De intrigerende overzichtstentoonstelling Panorama van de Chinese strip: Beeldverhalen van elders richt zich op het Chinese beeldverhaal van de twintigste eeuw tot nu.
Een tijd geleden kreeg ik van een vriendin drie rechthoekige stripboekjes uit China. Ik had ze nog nooit gezien, maar was meteen geïntrigeerd door deze historische verhalen vol strijders te paard en de traditionele kostuums. Ze waren goed getekend in een heldere lijn zonder schaduwpartijen. Bij de afbeeldingen stonden korte, begeleidende teksten.
De uitgaven bleken lianhuanhua te zijn: Chinese stripverhalen met op iedere pagina één illustratie en tekst. Geproduceerd op goedkoop papier en gedrukt in miljoenen exemplaren. In Panaroma van de Chinese strip: Beeldverhalen van elders, nu te bezoeken in het stripmuseum in Brussel, zijn de lianhuanhua uiteraard te zien tussen de 150 zorgvuldig geselecteerde werken.
Chinese tekens
De expositie geeft een rijk en historisch overzicht van de geschiedenis van het Chinese beeldverhaal, met nadruk op de ontwikkelingen in de twintigste eeuw tot nu. Dat twee curatoren de tentoonstelling samenstelden, de Belgische stripkenner JC de la Royère en Lou Yiping, is te merken aan de structuur. Het eerste gedeelte is historisch-chronologisch van opzet, dat begint met het beproefde concept van de gevisualiseerde tijdlijn die 5000 jaar geleden aanvangt bij het Chinese schrift. Net als het medium strip zou je dit immers kunnen zien als een afbeeldingenreeks waarvan de symbolen eigenlijk gedetailleerde tekeningen zijn.
Het tweede gedeelte van de tentoonstelling, geschreven door de Chinese stripexpert Lou Yiping, belicht de strip vanuit enkele thema’s. Aan bod komen onder andere Chinese humor en hoe bepaalde stripverhalen over de revolutie de transformatie van de Chinese samenleving weerspiegelen. De teksten worden belicht met veel originele pagina’s uit uiteenlopende strips en enorme blow-ups van stripplaten. Prachtig grafisch werk, zoals een originele tekening uit Vijftien rollen muntgeld van He Youzhi, de onbetwiste meester van de lianhuanhua. De correcties die hij met typex aanbracht zijn duidelijk te zien.
Omdat het beeldmateriaal er vooral is om de thema’s te illustreren, mis je soms specifieke informatie over de strips en hun makers. Desalniettemin is de expositie door de breedte juist een gedegen introductie van de Chinese beeldverhaal.
Lianhuan manhua
Manhua is in China de algemene term voor beeldverhalen. Daaronder wordt van alles verstaan: van strips, tekenfilms tot geïllustreerde boeken. Voor het woord ‘stripverhaal’ gebruikt men lianhuan manhua. Deze duiken voor het eerst op aan het begin van de twintigste eeuw. De geïllustreerde geschiedenis van de apenregering uit 1916 is een politieke satire die bestaat uit enkele reeksen van tekeningen die samen een beeldverhaal vormen. Dit wordt gezien als de aankondiging van de lianhuan manhua. Daarna ontwikkelde de Chinese strip zich snel en werd erg populair.
Sociale kritiek
De Chinese stripmarkt kende in de beginjaren veel diversiteit. Kranten en gespecialiseerde striptijdschriften publiceerden de hedendaagse verhalen met sociale kritiek. Lianhuanhua specialiseerden zich in historische verhalen. En ook de erotische tekeningen van Lu Zhixiang werden gepubliceerd in een populair tijdschrift. Die vrijheid van publicatie zou later sterk worden ingedamd bij de oprichting van de Volksrepubliek China.
Sommige Amerikaanse comics waren een inspiratiebron voor Chinese stripmakers. De tekenstijl waarin Ye Qianyu Meneer Wang (1929) tekende, lijkt veel op die van Bringing up Father van Geo McManus. Meneer Wang was de eerste Chinese stripheld die in meerdere verhalen optrad. De strip toont taferelen uit het dagelijks leven in Shanghai aan de hand van dit conformistische personage.
San Mao
In de tentoonstelling is veel aandacht voor het stripfiguur San Mao, in 1935 gecreëerd door Zhang Leping (1910 – 1992). San Mao is een slungelige figuur met drie uitstekende haren op het grote hoofd. Zijn naam betekent ook letterlijk drie haren. De humoristische anekdotes van deze strips worden steevast tekstloos in vier plaatjes verteld, waarbij de humor vooral voortkomt uit de situatie en het feit dat het jongetje uitspraken vaak letterlijk opvat.
De strips van San Mao en het leven van zijn bedenker, vertellen veel over de veranderingen die de Chinese samenleving in de vorige eeuw doormaakte. De verhalen veranderden van focus in verschillende perioden. Tijdens de Japanse bezetting werkte Zhang voor de propagandaservice van het Chinese leger. Na de Chinees-Japanse oorlog (1937-1945) pakte Zhang in 1946 de reeks San Mao weer op met verhalen waarin hij zijn oorlogservaringen verwerkte. De vindingrijke San Mao gaat in dienst maar wordt steevast tegengewerkt door de laksheid van de legerleiding. De Nationalistische Guomindang-partij, toen nog steeds aan de macht in Shanghai, was niet blij met de strips en Zhang verdween een tijd gedeeltelijk in de illegaliteit. In die periode maakte hij San Mao’s omzwervingen, een aanklacht tegen de armoede. San Mao ziet er net zo broodmager uit als de duizenden straatkinderen in Shanghai. Het lezerspubliek leefde zo met hem mee dat ze Zhang allerlei geschenken opstuurden voor San Mao.
Na de oprichting van de Volksrepubliek China werden strips gebruikt om de massa op te voeden in het communistische gedachtengoed. Zhang kreeg gedicteerde scripts van de overheid. In 1966 werd de tekenaar tijdens de Culture Revolutie aangeklaagd als reactionair kunstenaar, gearresteerd en gedwongen originele werken te vernietigen. In 1976 werd hij gerehabiliteerd.
‘San Mao is nog steeds heel erg populair,’ vertelt Jin Cheng via zijn tolk. Enkele portretten van deze kunstschilder, uitgever en stripkenner hangen in de expositie. Jin kan het een en ander verduidelijken over de Chinese stripwereld:
‘Op dit moment zijn de meeste Chinese stripmakers tussen de 25 en 40 jaar. Daarvan is 35 tot 40 procent vrouw. Historisch gezien is er een groot verschil tussen bijvoorbeeld de Belgische strip en de strip in China. De Belgische strips hebben zich vanaf 1929 tot nu continue ontwikkeld, maar in China kennen wij meerdere perioden waarin die ontwikkeling werd stopgezet zoals tijdens de Culturele Revolutie. Een tweede frustratie is dat de markt in China heel beperkt is, waardoor striptekenaars zich voor een inkomen richten op andere kunstvormen.’ Daarin lijkt de Chinese stripwereld weer veel op die van Nederland, waarbij veel stripmakers er ook een andere baan op nahouden omdat ze er te weinig mee verdienen.
Namaak-Kuifje
Na de dood van Mao Zedong en de eliminatie van de Bende van Vier in 1976 was er in China meer vrijheid. Stripverhalen beperkten zich niet meer tot de Revolutie en ideologische vorming van de lezers. Er werden nu ook misdaadverhalen, sciencefiction en adaptaties van buitenlandse literatuur gemaakt. Ook kwamen buitenlandse stripalbums op de markt, soms illegale versies. In de exposities zijn enkele knullig nagetekende Kuifjes te zien.
Toen China aan de vooravond van de 21ste eeuw eenmaal werd opengesteld voor de wereldmarkt, werden de makers sterk beïnvloed door strips uit Europa, Amerika en Japan. Er zijn in China nu pakweg twee soorten beeldverhalen. Strips die veel weghebben van de Europese vertelvorm gericht op een volwassen publiek en strips die geïnspireerd zijn door manga, Japanse strips. Deze komen uit in magazine-vorm en hebben jeugdige lezers als doelgroep.
‘Meer dan de helft van de lezers zijn tieners, van 12 tot 18 jaar.
Twintig procent bestaat uit basisscholieren. Dertig procent van het publiek is volwassen,’ aldus Jin. ‘Het populairst zijn fictieverhalen. Sciencefiction en verhalen over Chinese legendes.’
Zelfcensuur
Kunnen ze tegenwoordig in China alles maken, of is er een vorm van censuur? ‘Er zijn geen taboes,’ zegt Jin. Maar als we doorvragen blijken er wel zeker restricties te zijn. Seks of kritiek op de regering, kan niet. ‘Nee, daarin zijn we wel beperkt. Er zijn geen geschreven restricties, maar de stripmakers zijn gewoon gewend om bepaalde dingen niet te behandelen of te laten zien, zoals seks of kritiek uiten op de overheid. Ik kan dat geen zelfcensuur noemen, het is hun eigen keuze.’
Het stripmuseum heeft samengewerkt met de Chinese overheid om alles rond te krijgen. De voorbereidingen kostten drie jaar. Het was voor de experts een flinke klus de Chinese strip in kaart te brengen. Ferry van Vosselen, gepensioneerd stripmaker en voorzitter van het museum, begeleidde curator JC de La Royère op trips naar China: ‘We zijn er vier keer geweest. We bezochten musea en zijn bij stripmakers thuis geweest. Ook is er druk gecorrespondeerd met departementen die strips verzamelen en privéverzamelaars. De selectie van strips en de teksten van de tentoonstelling moesten van tevoren worden goedgekeurd door de officiële instanties in Beijing, zoals het Museum van Schone Kunsten. Alle strips waren prima, maar sommige woorden van de teksten hebben ze veranderd.’
Wereldpremière
De expositie is een wereldpremière. Zelfs in China was er nooit een dergelijke overzichtstentoonstelling en dat terwijl volgens Jin Cheng strips op de vijfde plaats staan in de hiërarchie van belangrijkste cultuuruitingen, voorgegaan door film, muziek, TV- en webseries en het theater. Strips genieten in China dus een hogere status dan bij ons. Waarom dan geen tentoonstelling van deze grootte in China tot nu toe? ‘In China vermengen we strips met games en animatie bij exposities. We maken daartussen geen onderscheid.’ Het zijn immers allemaal vormen van manhua. Waarschijnlijk zou zo’n benadering bij ons het lezerspubliek vergroten, doordat gamers en liefhebbers van animatie dan makkelijker in aanraking komen met strips. Dat is iets wat we van de Chinezen kunnen leren.
Panorama van de Chinese strip is nog te zien tot 9 september 2018.
Belgisch Stripmuseum
Zandstraat 20, Brussel
Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #13 (2018).