Na een puike beeldroman over Vincent van Gogh en een novelle over Hendrik Werkman is Barbara Stok terug met een bundel autobiografische strips: Toch een geluk.
Over Barbara Stok heb ik al vaker geschreven. Ik heb haar een paar keer met plezier geïnterviewd. Ik lees haar graag, en vind het altijd knap hoe ze complexe ideeën en gedachten weet weer te geven in enkele stripplaten en ook nog eens in een heel duidelijke, toegankelijke stijl.
Ik kan dan ook erg genieten van schijnbaar simpele strookjes als deze. Niet in de laatste plaats omdat Stok mij er als lezer weer eens opwijst, dat het leven meer is dan werken achter een monitor. De kunst van het niets doen is een van haar thema’s.
In 2012 kwam Vincent uit, Barbara Stoks graphic novel over Vincent van Gogh. Een zeer boeiend boek, niet in de laatste plaats omdat de stripmaker een echt personage van de schilder wist te maken en tot leven wist te wekken. Door haar strip ga je weer opnieuw en anders naar Van Goghs oeuvre kijken. Dat is geen geringe prestatie als je je bedenkt hoe vaak we die schilderijen al hebben gezien. Vincent is dan ook een groot en internationaal succes. Er zijn 10.000 exemplaren van verkocht.
Making of
Over hoe Vincent tot stand kwam en de media mallemolen waarin Stok daarna in terecht kwam, vertelt ze openhartig en smakelijk in deze bundel. Dat doet ze via stripscènes maar ook met tekst die ze illustreert met een stripplaatje.
Ik vind het als stripliefhebber natuurlijk heerlijk om zo’n making of te kunnen lezen. Soms komt Stok met leuke visualisaties op de proppen. Zo zien we haar letterlijk in de stripplaatjes uit Vincent opduiken en deze tekenen. En als Barbara aan een van Van Goghs brieven denkt, manifesteert de schilder zich naast haar in het bos. Het levert een leuk stripplaatje op waarin ze haar onderwerp een lift in de auto geeft:
Stok vertelt ook openhartig hoe ze het op een gegeven moment behoorlijk zwaar heeft met alle aandacht en de reizen die ze moet maken om het boek te promoten. Uiteindelijk voelt ze zich hier behoorlijk leeg van en opgebrand. Het is als je in die malle molen meedraait ook moeilijk om te blijven zien wat belangrijk voor je is. Laat staan dat je ruimte in je hoofd hebt om aan een nieuw project te werken. Als Barbara in het vliegtuig zit naar weer een publiek optreden, vraagt Vincent aan haar wat het belangrijkste voor haar is. Stoks antwoord is staren uit het raam.
Rode draad
De making of zit als een rode draad door het boek verweven. Tussendoor zijn we deelgenoot van Stoks dagelijkse avonturen en zorgen over het milieu, filosofietjes en mijmeringen, bekende thema’s uit haar autobiografische strips. Mijns inziens maakt deze opzet het boek fragmentarischer dan nodig was geweest. Zelf had ik liever de making of als een geheel gelezen, met daarna de losse avonturen van Stok. Als terugkerende rode draad fungeert immers de grote zeiltocht over het IJsselmeer al. De meerdere pogingen die de tekenaar en haar vriend Ricky ondernemen om dit verraderlijke stukje water over te steken komen geregeld terug in het boek.
Maar goed, gezien de hierboven beschreven laatste scène van het boek met Van Gogh in het vliegtuig, valt er ook wat voor deze aanpak te zeggen.
Juist omdat Stok een visueel verteller is, valt het gesprek met professor dr. mr. Jepma, hoogleraar energie & duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, wat tegen. Het genre van stripjournalistiek is bij uitstek geschikt om moeilijke concepten als klimaatverandering te visualiseren en te verduidelijken, maar Stok beperkt zich tijdens het gesprek met de professor vooral door talking heads te tekenen. Ook is het gebruik van verschillende lettertypen door elkaar niet heel fraai. Voor de hoofdtekst wordt een ander lettertype gebruikt dan voor de boekcitaten in de stripplaatjes en voor het interviewgedeelte. Tussendoor staat ook nog eens Barbara’s striphandschrift. Al met is het resultaat dus een ratjetoe.
Even deze kritiek op de cosmetische elementen daar gelaten, ben ik blij met deze nieuwe autobiografische bundel van Barbara Stok. Het is fijn weer even deelgenoot van haar (gedachten)wereld te zijn. In de laatste Zone 5300 vertelde ze dat ze zich weer wil gaan storten voor langere tijd om aan een nieuw boek te werken. Laat maar komen, zou ik zeggen.
Barbara Stok. Toch een geluk. Nijgh & Van Ditmar, €18,50
Hartjes is dus de tweede vrouw die deze oeuvreprijs, die sinds 1974 wordt uitgereikt, in ontvangst mag nemen. Barbara Stok ging haar in 2009 voor. Stok en Hartjes vind ik erg goed en hebben een duidelijke eigen stijl. Allebei zijn ze met autobiografische strips begonnen maar inmiddels hebben ze hun blik allang verruimd. Ik vind Maaikes strips over Japan erg leuk en boeiend om te lezen.
De P. Hans Frankfurtherprijs, voor een persoon of organisatie die zich op bijzondere wijze inzet of heeft ingezet voor de strip in Nederland, gaat naar Strip2000. Uitgever Peter van der Heijden overleed eerder dit jaar plotseling. Hij was een inspirerende krachtbron in de stripwereld. Iemand die zijn enthousiasme op anderen wist over te brengen en iemand die in een korte tijd een indrukwekkend fonds wist te creëren. Ik mocht hem graag.
De commissie, bestaande uit Marcel Ruijters, inkleurster Wilma Leenders, journalist Cintha Rood, stripwinkelier Peter Ottens en vormgever Peter van der Knoop, zegt het volgende over het oeuvre van Hartjes:
De volkomen eigen stijl en het opbouwen van een consistent en op zichzelf staand oeuvre maakt Maaike Hartjes tot een unieke stripmaker. Haar handelsmerk is een stijl die zich het beste laat omschrijven als expressief minimalisme.
In een periode dat de stripwereld nog een echt mannenbolwerk was, kreeg zij al de lachers op haar hand. Piepkleine tekeningen gebundeld in minipocketformaat uitgegeven in eigen beheer. Dit was voor haar genoeg om zichzelf te profileren en hiermee dwars tegen de stroom in te roeien. Het autobiografische karakter van haar stripjes in combinatie met haar levendige humor bezorgden haar snel bekendheid. Begin jaren negentig was Maaike één van de vaandeldragers voor de jonge stripmakers. In die dagen werd zij samen met Barbara Stok en Gerrie Hondius, tot de Grote Drie van de zogenaamde vrouwenstrips gerekend.
Tijdens haar meer dan twintigjarige carrière is Maaike altijd op zoek gegaan naar het ongrijpbare, zonder zich hierbij tegen de gevestigde orde te hoeven verzetten. Of het nu gaat om grote of kleine thema’s, ze weet er een luchtige draai aan te geven. Als enige stripmaker stond ze bijna tien jaar wekelijks met haar Maaike’s dagboekje in het tijdschrift Viva. En legde hiermee de vinger op de zere plekken van menig lezeres. Ook waren diezelfde dagboekstripjes van groot belang voor Zone 5300. De waardering was zo groot dat het stripje bijna uitgroeide tot het gezicht van dit magazine. In het verlengde hiervan tekende zij ook diverse reisdagboeken op. Wie net als Maaike weleens door Hong Kong of Zuid-Afrika heeft gereisd, zou situaties en locaties kunnen herkennen in deze verslagen. Zeker haar relaas over het land van Mandela was confronterend. Het werd pijnlijk duidelijk dat de Apartheid nog niet is verdwenen aldaar. Het wachten is op het moment dat Maaike weer het vliegtuig neemt naar een nieuwe reisbestemming voor een volgend verslag.
Door haar toegankelijke stijl wist zij door te breken in het bedrijfsleven als snelcartoonist. Hiermee liet zij zien dat commercie allang geen vies woord meer is in de stripwereld. Als vanzelfsprekend nam zij als één van de eersten plaats op de voorzittersstoel van de BNS (Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers), samen met collega Hanco Kolk (van S1ngle). Waar ze vooral op heeft ingezet, is om als stripmaker meer werk te vinden in het bedrijfsleven. Het toenmalige bestuur heeft zich ook beziggehouden met auteursrecht en beeldrecht. De BNS is toen ook een samenwerking aangegaan met de BNO (Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers).
Haar nieuwste project Tekeningen Rekeningen is een logisch gevolg op haar voorzitterschap. Dit werk ligt dan ook in de lijn van het communicatieve karakter van haar werk. Als stripmaker is zij eerder een waarnemer dan een verteller. Observaties lijken als een rode draad door haar werk te lopen. Eerst van het alledaagse, daarna die in verre landen en met haar nieuwste project die van de beroepspraktijk van stripmakers. De commissie voor de Stripschapprijzen beloont niet alleen het feit dat Maaike Hartjes in bijna vijfentwintig jaar is uitgegroeid tot één van de belangrijkste stripmakers van haar generatie, maar benadrukt vooral haar doorzettingsvermogen en inzet voor de branche. Dat deze Stripschapprijs precies twintig jaar na haar eerste albumnominatie komt, maakt de cirkel rond.
Ook zijn de nominaties voor de beste albums bekendgemaakt. Daarin ontbreekt het boek Jheronimus van Marcel Ruijters, maar dat komt waarschijnlijk omdat Ruijters zelf in de jury zit dit jaar. Het had anders niet in de lijst mogen ontbreken.
De winnaars van deze nominaties worden bij de prijsuitreikingen op De Stripdagen bekendgemaakt.
N.B. De winnaar van het Jeugdalbum van het Jaar wordt gekozen door de (Rijswijkse) jeugd.
De Stripdagen vinden plaats op 27 en 28 februari 2016 in De Broodfabriek, Volmerlaan 12 in Rijswijk. De prijsuitreikingen vinden plaats op zondag 28 februari om 13.00 uur.
Op Stripfestival Breda waren zowel stripprofessionals aanwezig die al jaren in het wereldje meegaan, als een nieuwe generatie tekenaars. Die zaten onder andere achter de stand van het Vlaamse Stripgilde en waren ook aanwezig onder de noemer Con Artists, een collectief dat door Johan de Rooij en Jaap Rozema is samengebracht.
En daarbij vind ik het gewoon erg goed als stripmakers zelf boekjes publiceren. Zo zijn aardig wat stripmakers begonnen. Barbara Stok reed vroeger door heel Nederland om bij winkels haar zelfgedrukte Barbaraal langs te brengen totdat Vic van de Reijt, toenmalig uitgever van Nijgh & Van Ditmar, haar opbelde om te zeggen dat hij haar graag wilde uitgeven. Ook Flo is met smallpress begonnen. Aimée de Jongh en Rob van Barneveld geven nog steeds zo nu en dan een boekje in eigen beheer uit ook al zitten ze bij echte uitgeverijen. Gewoon, omdat het leuk is.
Dit weekend kocht ik van Van Barneveld zijn 24 Hour Comic Sterke verhalen. Enthousiast maakte hij een stripje op het schutblad:
Ik vroeg Johan de Rooij, scenarist en initiatiefnemer, om uitleg over het collectief Con Artists:
‘Sinds de Stripdagen in Haarlem heb ik mij opnieuw opgeworpen als pleitbezorger van het jonge talent. Het doel nu: een duidelijker onderscheid op stripbeurzen creëren tussen (toekomstig) professionals en smallpress amateurs. De methode: de handen ineenslaan zodat de nieuwe generatie niet her en der met hun kraampjes tussen de bananendozen terechtkomt, maar er een mooi bergje geld ontstaat voor een kraam op een écht goeie plek. Daar kunnen ze zich dan met één gezicht aan het publiek presenteren als de stripmakers van morgen en bovendien gemakkelijker in contact komen met uitgevers, stripbladen en collega’s.’
De Rooij was eerder hoofdredacteur van stripblad De Lijn, waar de nieuwe generatie stripmakers in werd gepubliceerd. Over de organisatie in Breda was hij goed te spreken:
‘Na een succesvol ’talenteneiland’ op de Grote Markt in Haarlem en een kleine afvaardiging op de StripmART in Lelystad, vielen we afgelopen weekend in Breda met onze neus in de boter. De organisatie stond namelijk bijzonder welwillend tegenover onze insteek en bood ons zelfs een professionele plek in de Finntax-zaal aan tegen een vrijwillige vergoeding! Hoewel het weer wat tegenviel, mochten we daarnaast ook gebruikmaken van een kraam buiten het Chassé Theater. Vanuit onze groep heb ik dan ook alleen maar positieve geluiden gehoord: was het niet over de verkoop (die nogal verschilde per persoon), dan toch over het uitwisselen van visitekaartjes met geïnteresseerde uitgevers.’
Als nieuwe stripmaker moet je van alles doen om je werk onder de aandacht te brengen. Alleen een beetje Facebooken is niet genoeg. Een goede website waar je regelmatig nieuw materiaal publiceert, social media én je gezicht laten zien op stripbeurzen.
De afbeeldingen doen me fantaseren over hoe een compleet verhaal door Moebius (Jean Giraud) er uit zou hebben gezien. Hij was bij uitstek een tekenaar die goed uit de voeten zou kunnen met aan de enerzijds de fantastische elementen uit de Spider-Man-verhalen en anderzijds de juist zeer realistische en dagelijkse kanten ervan. Beide aanpakken werden immers gerepresenteerd door de man zelf. Het fantastische door zijn alter ego Moebius en de meer realistische weergave van de wereld door Jean Giraud. Ik had graag een avontuur met Spider-Man en Doctor Strange in de hoofdrol gezien, waarbij Moebius lekker los had kunnen gaan op de magische zaken en vreemde dimensies waar Strange doorgaans mee te maken krijgt.
Het web staat vol met illustraties van tekenaars die zich (nog) niet aan een Spider-Man verhaal hebben gewaagd maar die bijvoorbeeld wel gevraagd worden op beurzen om het Webhoofd te tekenen. Daarnaast zijn er natuurlijk veel tekeningen van amateurs te vinden. Dat roept bij mij de vraag op hoe Spidey eruit zou zien als Nederlandse tekenaars met hem aan de slag zouden gaan. Hoe ziet een Spider-Man eruit getekend door Erik Kriek, iemand die goed met het superhelden uit de voeten kan, getuige de Gutsman-strips die een smakelijke parodie op het genre zijn. Of een Spidey door Gerben Valkema, die sowieso zeer bekwaam is in het maken van pastiches van bekende stijlen, zoals hij onder andere bewees met het Bommel-verhaal dat hij tekende. En wat te denken van een Spidey door Romano Molenaar, Flo de Goede, Fred de Heij en Barbara Stok?
Mochten Nederlandse illustratoren zich geroepen voelen hun interpretatie van Spider-Man te delen, dan beloof ik die hier te publiceren. Ik ben vooral benieuwd naar Spidey in typische Hollandse situaties en decors. Ach, een stripjournalist mag soms toch ook gewoon dromen?
200 jaar Nederlands beeldverhaal wordt gevierd met een dik naslagwerk, een gelijknamige tentoonstelling in Museum Meermanno en een strip van Margreet de Heer, waarin ze de stripgeschiedenis in grote stappen doorloopt.
Wie met stripmaker Margreet de Heer (Leiden, 1972) spreekt, wordt vanzelf aangestoken door haar enthousiasme voor het beeldverhaal: ‘Tegenwoordig wordt er veel gepraat in stripland over de dood van de Nederlandse strip en dat er geen kansen meer zijn zoals vroeger. Zelf zie ik zaken graag van de positieve kant. De laatste jaren komen er veel lezenswaardige stripboeken van hoog niveau uit, zoals Rembrandt van Typex, Vincent van Barbara Stok en Dansen op de vulkaan van Flo. Als maker ervaar ik de strip als een prettig medium met ontzettend leuke collega’s. En het feit dat de strip niet zo’n hoge status heeft, bevrijdt je eigenlijk van allerlei verwachtingen. Laat de wereld maar denken dat het een ondergeschoven kunstvorm is, want dan kan je als stripmaker tenminste nog eens verrassend uit de hoek komen.’
Kansel
De Heer studeerde twee jaar scenario en regie aan de filmacademie voordat ze voor theologie koos. Een logische keuze voor een kind uit een domineesgezin, zowel vader als moeder staan op de kansel van een protestants hervormde kerk. Na haar studie besloot De Heer echter stripmaakster te worden. Sindsdien maakte ze onder andere stripreportages voor de krant, tekende ze de avonturen van lesbienne Mijntje voor de Zij aan Zij en runde ze een tijd een smallpress-uitgeverij om eigen werk en dat van jong talent uit te brengen. Toch werd ze vooral bekend door drie informatieve stripboeken over respectievelijk filosofie, religie en wetenschap. Van het eerste boek werden in Nederland reeds zevenduizend exemplaren verkocht, ook de Engelse editie loopt goed. Begin volgend jaar verschijnt de reeks in het Koreaans.
Tijdsbeeld
In deze boeken treedt Margreet zelf op als verteller in de vorm van een stripfiguurtje. Toen Museum Meermanno in Den Haag haar benaderde om een strip te maken over 200 jaar Nederlands beeldverhaal, om de gelijknamige tentoonstelling en het boek aan te vullen, zette ze de trend van vertellende stripfiguurtjes door: ‘Voor iedere periode die ik behandel heb ik een kind of een ander personage gekozen dat iets vertelt over zijn of haar favoriete strip van die tijd. Daardoor heb je meteen een focus en ondervang je dat wat je vertelt subjectief en onvolledig is. Het magazine hoefde geen volledige geschiedschrijving te worden, want dat is het grote boek al, maar een leuke strip die gezinnen met kinderen vanaf een jaar of zes aanspreekt. Om een tijdsbeeld te geven van de jaren tachtig, heb ik ervoor gekozen om de overeenkomsten tussen de familiestrips Jan, Jans en de Kinderen en De Familie Doorzon naast elkaar te zetten. In de jaren negentig behandel ik Sjors en Sjimmie. Omdat die strip al in de jaren dertig is begonnen kan ik zo eigenlijk de hele stripgeschiedenis van Nederland in beeld brengen. De recente jaren bespreken was erg lastig, want het is nu nog moeilijk te zeggen wat historisch gezien een belangrijke strip zal zijn. En daarbij: hoe dichter je bij het nu komt, hoe meer vriendjes en vriendinnetjes van mij er zijn en als ik iemand wel behandel, dan is al snel de vraag waarom je die anderen niet behandelt die net zo belangrijk zijn.’
Kennis over de Nederlandse stripgeschiedenis had Margreet onder handbereik. In het verleden werkte ze vijf jaar in stripantiquariaat Lambiek te Amsterdam en deed ze samen met mentor Kees Kousemaker (1942-2010) de redactie van de Comiclopedia: een online naslagwerk waarin zo’n 12.000 stripmakers zijn opgenomen. Samen publiceerden ze in 2005 het boek De wereld van de Nederlandse strip. Kousemaker en de stripwinkel die hij in 1968 opende, spelen ook een rol in Margreets strip: in 1974 bedient de stripwinkelier een vader die strips van de Toonder Studio’s zoekt terwijl hij tevens de langharige hippiezoon wijst op undergroundstrips over drugsgebruik en vrije seks.
Afrekening
Het maken van non-fictie strips met een autobiografisch tintje is een rode draad in De Heers carrière. In 1999 debuteerde ze met How to Get Over Your Ex, een uitgave in eigen beheer waarin ze afrekent met een vorige relatie. ‘Om daaraan te kunnen beginnen heb ik uit mijn hoofd gezet dat ik mooi moest kunnen tekenen. Dat was echt een drempel. Daarom zeg ik altijd tegen beginnende tekenaars dat ze de lat heel laag moeten leggen, anders produceer je niets. Ga gewoon beginnen.’
Door het maken van theaterrecensies in stripvorm voor NRC Next en daarna maandelijkse stripreportages voor Trouw kwam ze op het spoor van non-fictiestrips. De Heer liet zich inspireren door Van nul tot nu, een stripreeks over de vaderlandse geschiedenis die ze als kind las. Ook Understanding Comics van Scott McCloud, die in stripvorm het medium bestudeert en zichzelf als stripfiguur opvoert, inspireerde: ‘Het idee dat je in stripvorm feitelijke informatie kunt doorgeven sprak me aan. Voor Trouw maakte ik een maandelijkse rubriek over een filosofisch of spiritueel onderwerp. In die strips ging mijn persoonlijke stripfiguurtje dat de lezers rechtstreeks aanspreekt en dingen uitlegt, een belangrijke rol spelen.’
Door deze reportages vroeg uitgeverij Meinema De Heer de strip Filosofie in beeld (2009) te maken. Hierin behandelt ze het leven en denken van filosofen als Socrates, Plato, Nietzsche en tv-psycholoog Dr. Phil, en laat ze tevens mensen uit haar omgeving aan het woord over hun denkbeelden. Omdat veel filosofen ontbreken is Filosofie in beeld geen filosofie voor dummies geworden: ‘Het was nooit bedoeld als puur educatief boek, eerder als leerzaam onderhoudende strip. Ik wilde bij de oude Grieken beginnen en het structureel aanpakken, maar door ruimtegebrek kon ik niet iedere denker behandelen. Ik neem de lezer mee in mijn hoofd en toon mijn kijk op de zaken. Eigenlijk leg ik die aan mijzelf uit. Dat daar tussendoor allerlei feiten worden uitgelegd is voor mij bijna bijzaak. Als ik er een genre op zou moeten plakken, noem ik het liever autobiografie, maar dan verkoop het niet.’
Expositie en naslagwerk Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal geeft een rijk geïllustreerd overzicht van de Nederlandse strip. Van vroege voorlopers als de eindmiddeleeuwse centsprenten, naar Meester Prikkebeen, bekende striphelden als Dick Bos, Kapitein Rob en Tom Poes tot en met het huidige tijdperk van de graphic novel. Stripkenners Willem van Helden, Rob van Eijck, Jos van Waterschoot en Joost Pollmann behandelen ieder een periode, onder eindredactie van Hans Matla en Aafke Boerma. Het boek bevat tevens een ietwat arbitraire selectie korte biografieën van stripmakers die wat ons betreft meer makers had mogen bevatten.
De expositie Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal loopt tot en met 2 maart 2014. Margreets strip is exclusief bij Meermanno verkrijgbaar. Zie www.meermanno.nl.
Dit artikel is in VPRO Gids #1 (2014) gepubliceerd.
Het is feest in Groningen want stripmaker Barbara Stok zit (bijna) twintig jaar in het vak. Dat zijn dus twintig jaar levendige en schaamteloze zelfportretten in stripvorm. Dit wordt gevierd met een verzamelalbum en een overzichtstentoonstelling.
Stripliefhebbers weten natuurlijk allang al wie Barbara Stok is en dat ze autobiografisch getinte strips maakt. Vorig jaar kwam van haar een prachtige psychologische striproman over Vincent van Gogh uit. (Daarover en over haar carrière tot zover heb ik haar toen uitvoerig geïnterviewd voor Stripgids.)
Expo
Naar aanleiding van haar twintigjarig jubileum als stripmaker is in het Centrum Beeldende Kunst Groningen (CBK Groningen) van 14 september t/m 11 januari 2014 een grote overzichtstentoonstelling te bezichtigen. Te zien is hoe haar strips ontstaan en hoe deze zich in twintig jaar hebben ontwikkeld. Het CBK presenteert ook een wandschildering en talloze tekeningen uit haar nieuwste boek Lang zal ze leven! zijn ook in de expositie opgenomen. Evenals het ontstaansproces van een strip die Stok recent maakte voor op de Grote Markt, waarin markante Groningers stilstaan bij recente stadsontwikkelingen.
Stok schrijft in het voorwoord van het boek Lang zal ze leven! dat ze in 1994 serieus aan de slag ging met het tekenen van strips. Dus eigenlijk zit ze bijna twintig jaar in het vak. Nou ja, tegen de tijd dat de expo weer wordt opgeruimd is het januari 2014, dus dan klopt het allemaal weer. In 1995 kwam Stoks eerste smallpressboekje Barbaraal uit met een vinyl single van de Groningse band Captain Nemo. Uitgever Vic van de Reijt vond Barbara’s smallpressboekjes zo leuk dat hij een eerste bundel wilde uitbrengen. Barbaraal tot op het bot (1998) werd Stoks eerste officiële stripboek, uitgegeven door Nijgh en van Ditmar. En nu is er Lang zal ze leven!: een bundeling van hoogtepunten uit zes autobiografisch getinte boeken die de uitgever tot nu toe heeft uitgebracht. De bundel bevat ook twee bonusstrips: het verhaal waarin Barbara en Ricky verkering krijgen en ‘Stripschapprijs 2009’, want die kreeg Stok toen als eerste stripmaakster.
Inspirerend
Ik vind het nog steeds een inspirerend verhaal: Stok begon strips te tekenen omdat ze daar zin in had en verwerkte haar eigen leven in boeiende verhalen die ze zelf bij stripwinkels door heel Nederland afleverde. Wie zijn eigen weg volgt en kwaliteit levert, wordt vroeg of laat ontdekt.
Wie deze strips voor het eerst leest, of herleest, zal opvallen hoe openhartig en schaamteloos eerlijk Stoks verhalen zijn. In het verhaal ‘Pieter’ vertelt ze niet alleen dat ze op haar eenentwintigste nog nooit een orgasme heeft beleefd, maar is de lezer in een van de scènes getuige van haar eerste hoogtepunt onder douche. Euh, getuige van haar eerste hoogtepunt in stripvorm natuurlijk, want zoals bij alle autobiografische verhalen manipuleert de verteller de gebeurtenissen om een goed geconstrueerd verhaal te maken. Enige dichterlijke vrijheid speelt daarbij altijd een rol.
Sowieso zit Stoks tekenstijl vol humor waardoor ook intieme scènes nergens een ongemakkelijk gevoel bij de lezer teweegbrengen. De interessante paradox van die ogenschijnlijke eenvoudige en humoristische tekenstijl is juist dat ze afstand schept zonder dat dit ten kosten gaat van de herkenbaarheid van de situaties die Stok ons voorschotelt. Overigens zijn dat lang niet altijd grote dingen als een nieuwe liefde of het winnen van de Stripschapprijs. Barbara maakt bijvoorbeeld ook strips van één plaatje over wat haar gelukkig maakt, zoals toch nog een eitje in de koelkast vinden als je denkt dat ze op waren.
Kapstok In haar autobiografische strips geeft Stok met humor en relativering haar visie op de wereld. Vorig jaar vertelde ze me: ‘Ik ben de hoofdpersoon maar ik ben niet het onderwerp van mijn verhalen. Die verhalen gaan over werk, geluk, liefde, twijfel, angst – dat soort dingen. Ik gebruik mijn leven als kapstok om de verhalen te vertellen die ik wil vertellen. De rode draad in mijn werk is dat ik opzoek ben naar wat nou eigenlijk echt belangrijk is in het leven. Ik probeer anders tegen vaststaande waarden aan te kijken.’
Aangezien Stok zichzelf als stripfiguurtje tekent, maakt ze eigenlijk al twintig jaar een levendig en schaamteloos zelfportret.
Een kleine kanttekening heb ik wel bij de bundel Lang zal ze leven! want hierin is ook een fragment opgenomen uit Stoks prentenboek Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven. De potloodtekeningen worden nu slechts in zwart-wit weergegeven terwijl ze in het oorspronkelijke boek waren ingekleurd. Zonder die kleurvlakken ziet de potloodlijn er zwak uit en komen de beelden minder goed uit de verf. Jammer dat ervoor gekozen is om de kosten te drukken en niet om deze pagina’s in kleur op te nemen.
De tentoonstelling Lang zal ze leven! is vrij toegankelijk en geopend van wo t/m vr van 9 tot 17 en za en zo 13 – 17 uur. Locatie: Trompsingel 27, Groningen.
Barbara Stok. Lang zal ze leven! Nijgh & Van Ditmar. €19,95 ISBN 978 90 388 9686 1
Stripmaker Barbara Stok werkt sinds 1995 aan haar openhartige autobiografische oeuvre. De afgelopen drie jaar was het tijd voor iets helemaal anders. Ze maakte een striproman over Vincent van Gogh. Vincent gaat over de laatste jaren van de kunstschilder, een boeiende periode waarin hij de mooiste schilderijen vervaardigde maar ook geplaagd werd door geestesziekte.
‘Als Vincent van Gogh nu zou hebben geleefd, was hij misschien wel een stripmaker geweest. Hij beeldde personen in zijn schilderijen op een stripachtige manier uit, vind ik. Hij schilderde mensen een beetje onbeholpen. Vincent zou overigens geen strips in realistische stijl hebben gemaakt, want daar had hij niets mee. Nee, ik denk eerder richting de Kuifje-stijl of Hein de Kort,’ mijmert Barbara Stok.
Zelf wilde Stok (Groningen, 1970) ooit journalist worden. Of beter: schrijver, maar de journalistiek leek haar een realistischer beroepskeuze. Na haar studie aan de fotoacademie in Den Haag, maakte ze artikelen en foto’s voor een vijftal huis-aan-huis bladen. Stok zegt tekenen en schrijven altijd leuk gevonden te hebben. Toen ze net had leren schrijven begon Barbara verhaaltjes te tikken op haar typemachine. Als kind tekende ze ook al stripjes die in het locale tennisblaadje werden gepubliceerd.
Crumb
Als twintiger kwam Stok in aanraking met de strips van onder andere Peter Bagge, die deels autobiografische strips maakt, en ook het werk van undergroundtekenaar Robert Crumb en diens vrouw Aline Kominsky-Crumb sprak haar aan: ‘Crumb maakte strips voor een volwassen publiek met volwassen thema’s en maatschappijkritiek. Zijn verhalen gaan over echte mensen.’ Het tekenwerk van Aline, dat kwalitatief minder indrukwekkend is dan dat van haar man, legde voor Stok de lat wat lager: ‘Ook bij zo’n tekenstijl kunnen de verhalen erg goed zijn. Ik vind dat ik leuk teken maar ik ben geen tekenvirtuoos.’
Aangemoedigd door het werk van de familie Crumb ging Stok als hobby zelf strips maken over de dingen die ze had meegemaakt. In het begin kopieerde ze die strips een paar keer en deelde deze uit aan vrienden. ‘Die reageerden zo enthousiast dat ik er honderd van ging drukken en die legde ik in de stripwinkel neer. Op een gegeven moment waren alle boekjes daar ook verkocht.’ Stok werd benaderd door een paar kranten en kreeg zelfs fanmail van lezers. Op een dag belde Vic van de Reijt, de uitgever van Nijgh & Van Ditmar, haar op om te zeggen dat hij haar graag wilde uitgeven. Opmerkelijk, want Nijgh & Van Ditmar heeft weinig stripmakers in haar fonds. In 1998 verscheen Stoks eerste officiële bundel Barbaraal tot op het bot. Sindsdien zijn er meerdere collecties verschenen, zoals Je Geld of je Leven (2003), Nu we hier toch zijn (2005), Op tour door Spanje (2007) en Dan maak je maar zin (2009). In 2009 won Stok de Stripschapprijs voor haar oeuvre. Ze was de eerste en tot nog toe enige vrouw die deze prijs in ontvangst mocht nemen. In hetzelfde jaar prees de Volkskrant haar als een van de vijf beste stripmakers van Nederland.
Kapstok In haar autobiografische strips geeft Stok met humor en relativering haar visie op de wereld. ‘Ik ben de hoofdpersoon maar ik ben niet het onderwerp van mijn verhalen. Die verhalen gaan over werk, geluk, liefde, twijfel, angst – dat soort dingen. Ik gebruik mijn leven als kapstok om de verhalen te vertellen die ik wil vertellen. De rode draad in mijn werk is dat ik opzoek ben naar wat nou eigenlijk echt belangrijk is in het leven. Ik probeer anders tegen vaststaande waarden aan te kijken.’
Stok hanteert een eenvoudige en herkenbare stijl. In haar tekeningen laat ze overbodige details achterwege.
Niets laat de Groningse in haar strips onbesproken: van alledaagse zaken als haar seksleven en haar eerste orgasme, optredens met haar toenmalige band de Straaljagers, het maken van strips, demonstreren, de lol van het rustig autorijden tot mislukte meditatiepogingen. Ook herkenbare zaken als hoe lastig het kan zijn om je antwoordapparaat in te spreken, komen aan bod. Daarnaast trakteert Stok de lezer geregeld op haar overpeinzingen. In één strip wil ze bijvoorbeeld een spijkerbroek aanschaffen en staat ze voor de moeilijke keuze tussen een goedzittende spijkerbroek die gemaakt is in een sweatshop en een minder fijne broek die niet door kinderhanden is vervaardigd. Uiteindelijk kiest ze toch voor de eerste, want zo vaak koopt ze nu ook weer geen spijkerbroek.
Herkenbaarheid verklaart volgens Stok de populariteit van de autobiografie: ‘Het genre lijkt wellicht narcistisch, maar de verhalen gaan vaak ergens over. Ze gaan niet alleen over herkenbare situaties, maar zeggen vaak ook iets over onze maatschappij, onze waarden, ze zijn vaak grappig en ook filosofisch.’
Uiteraard moeten we de tekenaar en het strippersonage Barbara Stok niet met elkaar verwarren. Tijdens een interview met Jean-Marc van Tol in het televisieprogramma Beeldverhaal vergeleek Stok haar stripfiguurtje met een acteur waarmee ze een gecontroleerd beeld van zichzelf kan neerzetten: ‘Net als de komiek Seinfeld. Die speelt zichzelf in een serie die weliswaar gebaseerd is op zijn leven maar wel bedacht is. Zo zou je mijn strips ook kunnen zien. Ik noem ze ook liever autobiografisch getint, in plaats van echt autobiografisch, want ook al zijn de meeste dingen wel echt gebeurd, ik laat bepaalde elementen wel weg.’
Doodsangst
Ondanks de onvermijdelijke manipulatie die bij het maken van stripverhalen komt kijken, doen Barbara’s anekdotes authentiek aan. In het album Dan maak je maar zin beschrijft de stripmaker de twijfels van een dertiger. Na de dood van haar zwager gaat ze tussen modegrillen en moderne trends op zoek naar de zin van het bestaan. De dood van Barbara’s zwager Guus was tevens het uitgangspunt van haar volgende boek Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven. ‘Guus zat tv te kijken en viel zo dood om. Hij was pas 49. Als er iemand in je naaste omgeving overlijdt, word je weer geconfronteerd met de dood. Toch is de dood ook een thema dat mij van jongs af aan heeft geïnteresseerd. De oplettende lezer ziet dat dit onderwerp er vanaf de eerste strip wel in zit. Ik ben altijd bang geweest voor de dood. Zo’n angst die je twee keer per jaar ’s avonds in bed overvalt. Na de dood van Guus gebeurde me dat een tijd lang elke avond.’
Om haar doodsangst te bezweren maakte Stok een boek dat qua vorm en inhoud afweek van haar eerdere werk. In plaats van een strip koos ze ervoor een prentenboek te maken. ‘Op het moment dat ik het idee voor dat boek kreeg, maakte ik al heel lang strips, ook voor kranten, en als je veel in opdracht werkt dan zit je daar op een gegeven moment een beetje in vast. Daarom wilde ik experimenteren met de vorm. Ik heb toen eerst de tekst geschreven en daarna pas de tekeningen gemaakt. Strips maken is noeste arbeid waar veel herhaling in zit. Je tekent plaatjes vaak opnieuw. Daarom vond ik het wel eens leuk om één tekening van iets te maken.’
‘Wat betreft pennen en computerinkleuring gebruikte ik altijd hetzelfde materiaal. Voor Over de levensgenieter heb ik met van alles geëxperimenteerd, en kwam uiteindelijk op het scannen van mijn potloodtekeningen uit. Zo krijgen ze een stoort wasco-achtige lijnen en dat vond ik erg mooi. Het resultaat is meer schetsachtig. Ik vond dat het idee van vergankelijkheid uitspreken.’
Indertijd noemde ze dit het engste boek dat ze tot dan toe had gemaakt, omdat ze de lezer direct naar binnen liet kijken en ze zich dit keer niet kon verschuilen achter humor, want daar was dit keer geen sprake van. Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven gaat over Stoks zoektocht naar een oplossing voor haar doodsangst. Ze onderzoekt en verwerpt verschillende ideeën over de dood en ze citeert een rijk arsenaal aan denkers, waaronder Joep Dohmen, Spinoza en de Griekse filosoof Epicurus. Ook plukt ze levensbeschouwingen als het boeddhisme en taoïsme. Stok: ‘Ik vond het echt fantastisch daar helemaal in te duiken. Vooral die oude Grieken. Je denkt dat al die filosofen uit de oudheid verschrikkelijk moeilijke teksten hebben geschreven, maar dat zijn ze helemaal niet. De ideeën van toen zijn nu nog toepasbaar.’
De idee van Marcus Aurelius, dat als je doodgaat je alleen maar het heden verliest, sprak Stok in het bijzonder aan. ‘Zo had ik er nog nooit over nagedacht. Dan maakt het ook niet uit of je jong of oud overlijdt, want iedereen verliest alleen maar het nu.’ Op dit moment staat Stok ook ingeschreven als student filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Vincent
Drie jaar geleden werd Stok benaderd door het Van Gogh Museum te Amsterdam met de vraag of ze een strip wilde maken over de beroemde Nederlandse schilder. ‘Dit is tot nu toe de mooiste opdracht die ik heb gehad. De samenwerking met het museum ging heel goed en het werk van Van Gogh spreekt me erg aan. Vincent koos voor alledaagse dingen als onderwerp: een boomstam, een plukje gras. Dat ontroert mij,’ vertelt de stripmaker.
Qua onderwerpkeuze werd Stok volledig vrijgelaten. Ze besloot zich te richten op de laatste twee jaar van Van Goghs leven. ‘Een heel hectische periode,’ vindt Stok. ‘In die tijd woonde hij in Arles in Zuid-Frankrijk en in Saint-Rémy. Zijn laatste maanden bracht hij door in Auvers-sur-Oise. Een boeiende tijd uit zijn leven. Hij maakte toen de mooiste schilderijen, maar kreeg ook last van aanvallen waarin hij volledig in de war was. Hij sneed een stuk van zijn oor af en kwam in een inrichting terecht. Interessant materiaal om een stripboek over te maken dus.’
Vincent is niet het eerste stripalbum dat in de laatste jaren over de schilder is verschenen. In 2011 kwam Vincent van Gogh: De worsteling van een kunstenaar, van Jan Kragt en Marc Verhaegen uit. Dit album, uitgegeven door het Van Gogh Museum en Eureducation, had een educatieve missie en is bedoeld jongeren iets over het leven van Van Gogh bij te brengen. Naast het boek van Barbara komt bij Oog & Blik Vincent van Gogh: De wording van een schilder uit van Teun Berserik die zich vooral richt op de Haagse jeugdjaren van de schilder. Dick Matena maakte ooit een verhaal over Van Gogh en Gauguin; Gradimir Smudja liet zich door het werk van Van Gogh inspireren tot fantasievolle verhalen in de reeks Vincent & Van Gogh.
Wat voegt Stoks boek toe aan de strips die al over Van Gogh zijn verschenen? ‘Ik heb geprobeerd weer te geven wat er in zijn hoofd omging. In andere verhalen ligt de nadruk heel erg op de feiten en gebeurtenissen. Dat is het grote verschil met mijn boek. Het is ook een heel sfeervol boek geworden, vind ik. De beoogde doelgroep van Vincent zijn volwassenen en eventueel tieners die niet zo veel over Van Gogh weten maar wel in hem geïnteresseerd zijn. Eigenlijk was ik dus zelf de doelgroep,’ zegt de stripmaker met een glimlach.
Inmiddels mag Stok zichzelf wel een expert noemen. Ze heeft zich goed in de schilder en de periode dat hij leefde verdiept. De in 1853 te Zundert geboren Van Gogh besloot pas op 27-jarige leeftijd kunstschilder te worden. In de laatste tien jaar van zijn leven schilderde hij ruim 860 doeken en bijna 1200 tekeningen. Hij leed aan een complex ziektebeeld waarover in de loop der jaren veel is gespeculeerd. Behalve epilepsie denkt men dat hij ook aan bewustzijnsstoornissen en depressies leed. Op 27 juli 1890 schoot Van Gogh zichzelf in de borst met een revolver. Twee dagen later overleed hij.
Dagboek Om Van Gogh te doorgronden las Stok de brieven van en aan de schilder. Stok: ‘Ik heb bewust bijna geen andere boeken over hem gelezen en ben vooral van de brieven uitgegaan. Die zijn zo prachtig! Die brieven aan zijn broer lezen als een soort dagboek. Hij schreef over zijn ups en downs en de twijfels die hij had over zijn werk, terwijl Vincent af en toe weer vond dat hij weer iets heel moois had gemaakt.’
Om precies weer te kunnen geven hoe de wereld er toen uitzag en wat mensen in die tijd droegen, reisde Stok af naar Arles en Saint-Rémy. ‘Ik wilde zien hoe hij daar gewoond heeft en waar hij over straat moet hebben gelopen. In de bibliotheek van Arles heb ik veel foto’s uit die tijd gekopieerd. Ook had ik veel aan het documentatiecentrum van het Van Gogh Museum. Zo wist ik precies hoe de straatlantaarns en de boerenkarren er toen uitzagen bijvoorbeeld.’
Stok gebruikte de teksten uit de brieven ook in haar strip, al permitteerde ze zichzelf wel om de boel naar haar hand te zetten en zinnen uit verschillende brieven samen te voegen. ‘Ik vond het een mooie methode om te laten zien dat Vincent en zijn broer Theo op die manier met elkaar communiceerden. Ik kon zo ook goed zijn innerlijke beleving weergeven,’ legt de stripmaker uit en vervolgt: ‘Ik ben in de periode dat ik met dit boek bezig was, echt van Vincent gaan houden. Vincent van Gogh is als een broer voor me geworden. Ik wilde in zijn huid te kruipen en heb geprobeerd een echt mens van hem te maken. Ik wilde hem juist niet op een voetstuk plaatsen. Dat gebeurt wat mij betreft iets te veel. En daarbij zet men Vincent vaak zo dramatisch neer. Ik wilde dat beeld van de ongelukkige, arme schilder, een beetje nuanceren. Hij kon echt gelukkig zijn op de momenten dat hij schilderde.’
Het oorincident
Stok zet Van Gogh neer als een gedreven man die volledig voor de kunst gaat. Het was zijn grote wens om een kunstenaarshuis te stichten dat geleid zou worden door zijn vriend Paul Gauguin, maar die zag dat allemaal niet zo zitten. In de strip toont Stok de lezer eerst Van Goghs gedroomde ideaal, waarin Gauguin net als Vincent helemaal voor het kunstenaarshuis gaat en net als hij geniet van het landschap in Arles. Vervolgens blijkt Gauguin in werkelijkheid het idee te hebben tijdelijk op bezoek te zijn. In tegenstelling tot Vincent heeft hij net zo veel oog voor de jonge dames als voor het landschap waardoor ze lopen. Het bestieren van een atelier ziet hij al helemaal niet zitten, liever gaat hij weer naar de tropen om te schilderen. Terwijl Vincent bereid is alles op te geven voor de kunst, toont Stok Gauguin vooral ook als levensgenieter. Dat leidt tot een onvermijdelijke botsing tussen de vrienden.
‘Vincent was zeer gedreven en kon hele betogen houden over zijn plannen en over wat kunst moest zijn. Hij nam geen blad voor de mond en zei heel direct wat hij van dingen vond. In dat opzicht was het wel een moeilijke man. Hij lag altijd wel met iemand overhoop en dat moest zijn broer Theo dan weer recht breien. En dat terwijl Vincent eigenlijk helemaal niet op ruzie uit was. Hij vond juist dat de kustenaars onderling saamhorig moesten zijn. Maar hij had inhoudelijk wel een uitgesproken mening die vaak botste met de opvattingen van anderen.’
Uiteindelijk leidt Gauguins vertrek tot de episode waarin Van Gogh een stuk van zijn oor afsnijdt. De stripmaker wilde deze bekende gebeurtenis zo trouw mogelijk te boek stellen. ‘Er is toentertijd een kort artikel in de locale krant verschenen en Gauguin heeft er kort daarna ook in een brief over geschreven. Ik wilde er geen dingen bij verzinnen en heb lang nagedacht over hoe ik deze episode in beeld zou brengen. Ik heb er uiteindelijk voor gekozen om het vanuit Vincent zelf op te tekenen. Hij kon zich delen van zijn aanvallen niet herinneren. Ik kan me zo voorstellen dat je na zo’n aanval je soms nog flarden herinnert. En zo heb ik het ook in beeld gebracht, als stukjes momenten die hij zich nog herinnert.’
Landschappen
Het kleurenpalet dat Stok in de strip gebruikt is afgeleid van de schilderijen van Van Gogh, die overigens ook een prominente rol in het beeldverhaal hebben: ‘Ik heb heel veel van zijn schilderijen in mijn stripboek verwerkt. Bijvoorbeeld als achtergronden. Hij loopt door zijn eigen schilderijen heen, want ja, hij liep natuurlijk ook door de omgeving die hij schilderde. Ik heb zijn beroemde slaapkamer getekend met hemzelf in het bed. Ik heb er bewust een rommelige kamer van gemaakt.’
Nieuw voor Stok was het tekenen van landschappen, iets wat ze in haar autobiografische werk graag vermeed. ‘Daar was ik altijd te lui voor, maar nu heb ik ontdekt dat ik ontzettend veel lol in het tekenen van landschappen heb. Ook heb ik dankzij Vincent kennisgemaakt met Japanse prenten. Daar ben ik nu zeer door geboeid.’
Hoewel Stok in Vincent het verhaal van Van Gogh vertelt, zit er ook veel van haarzelf in het boek. ‘Er zit een duidelijke link tussen dit boek en mijn autobiografische werk. Van de thema’s die voor Vincent belangrijk waren heb ik die gekozen die ik zelf erg interessant vind. In dit album is bijvoorbeeld een belangrijke rol weggelegd voor de natuur en de rol die de mens heeft in de wereld, wat ook in mijn autobiografische werk een belangrijk thema is. Toen zijn plannen voor het kunstenaarshuis in duigen vielen, vond hij troost in de natuur. Uiteindelijk wilde hij iets betekenen voor de wereld, een schakel zijn in het geheel. Ik geloof ook dat dit onze rol is als mens, namelijk een positieve schakel proberen te zijn. Dat klinkt heel vaag en hippie-achtig, maar zo ben ik nu eenmaal.’
Ter gelegenheid van de uitgave van Vincent organiseert het Van Gogh Museum een rondreizende presentatie over de manier waarop Barbara Stok zich door het leven en werk van de vermaarde kunstenaar heeft laten inspireren. Deze presentatie, in de vorm van twee kunstenaarsateliers, zal van oktober 2012 tot mei 2013 in zes openbare bibliotheken in Nederland land te zien zijn.
Dit artikel is in Stripgids #32 (2012) gepubliceerd.
Laten we het jaar goed eindigen met wat stripnieuws. Pak er een kopje koffie bij. Daar gaan we.
Roodhaar, de sexy sidekick van Storm, krijgt in 2013 haar eigen reeks. Deze zal net als Storm getekend worden door Romano Molenaar. De reeks wordt een prequel, oftewel, de solo-avonturen spelen zich af in de Diepe Wereld, lang voordat Roodhaar kennis maakt met Storm. Dat meldt de Eppo. Wie de reeks gaat schrijven is nog niet bekend. Verwacht de eerste aflevering als het huidige verhaal De race van Opaal afgelopen is.
Rhonda!
Nog even wat Eppo nieuws: vanaf nummer twee gaat de strip Rhonda van Hans van Oudenaarden in premiere. Het idee voor deze avonturenstrip komt van Hanco Kolk. Nieuwsgierig? Vanoudenaarden houdt al een tijdje een blog bij over zijn nieuwe stripheldin.
Strip Turnhout nog maar één dag Stripelmagazine.be meldt dat mijn favoriete Vlaamse stripfestival Strip Turnhout dit jaar nog maar een dag zal beslaan. In 2015 wordt het festival zelfs verplaatst naar de maand mei.
Stripmakers op Winternachten
Zaterdagavond 19 januari 2013 interviewt Peter Breedveld, tegenwoordig columnist van Stripschrift en beheerder van Frontaal Naakt, tijdens Winternachten, enkele stripmakers: Barbara Stok, Peter van Dongen en Thé Tjong-Khing. Winternachten is een literair festival in Den Haag. Zie verder de site van Winternachten.
Laatst zat ik samen met vriendinnetje de foto’s van Daily Webhead van het afgelopen jaar door te bladeren. Dat bewijst voor mij meteen het bestaansrecht van mijn fotoblog, want veel leuke voorvallen was ik alweer vergeten.
2012 zal niet de boeken ingaan als het gelukkigste jaar van mijn leven. Genoeg zwarte bladzijden waar ik niet meer aan herinnerd wil worden, maar daar ga ik de lezer van dit blog niet mee lastigvallen. Daarom een korte terugblik van de toffe momenten uit 2012.
Tijdens het bezoek heb ik een berg opnames gemaakt waar ik verschillende Daily Webhead-afleveringen van heb gemaakt, waaronder deze impressie van de kerkhoven van Edinburgh en deze vreemde snuiter.
Utrecht!
Omdat Hester en Wouter een maand Cuba onveilig gingen maken, vroegen ze me op hun huis en kat te passen. Ik heb altijd al in Utrecht willen wonen, dus dit was een uitgelezen kans om de stad uit te proberen. Een zeer fijne maand was het, ondanks het gejammer van de kat in kwestie.
Parijs De exposities over het werk van Tim Burton en Robert Crumb waren een bezoek aan Parijs zeker waard. Ik zal me niet snel vrijwillig aanmelden voor een vakantie aan de hoofdstad van Frankrijk, want vind het maar niks, maar voor het werk van beide heren mag je me altijd wakker maken. De shots van Parijs moet ik nog steeds een keer monteren tot een aflevering van Daily Webhead, maar de expo van Crumb is reeds gepubliceerd.
Verhuizing
Vanwege geluidsoverlast moesten Linda en ik een andere woning zoeken. Uiteindelijk hebben we die gevonden elders in Amsterdam. Nog steeds een gehorig huis, kennelijk heeft de stad weinig anders te bieden, maar geen vierjarig k*tkind meer dat de hele tijd boven je hoofd heen en weer loopt te rennen. Dat noem ik vooruitgang. O, en aardige buren trouwens.
In de twee maanden vakantie heb ik het Nederlandse landschap weer opnieuw leren waarderen. Da’s ook wat waard vind ik.
Interviews
Voor mijn werk als freelance journalist heb ik weer een paar mooie interviews mogen maken voor onder andere de VPRO Gids. Met plezier sprak ik met stripmakers, animatoren en andere creatieven over hun werk. Onder andere Barbara Stok, Charles Burns, Erik Kriek en Floor de Goede. Een leuke bonus was het geïmproviseerde interview met striplegende Martin Lodewijk die ik bij toeval aantrof bij uitgeverij L.
In de categorie persoonlijke interviews vond ik het erg leuk om mijn vader eens voor de camera te hebben. De warme reacties die ik via Twitter en Facebook kreeg op de video deden mijn hartje goed.
Columnist
Ook werd ik dit jaar vaste columnist van filmblad Schokkend Nieuws! Inmiddels zijn er twee verschenen en ben ik druk aan het nadenken over de volgende column. Een erg leuke klus voor een erg tof magazine. Ook gaf ik dit jaar weer een paar blogcolleges, en was ik gespreksleider voor onder andere het Van Gogh Museum.
Vriendschap
Verder koester ik de vriendschap die ik dit jaar heb ervaren met vrienden en blogvrienden door Nederland. Ik heb ontdekt dat sommige mensen altijd voor je klaarstaan wanneer de nood hoog is. Mijn dank daarvoor is groot.
Allen een magisch 2013 gewenst!
Dan wil ik deze terugblik graag afsluiten met woorden van een van de wijste mensen die mijn inziens ooit over de aarde heeft gewandeld:
Strips zijn overal, en lang niet alleen meer op de plank in de winkel te vinden. Enkele striptips op een rij:
Marten Toonder: Een dubbel denkraam
Zakenman en kunstenaar, kluizenaar en acteur, realist en magiër, schrijver en tekenaar. Marten Toonder was een complexe man vol tegenstrijdigheden. Deze dualiteit vormt de rode draad door de expositie Marten Toonder: Een dubbel denkraam die nu te zien is in het Letterkundig Museum. Uniek materiaal dat zelden of nooit eerder getoond is, brengt de bijzondere wereld van deze markante stripmaker tot leven.
Speciaal voor de tentoonstelling verbeeldde stripmaker/illustrator Erik de Graaf dubbele denkramen van Marten Toonder. In zes illustraties zijn belangrijke thema’s uit zijn leven te zien: zijn jeugd in Rotterdam, de Toonder Studio’s in de Tweede Wereldoorlog, taalvernieuwing, maatschappijkritiek, de Bommelsaga en de Ierse periode.
‘Ik heb in elke tekening een binnen- en buitenwereld gecreëerd waarin een zeker contrast zit. De gesuggereerde ruimte laat zich tevens zien als een opengeslagen boek,’ licht De Graaf zijn tekeningen toe.
Bij de tentoonstelling Marten Toonder: Een dubbel denkraam biedt het Letterkundig Museum tal van activiteiten aan. Zo organiseert het in november tweemaal Strippen op zaterdag. Een dag die geheel in het teken staat van de hedendaagse strip. Erik de Graaf licht toe hoe hij in opdracht van het museum Toonders levensverhaal verstripte. Vervolgens gunnen stripmakers Erik Kriek (3 november) en Barbara Stok (17 november) zowel in woord als in beeld een uitgebreid kijkje op hun tekentafel. Strippen op Zaterdag wordt afgesloten met een stripworkshop.
Lectrr signeert in Nederland
Op zaterdag 3 november signeert de Belgische cartoonist Lectrr zijn nieuwe album Hara Kiwi 8, de cartoonreeks bekend uit Veronica Magazine. Kom dus allemaal naar stripwinkel Lambiek in Amsterdam om 12 uur. Lectrr signeert tot 14 uur. Zie voor meer info Lambiek.net.
StripBazaar
Op zaterdag 3 en zondag 4 november vindt op de Zwarte Markt in Beverwijk de StripBazaar plaatst. Een intiatief van Arco van Os (stripdagen van het Stripschap) en Ton Schuringa (Stripdagen Haarlem). Wat is daar te zien?
Meer dan 50 uitgevers, winkels, particuliere verkopers, belangenorganisaties en smallpress-tekenaars presenteren zich op zo’n 1800 vierkante meter beursoppervlakte.
Daarnaast zullen er zo’n 50 stripmakers aanwezig zijn om hun boeken te signeren, waaronder tekenaars van Studio Jan Kruis (Jan, Jans en de kinderen in Libelle en Metro), Peter de Wit (Sigmund in De Volkskrant), Aloys Oosterwijk (Willems wereld in Panorama), Hallie Lama (van de Hallie Lama cartoons) Theo van den Boogaard (Sjef van Oekel) en Patty Klein en Jan Steeman (Noortje in het meidenblad Tina). Vooral lezers van de mainstream-strip hebben dus iets op deze beurs te zoeken, het evenement is vergelijkbaar met de Stripdagen Gorinchem vermoed ik.
Volgens de organisatoren wordt met de StripBazaar de leegte in de beursagenda gevuld die gaapt tussen half september en half maart. Dat klopt niet helemaal natuurlijk, want eens per twee jaar vindt in december een van de leukste en gezelligste stripbeurzen van de Nederlandstalige stripwereld plaats, namelijk Strip Turnhout.
Eppo Enquête
Je hebt nog tot 1 november de tijd om de jaarlijkse Eppoenquête in te vullen. Welke strips vind je tof en welke mogen wat jouw betreft uit het blad verdwijnen? Laat het de Eppo-redactie weten. Onder de deelnemers worden 5 strippakketten van elk € 50,00 verloot.
Vrijdagmiddag zat de zaal in de Bibliotheek Groningen vol met toehoorders die nieuwsgierig waren naar Vincent, de nieuwe striproman van Barbara Stok over kunstschilder Vincent van Gogh.
Hierin vertelt ze over de laatste twee jaar van de kunstschilder. Een interessante periode waarin in hij Frankrijk leefde en niet alleen de mooiste schilderijen maakte, maar ook geplaagd werd door geestesziekte en waanvoorstellingen. Stok maakte een psychologische roman waarin ze een intrigerend en menselijk beeld van de kunstschilder neerzet.
Het boek is gemaakt in opdracht van het Van Gogh Museum en uitgegeven door Nijgh & Van Ditmar, de uitgeverij die sinds 1998 de autobiografische strips van Stok uitbrengt.
Het Van Gogh Museum had mij gevraag het gesprek te leiden. Een erg leuke klus, want wat is er leuker dan voor een groot publiek over strips te praten?
Bij mij aan tafel schoven Barbara Stok, Vic van de Reijt haar uitgever en Axel Rüger, de directeur van het Van Gogh Museum, aan.
Van de Reijt heeft indertijd Barbara zelf benaderd omdat hij haar graag wilde uitgeven. Hij had een paar delen van Barbaraal, haar smallpressuitgave gelezen en was er zeer van onder de indruk. ‘Barbara’s strip heeft literaire kwaliteiten,’ zei de uitgever. Het viel hem ook op dat ze in de loop der jaren steeds meer tekst is gaan schrijven.
(Binnenkort staat overigens een groot interview dat ik met haar hield in het Vlaamse Stripgids.)
Na de presentatie werd de reizende expositie die ter gelegenheid van Vincent is georganiseerd. Deze bestaat uit de ateliers van Van Gogh en Stok die als buren naast elkaar wonen. Een klein muizengat verbindt de twee werkruimten. De installatie is bedacht en gemaakt door Joost Halbertsma. Het stripproject is overigens ooit geïnitieerd door voormalig stripintendant Gert Jan Pos, die ook bij de presentatie aanwezig was. Hij bracht Stok en het Van Gogh Museum drie jaar geleden bij elkaar.