Zaterdag 15 augustus werd de expositie Collecting the Force in het Geoffrey Donaldson Institute geopend. Een flinke verzameling unieke Star Wars-memorabilia.
Samen met collega’s van Schokkend Nieuws – Mr. Horror Jan Doense, Phil van Tongeren en Lieuwe van Albada – reisde ik af naar Noord-Scharwoude om de opening bij te wonen. Daar troffen we andere Barend de Voogd, Hedwig van Driel en Erik van ’t Holt al in de tuin aan met enkele Stormtroopers van de Dutch Garrison. Het voelde allemaal een beetje als een gezellig schoolreisje en binnen werd dat niet anders. De verzameling die tentoongesteld wordt is van niemand minder dan Roloff de Jeu, de sympathieke presentator op het KLIK! Animatiefestival.
Grappig dat er tussen de bezoekers ook ietwat verbaasde leden van de locale bevolking rondliepen. Die wilden natuurlijk weten wat die Stormtroopers in Noord-Scharwoude aan het uitspoken waren. Nou ja, poseren met de kids en borrelhapjes eten dus. Er liep ook een miniversie van Darth Vader rond. Blij dat ik niet me dat joch op school hoef te zitten, want zo’n kwaadwillende Jedi naast je in de klas belooft weinig goeds.
Noord-Scharwoude lijkt wellicht een galaxy far, far, away, maar je kunt er met de bus heen. Je kunt de expo bezoeken op elke maandag-, woensdag- en zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:00. De tentoonstelling loopt tot januari 2016. In de maanden van de tentoonstelling zijn er in het Geoffrey Donaldson Institute ook nog documentaires over, LEGO-herverfilmingen van en korte films geïnspireerd op STAR WARS te zien.
Schokkend Star Wars
In oktober komt Schokkend Nieuws #116 uit en dat wordt – in samenwerking met het GDI – een extra dikke en exclusieve Star Wars-special. Tipje van de sluier: unieke, nog nooit eerder gepubliceerde foto’s van de Europese première van Star Wars op 13 oktober 1977 in Arnhem. De expo en Schokkend Nieuws #116 zijn fijne voorgerechten voordat Star Wars Episode VII: The Force Awakens 16 december in wereldpremière gaat.
Zes keer per jaar slaagt een select groepje professionele liefhebbers van de genrefilm erin om het magazine Schokkend Nieuws uit te brengen. Hoe gaat het met dit fantastische blad in crisistijd? Een gesprek met hoofdredacteur Barend de Voogd.
Recent rolde alweer het 114ste nummer van de persen. Geen geringe prestatie, want Schokkend Nieuws wordt gemaakt door een kleine groep enthousiaste professionals. Zelf mocht ik twee jaar lang een column voor het blad schrijven, tegenwoordig schrijf ik zo nu en dan recensies voor de website.
Sinds wanneer ben je eigenlijk hoofdredacteur van Schokkend Nieuws?
‘In 2001 ben ik voor Schokkend Nieuws gaan schrijven en in 2010 ben ik hoofdredacteur geworden.’
Hoe onderscheid SN zich van andere filmbladen?
‘Er zijn sowieso niet zo veel filmbladen in Nederland en Schokkend Nieuws is het enige filmblad dat zich geheel focust op de genrefilm, dus: horror, sciencefiction, fantasy, anime en cultfilms. En we doen dat doen op een serieuze en journalistieke manier.’
Hoe is het blad in de afgelopen jaren veranderd?
‘Toen het in 1992 werd opgericht was Schokkend Nieuws een tweemaandelijks blaadje op A5-formaat, zwart-wit en gefotokopieerd met heel dikke rasterpunten. Het was echt een fanzine, een blaadje van en voor liefhebbers. In 2002 is het een fullcolourglossy geworden. Toen lag de frequentie trouwens wel wat lager en kwam het magazine vier keer per jaar uit. Sinds 2010 is Schokkend Nieuws full colour, op groot formaat en is de frequentie zes keer per jaar. De laatste jaren zijn digitale media steeds belangrijker geworden. Vroeger had je af en toe nog wel eens een ingezonden brief, tegenwoordig heb je bijna dagelijks contact met enkele lezers via Facebook of de website.’
Je had het nu vooral over uiterlijke veranderingen. Heeft Schokkend Nieuws ook inhoudelijk een verandering ondergaan?
‘Wat er in ieder geval in de afgelopen periode is veranderd is dat we meer aandacht hebben voor de directe bioscoopreleases, dus wat er de komende twee maanden uit gaat komen. Vroeger konden we dat niet omdat we een kwartaalblad waren. Schokkend Nieuws begon in de jaren negentig als een blad met een duidelijke voorkeur voor de horrorfilms en -makers die in de jaren tachtig en negentig groot zijn geworden. De Wes Cravens, Tobe Hoopers, dat soort mensen. Daar hebben we nog steeds veel aandacht voor. In het laatste nummer hadden we bijvoorbeeld een interview met Tobe Hooper en Joe Dante, de oude knakkers, zeg maar. Ondertussen hebben we ook steeds vaker aandacht voor de moderne genreproducten, zowel televisieseries als de Marvel superheldenfilms, en natuurlijk komt de nieuwe generatie genreregisseurs aan bod.’
Wat vind je zelf het leukste aan SN?
‘Het leukste is om het blad te maken! (lacht) Het is verschrikkelijk leuk om ieder nummer een eigen invalshoek te geven, ieder nummer heeft namelijk een thema. Afgelopen nummer was dit The Texas Chain Saw Massacre, maar we hebben ook wel eens een special gemaakt over Australische exploitation films, over kunst en horrorfilms en een special over sterke vrouwen. We hebben een redactie van vijf man en die bedenkt iedere keer dat soort thema’s. We proberen dan wel een left of field invalshoek te kiezen. We kiezen bijvoorbeeld voor een thema als horror in het pretpark terwijl een blad als Fangoria zich vooral zal richten op vette special effects. Daarnaast vind ik het ook heerlijk om te schrijven. Waar kun je elders in Nederland schrijven over horror- en sciencefictionfilms en er zo uitgebreid over lezen dan in Schokkend Nieuws? Als je online zoekt vind je meestal Engelstalige sites. Soms Nederlandstalige, maar die bevatten korte en niet-kritische stukken. Schokkend Nieuws is toch wat diepgravender en uitgebreider.’
Je hebt voor Schokkend Nieuws ook enkele van je helden kunnen spreken. Welk van die interviews beschouw jij als een van de hoogtepunten van je carrière?
‘Dat is een moeilijke vraag. Regisseur Brian Trenchard-Smith was geen held van me, maar werd dat wel tijdens een interview dat ik met hem afnam. Smith is een Australische regisseur van films als Turkey Shoot (1982) en Dead End Drive-In (1986). Zijn films zijn niet zo bekend, maar maakte zijn films altijd voor weinig geld en een enorme portie lef. Op de set heeft Trenchard-Smith prachtige avonturen meegemaakt en hij sprak daarover met een enorm gevoel voor humor waarbij hij zichzelf ook voortdurend voorschut zette. Dat was een heel leuk interview. Tijdens het gesprek werd ik echt een fan van die man. Katherine MacCollvond ik ook heel tof. Zij is een scream queen die in heel veel films van Lucio Fulci te zien is, zoals The Beyond. Daar wordt ze door allemaal maden belaagd. Haar interviewen was een wonderlijke ervaring. Ik had een afspraak met haar in het Vondelpark bij het oude Filmmuseum. Je staat dan in het Vondelpark te wachten en opeens zie je Katherine MacColl op je af komen lopen. (lacht) Dat was fantastisch! Dan ben je echt weer even een kleine jongen. Ik had het interview ook te goed voorbereid; ik geloof dat ik iets van vijftig vragen voor haar had.’
Schokkend Nieuws komt zes keer per jaar uit. Is het door die frequentie niet moeilijk om up-to-date te blijven?
‘Nee, dat is niet heel erg moeilijk. Eens per twee weken komt er een genrefilm uit, dus wij pikken daar per nummer de drie leukste van uit. Laten we eerlijk zijn: niet alle horror- en sciencefictionfilms die uitkomen zijn evengoed. Dus we pakken de interessantste om er een vooruitblik of een recensie over schrijven. Of we doen een interview met de maker. In die zin gaat dat al heel goed. Tussentijds volgen we de actualiteit op de website.’
Bladen en kranten hebben het moeilijk de laatste tijd. Hoe gaat het met SN?
‘Wij hebben het ook best moeilijk. Schokkend Nieuws moet het vooral hebben van abonnees en adverteerders en krijgt geen enkele subsidie. Het aantal abonnees groeit, evenals het aantal activiteiten. We timmeren meer dan ooit aan de weg en hebben meer abonnees dan ooit. Alleen de adverteerders vallen wel weg. Dat is heel vervelend. De home-entertainment markt, dus dvd verkoop, is ingestort. Je kunt de distributeurs het ook bijna niet kwalijk nemen dat ze nog nauwelijks adverteren. Er valt in die business gewoon geen geld meer te verdienen. Wij moeten dus omschakelen door andere fondsen te werven en op andere manieren geld binnen te halen. De belangrijkste methode om dat te doen is meer abonnees werven, want dan ben je van niemand meer afhankelijk en kunnen we Schokkend Nieuws het eigenzinnige blaadje houden dat het nu is.’
Wat is het moeilijkste aan het uitgeven van een nicheblad?
‘Hm, dat is een lastige vraag…. Het moeilijkste is misschien wel om er niet al je tijd aan te besteden! (lacht) Ik zou heel gemakkelijk alle dagen alleen met Schokkend Nieuws bezig kunnen zijn. Dat is punt één. Punt twee is het vinden van het juiste publiek. Hoewel er veel mensen zijn die van horror en sciencefiction houden, is het heel lastig ze te overtuigen daar ook eens iets over te lezen. Ik kom zo vaak mensen tegen die enorme fans zijn. Die willen best een plaatje liken op Facebook, maar gaan dan geen lange interviews met hun helden of een achtergrondverhaal lezen. Dat zien we steeds meer. Dat vind ik krankzinnig, maar dat is dus het allermoeilijkste. Vooral om dit te verkroppen, want wij besteden juist veel tijd om die interviews te regelen en unieke verhalen te schrijven.’
Heb je hier een verklaring voor?
‘Dat heeft te maken met ontlezing en heeft te maken met het feit dat Nederland nooit echt een filmbladencultuur heeft gehad. In Amerika heb je iets van drie of vier horror- of sciencefictionblaadjes. In Nederland heb je er maar één en dat zijn wij. Daar zal het mee te maken hebben.’
Wie zouden eigenlijk allemaal SN moeten lezen?
‘Iedereen die dol is op horror, sciencefiction, fantasy, anime of cultfilms moet ons lezen! Ook al heb je niet per se iets met horror maar wel bijvoorbeeld met een beetje rare, obscure films, ook dan moet je Schokkend Nieuws lezen. En iedereen die houdt van mooi geschreven filmjournalistiek. Want we letten ook heel erg op onze stijl en hoe we het brengen. Op de beste Drs. P traditie, ik ben niet voor niets een enorme fan, is het een blad dat de liefde voor film combineert met een bloemrijke taal en humor en spitsvondigheid.’
Het leukste filmfestival begint binnenkort weer: Het Imagine Film Festival draait deze editie om robots, H.R. Giger en editor Bob Murawski.
Centraal staat deze editie het thema We Love Robots: ‘Robots zijn de afgelopen tijd niet alleen maar positief in het nieuws geweest; zo zouden ze onze banen overnemen en worden ingezet om ons in de gaten te houden. Die kritische geluiden doen niets af aan onze fascinatie en liefde voor de robots. Of het nu om aaibare huisrobots gaat of om de superwezens uit de Terminator- of Transformerflms, robots zijn cool. Het inspireerde Imagine tot een groot themaprogramma. Aan de hand van speelfilms en korte films, lezingen en masterclasses willen we laten zien hoe onze emotionele band met robots in de fantastische film op verschillende manieren gestalte krijgt.’
Laten we met de masterclasses beginnen. Bob Murawski (Detroit, 1964) is de vaste editor van regisseur Sam Raimi vanaf Army of Darkness (1992), via zijn Spider-Man-trilogie tot en met Raimi’s laatste Oz the Great and Powerful (2013). Murawski won samen met zijn vrouw Chris Innis een Oscar voor de montage van The Hurt Locker (2008).
Met een beetje mazzel interview ik Murawski ook over zijn werk, dus hou deze site in de gaten voor een nieuwe Daily Webhead-video. De kans om de editor van de Spider-Man-films te interviewen laat ik natuurlijk niet schieten.
Robotdesign
Ook zijn er deze editie een masterclass robotdesign van Mark Setrakian en camera door Manu Dacosse, de Belgische director of photography van Hélène Cattet en Bruno Forzani (Amer, L’étrange couleur des larmes de ton corps), van wie bijna al het werk bij Imagine te zien is geweest. Hij werkte ook voor de Franse regisseur Lucile Hadzihalilovic (Innocence) en voor Fabrice du Welz’ Alléluia, dat aansluitend aan de masterclass wordt vertoond. Hoe robots door hun ontwerp emotie kunnen oproepen is het onderwerp van de masterclass robotontwerp van Mark Setrakian. Als ontwerper werkte Setrakian aan een groot aantal films, waaronder Batman Forever (1995), Men in Black (1997), Hellboy en Hellboy II(2004, 2008), Lady in the Water (2006), Pacific Rim (2013) en SyFy’s Robot Combat League. De masterclass is tevens onderdeel van het grote themaprogramma We Love Robots.
Ex Machina
Nu we toch lekker met filmtitels aan het gooien zijn: de openingsfilm is dit jaar Ex Machinageregisseerd en geschreven door Alex Garland. Garland pende eerder 28 Days Later, Never Let Me Go en Dredd. Ex Machina is zijn regiedebuut.
http://youtu.be/XYGzRB4Pnq8
James Cameron
Ook krijg je de kans om twee klassiekers van James Cameron nog eens op een groot scherm te zien: Aliens (1986) (70mm-kopie) en Terminator 2: Judgement Day. De eerste viewing op 15 april is uitverkocht, maar er is een reprise op zaterdag 18 april.
H.R. Giger En er is aandacht voor de eigenzinnige tekenaar H.R. Giger die vorige zomer overleed. Bij het filmpubliek was hij vooral bekend om zijn ontwerp van het monster uit de Alien-films. Maar zijn oeuvre is breder en loopt van schilderijen en platenhoezen tot het interieur van hele Giger bars. Imagine en EYE verzorgen gezamenlijk een speciale editie van EYE on Art, met een hommage aan de kunstenaar. Te gast zijn Marco Witzig, sinds 2000 Gigers assistent, en de Nederlandse kunstenaar André Lassen, die met Giger samenwerkte. Er zijn veel filmfragmenten en speciaal voor deze avond wordt een aantal van Gigers kunstwerken overgebracht naar EYE. Het programma wordt gepresenteerd door Imagine-programmeur Barend de Voogd. Aansluitend de documentaire Dark Star: HR Gigers Welt van Belinda Sallin.
Het EYE in Amsterdam toont met David Cronenberg – The Exhibitionde fantastische voorwerpen uit de films van de Canadese horrorregisseur.
The Fly was de eerste film van David Cronenberg die ik zag. Waarschijnlijk op BBC tijdens een verloren vrijdagavond. Nieuwsgierig naar de omschrijving in de gids zette ik de televisie aan en zag iets ongelooflijks: de jonge wetenschapper Seth Brundle (Jeff Goldblum) staat op het punt om een teleportatiemachine uit te vinden. Hij gebruikt zichzelf als testobject. Tijdens de eerste test vliegt een klein lullig vliegje met hem mee de Telepod in, waardoor bij het rematerialiseren Brundles DNA en dat van de vlieg worden samengevoegd.
Dat heeft in eerste instantie alleen maar voordelen voor de wetenschapper: hij voelt zich vitaler dan ooit, wat zich uit in urenlange sekssessies met zijn nieuwe vriendin (Geena Davis). Al snel blijkt echter dat er iets mis is: Brundle verandert langzaam in een mensgrote vlieg en wordt een monsterlijke verschijning. Naast de beeldschone Davis is het inderdaad Beaty & The Beast, maar dit beest is in staat verschrikkelijk zuur over je uit te kotsen dat alles zo’n beetje wegvreet. Op een zelfde soort manier eet hij ook. Geen datingmateriaal dus.
Nasty but fascinating
Een kotsende Brundle-vlieg, dat soort beelden blijven je bij en geldt voor veel meer shots uit David Cronenbergs-films. Wat dacht je bijvoorbeeld van James Woods die een videoband in een gleuf in zijn buik propt en daar ook nog eens een pistool in bewaart? Of mensen die een gameconsole aan hun lijf koppelen. Handig hoor, zo’n usb-opening onder in je rug. En dit zijn nog enkele van de mildere beelden die me voor de geest staan. In Scanners ontploffen hoofden en in Naked Lunch neemt de hoofdrolspeler opdrachten aan van een typemachine die uit een anusopening in z’n hoofd praat. (En als je nu denkt: goh, dat lijkt m’n baas wel, weet je dat het tijd is ontslag te nemen.) In meerdere van Cronenbergs films glippen allerlei enge slijmerige creaturen door het beeld. De Canadese regisseur wordt niet voor niets the King of Venereal Horror genoemd.
Deze zomer biedt Eye de kans om (opnieuw) kennis te maken met zijn gehele oeuvre, want het filminstituut vertoont alle achttien speelfilms van Cronenberg en zijn korte films. Dit alles is in het kader van David Cronenberg – The Exhibition die vanaf zondag 22 juni tot en met 14 september te zien is. Vrijdag bezocht ik samen met andere pers de tentoonstelling en die is zeer de moeite van het bezoeken waard.
David Cronenberg – The Exhibitionverkent de wereld van Cronenberg via het hoofdthema uit zijn films: de fysieke en psychologische transformatie van zijn personages. De tentoonstelling is onderverdeeld in drie hoofdstukken die de chronologische en thematische ontwikkeling van Cronenbergs oeuvre volgen. Van zijn vroege fascinatie met de binnenwereld van lichaam en geest, zoals verlangens, drijfveren en oncontroleerbare machten, tot een verkenning van de buitenwereld die deze krachten mede vormgeeft.
Hoogtepunten uit de tentoonstelling zijn belangrijke voorwerpen en attributen uit de films, waaronder props, foto’s, audiovisuele fragmenten, artwork en setdesign. Je ziet er de helm van Videodrome (1983), de spelconsoles van eXistenZ (1999), de chirurgische instrumenten van Dead Ringers (1988), de been-braces van Crash (1996), de schrijfmachines van Naked Lunch (1991) en de Telepod van The Fly (1986). Ook zijn van The Fly storyboards te zien en dit prachtige overzicht van Brundles transformatie:
De props zijn zodanig opgesteld dat de expositie er eentje over archeologische ontdekkingen lijkt. Het mooie aan dit soort exposities vind ik, dat fictieve elementen opeens tastbare objecten worden. Alsof ze uit een droomwereld naar onze realiteit zijn getransporteerd. Je kunt ze van heel dicht bij bekijken en eromheen lopen. Dat is een aparte ervaring, om een rond de Telepod te kunnen lopen. Je kunt je bijna voorstellen dat je als Brundle in zo’n pod gaat zitten om jezelf te teleporteren. Wel oppassen dat er geen vliegjes mee naar binnenkomen.
Filmprogramma
Het filmprogramma rond de expositie schetst in drie thema’s een beeld van Cronenbergs visie op de invloed van technologie en wetenschap op de wisselwerking tussen lichaam en geest. In het eerste blok (22 juni tot 20 juli) toont EYE films waarin Cronenberg wetenschappers opvoert die zich buiten het wetenschappelijk discours begeven en proberen om via onorthodoxe theorieën en praktijken de mens verder te brengen, maar daarin zonder uitzondering falen. Belangrijke werken zijn Shivers (1975), The Fly (1986) en Dead Ringers (1988). In het tweede blok (20 juli – 17 augustus) toont EYE films waarin de mens de materialiteit van het lichaam moet herkennen en accepteren in plaats van te vrezen, ontkennen of idealiseren. Hierin nemen The Brood (1979), Naked Lunch (1991) en A History of Violence (2005) een significante plaats in. Ten slotte verkennen de films uit het derde blok (17 augustus – 14 september) de omgang van Cronenberg met technologie, die onze omgeving en onszelf (mentaal en fysiek) verandert, waardoor onze perceptie van de realiteit verandert.
Mocht je me deze zomer zoeken, dan zit ik dus in EYE.
Altijd al willen weten wat Salvador Dali en Alfred Hitchcock gemeen hebben en waar de inspiratie vandaan kwam voor de kooi-scene in The Silence of the Lambs? Je leest het vanaf 6 juni in Schokkend Nieuws #108, waarin de kruisbestuiving tussen kunst en film centraal staat.
De prachtige cover is gemaakt door Schokkend Nieuws’ vaste tekenaar Milan Hulsing. Het is een eerbetoon aan het beroemde schilderij De Schreeuw van Edvard Munch. De Schreeuw stond model voor het moordenaarsmasker in Wes Cravens’ Screamen was ook zeker niet de enige kunstzinnige inspiratiebron voor regisseurs door de jaren heen.
Phil van Tongeren en Barend de Voogd staan in de kunstspecial stil bij de Duitse expressionistische film, de liefde van Sergio Leone voor De Chirico en natuurlijk Dario Argento’s kunsthorrorfilm The Stendhal Syndrome. Dat de kruisbestuiving beide kanten op ging, laat George Vermij zien in een tweede artikel waarin kunstenaars zich lieten inspireren door (genre)films. Wat dacht je bijvoorbeeld van 24 Hour Psycho? Kers op de taart: Jaap Guldemondt, oud-conservator van het Van Abbemuseum en Boijmans van Beuningen en tegenwoordig hoofd tentoonstellingen in het EYE Filmmuseum, treedt op als ‘gastconservator’ en deelt zijn vijf favoriete schokkende kunstwerken met de lezer. Kortom, Schokkend Nieuws 108 mag je niet missen.
Gisteravond ging de zesde editie van het KLIK! Amsterdam Animation Festival van start in Eye aan ’t IJ. Uiteraard was ik daarbij als KLIK-addict.
Ook ben ik dit jaar een van de gasten van het festival omdat ik op vrijdagavond een Spider-Man lezing geef (maar dat wist je vast al.) Het was een leuke, lekker korte, openingceremonie die begon met een theatraal stukje jaren vijftig spoof van Puck van Dijk and Mark Thewessen. Op manische wijze haakten zij in op het thema Fabulous Fifties. Je kent het wel: het gezin als hoeksteen van de samenleving in doodsangst voor de atoombom.
(En wij ons tegenwoordig maar zorgen maken over triviale zaken als Zwarte Piet. Oh, nee, gelukkig: er is ook nog homohaat in Moskou en een miljardenopbrengend sportevenement dat ondanks die homohaat gewoon gezellig doorgaat alsof er niets aan de hand is.)
Daarna was het tijd om in de zaal te genieten van de, door Roloff de Jeu, soepel aan elkaar gesproken openingsavond. De prijs voor de kersverse World Domination Award ging naar Erik-Jan de Boer. Deze award wordt uitgereikt aan animators die heel ver in de wereld weten te komen. De Boer, die eerder een Oscar binnensleepte voor Life of Pi, is een goede eerste winnaar.
De MOPTI Award ging naar The Solitary Piervan Jack Shih, maar daar heb ik nog geen frame van gezien, dus onthoud ik mij van ieder commentaar. Leuk om festivaldirecteur Yvonne van Ulden hoogzwanger te zien, al was het dan via een video. Omdat ze maandag was bevallen van haar eerste kind, kon ze helaas niet bij de avond aanwezig zijn. Het is wel prijzenswaardig dat ze zelf deels zorg draagt voor de volgende generatie animators.
De opening was een prima show, al had wat mij betreft er wel iets meer animatie te zien mogen zijn. Daarvoor komen we immers naar KLIK! Nou ja, de komende vijf dagen valt er genoeg te zien. Ik ga vandaag in ieder geval naar de twee programma’s rond stop-motion animatie. Dat is namelijk mijn favoriete vorm van deze filmkunst. Barend de Voogd geeft een introductie bij het programma Beyond the uncanny: Contemporary Stop-Motion.
Puppets may be the scariest things ever invented. Stop-motion puppets, meanwhile, add a haunting, all-too-real charge to any animation. Beyond the Uncanny: Contemporary Stop-motion is as scary as its Classic counterpart. You may know it isn‘t ‘real’, but better believe us, that doesn’t make a bit of difference.
Geen idee of ik dit jaar met een Daily Webhead video op de proppen kom, maar naar wat ik heb gehoord loopt er ook een videoteam van KLIK! rond, dus wellicht ga ik gewoon lekker acherover in de bioscoopstoel een paar dagen vakantie vieren. Vorig jaar interviewde ik Luuk van Huët van KLIK:
‘Volgens mij is dit de brug waar we die hoer aan opgehangen hebben,’ zegt Dick Maas ietwat vertwijfeld op de kruising tussen de Keizersgracht en Reguliersgracht. Op een zonnige aprilmaandag zit de regisseur met kapitein Barend de Voogd, de Canadese filmjournalist Kier-La Janisse en ondergetekende in hetzelfde schuitje: met een klein metalen bootje varen we door de Amsterdamse grachten om locaties van Amsterdamned te bezoeken, vijfentwintig jaar na de opnames. Janisse schrijft er voor Fangoria.com een artikel over. In tegenstelling tot wat ik over Maas heb gehoord, blijkt hij zeer sympathiek en bereid om allerlei vragen te beantwoorden. Het is ook nog eens zijn verjaardag. Een bijzonder cadeautje, dit boottochtje down memory lane.
In 1988 kwam de actiethriller Amsterdamned uit in Nederland: een seriemoordenaar maakt de grachten van Amsterdam onveilig en politie-inspecteur Eric Visser, gestalte gegeven door Huub Stapel, maakt jacht op hem. Na werktijd duikt Stapel tussen de lakens met duikster Monique van de Ven en probeert hij de vuilgebekte puber Tatum Dagelet van een opvoeding te voorzien.
Tot een paar jaar geleden waren Dick Maas en Paul Verhoeven eigenlijk de enige regisseurs in Nederland die zich aan genrefilms met flinke actie waagden. De eerste drie films van Maas, De lift, Flodder en Amsterdamned behoren tot de canon van de Nederlandse cinema.
Bij het terugzien van Amsterdamned blijkt dat de thriller het niet moet hebben van diepgang: de meeste personages zijn typen en de motivatie van de moordenaar doet eigenlijk niet ter zake. Sommige dialoogscènes doen gekunsteld aan vanwege de dikke proppen expositie die de acteurs dienen uit te spreken. Toch heeft de film een hoop charme en humor. Behalve het nostalgische kijkje naar het Amsterdam van de jaren tachtig (op bijna elke straathoek ligt afval wat de stad een grimmige uitstraling geeft), is Amsterdamned vooral onderhoudend door de spectaculaire speedbootachtervolging in de grachten van de stad, die gedeeltelijk in Utrecht werd opgenomen. In dat opzicht biedt onze gemoedelijke boottocht – we dobberen met een maximale snelheid van vijf kilometer per uur voort – een mooi contrast met de snelle achtervolgingsscènes uit de film.
Daarbij varen we van de ene anticlimax naar de andere: als we bijvoorbeeld na lang zoeken aankomen bij Prinseneiland, de plek waar een hoertje op genadeloze wijze wordt afgeslacht door de moordenaar, valt er niet veel meer te zien dan een brug met een zeer oud trappetje dat het water in loopt. In zonovergoten Amsterdam ziet de locatie er heel ontdek-je-plekje, maar weinig thrillerachtig uit. Een bijna aanvaring met een van de vele tourboten is het spannendste dat we die middag meemaken. Fictie en werkelijkheid liggen in de wereld van Maas ver uit elkaar. Gelukkig maar.
‘Volgens mij is dit de brug waar we die hoer aan opgehangen hebben,’ zegt Dick Maas ietwat vertwijfeld op de kruising tussen de Keizersgracht en Reguliersgracht. Op een zonnige aprilmaandag zit de regisseur met Barend de Voogd, hoofdredacteur van Schokkend Nieuws, de Canadese filmjournalist Kier-La Janisse en ondergetekende in hetzelfde schuitje: met een klein metalen bootje varen we door de Amsterdamse grachten om locaties van Amsterdamned te bezoeken. Janisse schrijft er voor Fangoria.com een artikel over. Die dag blijkt Maas z’n verjaardag te zijn. Een bijzonder cadeautje, dit boottochtje down memory lane.
In 1988 kwam de actiethriller Amsterdamned uit in Nederland: een seriemoordenaar maakt de grachten van Amsterdam onveilig en politie-inspecteur Eric Visser, gestalte gegeven door Huub Stapel, maakt jacht op hem. Tussendoor duikt Stapel tussen de lakens met duikster Monique van de Ven en probeert hij de vuilgebekte puber Tatum Dagelet van een opvoeding te voorzien. Wie de carrière van de eeuwige Brutale Meid een beetje kent, weet dat dit laatste schromelijk mislukt is, maar dat terzijde.
Amsterdamned staat vooral in mijn geheugen gegrift vanwege de spectaculaire speedbootachtervolging door de grachten van Amsterdam, waar een deel van in Utrecht is opgenomen. De opnames vonden vijfentwintig jaar geleden plaats, logisch dat Maas moeite heeft om zich de juiste locaties te herinneren. Met plezier presenteer ik hier het videoverslag van die middag.
Terwijl ons bootje traag voort dobbert, wil de sympathieke regisseur wel een paar vragen beantwoorden. Maas vertelt dat, vanwege de tijdrovende actiesequenties en stunts, het maar liefst negentig dagen kostte om Amsterdamned op te nemen. ‘Zo’n achtervolging met speetboten is erg moeilijk, want de golven die de voorste boot maakt, zorgen ervoor dat de tweede boot instabiel wordt. Huub knalde met de boot tegen de kant en raakte ernstig gewond aan zijn ribben. Na dat ongeluk hebben we eerst de makkelijke shots opgenomen, zoals de scène aan het begin van de film waarin hij in bad ligt.’
Ooit overwoog Maas om een sequel op Amsterdamned te maken. Rotterdoom had deze moeten heten: ‘Ik weet niet meer waar die precies over zou gaan. Iets met politie en een hoop achtervolgingen. Dat soort dingen. Maar dan in Rotterdam en niet in Amsterdam.’
Maas ziet De lift en Down als zijn grootste internationale successen, al komt Amsterdamned geregeld opnieuw uit op dvd. ‘Op sommige momenten vind ik de film behoorlijk traag, maar als je hem ziet als een eighties film is hij wel interessant.’ Een hermontage van Amsterdamned ziet de regisseur niet zitten. Hij houdt er niet van om films over te doen. ‘Down zie ik meer als een sequel dan een remake. We hebben het scenario flink aangepast. Om het voor mezelf fris te houden, maar ook omdat we toen de mogelijkheid hadden om echt goed uit te pakken. Toen we De lift maakten hadden we geen stuntmensen, geen visuele effecten. We moesten alles zelf uitvogelen.’
Dinsdagmiddag schoof de Belgische stripmaker François Schuiten aan bij Phil van Tongeren en Barend De Voogd van het Imagine Filmfestival. Van Tongeren interviewde Schuiten over zijn werk als production designer en conceptual artist van films als Taxandria, The Golden Compass, Mr. Nobody en Mars et Avril.
De Voogd verzorgde de vertaling: Schuiten wenste zich alleen in het Frans uit te drukken, wat ik dan weer erg typisch vindt voor een Waalse Belg.
Schuiten is zoon van een architectenechtpaar. Niet zo gek dus dat architectuur een belangrijke rol speelt in zijn wek. Dat was goed terug te zien in zijn ontwerpen voor films, maar in het bijzonder ook in zijn strips. Schuiten is overigens niet alleen actief als striptekenaar. Hij ontwierp metrostations in Brussel en Parijs. Ook ontwierp hij voor de Wereldtentoonstelling van 2000 in Hannover het Belgische Pavillon des Utopies.
Het is jaren geleden sinds ik een album van de reeks Les Cités Obscures oftewel De Duistere Steden heb opengeslagen, de surrealistische reeks die Schuiten met auteur Benoît Peeters maakt. Ik kreeg tijdens het interview meteen zin om daar weer in te duiken. Ik hou van het verfijnde tekenwerk van Schuiten; het was dan ook een groot plezier dat een selectie daarvan te zien was op het grote scherm achter de heren.
Hieronder een drietal fragmenten uit het interview dat ik ongemonteerd op YouTube heb gezet. ‘Van alles wat ik doe vind ik striptekenen eigenlijk het moeilijkste. Als het mislukt kan ik niemand anders de schuld geven,’ zegt Schuiten. In dit fragment vertelt hij over zijn stripwerk en over zijn medewerking aan de softerotische film Gwedoline van Just Jaeckin.
Ziet Schuiten een verfilming van de reeks De duistere steden wel zitten? Hier geeft Schuiten antwoord op deze vraag:
Schuiten vertelt over zijn werk als production desginer:
Filmjournalist Barend De Voogd is de hoofdredacteur van Schokkend Nieuws, daarnaast schrijft hij recensies voor NU.nl. Ook is hij een van de programmeurs van het Imagine Filmfestival. Het werd hoog tijd om hem eens te ondervragen over zijn filmliefde en zijn fascinatie met de fantastische film in het bijzonder. En hoe gaat het programmeren van een filmfestival in zijn werk?
De muziek in deze Daily Webhead is natuurlijk van Marco Raaphorst.
Ter voorbereiding op Django Unchained van Quentin Tarantino heb ik van de week Django uit 1966 gekeken, waar Tarantino groot fan van is. Deze spaghettiwestern is geregisseerd door Sergio Corbucci. Franco Nero speelt hierin de titelheld: een keiharde revolverheld die een jonge vrouw redt en verzeilt raakt in een vete tussen majoor Jackson en zijn legertje en een groep Mexicanen. Uiteraard blijkt Django ook nog een persoonlijk geschil met de majoor te hebben. Een heerlijke, keiharde spaghettiwestern vol met clichés en stereotypen: alle vrouwen in deze film zijn hoer (van beroep) en alle schurken zijn in en in slecht.
[Spoiler alert aan:]
De coolheidfactor is dan ook groot. Dat begint al in het openingsshot waarin we Django een houten lijkkist achter zich aan zien slepen. Lang is het de vraag wat er in die kist zit. Uiteindelijk blijkt dit een enorm machinegeweer te zijn waarmee de toch al snel en raak schietende revolverheld zo zijn voordeel mee doet in de vuurgevechten die volgen.
[Spoiler alert uit]
Over de doodskist tekende Barend de Voogd recent in een interview met Nero het volgende op:
Voor de openingsscène van Django moest ik een kist helemaal de heuvel op dragen. Dat ding was ontzettend zwaar. [Corbucci] zei: ‘Franco, je moet net zolang doorlopen tot ik roep: “Stop!” Dus dat doe ik. Vermoeiend! Ik kom bovenaan die heuvel, loop het beeld uit en blijf maar wachten tot iemand me terugroept. Niets. Ik wacht drie, vier minuten en besluit dan maar zelf terug te keren. Iedereen was al weg! Practical joke van Corbucci!’
Lees meer en andere sappige anecdotes in Schokkend Nieuws #99waar het hele interview met Nero in staat. Nero heeft overigens een cameo in Tarantino’s film.
Opmerkelijk genoeg was er geen script toen men aan de opnames begon. Voor de kerstvakantie was er één draaidag. Tijdens de vakantie schreen Corbucci, diens broer en Nero aan een scelletto, een uitgebreide outline. Django moet het dan ook niet hebben van extreme diepgang, hoewel Corbucci wel politiek bedrijft. Er zit een duidelijke verwijzing naar de Ku Klux Klan in de film: sommige mannen van Jackson dragen rode puntmutsen gelijkend die haatdragende club en in één scène staat een houten kruis te branden. Ook hebben deze Klanners als hobby het vrijlaten van gevangen Mexicanen om ze vervolgens neer te schieten als deze op de vlucht zijn. Geen gezellige lui dus.
Django is recent weer op dvd uitgebracht. Op dit moment staat er ook een versie op YouTube, al is het nog maar de vraag hoe lang dat duurt:
Met Barend de Voogd, hoofdredacteur van filmblad Schokkend Nieuws, zat ik aan de koffie in de Balie, toen hij me vertelde dat regisseur Martin Koolhoven zou gaan stoppen met zijn column. Of ik geen zin had om de nieuwe columnist van Schokkend Nieuws te worden. Zo’n vraag beantwoord je niet met ‘nee’ natuurlijk.
Schokkend Nieuws is al jaren hèt Nederlandse filmblad als het om horror, sciencefiction, fantasy, anime en cultfilms gaat. Het is een eer om daar een bijdrage aan te mogen leveren. Aldus geschiedde. Aangezien ik twee weken geleden mijn tweede epistel bij de redactie inleverde, leek het met hoog tijd om de eerste column online te publiceren:
‘Mij zie je niet met een emmer op mijn kop,’ moet Sylvester Stallone gedacht hebben toen hij de rol van Judge Dredd in de gelijknamige stripverfilming op zich nam. Het merendeel van de film uit 1995 zien we hem dan ook zonder de helm rondlopen die Dredd zo typeert. Sterker nog: in de strip zet de Rechter van de Toekomst hem nooit af. Fans over de hele wereld slaakten dan ook een zucht van verlichting toen bekend werd dat Karl Uban die Dredd gestalte geeft in Dredd 3D, zich niet schuldig maakt aan dergelijke heiligschennis.
Zo zijn stripfans: ze willen het liefste een zo trouw mogelijke adaptatie zien. Christopher Nolan snapt dat deels: in The Dark Knight Rises draagt schurk Bane de gehele film een soort zuurstofmasker voor zijn mond. Goed, in de strip draagt hij een masker dat zijn gehele gezicht bedekt, maar een kniesoor die daar op let. Dat Bane door een masker praat is immers al vervelend genoeg, want erg verstaanbaar is hij daardoor niet. En dat terwijl deze met testosteron opgepompte terrorist de neiging heeft om ellenlange, Shakespeariaanse speeches af te steken om de ideologie achter zijn terreurdaden te duiden. Tenminste, ik vermoed dat zijn toespraakjes daarover gaan, het gemompel kan net zo goed betekenen dat hij zijn favoriete menu van de Thai aan het opzeggen is.
Acteurs zijn doorgaans niet zo blij met dikke lagen make-up of gezichtsbedekkende maskers: ze belemmeren hun expressies waardoor het veel lastiger is om emoties over te brengen, laat staan dat het spel genuanceerd kan zijn. Sprekende ogen kunnen dit enigszins compenseren: Hardy kijkt de hele film dan ook intensief chagrijnig; ook de heldere ogen van Michael Keaton spreken boekdelen in het Batmanmasker uit de Tim Burton-films. Willem Dafoes Green Goblin wordt echter pas bedreigend op het moment dat hij zijn kostuum niet aan heeft en heel schizofreen met zichzelf in de spiegel praat.
Door het gezichtsbedekkende masker kunnen we ons moeilijker in het personage verplaatsen. Het Spider-Man masker van Tobey Maguire gaat niet voor niets zo vaak kapot op cruciale momenten. In de eindconfrontatie met de Green Goblin in de eerste Spider-Man-film (Sam Raimi, 2002) is Maguires masker dan ook flink gehavend. Omdat we nu de stress, pijn en vermoeidheid van zijn gezicht af kunnen lezen, kunnen we ons beter inleven en krijgt het gevecht meer emotionele diepgang. Daarbij duidt de gehavende staat van zijn kostuum ook nog eens aan hoe slecht Spidey eraan toe is. In dat opzicht kan een kostuum ook een narratief middel zijn.
Na het zien van de trailer vermoed ik dat we bij Dredd 3D weinig emotionele diepgang hoeven te verwachten. De helm kan daarom net zo goed opblijven.