van Jan, Jans en de kinderen, maar dat is helemaal niet waar.’

Goudmijn
Na vier albums gingen Stevenhagen en De Jager uit elkaar en verdeelden onderling de verschillende stripreeksen die ze maakten. De Jager ging met frisse tegenzin door met Doorzon. ‘Wim was er wel klaar mee, maar ik eigenlijk ook. Ik was met Liefde & Geluk voor het Parool begonnen, en met de strip Roel en zijn beestenboel wilde ik wereldberoemd in Frankrijk worden.’ Toch kon de tekenaar niet met Doorzon stoppen, want de strip was een enorm succes: ‘Ik zat aan de grond en had het geld hard nodig. Ik was gescheiden, had alimentatie te betalen en moest mijn huis verkopen voor de helft van wat ik ervoor betaald had. Het was toen ook crisis. Doorzon was een goudmijn. Bij VNU, nu Sanoma, verkochten we al snel 80.000 exemplaren per album. Van de eerste vier albums zijn er per stuk meer dan 100.000 verkocht. Je moet dan wel heel sterk in je schoenen staan om zo’n goudmijn dicht te spijkeren.’

Toen de strip in 2010 werd stopgezet, was dat een opluchting voor De Jager, al had hij ook vaak plezier in zijn werk. ‘Ik wilde meer de maatschappelijke, politieke kant op, en toen vroeg de Revu mij om acht pagina’s extra te maken over de bezuinigingen. Die strips zijn nu nog steeds actueel met de huidige crisis. Door die klus kreeg ik er weer lol in.’

Cover van het eerste Doorzon-album.
Cover van het eerste Doorzon-album.

Door zonder familie
Tegenwoordig zit hij dicht op de actualiteit met zijn cartoons voor nu.nl en het AD. Voor de strip Zusje in Margriet put hij wederom veel uit zijn eigen gezinsleven, net als indertijd met De familie Doorzon. Toen Oog & Blik/De Bezige Bij de eerste vier albums opnieuw wilde uitgeven, leek het De Jager leuk om in stripvorm toe te lichten op welke voorvallen de grappen gebaseerd waren. Om de uitgeverij een idee te geven hoe dat eruit zou zien, werkte de tekenaar een voorbeeld uit. In één dag tekende De Jager wat later de proloog van dertien pagina’s zou worden, waarin hij verhaalt hoe Doorzon aan de Revu verkocht wordt en dat bij thuiskomst blijkt dat zijn vrouw met het gat in haar hand hun gehele inboedel heeft vervangen voor rotanmeubelen. Woedend slaat De Jager de keuken in elkaar, net als pa Doorzon in een van de strips. Op basis van deze intensieve sequentie vroeg de uitgeverij of hij er niet een heel boek van kon maken.
De Jager tekende zijn hele beeldroman op A6-jes, direct op papier met inkt, zonder eerst in potlood te tekenen en zonder scenario. Zelfcensuur heeft hij niet gepleegd. ‘De uitgever zei: het verhaal is rauw, en zo moet je het ook op papier zetten. Door die rauwe stijl kwam er een komische zweem over de meest genante scènes, bijvoorbeeld seks met mijn ex.’

Vriendschap
De Jager laat zien dat de samenwerking met Wim Stevenhagen stroef verliep. Hun neuzen stonden vaak de andere kant op. Is Door zonder Familie toch ook bedoeld als ode aan een vriendschap? ‘Jazeker. Een van de belangrijkste relaties in mijn leven was die met Wim. Het was echt een huwelijk: we deden alles samen. Ik kan me echter weinig momenten herinneren waarin we echt plezier hadden. Momenten dat we zaten te tekenen en te keten, zoals de collega’s bij uitgeverij Espee, hadden we eigenlijk niet. We haalden wel veel voldoening uit de chemie die we samen hadden en uit het feit dat we iemand gevonden hadden tegen wie je elk idee, hoe kut ook, durfde te spuien. Toch was er altijd spanning. Dat laat ik zien, maar ik breng ook mijn waardering voor Wim en zijn werk tot uiting.’

Als Wim en Gerrit uit elkaar gaan, blijkt hun uitgever Ger van Wulften ze nog veel meer royalty’s schuldig te zijn dan ze al dachten. Als VNU interesse in Doorzon toont, begint een slepende zaak, waarbij de uitgever het onderste uit de kan wil halen voor zichzelf. Was het boek een afrekening met Van Wulften?
De Jager: ‘Nee, het is geen afrekening, want die toestanden liggen ver achter me. Het verhaal is wel een feitelijk verslag van wat ons is overkomen. Die scène dat hij achter het stuur van zijn Porsche vertelt dat ik naar beneden moet met mijn royalty’s is echt gebeurd. Er kwam ook zoveel geld binnen, je moet dan wel erg sterk in je schoenen staan om daar niet wat van mee te jatten. Ger heeft verkeerde keuzen gemaakt: hij was enorm onder de indruk van figuren als Theo van Gogh en Ischa Meijer, en ging zich met bandjes, theaterproducties en speelfilm bezighouden. Daardoor veronachtzaamde hij hetgeen waar hij geld mee verdiende en waar echt zijn kracht lag. Ik toon overigens ook de goede kanten van Ger, want we hadden ook veel aan hem te danken. Hij gaf ons een big break en was een rasverkoper. Ook was hij een soort vaderfiguur voor me. Espee voelde als een familie: de medewerkers gingen altijd samen op stap, eten in restaurants, naar concerten. Iedereen deed het met iedereen. Juist door dat familiegevoel heeft het zo lang geduurd voordat ik tegen Ger opstond.’

doorzonder-216_1
doorzonder-217_1v2

De familie Doorzon & Door zonder familie (Oog & Blik/ De Bezige Bij) liggen nu in de winkel.

Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #44.

Categorieën
Strips

Rood Gras in Edinburgh

Het zal onderhand geen geheim zijn dat ik een fan ben van Rood Gras. Deze semi-autobiografische strip wordt beleefd en gemaakt door Rob van Barneveld. Recent bezocht Rob in zijn eentje de prachtige stad Edinburgh en daar maakte hij natuurlijk een stripje over.

Rob tekent deze strips direct in zijn dummy en eigenlijk alleen voor ‘persoonlijk gebruik’. Wat mij in zijn werk aanspreekt is de openhartige toon die Rob in zijn strips gebruikt. Daarbij komt hij vaak grappig uit de hoek. Recent maakte hij ook een aangenaam verslag over zijn bezoek aan Lowlands. Binnenkort brengt hij deze strips ook in een smallpress-boekje uit.

‘In het smallpresszine komen dingen uit mijn schetsboekjes, kleine ideetjes en stripjes. Een beetje zoals Prefab van Serge Baeken, denk ik, maar dan op zijn Robs,’ liet de tekenaar me via Facebook weten.

rob_edinburg1h rob_edinburgh2 rob_edinburgh3 rob_edinburgh4 rob_edinburgh5 rob_edinburgh6 rob_edinburgh7

Alleen op vakantie
Zelf ging ik voor het eerst in 2007 in mijn eentje naar Edinburgh en werd verliefd op de stad. Alleen op vakantie vond ik daarvoor vreemd, maar ik ontdekte dat het heel fijn kan zijn om met jezelf op vakantie te gaan, zoals Rob het in zijn stripje noemt. Net als Rob ben ik daar toen een verhaal over gaan maken. Ter plekke, als ik ergens aan de koffie zat, notitieboekje op tafel en schrijven maar. Zo voel je je ook minder alleen heb ik gemerkt. Je praat tegen een onzichtbare vriend. Later publiceerde ik die verhalen op mijn blog:

Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols,
Deel 2: City of the Dead
,
Deel 3: Polen, Nieuw-zeelanders en Onzichtbare Vrienden,
Deel 4: Serpenten, tombes en Sherlock Holmes,
Deel 5: Andy Warhol & Harry Potter
,
Deel 6: Arthur, Dante, Rose en Bobby,
Deel 7: Edinburgh (slot).

Vorig jaar was ik samen met Paul Stellingwerf in Edinburgh. Daar maakte ik een reeks video’s over, waarvan dit reisverslag tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met de dagboekstrip van Rob.

Ik ga van de week eens kijken wat ze tijdens Halloween allemaal voor leuks doen in Edinburgh. Ik heb zin om er weer heen te gaan.

Categorieën
Strips

Gerrit de Jager komt met stripmemoires

famdoorzonDe Familie Doorzon, welke stripliefhebber kent deze atypische stripfamilie niet? In deze scherpe humorstrip worden onderwerpen als homo’s, racisme en seks niet geschuwd. Wie zin heeft een nostalgisch tripje terug in de tijd of voor het eerst wil kennismaken met deze ‘asociale’ stripfamilie, of atypische familiestrip, kan binnenkort zijn hart ophalen. De eerste vier albums die Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen samen maakten worden gebundeld in De familie Doorzon. Vanaf 26 september in de winkels. Dan ligt waarschijnlijk ook Gerrit de Jagers Door zonder familie ernaast, waarin de stripmaker de tijd beschrijft waarin hij de strip maakte.

De Jager maakte samen met jeugdvriend Wim Stevenhagen in de jaren tachtig De Familie Doorzon. Voor inspiratie putte hij veelvuldig uit eigen leven: de jonge tekenaar kocht zelf een doorzonwoning om er een gezin te stichten. Het huis waar de Doorzonnetjes in wonen is dan ook gebaseerd op de Jagers eigen woning. (Hier vertelde de stripmaker uitgebreid over in een aflevering van het televisieprogramma Beeldverhaal.)

Maar terwijl de strips over de toonbank vlogen, liep Gerrits leven allerminst op rolletjes. Zijn vrouw verliet hem voor een ander, hij had problemen met zijn toenmalige uitgever Ger van Wulften en uiteindelijk liep ook zijn vriendschap met Wim op de klippen. Ook maakte De Jager toentertijd kennis met talloze kunstenaars, zoals Herman Brood en Theo van Gogh.

Uitgeverij Oog & Blik belooft dat het ‘een bijzonder geestig, maar ook ontroerend en openhartig verslag waarin de auteur niemand spaart, zichzelf evenmin.’

Na dertig jaar publicatie verdween De Familie Doorzon in 2010 uit de (Nieuwe) Revu.

Ik ben benieuwd naar De Jagers autobio, want ik ben benieuwd naar zijn verhaal achter de schermen van de strip. Ook heb ik zin om die oude Doorzons weer eens te lezen. Nog even wachten tot september dus.

Categorieën
Strips Video

Ype legt UIT nog eens uit

ype_uit‘Ik weet niet of er nog iemand te vinden is die zo gek is om a) zijn leven met mij te delen en b) om in de fotostrips dan te spelen,’ zegt Ype Driessen in onderstaande video gemaakt door MVS Gaystation. ‘Maar ik hoop wel iemand te vinden die dat ook echt wel wil, want ik wil wel heel graag verder ermee. En als ik iemand vind, dan hoort dat er eigenlijk wel bij.’

Het klinkt even alsof Ype hier een contactadvertentie inspreekt, maar de interviewer zocht de stripmaker gewoon op tijdens de signeersessie in Boekhandel Vrolijk om hem eens uit te horen over zijn nieuwste boek UIT!.

Ook leuk: enkele van zijn lezers komen ook aan het woord, waaronder ‘fan’ van het eerste uur, Floor de Goede, die natuurlijk alles weet over hoe je je eigen leven kunt verstrippen: ‘Ype is wel iets gayer dan ik!’

Categorieën
Daily Webhead Video

Daily Webhead Video: Ode aan Hoorn

In Hoorn ben ik in 1977 geboren. Ik bracht mijn jeugd en tienerjaren door in wat ik graag gekscherend ‘het neusgat van Noord-Holland’ noem vanwege de geografische ligging. (Er komt een hoop snot uit.) Na mijn verblijf in de Verenigde Staten heb ik er nog eens twaalf jaar gewoond, waarvan elf op het Ramen: een rustige straat in het centrum van de voormalige VOC-stad. Een appartement op de bovenste verdieping dat uitkeek op de straat was al die tijd mijn thuis. Dat was in het begin goed te doen, later, na mijn studietijd was het huis toch echt te gehorig.

Het leven in Hoorn was niet verkeerd, doch wat saai af en toe. Ik had er mijn stamkroeg en een paar vrienden en vriendinnen in de buurt om me mee te vermaken. En op eenzame dagen bood mijn stripcollectie genoeg vertier. Deze Daily Webhead is opgebouwd uit de foto’s die ik de laatste paar jaar van mijn verblijf in Hoorn maakte. Met muziek van Marco Raaphorst natuurlijk.

Categorieën
Mike's notities Strips

Dagboek van een stripjournalist

Mensen vragen me wel eens wat ik nu zoal doe op een dag als stripjournalist. Hier een beknopt en selectief overzicht van een paar dagen. De meeste meldingen van geschreven blogposts heb ik achterwege gelaten, want die publicaties hebben jullie natuurlijk allemaal al gelezen. 😉

Woensdag 13 februari
De afgelopen dagen hard gewerkt aan de HAFF bijdrage in de VPRO Gids. Vandaag een beetje rustig dagje.
Werkbezoeken aan de American Book Center en Lambiek. Met Klaas van de winkel een Daily Webhead video opgenomen.
Kwam bij Lambiek Maikel Verkoelen nog tegen van World of Dik. Hij logeerde een weekje in Amsterdam. Ben benieuwd naar zijn nieuwe album waar hij langere verhalen voor aan het maken is.

actiocomics_grantmorrison
Leeshuiswerk: Action Comics van Grant Morrison. Een nieuwe, frisse kijk op superpadvinder Superman.

Donderdag 14 februari
Mokerontwerp bestaat 5 jaar en viert feest. Samen met Linda de mannen bezocht. Onder andere leuke gesprekken gevoerd met Frits Jonker die die avond kwam drummen (!) en Piet Schreuders, de artdirector van de VPRO Gids. Schreuders heeft een boek geschreven over de locaties in Londen waar The Beatles allemaal zijn geweest. Dat deed me denken aan mijn zoektocht naar Spider-Man in New York van een paar jaar geleden. Kwam ook Yuri Jonker, de broer van Frits, letteraar en tekenaar, tegen. Moet maar eens in zijn werk duiken.

Vrijdag 15 februari
Rudi de Vries bij De Wereld Leert Door gekeken en over geblogd. Het is de eerste keer dat ik DWLD heb gekeken en waarschijnlijk de laatste: wat een oppervlakkigheid weer. Ze gaan bij dit soort programma’s niet dieper dan de gemiddelde espresso: informatie als vermaak.

Eindelijk de nieuwe Zone op de deurmat. De honderdste. Leuk verhaal van Natasja van Loon over de geschiedenis van de Zone, een aandoenlijke bijdrage van Rood Gras en een mooie vertelvondst in de strip van Frederik van den Stock.

Maandag 18 februari
Bezoek festivalkantoor van het Imagine Filmfestival. Met de directeuren besloten dat ik in tegenstelling tot vorig jaar geen lezing zal geven. Aanvankelijk zou ik wellicht iets met het thema psychotic women gaan doen. Een thema dat mij erg aanspreekt: alleen mijn datinggeschiedenis zou al genoeg stof tot spreken opleveren. Aangezien de schrijfster van het boek over dit onderwerp al een lezing gaat geven, gaat het feest niet door.

Martin Lodewijk belde op om onze interviewafspraak een weekje te verzetten.

Drie delen Haas gelezen.

In de avond bracht Esther van Uitgeverij Xtra de nieuwe Natte maan en Fast Forward van Serge Baeken langs. Service! (En ja, daar ga ik dus nog over schrijven.)

Dinsdag 19 februari
Recensie over Haas geschreven en gepubliceerd. Blij verrast door de kwaliteit van deze strip.

Woensdag 20 februari
Samen met collega freelancer Liselotte Doeswijk geluncht in de Balie. Ze vertelde met dat ze voor Sonic Acts gaat bloggen.

Leeshuiswerk die dag: Scarlet Spider (erg vermakelijk!), Superior Spider-Man #4 (Het blijft bagger. Ik kan niet wachten tot Dan Slott de zak krijgt bij Marvel.)

Donderdag 21 februari
Weer feest, dit keer in de Melkweg: Zone 5300 en Schokkend Nieuws zijn allebei honderd nummers oud. Behalve de filmvertoning van Universal Soldier heb ik zo’n beetje alles gemist van de leuke korte filmpjes in de bioscoop. Ook van de band heb ik niets gehoord. De hele avond gezellig met stripmakers en vrienden in het theehuis van de Melkweg staan praten. Daar zijn die feestjes immers voor.

Vrijdag 22 februari
Dankzij Erik van SN herontdek ik de Batman-soundtrack van Danny Elfman. Heerlijk!

Het oor van Gogh, een aflevering van Agent 327 gelezen voor research. Ik denk dat dit mijn favoriete avontuur van ‘het geweten van Nederland is’. Weer een strip over Van Gogh trouwens. Die schilder spookt de laatste maanden, sinds het boek van Barbara Stok, vaak door mijn hoofd en ik kom hem overal tegen.

oorvangogh_327_p09

Pitch geschreven voor twee nieuwe afleveringen van Stripplaatje onder de loep.

Zaterdag 23 februari
Minneboo leest over de nieuwe cartoonbundel van Peter de Wit geschreven. In de middag naar de Jordaan afgereisd voor de opening van de Peter Pontiac expositie. Kort voor de opening even met Peter een video-interview gedaan over de expo en over zijn ziekte. Toen we het kantoor uitliepen was de galerie al helemaal gevuld met bezoek wat het maken van shots van zijn tekenwerk erg moeilijk maakte. Nou ja, je moet het doen met wat je kunt krijgen. Bij thuiskomst meteen achter Final Cut Pro gekropen en in een ruim uur de reportage gemonteerd en op YouTube gezet.

Zondag 24 februari
De nieuwe Stripgids van kaft tot kaft gelezen. Vooral de interviews met Manu Larcenet en Jacques Tardi waren zeer informatief. Ik denk dat Stripgids het beste volbloed striptijdschrift van de Benelux is. Dat zeg ik niet omdat ik er soms voor schrijf, maar het is juist andersom: ik ben er voor gaan schrijven omdat ik het zo’n goed blad vind. Meteen een idee gepitcht aan Toon Horsten, de hoofdredacteur.

De dag eindigde natuurlijk met een verse aflevering van de serie Fringe die ik sinds twee weken aan het kijken ben. Heerlijke ongeloofwaardige doch vermakelijke onzin.

Maandag 25 februari
Interview met Martin Lodewijk voor de VPRO Gids voorbereid: me verdiept in de bibliografie van Lodewijk, en verschillende albums van zijn hand gelezen, waaronder Agent 327 en January Jones.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Jeruzalem van Guy Delisle

Ik denk niet dat ik ooit een voet zal zetten in Jeruzalem of de Gazastrook. Ik geloof niet in heilige grond, dus als niet-gelovige hecht ik weinig waarde aan alle religieuze episodes die in dat gebied zouden hebben plaatsgevonden, maar bovenal hou ik niet van brandhaarden als vakantiebestemming. En hoewel ik allang niet meer snap hoe het allemaal zo ver is gekomen in die regio – jij wel? – snap ik wel dat de rapen daar al een tijdje heel erg gaar zijn. Dankzij de Canadese stripmaker/animator Guy Delisle (Québec, 1966) weet ik wel een beetje hoe het dagelijks leven er daar aan toe gaat.

jeruzalem2
Delisle verbleef een jaar in Jeruzalem met zijn gezin. Zijn vrouw werkt voor Artsen Zonder Grenzen. In Jeruzalem, een vuistdikke striproman, doet Delisle in dagboekvorm verslag van zijn verblijf. Hij maakte op deze manier al eerder prachtige strips over Birma en Shenzhen. We kijken door de ogen van de buitenstaander, want dat is Delisle net zo goed als de lezer, naar een stad die verdeeld is en bevolkt wordt door verschillende groepen mensen die elkaar het daglicht niet in de ogen gunnen. Is religie niet iets prachtigs?

Hebron
De Westelijke Jordaanoever is een gekkenhuis bestaande uit verschillende steden en wijken. Zoals de stad Hebron die Delisle bezoekt op verzoek van Artsen Zonder Grenzen om in een stripreportage te laten zien wat ze daar allemaal doen. Hebron ligt op de westoever, een grote stad van 130.000 inwoners. Te midden van de Palestijnen wonen zo’n vierhonderd joodse kolonisten die door een groot aantal soldaten worden beschermd. In bepaalde straten mogen alleen de kolonisten wonen. In de oude stad wonen aan de ene kant van de straat de Palestijnen en aan de andere kant de kolonisten. Boven de straat hangt een groot net omdat de kolonisten vroeger projectielen naar de Palestijnen beneden op straat gooien. Delisle toont ons het net dat met allerlei viezigheden vol ligt.

Delisle wandelt door de stad, verbaast zich net als ik over allerlei zaken. Soms ziet hij zo veel overeenkomsten in gewoonten dat je makkelijk kunt concluderen dat de volken die elkaar na het leven staan, eigenlijk niet zo veel van elkaar verschillen.

jeruzalem1

Gedurende het album zien we Guy op verschillende plekken schetsen maken. Helaas zijn geen van die tekeningen in het album opgenomen. Voor Jeruzalem won de stripmaker vorig jaar in Angoulême de prijs voor het beste album.
Zie hier een preview van zes pagina’s.

Guy Delisle. Jeruzalem.
Oog & Blik/De Bezige Bij. € 24,90
ISBN978-90-549-2343-5

Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.

Categorieën
Strips

Barbara Stok: ‘Vincent is als een broer voor me geworden’

cover-Vincent_stok

Stripmaker Barbara Stok werkt sinds 1995 aan haar openhartige autobiografische oeuvre. De afgelopen drie jaar was het tijd voor iets helemaal anders. Ze maakte een striproman over Vincent van Gogh. Vincent gaat over de laatste jaren van de kunstschilder, een boeiende periode waarin hij de mooiste schilderijen vervaardigde maar ook geplaagd werd door geestesziekte.

‘Als Vincent van Gogh nu zou hebben geleefd, was hij misschien wel een stripmaker geweest. Hij beeldde personen in zijn schilderijen op een stripachtige manier uit, vind ik. Hij schilderde mensen een beetje onbeholpen. Vincent zou overigens geen strips in realistische stijl hebben gemaakt, want daar had hij niets mee. Nee, ik denk eerder richting de Kuifje-stijl of Hein de Kort,’ mijmert Barbara Stok.

Zelf wilde Stok (Groningen, 1970) ooit journalist worden. Of beter: schrijver, maar de journalistiek leek haar een realistischer beroepskeuze. Na haar studie aan de fotoacademie in Den Haag, maakte ze artikelen en foto’s voor een vijftal huis-aan-huis bladen. Stok zegt tekenen en schrijven altijd leuk gevonden te hebben. Toen ze net had leren schrijven begon Barbara verhaaltjes te tikken op haar typemachine. Als kind tekende ze ook al stripjes die in het locale tennisblaadje werden gepubliceerd.

Crumb
Als twintiger kwam Stok in aanraking met de strips van onder andere Peter Bagge, die deels autobiografische strips maakt, en ook het werk van undergroundtekenaar Robert Crumb en diens vrouw Aline Kominsky-Crumb sprak haar aan: ‘Crumb maakte strips voor een volwassen publiek met volwassen thema’s en maatschappijkritiek. Zijn verhalen gaan over echte mensen.’ Het tekenwerk van Aline, dat kwalitatief minder indrukwekkend is dan dat van haar man, legde voor Stok de lat wat lager: ‘Ook bij zo’n tekenstijl kunnen de verhalen erg goed zijn. Ik vind dat ik leuk teken maar ik ben geen tekenvirtuoos.’

Aangemoedigd door het werk van de familie Crumb ging Stok als hobby zelf strips maken over de dingen die ze had meegemaakt. In het begin kopieerde ze die strips een paar keer en deelde deze uit aan vrienden. ‘Die reageerden zo enthousiast dat ik er honderd van ging drukken en die legde ik in de stripwinkel neer. Op een gegeven moment waren alle boekjes daar ook verkocht.’ Stok werd benaderd door een paar kranten en kreeg zelfs fanmail van lezers. Op een dag belde Vic van de Reijt, de uitgever van Nijgh & Van Ditmar, haar op om te zeggen dat hij haar graag wilde uitgeven. Opmerkelijk, want Nijgh & Van Ditmar heeft weinig stripmakers in haar fonds. In 1998 verscheen Stoks eerste officiële bundel Barbaraal tot op het bot. Sindsdien zijn er meerdere collecties verschenen, zoals Je Geld of je Leven (2003), Nu we hier toch zijn (2005), Op tour door Spanje (2007) en Dan maak je maar zin (2009).
In 2009 won Stok de Stripschapprijs voor haar oeuvre. Ze was de eerste en tot nog toe enige vrouw die deze prijs in ontvangst mocht nemen. In hetzelfde jaar prees de Volkskrant haar als een van de vijf beste stripmakers van Nederland.

Kapstok
Barbara_stok_autobioIn haar autobiografische strips geeft Stok met humor en relativering haar visie op de wereld. ‘Ik ben de hoofdpersoon maar ik ben niet het onderwerp van mijn verhalen. Die verhalen gaan over werk, geluk, liefde, twijfel, angst – dat soort dingen. Ik gebruik mijn leven als kapstok om de verhalen te vertellen die ik wil vertellen. De rode draad in mijn werk is dat ik opzoek ben naar wat nou eigenlijk echt belangrijk is in het leven. Ik probeer anders tegen vaststaande waarden aan te kijken.’

Stok hanteert een eenvoudige en herkenbare stijl. In haar tekeningen laat ze overbodige details achterwege.
Niets laat de Groningse in haar strips onbesproken: van alledaagse zaken als haar seksleven en haar eerste orgasme, optredens met haar toenmalige band de Straaljagers, het maken van strips, demonstreren, de lol van het rustig autorijden tot mislukte meditatiepogingen. Ook herkenbare zaken als hoe lastig het kan zijn om je antwoordapparaat in te spreken, komen aan bod. Daarnaast trakteert Stok de lezer geregeld op haar overpeinzingen. In één strip wil ze bijvoorbeeld een spijkerbroek aanschaffen en staat ze voor de moeilijke keuze tussen een goedzittende spijkerbroek die gemaakt is in een sweatshop en een minder fijne broek die niet door kinderhanden is vervaardigd. Uiteindelijk kiest ze toch voor de eerste, want zo vaak koopt ze nu ook weer geen spijkerbroek.

Barbara Stok en Jean-Marc van Tol tijdens de opnames van 'Beeldverhaal'. Bron: Human Factor
Barbara Stok en Jean-Marc van Tol tijdens de opnames van ‘Beeldverhaal’. Bron: Human Factor

Herkenbaarheid verklaart volgens Stok de populariteit van de autobiografie: ‘Het genre lijkt wellicht narcistisch, maar de verhalen gaan vaak ergens over. Ze gaan niet alleen over herkenbare situaties, maar zeggen vaak ook iets over onze maatschappij, onze waarden, ze zijn vaak grappig en ook filosofisch.’

Uiteraard moeten we de tekenaar en het strippersonage Barbara Stok niet met elkaar verwarren. Tijdens een interview met Jean-Marc van Tol in het televisieprogramma Beeldverhaal vergeleek Stok haar stripfiguurtje met een acteur waarmee ze een gecontroleerd beeld van zichzelf kan neerzetten: ‘Net als de komiek Seinfeld. Die speelt zichzelf in een serie die weliswaar gebaseerd is op zijn leven maar wel bedacht is. Zo zou je mijn strips ook kunnen zien. Ik noem ze ook liever autobiografisch getint, in plaats van echt autobiografisch, want ook al zijn de meeste dingen wel echt gebeurd, ik laat bepaalde elementen wel weg.’

Doodsangst
Obarbara stok levensgenieter omslagndanks de onvermijdelijke manipulatie die bij het maken van stripverhalen komt kijken, doen Barbara’s anekdotes authentiek aan. In het album Dan maak je maar zin beschrijft de stripmaker de twijfels van een dertiger. Na de dood van haar zwager gaat ze tussen modegrillen en moderne trends op zoek naar de zin van het bestaan. De dood van Barbara’s zwager Guus was tevens het uitgangspunt van haar volgende boek Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven. ‘Guus zat tv te kijken en viel zo dood om. Hij was pas 49. Als er iemand in je naaste omgeving overlijdt, word je weer geconfronteerd met de dood. Toch is de dood ook een thema dat mij van jongs af aan heeft geïnteresseerd. De oplettende lezer ziet dat dit onderwerp er vanaf de eerste strip wel in zit. Ik ben altijd bang geweest voor de dood. Zo’n angst die je twee keer per jaar ’s avonds in bed overvalt. Na de dood van Guus gebeurde me dat een tijd lang elke avond.’

Om haar doodsangst te bezweren maakte Stok een boek dat qua vorm en inhoud afweek van haar eerdere werk. In plaats van een strip koos ze ervoor een prentenboek te maken. ‘Op het moment dat ik het idee voor dat boek kreeg, maakte ik al heel lang strips, ook voor kranten, en als je veel in opdracht werkt dan zit je daar op een gegeven moment een beetje in vast. Daarom wilde ik experimenteren met de vorm. Ik heb toen eerst de tekst geschreven en daarna pas de tekeningen gemaakt. Strips maken is noeste arbeid waar veel herhaling in zit. Je tekent plaatjes vaak opnieuw. Daarom vond ik het wel eens leuk om één tekening van iets te maken.’

‘Wat betreft pennen en computerinkleuring gebruikte ik altijd hetzelfde materiaal. Voor Over de levensgenieter heb ik met van alles geëxperimenteerd, en kwam uiteindelijk op het scannen van mijn potloodtekeningen uit. Zo krijgen ze een stoort wasco-achtige lijnen en dat vond ik erg mooi. Het resultaat is meer schetsachtig. Ik vond dat het idee van vergankelijkheid uitspreken.’

Barbara-kickt-doodIndertijd noemde ze dit het engste boek dat ze tot dan toe had gemaakt, omdat ze de lezer direct naar binnen liet kijken en ze zich dit keer niet kon verschuilen achter humor, want daar was dit keer geen sprake van. Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven gaat over Stoks zoektocht naar een oplossing voor haar doodsangst. Ze onderzoekt en verwerpt verschillende ideeën over de dood en ze citeert een rijk arsenaal aan denkers, waaronder Joep Dohmen, Spinoza en de Griekse filosoof Epicurus. Ook plukt ze levensbeschouwingen als het boeddhisme en taoïsme. Stok: ‘Ik vond het echt fantastisch daar helemaal in te duiken. Vooral die oude Grieken. Je denkt dat al die filosofen uit de oudheid verschrikkelijk moeilijke teksten hebben geschreven, maar dat zijn ze helemaal niet. De ideeën van toen zijn nu nog toepasbaar.’

De idee van Marcus Aurelius, dat als je doodgaat je alleen maar het heden verliest, sprak Stok in het bijzonder aan. ‘Zo had ik er nog nooit over nagedacht. Dan maakt het ook niet uit of je jong of oud overlijdt, want iedereen verliest alleen maar het nu.’ Op dit moment staat Stok ook ingeschreven als student filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

vicent_stok_zonnebloemen

Vincent
Drie jaar geleden werd Stok benaderd door het Van Gogh Museum te Amsterdam met de vraag of ze een strip wilde maken over de beroemde Nederlandse schilder. ‘Dit is tot nu toe de mooiste opdracht die ik heb gehad. De samenwerking met het museum ging heel goed en het werk van Van Gogh spreekt me erg aan. Vincent koos voor alledaagse dingen als onderwerp: een boomstam, een plukje gras. Dat ontroert mij,’ vertelt de stripmaker.

Qua onderwerpkeuze werd Stok volledig vrijgelaten. Ze besloot zich te richten op de laatste twee jaar van Van Goghs leven. ‘Een heel hectische periode,’ vindt Stok. ‘In die tijd woonde hij in Arles in Zuid-Frankrijk en in Saint-Rémy. Zijn laatste maanden bracht hij door in Auvers-sur-Oise. Een boeiende tijd uit zijn leven. Hij maakte toen de mooiste schilderijen, maar kreeg ook last van aanvallen waarin hij volledig in de war was. Hij sneed een stuk van zijn oor af en kwam in een inrichting terecht. Interessant materiaal om een stripboek over te maken dus.’

Cover strip Vincent van Gogh- De worsteling van een kunstenaarVincent is niet het eerste stripalbum dat in de laatste jaren over de schilder is verschenen. In 2011 kwam Vincent van Gogh: De worsteling van een kunstenaar, van Jan Kragt en Marc Verhaegen uit. Dit album, uitgegeven door het Van Gogh Museum en Eureducation, had een educatieve missie en is bedoeld jongeren iets over het leven van Van Gogh bij te brengen. Naast het boek van Barbara komt bij Oog & Blik Vincent van Gogh: De wording van een schilder uit van Teun Berserik die zich vooral richt op de Haagse jeugdjaren van de schilder. Dick Matena maakte ooit een verhaal over Van Gogh en Gauguin; Gradimir Smudja liet zich door het werk van Van Gogh inspireren tot fantasievolle verhalen in de reeks Vincent & Van Gogh.

Wat voegt Stoks boek toe aan de strips die al over Van Gogh zijn verschenen? ‘Ik heb geprobeerd weer te geven wat er in zijn hoofd omging. In andere verhalen ligt de nadruk heel erg op de feiten en gebeurtenissen. Dat is het grote verschil met mijn boek. Het is ook een heel sfeervol boek geworden, vind ik. De beoogde doelgroep van Vincent zijn volwassenen en eventueel tieners die niet zo veel over Van Gogh weten maar wel in hem geïnteresseerd zijn. Eigenlijk was ik dus zelf de doelgroep,’ zegt de stripmaker met een glimlach.

Inmiddels mag Stok zichzelf wel een expert noemen. Ze heeft zich goed in de schilder en de periode dat hij leefde verdiept. De in 1853 te Zundert geboren Van Gogh besloot pas op 27-jarige leeftijd kunstschilder te worden. In de laatste tien jaar van zijn leven schilderde hij ruim 860 doeken en bijna 1200 tekeningen. Hij leed aan een complex ziektebeeld waarover in de loop der jaren veel is gespeculeerd. Behalve epilepsie denkt men dat hij ook aan bewustzijnsstoornissen en depressies leed. Op 27 juli 1890 schoot Van Gogh zichzelf in de borst met een revolver. Twee dagen later overleed hij.

Dagboek
kleine-VincentOm Van Gogh te doorgronden las Stok de brieven van en aan de schilder. Stok: ‘Ik heb bewust bijna geen andere boeken over hem gelezen en ben vooral van de brieven uitgegaan. Die zijn zo prachtig! Die brieven aan zijn broer lezen als een soort dagboek. Hij schreef over zijn ups en downs en de twijfels die hij had over zijn werk, terwijl Vincent af en toe weer vond dat hij weer iets heel moois had gemaakt.’

Om precies weer te kunnen geven hoe de wereld er toen uitzag en wat mensen in die tijd droegen, reisde Stok af naar Arles en Saint-Rémy. ‘Ik wilde zien hoe hij daar gewoond heeft en waar hij over straat moet hebben gelopen. In de bibliotheek van Arles heb ik veel foto’s uit die tijd gekopieerd. Ook had ik veel aan het documentatiecentrum van het Van Gogh Museum. Zo wist ik precies hoe de straatlantaarns en de boerenkarren er toen uitzagen bijvoorbeeld.’

Stok gebruikte de teksten uit de brieven ook in haar strip, al permitteerde ze zichzelf wel om de boel naar haar hand te zetten en zinnen uit verschillende brieven samen te voegen. ‘Ik vond het een mooie methode om te laten zien dat Vincent en zijn broer Theo op die manier met elkaar communiceerden. Ik kon zo ook goed zijn innerlijke beleving weergeven,’ legt de stripmaker uit en vervolgt: ‘Ik ben in de periode dat ik met dit boek bezig was, echt van Vincent gaan houden. Vincent van Gogh is als een broer voor me geworden. Ik wilde in zijn huid te kruipen en heb geprobeerd een echt mens van hem te maken. Ik wilde hem juist niet op een voetstuk plaatsen. Dat gebeurt wat mij betreft iets te veel. En daarbij zet men Vincent vaak zo dramatisch neer. Ik wilde dat beeld van de ongelukkige, arme schilder, een beetje nuanceren. Hij kon echt gelukkig zijn op de momenten dat hij schilderde.’

Het oorincident
Stok zet Van Gogh neer als een gedreven man die volledig voor de kunst gaat. Het was zijn grote wens om een kunstenaarshuis te stichten dat geleid zou worden door zijn vriend Paul Gauguin, maar die zag dat allemaal niet zo zitten. In de strip toont Stok de lezer eerst Van Goghs gedroomde ideaal, waarin Gauguin net als Vincent helemaal voor het kunstenaarshuis gaat en net als hij geniet van het landschap in Arles. Vervolgens blijkt Gauguin in werkelijkheid het idee te hebben tijdelijk op bezoek te zijn. In tegenstelling tot Vincent heeft hij net zo veel oog voor de jonge dames als voor het landschap waardoor ze lopen. Het bestieren van een atelier ziet hij al helemaal niet zitten, liever gaat hij weer naar de tropen om te schilderen. Terwijl Vincent bereid is alles op te geven voor de kunst, toont Stok Gauguin vooral ook als levensgenieter. Dat leidt tot een onvermijdelijke botsing tussen de vrienden.

‘Vincent was zeer gedreven en kon hele betogen houden over zijn plannen en over wat kunst moest zijn. Hij nam geen blad voor de mond en zei heel direct wat hij van dingen vond. In dat opzicht was het wel een moeilijke man. Hij lag altijd wel met iemand overhoop en dat moest zijn broer Theo dan weer recht breien. En dat terwijl Vincent eigenlijk helemaal niet op ruzie uit was. Hij vond juist dat de kustenaars onderling saamhorig moesten zijn. Maar hij had inhoudelijk wel een uitgesproken mening die vaak botste met de opvattingen van anderen.’

vincent-aanval

Uiteindelijk leidt Gauguins vertrek tot de episode waarin Van Gogh een stuk van zijn oor afsnijdt. De stripmaker wilde deze bekende gebeurtenis zo trouw mogelijk te boek stellen. ‘Er is toentertijd een kort artikel in de locale krant verschenen en Gauguin heeft er kort daarna ook in een brief over geschreven. Ik wilde er geen dingen bij verzinnen en heb lang nagedacht over hoe ik deze episode in beeld zou brengen. Ik heb er uiteindelijk voor gekozen om het vanuit Vincent zelf op te tekenen. Hij kon zich delen van zijn aanvallen niet herinneren. Ik kan me zo voorstellen dat je na zo’n aanval je soms nog flarden herinnert. En zo heb ik het ook in beeld gebracht, als stukjes momenten die hij zich nog herinnert.’

Landschappen
Het kleurenpalet dat Stok in de strip gebruikt is afgeleid van de schilderijen van Van Gogh, die overigens ook een prominente rol in het beeldverhaal hebben: ‘Ik heb heel veel van zijn schilderijen in mijn stripboek verwerkt. Bijvoorbeeld als achtergronden. Hij loopt door zijn eigen schilderijen heen, want ja, hij liep natuurlijk ook door de omgeving die hij schilderde. Ik heb zijn beroemde slaapkamer getekend met hemzelf in het bed. Ik heb er bewust een rommelige kamer van gemaakt.’

Nieuw voor Stok was het tekenen van landschappen, iets wat ze in haar autobiografische werk graag vermeed. ‘Daar was ik altijd te lui voor, maar nu heb ik ontdekt dat ik ontzettend veel lol in het tekenen van landschappen heb. Ook heb ik dankzij Vincent kennisgemaakt met Japanse prenten. Daar ben ik nu zeer door geboeid.’

vincent-regen

Hoewel Stok in Vincent het verhaal van Van Gogh vertelt, zit er ook veel van haarzelf in het boek. ‘Er zit een duidelijke link tussen dit boek en mijn autobiografische werk. Van de thema’s die voor Vincent belangrijk waren heb ik die gekozen die ik zelf erg interessant vind. In dit album is bijvoorbeeld een belangrijke rol weggelegd voor de natuur en de rol die de mens heeft in de wereld, wat ook in mijn autobiografische werk een belangrijk thema is. Toen zijn plannen voor het kunstenaarshuis in duigen vielen, vond hij troost in de natuur. Uiteindelijk wilde hij iets betekenen voor de wereld, een schakel zijn in het geheel. Ik geloof ook dat dit onze rol is als mens, namelijk een positieve schakel proberen te zijn. Dat klinkt heel vaag en hippie-achtig, maar zo ben ik nu eenmaal.’

Ter gelegenheid van de uitgave van Vincent organiseert het Van Gogh Museum een rondreizende presentatie over de manier waarop Barbara Stok zich door het leven en werk van de vermaarde kunstenaar heeft laten inspireren. Deze presentatie, in de vorm van twee kunstenaarsateliers, zal van oktober 2012 tot mei 2013 in zes openbare bibliotheken in Nederland land te zien zijn.

Dit artikel is in Stripgids #32 (2012) gepubliceerd.

Categorieën
Boeken Film

Column: B-Garnituur

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Tijdens het KLIK! Amsterdam Animation Festival zat ik rond de tafel met de Amerikaanse mediaspecialist Brian Dunphy die lezingen geeft over South Park, een collega van de VPRO Gids en twee van Brians vrienden. Toen mijn collega haar voorliefde voor romcoms liet blijken, probeerden we elkaar af te troeven met films waar je van houdt maar waar je je eigenlijk voor dient te schamen. Guilty pleasures dus.

Ik kwam niet zo snel op een film, zelfs Highlander werd acceptabel bevonden, maar toen ik bij de zoveelste poging de naam David Hasselhoff liet vallen wees Brian me aan en riep: ‘You win! You definitely win with Hasselhoff!’

Ik beken: ik heb een zwak voor The Hoff, de Knight Rider die op miraculeuze wijze zijn enorme ego verteerbaar weet te houden door een even grote hoeveelheid zelfspot aan de dag te leggen. Ook voor andere acteurs die we met de letter B zouden categoriseren koester ik warme, doch platonische gevoelens: Sylvester Stallone, Bruce Campbell, Roger Moore en Arnold Schwarzenegger. Als het even kan, lees ik hun autobiografie. Die van Moore was droger dan de martini’s die zijn Bond-alter ego doorgaans drinkt, maar Hasselhoff en met name Campbell schreven zeer onderhoudende memoires.

Schwarzenegger, die het schopte van bodybuild-legende naar acteur tot gouverneur van Californië, schreef recent zijn autobiografie: Total Recall, het verhaal van mijn leven, uitgegeven door A.W. Bruna. Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat de acteur die bekend staat om zijn gevatte oneliners meer dan vijfhonderd pagina’s nodig heeft om zijn levensverhaal uit de doeken te doen. Total Recall leest als een jongensboek voor vijftigplussers, waarin Arnold ieder avontuur zonder al te veel problemen tot een goed einde weet te brengen.

Sommige scènes hadden zo uit één van zijn films kunnen komen. Toen de Oostenrijkse Eik halverwege de jaren zestig een frequente bezoeker was van de bierhallen in München, gingen bier drinken en kroeggenoten in elkaar timmeren hand in hand: ‘Als iemand me raar aankeek of me om welke reden dan ook uitdaagde, zat ik er meteen bovenop. Ik gaf hem een schokbehandeling. Ik rukte mijn overhemd uit en liet de spieren onder mijn hemd zien. En dan sloeg ik ‘m knock-out. Soms zei mijn tegenstander als hij me zag gewoon: “Ach, wat maakt het ook uit. Laten maar een biertje nemen.”‘

Arnold in zijn jonge jaren.

Soms toont The Terminator zijn naïeve en ‘zachte’ kant, zoals het moment dat hij met verbazing toeziet hoe een Amerikaans vriendinnetje zijn scheermes gebruikt om haar benen en oksels te scheren. ‘Ik dacht dat harige benen en oksels normaal waren, omdat in Europa vrouwen zich nooit schoren of onthaarden,’ aldus Arnold. Je begrijpt opeens waarom hij daarna definitief ‘Hasta la vista, baby,’ tegen Oostenrijk zei.

Deze column is in Schokkend Nieuws #99 gepubliceerd.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead Video: Op de tekentafel van Floor de Goede

De fans van Floor de Goede hebben er lang op moeten wachten, maar 4 januari ligt zijn eerste striproman in de winkels: Dansen op de vulkaan. Dat leek me een mooie gelegenheid om hem te interviewen voor de VPRO Gids. Na het gesprek namen we nog een vlog op waarin de sympathieke stripmaker enkele bladzijden uit zijn schetsboek laat zien.

Kijktip: Zet de video via het tandwieltje rechtsonder op HD (720p) en zet de player op schermvullend, dan kun je de dunne potloodlijnen van het schetsboek het beste zien.

Als Flo voor het eerst op reis is zonder zijn vriend Bas, is hij met niets anders bezig dan met de heimwee naar de ander en ziet hij al het moois om hem heen niet. Maar is er na zoveel jaar samen zijn nog wel afstand nodig om elkaar te missen? Dansen op de vulkaan is een semi-autobiografisch verhaal over de pijnlijke, maar herkenbare kanten van de liefde. We weten allemaal dat een lange relatie vele stadia kent; nog nooit eerder bracht iemand al die facetten van de liefde zo mooi in beeld als Floor de Goede.

Vanaf 4 januari kun je het allemaal zelf lezen.

Categorieën
Bloggen

Zes jaar bloggen: Opnieuw beginnen

Illustratie: Emma Ringelberg

Eind augustus leef ik alweer zes jaar op het web. Wat mijn sabbatical tot nu toe vooral heeft duidelijk gemaakt is dat ik bepaalde zaken vanaf nu anders wil aanpakken. Dat betekent onder andere dat ik anders ga bloggen.

Zes jaar geleden begon ik aan dit avontuur, niet precies wetende wat we allemaal stond te wachten. Ook had ik geen vooropgezet plan toen ik de eerste posts op Mike’s Webs schreef. Alles was een groot, spannend avontuur. Maar er is veel veranderd in die jaren. Het vrijblijvende van het bloggen is verdwenen. Ik weet niet precies wanneer dat gebeurde, maar waarschijnlijk ergens toen mijn site MichaelMinneboo.nl als portfolio dienst ging doen. Ik voelde me toen verplicht om vooral over strips te bloggen, want dat is het medium waar ik als freelance journalist het meeste over schrijf.

Verplichting
Op een gegeven moment ben ik ook veelvuldig ook stripnieuws gaan schrijven, want een stripjournalist houdt nu eenmaal alles bij. Het werd een gewoonte om iets met de persberichten te doen die mijn mailbox verstopten. Een expositie hier, een boekpresentatie daar. Natuurlijk meldde ik dit soort gebeurtenissen ook vaak omdat ik de betreffende stripmaker graag mag of omdat de strip interessant vond, maar vaak ook gewoon omdat ik me verplicht voelde het nieuws te brengen. Voordat ik het goed en wel doorhad postte ik zes, soms zeven publicaties per week op mijn site.

Waarom dat een probleem werd? Ik deed er nog zo veel naast. Stukken in opdracht, video’s, een parttime baan bij de VARA en daartussendoor beleefde ik nog een rijk gevuld sociaal leven.

Toegegeven: de hogere frequentie en de focus op strips, deed het aantal bezoekers exponentieel toenemen. De statistieken gingen door het dak! Maar de blogposts misten vaak persoonlijkheid. En ik had op den duur het gevoel geleefd te worden door mijn blog. Het vrijblijvende was ervan af. Ook de zin eigenlijk. Het kwam vaak genoeg voor dat ik nog even snel een berichtje online zette, ook al had ik eigenlijk wat anders te doen; ook al had ik eigenlijk zin om wat anders te doen.

Als bloggen te veel op werk begint te lijken, als iets wat op je to-do-lijst staat en nog even afgewerkt moet worden voordat de dag om is, dan is het plezier ver te zoeken.

Je blog als middel om je reputatie mee op te bouwen; je blog als winkeltje; personal branding, dat soort dingen. Het is goed om je bewust te zijn van wat je uitdraagt op het web, maar wie zich als merk gedraagt, verliest zijn menselijkheid. Je bent immers de hele tijd druk bezig met hoe je op anderen overkomt en de zorg een positief beeld van jezelf neer te zetten. Voordat je het weet kom je steeds verder van je kern af te staan. En dan komt je blog ook automatisch steeds verder van jezelf af te staan. Je bent aan het bloggen, niet een doorlopende advertorial over jezelf aan het schrijven.

Fuck Personal Branding dus! En fuck de ‘vind-mij-alsjeblieft-leuk-mentaliteit’ die door Facebook en Twitter gecultiveerd wordt! Dat gesmeek van mensen en bedrijven om een like is simpelweg pathetisch. Mensen die alleen maar leuk gevonden willen worden zijn saai, voorspelbaar en laten bovendien nooit het achterste van hun tong zien. Ik wil echtheid, authenticiteit en menselijkheid. (En kennis van zaken is, uiteraard, ook niet onbelangrijk.) En dat kan ook online.

In mijn pauze van de afgelopen maanden blogde ik nog zo nu en dan, vooral om de vorderingen van mijn sabbatical bij te houden en één keer om een filmrecensie te schrijven. Het verplichte gevoel verdween. Ik weet nog dat ik een park in Utrecht zat op een vrijdagmiddag. De zon scheen, ik zat een boeiend boek van Grant Morrison te lezen en ik voelde absoluut niet de drang om daar iets over te bloggen, te schrijven of te zeggen. Dat bankje, het boek, de zon en de rust waren voldoende om mij een gevoel van vervulling te geven. De online wereld was niet uit mijn hoofd verdwenen, wel de behoefte om daar op dat moment, deel van uit te maken. (En de paradox van het blogleven is natuurlijk dat ik er nu – indirect – nog steeds over blog als voorbeeld voor niet-bloggen.)

Illustratie: Emma Ringelberg

Een leven zonder bloggen, natuurlijk is het mogelijk. Toch wil ik niet zo ver gaan. Ik vind het veel te leuk om stukjes te schrijven, te reageren op andere blogs en een dialoog te voeren met lezers van mijn blog. Maar dat kan ook met mate. Laat het ritme van het leven de flow van je blog bepalen, niet andersom.

Daarom ga ik het vanaf nu als volgt aanpakken: ik ga schrijven vanuit behoefte en plezier. Niet vanuit verplichting of een misplaatst gevoel van druk. Niemand zegt de blogger dat hij moet bloggen, behalve het stemmetje in zijn hoofd. Dat stemmetje ben je zelf.

Dit is mijn blog, dus dit is mijn visie op de wereld. Like it or not, I don’t care.

Nieuwe rubrieken
Natuurlijk heb ik mijn vrije tijd wel nagedacht over mijn blogje en welke kant ik ermee op wil gaan. Ik heb een paar nieuwe rubrieken bedacht waar ik graag mee aan de slag wil. Ik blijf schrijven over strips, want daar ligt mijn hart. Ik breng graag boeiende beeldverhalen en stripmakers onder de aandacht, want ik vind dat dit moet gebeuren. Er kan immers niet aandacht genoeg zijn voor strips. Ook zal ik heus nog wel stripnieuws brengen als ik het boeiend en relevant vind, maar een echte nieuwssite zal dit blog nooit worden. Voor de typische stripnieuwtjes zijn al genoeg blogs in de wereld.

Net als voorheen zullen post over film, animatie en het bloggen ook voorbijkomen, evenals een persoonlijk verhaal. Want persoonlijkheid is wat een blog maakt of breekt. Dit is mijn blog, dus dit is mijn visie op de wereld. Like it or not, I don’t care.

De frequentie van de posts hangt helemaal af van de hoeveelheid zin die ik voel en de tijd die ik beschikbaar heb. Verder zie ik wel welke kant het op gaat. Ik ben benieuwd naar het komende blogjaar en naar de weg die ik af ga leggen. You’re welcome to join me.