Een foto van Batman in de Volkskrant, afkomstig van Christopher Nolans Dark Knight-trilogie. Batman stond bij een interview van Hans Zimmer, die voor deze films de soundtrack componeerde.
Bij het zien van een Batman-foto in de krant heb ik meteen zin om deze met anderen te delen. Online zijn er scherpere en heldere versies van deze publiciteitsfoto te vinden, maar ik hou juist van gedrukte afbeeldingen. Ik hou van papier; je kunt de structuur van het papier goed op de foto zien. Krantenpapier is niet de hoogste kwaliteit en zuigt lekker de inkt op, waardoor het zwart wat vaal uitpakt. Ik hou ervan dat de druktechniek zichtbaar is: dat je kunt zien dat de foto en de kleuren uit kleine rasterpuntjes zijn opgebouwd. Dit portret van Batman (Christian Bale) vind ik zo dus mooier dan wanneer hij op glossy papier is gedrukt of digitaal zichtbaar is.
En wat ik mooi vind, deel ik graag met de wereld.
Als het om een stripgerelateerde afbeelding gaat, en meestal is dat bij mij wel het geval, vind ik dit een uiting van stripliefde. Veel mensen delen stripplaatjes op sociale media. Ik zie hierin een waardering voor het grafische werk dat de tekenaar gemaakt heeft. Een waardering voor vakmanschap of omdat men de personages of betreffende verhaal zo tof vindt.
Ik kan in het bijzonder genieten van foto’s waarin mensen laten zien wat ze voor nieuwe strips hebben aangeschaft. Foto’s van de albums op een tafel of een stapeltje uit de collectie. Vooral als ze daar nog enthousiast bij vertellen wat ze zo goed of leuk vinden aan die strips. Al is dat niet per se nodig natuurlijk, want er valt aan één plaatje al heel veel af te lezen.
De Canadese stripmaker en animator Darwyn Cooke is zaterdag 14 mei overleden aan de gevolgen van kanker. Cooke (1962-2016) werd 54 jaar.
Hij is wellicht het beste bekend door zijn werk aan strips als Catwoman, DC: The New Frontier en zijn prachtige verhalen met The Spirit van Will Eisner.
Ook zou je zijn stripbewerkingen van Richard Stark’s professionele dief Parker gelezen kunnen hebben, zoals de stripadaptatie van de roman The Hunter (2009). Cooke maakte een paar zeer geslaagde stripbewerkingen van deze boeken. Overigens was Stark een pseudoniem van de schrijver Donald E. Westlake.
Cooke werkte in een herkenbare retrostijl die tegelijkertijd ook heel hedendaags aandoet en een levendige en elegante lijnvoering heeft. Het doet me wat denken aan het werk van de Fleischer studios en de klassieke Superman-animatieserie die daar gemaakt werd. Je zou kunnen zeggen dat er pure noir uit zijn tekenpen vloeide. Ik vind zijn werk erg mooi.
Neem nu deze illustratie van Catwoman en Tweety: het bekende gele vogeltje is als een grappige cartoon getekend, terwijl Catwoman als een sexy film noir heldin naar je kijkt.
Cooke heeft ook een tijd in de animatiewereld gewerkt, onder meer als storyboard artist voor Batman: The Animated Series en Superman: The Animated Series. Ook werkte hij als regisseur voor Men in Black: The Series. Gelukkig voor de stripliefhebber keerde hij rond 2000 weer terug in de stripwereld en maakte voor DC Comics Batman: Ego. Maar hij heeft ook voor Marvel gewerkt en tekende onder andere X-Force, Wolverine/Doop en Spider-Man’s Tangled Web.
Een andere verdienste van hem is dat hij samen met Ed Brubaker Catwoman een make-over gaf. Deze ging verder dan alleen haar uiterlijk maar ook haar manier van opereren en supporting cast kregen van het duo een make-over.
Dit vind ik ook een mooie cover van Cooke. In essentie zien we hier waar Superman voor hoort te staan, namelijk een redder van mensen in nood. De held die net op tijd verschijnt om je leven te redden.
Het is heel spijtig dan zo’n getalenteerde tekenaar zo relatief jong sterft. Het wrange aan dit soort sterfgevallen is dat heel veel mensen online nu voor het eerst kennis zullen maken met het werk van Cooke omdat het nu enorm gedeeld gaat worden. Aan de andere kant is dat wellicht ook een troost. Wie voor het eerst kennis met zijn werk maakt, zal nog een hoop mooie dingen ontdekken.
De sticker heeft dus jarenlang op een bestemming gewacht, want stickers moet je ergens op of in plakken. Vroeger vond ik dat zonde. Wat als het schrift waar ik de sticker op plakte niet meer zou gebruiken of vol was en weg moest? Wat als de kast waar ik de sticker op had geplakt omgedraaid werd of weg moest? Dan zou ik de afbeelding niet meer kunnen zien.
En dus bewaarde ik de stickers maar in een doosje om ze nu en dan te bekijken. Zo konden ze nooit wegraken en bleven ze altijd goed. Of nu ja: van sommigen werkt de lijmlaag na een paar jaar niet meer goed. Heb je dan eindelijk een mooie bestemming voor je sticker gevonden, wilt ie niet meer plakken.
Daarvan heb ik geleerd dat je je sticker maar beter meteen ergens op kunt plakken. En dat hij daarna na een tijdje weg is… Ach, zo is het leven nu eenmaal. Alles is vergankelijk.
Captain America: Civil War is de nieuwste aflevering in de serie superheldenfilms van Marvel. En potverdorie: wat is het een goede blockbuster!
In Avengers: Age of Ultron vielen al behoorlijk wat onschuldige slachtoffers in Sokovia toen de superhelden het tegen Ultron opnamen. Als aan het begin van Captain America: Civil War (geregisseerd door Anthony en Joe Russo) wederom veel schade is gemaakt en er doden zijn gevallen als The Avengers superschurken bestrijden, wil de Amerikaanse overheid de superhelden aan banden leggen. The Avengers moeten gecontroleerd kunnen worden, komen in dienst van de overheid en mogen vanaf nu alleen nog maar op pad als ze daar toestemming voor hebben. Tony Stark (Robert Downey Jr.) vindt het goed dat er grenzen worden gesteld aan de helden, want ‘If we can’t accept limitations, we’re no better than the bad guys.’ Captain America (Chris Evans), denkt daar echter heel anders over. Het begin van een tweedeling van the Avengers en een klopjacht op iedere held die tegen deze nieuwe wet is.
Eigenlijk wil ik het nooit meer over Batman v Superman hebben die vorige maand uitkwam, maar omdat deze thematisch verwant is aan Captain America: Civil War, is het toch handig om deze twee films met elkaar te vergelijken. Het verschil tussen hen is er eentje tussen dag en nacht. Letterlijk, want terwijl Marvel bijna alle scènes overdag laat plaatsvinden, meent Zack Snyder dat zo’n beetje alle scènes in de nachtelijke uren plaats moeten vinden en doordrenkt moeten zijn met eeuwig durende regenbuien om de toeschouwer het idee te geven naar een ‘serieuze’ superheldenfilm te laten kijken. Marvel laat zien dat je een serieus onderwerp kunt aansnijden in een blockbuster, dat je evengoed de toon vaak luchtig kunt houden en dat je niet de opnames hoeft laten plaats te vinden tijdens een digitale moesson. Om een interessant verhaal te vertellen moet je meer kunnen dan mooie plaatjes schieten, Zack.
Kort gezegd: alles wat Batman v Superman verkeerd gaat, gaat bij Captain America goed. Terwijl bij de eerste film de motivatie van de personages flinterdun was en zij vaak erg kinderachtig overkomen, hebben de personages in Captain America een duidelijke motivatie voor hun acties. Die motivatie wordt altijd duidelijk gemaakt zonder dat de toeschouwer niet serieus genomen wordt. Het handelen van ieder personage is dus logisch te verklaren en past bij zijn of haar karakter. De wrijving tussen Steve Rogers/Captain America) en Tony Stark/Iron Man die al een beetje naar voren kwam in de vorige films wordt nu verder uitgewerkt en krijgt bovendien een persoonlijk tintje. Rogers komt op voor zijn oude maatje Bucky Barnes (Sebastian Stan) die beschuldigd wordt van een aanslag. In het geval van Stark beïnvloeden gebeurtenissen uit het verleden zijn oordeel.
De personages zijn geloofwaardig en ook bijpersonages als Scarlet Witch (Elizabeth Olsen) hebben een duidelijke functie in het verhaal en hangen er niet zo maar even bij. Ook al hebben ze niet de hoofdrol, toch krijgen ze de kans verder te groeien. Dat geldt overigens niet voor iedereen, maar dat kan ook niet in een film met zo’n grote cast. Sowieso schoppen de vrouwen weer behoorlijk kont in deze aflevering en hebben de liefhebbers van diversiteit ook niet te klagen met de komst van Black Panther, en oudgedienden als Falcon (Anthony Mackie) en War Machine (Don Cheadle).
SPOILER over Bat v Suup, niet over Civil War: Dit in tegenstelling tot Batman v Superman waarin de rol van Wonder Woman zeer beperkt is en zij niet goed benut wordt. Als de helden het in de climax opnemen tegen Doomsday is er één held die niet tegen Kryptonite kan, maar in plaats van dat ze Wonder Woman de speer met Kryptonite punt op het monster afsturen, moet het juist Superman zijn die daardoor het loodje legt, alleen maar omdat zijn dood ook nog even in de film gepropt moest worden. Een enorm gemiste kans, want hier hadden de filmmakers dus wel iets interessants met Wonder Woman kunnen doen en haar aanwezigheid in de film kunnen legitmeren. EINDE SPOILER.
Hoewel Captain America voortborduurt op de eerdere films en met name het vorige deel van The Avengers, is een nieuwbakken toeschouwer in staat alles goed te volgen. Dit in tegenstelling to Snyders mislukking die weliswaar bedoeld is als opstart van het cinematografische universum van DC Comics, maar zo vol zit met verwijzingen naar de strips die alleen door de die-hard lezers gesnapt zullen worden, dat de leek al snel de weg kwijt is.
In deze Marvel-film worden twee nieuwe belangrijke personages geïntroduceerd: Black Panther (Chadwick Boseman) en de alom geliefde, zeker door mij, Spider-Man. Beide personages krijgen genoeg speelruimte om te laten zien wat ze in huis hebben en als volwaardig beschouwd te kunnen worden, zonder dat we meteen alles over ze te weten komen. Het ontstaan van Spidey, de origin story, wordt gelukkig overgeslagen. Waarom Peter Parker de held uithangt, wordt uitgelegd zonder dat er aan Oom Ben wordt gerefereerd. Fijn, want iedereen weet inmiddels wel hoe die vork in elkaar steekt.
Verder is Spider-Man lekker bijdehand en beweegt hij precies goed. Hij wordt goed geïntroduceerd als nieuwkomer en het is heel duidelijk dat we hier nog met een tiener te maken hebben. ‘Kennen jullie die hele oude film The Empire Strikes Back?’ vraagt hij tijdens een gevecht om zijn strategie uit de doeken te doen.
Ik ben erg benieuwd naar de solofilm die in 2017 uit moet komen. Ik geef toe: Tom Holland is niet helemaal mijn Spider-Man. Daar bedoel ik dit mee: ik stel me Peter Parker qua uiterlijk iets anders voor en qua karakter doet hij me een beetje denken aan de versie van Ultimate Spider-Man. Eerlijk gezegd bestaat mijn versie van Peter Parker ook niet meer in de huidige stripversies van Marvel, maar dat even terzijde.
Captain America: Civil War voelt ergens ook als een reünie: zelfs Ant-Man (Paul Rudd) heeft een rolletje. Hij is zelfs zulke goede comic relief, dat hij bijna grappiger is dan Spidey.
Je hoeft tegenwoordig niets meer te zeggen over de specialeffects, want die zijn bijna in alle superheldenfilms wel goed. Maar een opmerking wil ik over de cinematografie graag maken: de eerste grote actiescène in de film is erg goed gedraaid. De camera loopt soms in het kielzog van de helden mee en zo krijgen we een soort van point of view van de actie te zien. Deze camerabewegingen zijn erg effectief en bewijzen dat je geen 3D trucjes nodig hebt om de toeschouwer in de actie mee te nemen. Goed camera- en acteerwerk is voldoende. (Ik zag de film in 2D – een verademing!)
En, leuk detail: het metaal van het harnas van Falcon heeft enkele slijtage plekken. Dat soort kleine details maken zo’n kostuum realistischer.
Kortom, ik heb me die tweeënhalf uur prima vermaakt. Dit in tegenstelling tot die andere film waar ik halverwege al naar huis toe wilde, flink hoofdpijn had van alle overdonderende muziek en infantiele bullshit die over me heen was gestort en ik dagen rondliep met een enorme kater van teleurstelling over hoe ze de confrontatie tussen grootheden Batman en Superman zo hebben kunnen verkloten.
Valt er dan niets aan te merken op Captain America: Civil War?
Je zou kunnen zeggen dat de casting van Marisa Tomei als Tante May misschien een beetje mis is: we hebben nog nooit zo’n jonge en sexy May gezien. (Iets wat Tony Stark opvalt trouwens. Een knipoog naar de boze fans wellicht?) Ook hebben de kleermakers van The Avengers wel erg snel een Spider-Man-pak ontworpen en gemaakt. Dat soort stappen wordt meestal overgeslagen in superheldenfilms. Snapt iemand hoe Lex Luthor in staat was om Doomsday in een paar uur in elkaar te zetten?
Toegegeven: als de twee teams superhelden op elkaar afrennen, ziet dat er een beetje knullig uit. Zoiets werkt leuk op de strippagina, in live-action wordt dat wat kinderachtig. Maar goed, dat is niet zo gênant als het Martha-moment in Batman v Superman. En nu hou ik op over dat debacle. Captain America: Civil War daarentegen smaakt alleen maar naar meer.
Captain America: Civil War is vanaf 28 april te zien in de Nederlandse bioscopen.
Batman v Superman: Dawn of Justice is een groteske mislukking. Toegegeven: na Man of Steel (VS, 2013) waren mijn verwachtingen al redelijk laaggespannen, maar toch is regisseur Zack Snyder erin geslaagd teleur te stellen.
Batman v Superman is zo mogelijk nog bombastischer dan zijn voorganger. Daarbij heeft het droge en humorloze scenario van Chris Terrio en David S. Goyer een gebrek aan logica dat alleen door een dronken tienjarige gevolgd zou kunnen worden. Misschien is die tienjarige ook wel de doelgroep van deze film gebaseerd op de uitgaven van DC Comics. Wie is het sterkst, is immers een klassieke vraag die vooral gesteld wordt door kinderen wanneer twee superhelden het tegen elkaar opnemen. Als helden met elkaar slaags raken, vindt die confrontatie meestal plaats in de eerste akte van het verhaal. Vervolgens worden ze daarna vrienden en werken ze samen. Nu hebben Snyder & co. bijna een hele film aan die confrontatie opgehangen. Op zich heeft de vraag hoe een normale sterveling zich staande zou kunnen houden tegen Superman (Henry Cavill) ook wel potentie en komt Batman (Ben Affleck) in de confrontatie met enkele aardige verrassingen.
Stripklassieker
De makers hebben wat mosterd gehaald uit Frank Millers The Dark Knight Returnsen de comicfans zullen zeker enkele iconografische beelden uit die strip herkennen. Jammer dat niet gewoon het verhaal van The Dark Knight Returns is gebruikt, want dat klassieke epos krijgt waarschijnlijk een Shakespeariaanse kwaliteit toebedeeld door iedereen die dit stripverhaal na Batman v Superman voor het eerst leest. (Overigens is van deze strip wel een tweedelige animatiefilm gemaakt, getiteld Batman: The Dark Knight Returns.)
Voor de DC Comics-liefhebber zitten er in Batman v Superman ook wat verwijzingen naar andere personages uit dat universum, maar van echte world building zoals bij de films van Marvel is nog niet echt sprake. Als the Flash even kort opduikt in een verder vage sequentie die verwijst naar de films die komen gaan, is dat niet dezelfde acteur als uit de televisieserie. Een gemiste kans.
En waarom raken Batfleck en Superman slaags met elkaar? We leven in een wereld waarin een almachtige held als Superman eerder als potentiële bedreiging voor onze veiligheid wordt gezien dan als iemand die deze veiligheid handhaaft. De confrontatie tussen Superman en enkele van zijn planeetgenoten in Man of Steel heeft nogal wat ravage en onschuldige slachtoffers veroorzaakt, dus dat de Amerikaanse senaat wel eens wil weten of die Superman ook bereid is zich aan de regels te houden, is een vraag die goed aansluit bij het huidige tijdsgewricht waarin paranoïde gevoelens de boventoon voeren. Ook Batman neemt Superman het een en ander kwalijk en maakt zich klaar voor het moment dat dit buitenaardse wezen zich tegen ons keert. Zelf heeft Batman overigens de status van vigilante en schiet de politie van Gotham net zo snel op The Bat als op de misdadigers die hij probeert te bestrijden.
Daddy issues
Ook Lex Luthor vertrouwt de goddelijke Superman niet. Dat heeft alles te maken met zijn slechte jeugd waarin God hem niet redde van een gewelddadige vader. Of zoiets. Ergens tussen sequenties vol met testosterongevuld geweld heeft Luthor het daar even over om zijn motivaties duidelijk te maken, maar het lukt Jesse Eisenberg nauwelijks om boven de herrie van instortende gebouwen en de soundtrack van Hans Zimmer en Junkie XL uit te komen. Neem oordopjes mee als je naar de bioscoop gaat, want alles in deze film heeft een gehalte van 120 procent, ook het geluidsvolume.
Net als in Man of Steel sneuvelt er heel veel vastgoed in Metropolis en Gotham City (de twee megagrote steden blijken trouwens naast elkaar te liggen in dit filmuniversum). Het grote verschil is dat er nu telkens in de dialogen wordt verteld dat het gevecht wel net plaatsvindt op een plek waar niemand zich bevindt, want het grote commentaar op de vorige film was dat Superman in dichtbevolkte gebieden slaags raakte met zijn vijanden en er veel onschuldige slachtoffers vielen. Die disclaimers zijn soms onbedoeld grappig, zoals de reporter van CNN die roept dat het gevecht in het zakendistrict gelukkig na werktijd plaatsvindt, want dan is iedereen al naar huis. Ondergetekende wilde op dat moment ook heel graag naar huis, maar toen dook Wonder Woman (Gal Gadot) op om de twee mannen te helpen met een nóg veel grotere bedreiging die in de tweede climax van de film opduikt.
Overigens krijgt Wonder Woman wel heel weinig screentijd in een film die met tweeëneenhalf uur al eigenlijk veel te lang is.
Natuurlijk was ik van tevoren heel benieuwd naar hoe Affleck het ervan af zou brengen als Batman. Eerder gaf hij gestalte aan de superhelden Daredevil en zette hij in Hollywoodland overtuigend George Reeves neer, de getormenteerde acteur die in de jaren vijftig Superman op televisie speelde. Eigenlijk doet hij het heel goed als Batman: Affleck zet een gedreven Bruce Wayne neer, is een overtuigende vechtmachine en het Batkostuum staat hem ook goed. Jammer dat Bruce Wayne van zulke ondoordachte keuzes maakt omdat het scenario nu eenmaal eist dat hij en Suup met elkaar gaan knokken.
Ook het spel van Cavill, Amy Adams, Holly Hunter, Eisenberg en Gadot is goed, maar ze krijgen te weinig momenten om het geheel wat menselijkheid mee te geven. Daarbij zijn de dialogen die ze uitspreken zo clichématig en dermate serieus van toon, dat alle mogelijke emotie doodslaat.
Batman v Superman: Dawn of Justice neemt zichzelf veel te serieus, duurt te lang, is te luidruchtig, probeert teveel en zegt daardoor eigenlijk te weinig. Dit soort films geven superheldencomics een slechte reputatie. Mag Zack Snyder nu eindelijk met pensioen, want zijn volgende bombastische exercitie in dit genre vrees ik niet te overleven.
Distributie Warner Bros.. Release BE 23 maart, NL 24 maart 2016.
De oorspronkelijke Hobgoblin zal altijd een van mijn favoriete superschurken blijven. Zo kwam dit nare heerschap tot stand.
Over Hobgoblin heb ik al eerder geschreven, maar goed, hij is dan ook mijn favoriete Spider-Man-schurk. Sowieso heeft ons favoriete Webhoofd natuurlijk niet te klagen wat tegenstanders betreft: naast Batman heeft hij de interessantste rogues gallery. Venom, Kingpin, Doctor Octopus, Vulture, Sandman, Norman Osborn, Foolkiller, J. Jonah Jameson, Sin-Eater en the Black Fox, zijn toch wel mijn favoriete schurken.
Hoe Hobgoblin tot stand kwam wordt mooi uitgelegd in dit artikel uit Marvel Age #5 (1983). Marvel Agewas een uitgave van Marvel waarin nieuwe series, verhalen en andere zaken werden aangekondigd. Met previews, maar vooral ook interviews met de makers. De serie liep van 1983 tot en met 1994 en beslaat 140 comics. Vroeger kon ik ze nog wel eens vinden in stripwinkel Het Gele Teken, maar veel heb ik er nooit kunnen lezen. Jammer, want ik hou erg van dit soort uitgaven. Marvel Age was eigenlijk een reclameblaadje, maar toen het uitkwam waren er nog geen blogs en dus was ik blij met alle informatie die ik kon krijgen.
Het artikel The Making of Hobgoblin vertelt waarom Roger Stern deze schurk bedacht, wat het idee achter zijn look is en hoe die look tot stand kwam.
Bovenstaand fragment is afkomstig uit The Film Club van David Gilmour. In dit autobiografisch verhaal, vertelt Gilmour hoe zijn zoon Jesse als tiener interesse verliest in de middelbare school. Pa vraagt Jesse of hij liever van school af wil. Als Jesse daarop blij ‘ja’ antwoordt stelt vader het volgende voor: Jesse mag van school, hoeft niet te werken of de huur te betalen zolang als hij samen met zijn vader drie keer per week een film kijkt.
Ik zag het boek van de week liggen in The American Book Center. Het was in de aanbieding, maar zonder de lage prijs had ik het waarschijnlijk ook gekocht. Ergens kwam de titel mij bekend voor. Waarschijnlijk heeft iemand mij het boek ooit aangeraden en staat het als een van de duizenden aantekeningen ergens in een notitieboekje. Het concept intrigeerde mij en in een paar dagen las ik het boek uit.
Nu gaat The Film Club niet alleen over film, waar Gilmour leuk en informatief over vertelt. Het boek gaat vooral ook over de moeilijkheid een stuurloze zoon op te voeden. Dat is natuurlijk niet zo makkelijk. Een rode draad in het boek zijn dan ook Jesse’s liefdesrelaties die heftig zijn, explosief ten einde komen en flinke brokken maken. Iets wat iedereen die verliefd is geweest en heeft verloren zal herkennen. Hoe je daarmee omgaat en weer overheen komt, is een belangrijk thema in The Film Club.
Maar goed, bovenstaand fragment. Ik ben het helemaal met Gilmour eens. De eerste keer dat je een film kijkt volg je vooral het verhaal. Pas een tweede, derde en vierde keer kun je goed zien hoe dat verhaal geconstrueerd is, welke middelen de filmmakers hebben gebruikt, hoe de film geschoten en gemonteerd is. Hoe een acteur door vrijwel niets te doen toch een scène kan stelen. Dat soort zaken ontrafelen kost aandacht en tijd. Toen ik filmwetenschap studeerde, bekeek ik de films die ik moest analyseren altijd een paar keer. Vaak let je per kijkbeurt op iets anders. Soms vallen dingen je pas na een paar keer kijken op. De meeste films zijn het ook waard om meerdere keren te bekijken. Ik heb het dan niet over iets slechts als Transformersnatuurlijk of Sucker Punch. Die films zijn niet eens de moeite om een keer te bekijken.
Maar de meeste films zijn zo rijk aan informatie, dat je die gerust een paar keer kan kijken. En dan nog kun je bij een twintigste kijkbeurt weer iets nieuws ontdekken. De film blijft namelijk wel hetzelfde, maar jij, de toeschouwer, verandert in de loop van de tijd. De toeschouwer verzamelt ervaringen en neemt het zien van andere films mee in de kijkervaring. Tegen een film die je als tienjarige zag, kijk je heel anders aan als je die twintig jaar later nog eens ziet. Bepaalde zaken worden opeens duidelijker omdat je een meer volwassen perspectief hebt. Andere dingen worden minder belangrijk.
Ik heb sommige films vaker gezien dan ik zou willen toegeven. Toch heb ik daar geen spijt van. Ook nu heb ik alweer zin om weer eens Batman van Tim Burton op te zetten. Ook al zag ik die al meer dan zestig keer voordat ik de film analyseerde voor mijn scriptie. Ook Almost Famous, Wonder Boys, Spider-Man 2, X-Men, Licence to Kill, Chasing Amy, Clerks IIen Back to the Future zag ik meerdere keren. Hoewel allemaal niet zo vaak als Batman. Dat is echt een uitzondering. Ook is deze lijst herhalingskijkers verre van compleet, maar opsommingen zijn te saai.
Soms kijk ik een oudere film om weer een oud gevoel terug te krijgen. Nostalgie, jazeker. Soms herkijk ik een film omdat ik simpelweg niet meer kan herinneren hoe hij afliep.
Overigens geldt hetzelfde voor mij ook voor strips. Die kun je vaak ook gerust meerdere keren lezen.
In het eerste weekend van December waren Linda en ik in Gent. Ik was er onder andere om te jureren voor de Plastieken Plunk. Een leuk en gezellig klusje. Maar los daarvan was het bezoekje aan Gent sowieso geslaagd, ook al was het kort en gingen we maandagochtend alweer richting de volgende afspraak in Antwerpen.
Uiteraard was ik gecharmeerd van de oude binnenstad. Ik hou van historische binnensteden en mooie pandjes uit de Gouden Eeuw. Daarvan vind je er in Gent genoeg.
De rondvaartboot stelde niet veel voor. Omdat de boot maar onder een paar bruggen kon varen, voer deze heen en weer. Het was meer een veerpont dan een rondvaartboot. Toch wist de gids het maximale wist te halen uit de vierkante kilometer waarin de boot zich begaf. Ieder pandje werd besproken. Jammer alleen dat de grapjes er zo routineus uitkwamen dat duidelijk was dat hij op de automatische piloot stond.
Het appartementje was in retrostijl. Iets wat Linda erg leuk vond. Daar had ze het appartement ook op uitgekozen volgens mij. Ik vond het een fijn plekje vlakbij de binnenstad. Leuk uitzicht ook. Een beetje thuis van huis.
Zondag bezochten we het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, oftewel S.M.A.K. Ik vond de tentoonstelling Drawing the Bottom Line erg tegenvallen. Hierin werden tekeningen van 53 internationale kunstenaars getoond. Het moest een staalkaart zijn van wat tekenen binnen actuele kunst betekent. Even kort door de bocht: ik was niet erg onder de indruk van de meeste kunstwerken die geselecteerd waren. Ik ken strips die mooier, interessanter en beter getekend zijn dan dat ik daar aan de muur zag hangen. Een paar werken uitgezonderd, zoals deze tekening van Michaël Borremans.
Vooral leuk om lang naar de details van deze tekening te kijken.
Ook dit vond ik nog een aardig doek:
De conceptuele kunst op de eerste verdieping kon mij meer bekoren. Drawing the Bottom Line riep bij mij vooral weer de vraag op wie eigenlijk bepaalt wat kunst is en wat dus belangrijk. Wie bepaalt wat bewaard moet worden voor het nageslacht? En hoe vaak zitten ze er eigenlijk niet naast?
Gelukkig zijn er in Gent ook enkele straatkunstenaars actief.
En deze banketbakker verdient wat mij betreft ook een prijsje voor zijn/haar smakelijke kunstwerk:
Voor een select groepje bezoekers en familieleden van Romano interviewde ik de tekenaar over de expositie en zijn werk. In de tentoonstelling zijn schetsen, lay-outs en uitgewerkte tekeningen te zien van zijn strips, zoals Birds of Prey, Batman, J.Rom, Storm en Roodhaar. Ook krijgt de bezoeker een kijkje in het werkproces van de ijverige veeltekenaar.
Voor en na de opening signeerde Romano strips voor zijn lezers. De sympathieke tekenaar maakt heel makkelijk een praatje met zijn fans en ondertussen tekent hij een perfecte Storm, Roodhaar of Batman. Een jonge fan die zelf ook Storm heet, wilde graag een portret van zijn naamgenoot uit Pandarve.
Tijdens het tekenen van Roodhaar stelde ik Romano enkele vragen over deze strip:
De expositie is zeker een bezoekje waard. Er is veel origineel werk te zien. Ook van het project Sparkle the Brain. Zelf vind ik de potloodtekeningen het leukst om te zien, omdat je dan puur de hand van de maker ziet zonder dat iemand anders daar zijn inktlijnen aan heeft toegevoegd.
Vanaf vrijdag 20 november kun je in het Stripmuseum in Groningen de expositie Romano gaan zien met prachtig werk van de Nederlandse tekenaar Romano Molenaar.
Molenaar is op dit moment de vaste tekenaar van Storm en de spin-off Roodhaar. Anders ken je zijn tekenwerk wellicht van J.Romof een van de vele Amerikaanse comics die hij eerder illustreerde.
In de expositie zijn schetsen, lay-outs en uitgewerkte tekeningen te zien van zijn strips. Ook krijgt de bezoeker een kijkje in het werkproces van de ijverige veeltekenaar die inmiddels zijn strepen in zowel binnen- als buitenland heeft verdiend. In de jaren negentig tekende hij al voor Amerikaanse uitgeverijen als Marvel, DC Comics, Image en Chaos. Hij is volgens mij de enige Nederlandse tekenaar die Batman officieel op papier heeft gezet. En the X-Men. Voor DC Comics tekende hij veel deeltjes van de serie Birds of Prey, een groep vrouwelijke helden die net als Batman in Gotham City misdaad bestrijden.
De opening van de expositie is vrijdag 20 november 15 uur. Ik zal de tekenaar introduceren en interviewen over zijn werk. De expositie Romano is te zien tot en met 13 maart 2016.
Vandaag is het personeel in het Stripmuseum nog druk met het ophangen van al het tekenwerk:
Als je eerder op mijn blog was, heb je Romano al in actie gezien op de Batman-dag vorig jaar.
Vandaag is het Batman Day. Ik was het bijna vergeten, maar toevallig zat ik net Haunted Knightvan Jeph Loeb en Tim Sale te lezen als research voor een schrijfklus. Een gelukkig toeval, want hoe beter Batman vieren door strips over hem te lezen?
Nou ja, strips lezen is een van de opties aldus DC Comics. Een Batman Day evenement bezoeken, Cosplayen als een van de personages uit de Batman-strips, een specifieke familieactiviteit doen of een vleermuisthematisch feestje geven, zijn andere opties.
Slimme zet van DC Comics, die Batman Day: gratis reclame voor hun eigendom dat hopelijk leidt tot de aanschaf van meer comics of merchandise rondom de held. Eigenlijk zou er ook een Spider-Man Day moeten zijn, hoewel ik moet toegeven dat dit bijna ieder dag het geval is in huize Minneboo.
Batman is na Spider-Man mijn favoriete stripfiguur. De creatie van Bill Finger en Bob Kane was het antwoord op Superman: een ‘normale’ man die de misdaad bestrijd nadat hij als kind heeft moeten mee maken dat beide ouders werden vermoord bij een overval. Dat klinkt simpel, maar in de loop der jaren zijn er een aantal verhalen verschenen die diep ingaan op de verstoorde psyche van Bruce Wayne. Laten we eerlijk zijn: die is door zijn jeugdtrauma niet helemaal lekker tussen zijn oren. De misdaad bestrijden door zich als levensgrote vleermuis voor te doen, is Wayne’s therapie om met dit trauma om te gaan.
Vorig jaar werd Batman Day uitbundig gevierd in Henk’s Comic & Manga Store in Amsterdam. (Op 13 september trouwens, maar een kniesoor die daar op let. Batman werd toen overigens 75 jaar oud.) Romano Molenaar, de Nederlandse stripmaker die zich met recht Batmantekenaar mag noemen, was in de winkel aanwezig om tekeningen te maken voor de fans. Nou ja, kijk de video nog maar eens voor de details:
De laatste tijd besef ik meer en meer dat Michael Keaton nog steeds mijn favoriete vertolker is van Batman wat de live-action versies betreft.
De eerste Batman-film van Tim Burton blijft een favoriete film van me:
Christian Bale doet het ook heel goed, maar ik heb toch wel moeite met zijn stemgeluid. Iedere keer als hij die als Batman opzet, lijkt hij auditie te doen als grunter voor een goth band. Ook heb ik een zwak voor Adam West, maar dat komt vooral door de nostalgische gevoelens die ik krijg als ik aan de televisieserie met hem denk.
Eigenlijk is dat ook wel mooi: al die verschillende versies van The Dark Knight. Behalve de versies van Joel Schumacher dan. Ik ben een enorme fan van acteur George Clooney, maar Batman & Robin is een verschrikkelijke film. Dat deze rolprent nogal wat trauma’s heeft veroorzaakt, werd laatst maar weer eens duidelijk toen ik voor de leuk Clooney als Batman op Facebook plaatste.
Mensen reageerden geschokt en voelden de behoefte hun leed te delen. In de verkeerde handen kan Batman dus ook een flink trauma veroorzaken.
Goed, Batman Day. Ik zet het alvast in mijn digitale agenda voor volgend jaar: 26 september 2016.
Eeuwen heb ik er gewoond en rondgelopen maar deze gevelbeelden waren mij niet eerder opgevallen:
In Hoorn heb ik heel wat jaren en schoenen versleten en ik dacht de binnenstad nu toch wel zo’n beetje te kennen. Toen ik echter zaterdag op weg naar de expositieruimte van Stiemer en Van de Pol was, zag ik de stad dus als nooit tevoren. Dat komt deels denk ik omdat ik al weer zes jaar in Amsterdam woon en de afstand in tijd dus ook een frisse blik op de stad gunt, alsof het cachegeheugen van mijn hoornvlies is gewist. Ook komt het omdat de gemeente een frisse lik verf op de monumentale panden heeft losgelaten waardoor die er weer als nieuw uitzien.
Het was sowieso een kwestie van weerzien die dag. Niet alleen Stiemer die ik nog uit mijn tijd van Hoorn ken en als medewerker van de site Eeuwigweekend die ik een tijdje met Menno Kooistra bestierde, maar ook kwam ik in de expositieruimte onverwachts een oude middelbare schoolvriendin tegen die ik alweer tien jaar niet gezien had. Het was leuk haar weer even te zien en te constateren dat ze geen spatader veranderd was; ze heeft zelfs nog hetzelfde vriendje van toen, die ik ook nog van vroeger ken trouwens. Hartverwarmend dat ze alweer negentien jaar samen zijn. Hun eerste kind, nu bijna een jaar oud, is een ondernemend en vrolijk meisje. Zo eentje dat niet meteen om het minste geringste begint te huilen, dus ik ben nu al fan van haar.
Nadat we hadden bijgepraat over leven en werk, liep het stel richting uitgang en kwam Hans Bruin binnengewandeld. Ook een leuk weerzien. Hans was ooit operateur bij de bioscopen in Hoorn: hij heeft indertijd nog de film Batman Returns gedraaid voor een bijna lege zaal waar ik ook in zat. De film brak, en dus miste ik bij de eerste vertoning van deze klassieker twintig seconden in de climax. Hans was een zeer vaardige operateur en voordat we het doorhadden, draaide de film alweer.
Hans leerde ik echter pas kennen bij het Filmhuis waar ik jaren geleden operateur was en hij, voor zover ik weet, nog steeds is. Een paar jaar geleden nam ik dit video-interview met hem op. Hans is docent en hij vertelde dat de video als eerste gevonden wordt als leerlingen op zijn naam googlen om te zien wat voor vlees die gast voor de klas in de kuip heeft. Het had erger gekund.
Na het interview zag ik nog een vaag bekende rondlopen, maar pas toen ik weer buiten was besefte ik weer wie ze was en waar ik haar van kende. Dat krijg je ervan als je door je oude stad gaat wandelen: een reeks aan vage koppen trekt aan je voorbij, maar vaak blijven context en de broodnodige achtergrond uit. In ieder geval tot het al te laat is om nog iets te zeggen. Zo krijg je een reputatie van verwaande Amsterdammer. Het zij zo.
De laatste bekende van de dag herkende ik meteen: als ik in Hoorn ben, probeer ik altijd even met mijn moeder af te spreken, zodat ons contact niet alleen maar uit telefoongesprekken bestaat.
Het bezoekje aan Hoorn deed me weer eens beseffen dat dit mijn thuis niet meer is en dat ik de gebeurtenissen uit mijn tijd daar allang achter me heb gelaten. Al zie ik sommige vrienden uit Hoorn nog steeds graag en spreken we geregeld af.
Of ik me nu zo in Amsterdam thuis voel, is een vraag die in de trein op weg naar Mokum aan me bleef knagen. In mijn huis zeker, maar daar buiten..?