Doctor Strange krijgt zijn eerste serieuze bioscoopbehandeling en het resultaat valt niet tegen.
Doctor Strange vertelt het verhaal hoe Stephen Strange de sorcerer supreme van onze realiteit wordt. Strange is een briljante neurochirurg die zijn reputatie en ego belangrijker vindt dan zijn patiënten. Totdat de zenuwen in zijn handen bij een ernstig auto-ongeluk onherstelbaar beschadigd raken en hij zijn beroep niet meer kan uitoefenen.
Ten einde raad reist hij af naar een mysterieuze enclave van Kamar-Taj. Daar krijgt Strange les van onder andere the Ancient One in magie en ontdekt hij de geheimen van een verborgen wereld vol mystiek en verschillende dimensies. Uiteraard zijn er duistere krachten die vastbesloten zijn onze realiteit te vernietigen. Het is aan Strange, nu gewapend met nieuw verworven magische krachten, om samen met zijn collega-magiërs de wereld te verdedigen tegen deze duistere krachten.
Benedict Cumberbatch zit het kostuum van Doctor Strange als gegoten. In het begin van de film zet hij perfect de arrogante neurochirurg neer. Een optreden waarin we een vleugje Sherlock herkennen. Ook komt hij geregeld grappig uit de hoek met rake oneliners zonder dat dit het drama schaadt, maar juist wat verlichting geeft.
Schone handen
De ontwikkeling die het personage doormaakt wordt slim geïllustreerd door terugkerende scènes. Artsen wassen altijd hun handen grondig voordat ze een operatie beginnen. De film bevat meerdere keren zo’n scène en iedere keer representeert de handeling het stadium waarin Strange zich in zijn ontwikkeling bevindt. De tweede keer zien we hoe zijn handen beschadigd zijn door het ongeluk en blijven trillen. Het zijn de handen van een gebroken man die zich geen raad weet met zijn nieuwe situatie. Aan het einde van de film wast Strange zijn handen nogmaals. Ze zijn nog steeds beschadigd en vol littekens, maar nu heeft hij zijn nieuwe rol in het leven gevonden en is hij bovendien empatischer geworden. Niet alleen heeft hij geleerd magie te beheersen, ook is hij een beter en begripvoller mens geworden.
De scenaristen hebben over het personage Strange dus goed nagedacht. Het is niet alleen het feit dat hij een fotografisch geheugen heeft wat maakt dat Strange heel snel de mystieke kunsten leert te beheersen, het is ook zijn koppigheid en volharding die uiteindelijk maken dat hij de machtigste magiër op aarde zal worden.
Diversiteit
Voor de strippuristen is het wellicht balen dat the Ancient One niet vertolkt wordt door een oudere Aziatische man maar door Tilda Swinton. Doctor Strange werd in 1963 bedacht door Stan Lee en Steve Ditko en het stripverhaal zit daarom vol met clichés over het mystieke Oosten waar we nu onze neus voor ophalen. De casting van een vrouw in deze rol doet het cliché dus wat teniet. Bovendien doet Swinton het echt fantastisch en weet ze, ondanks beperkte screentijd, een boeiend personage neer te zetten.
Ook Baron Mordo is van ras veranderd: de leerling van the Ancient One is in de strips blank en Roemeens en wordt nu vertolkt door de zwarte acteur Chewitel Ejiofor. We leven in het tijdperk waarin diversiteit hoog op de politieke agenda staat en dat is dus iets waar ze bij Marvel Studio’s en Disney rekening mee houden. Persoonlijk heb ik het niet zo op dit politiek correcte gedoe en geloof ik meer in sterke en ronde nieuwe personages bedenken om de diversiteit te bevorderen, maar in Hollywood hercasten ze liever bestaande personages.
Wong (Benedict Wong), die in de strips de bediende is van Strange, is ook enigszins aangepast in het scenario.
Dit zijn natuurlijk allemaal aanpassingen waar de gemiddelde bioscoopbezoeker geen weet van heeft en alleen een beperkte groep striplezers de wenkbrauwen doet laten fronsen.
Overkill
De special effects zijn werkelijk overdonderend. Dit verhaal had pakweg 15 jaar geleden nog niet zo overtuigend in beeld gebracht kunnen worden. Maar mijns inziens is hier wel een beetje sprake van overkill als de hele wereld letterlijk op zijn kop wordt gezet, gebouwen in beweging komen en we tussendoor ook nog geacht worden de gevechten te volgen. Less was more geweest in dit geval.
Dat laatste geldt nu juist weer niet voor de bad guy in Doctor Strange: Kaecilius. Mads Mikkelsen mag de gebruikelijk toespraakjes houden die we van schurken kennen. Hij staat zijn mannetje tijdens de gevechten, maar blijft verder te veel op de oppervlakte. De reden voor zijn daden legt hij wel uit, maar krijgt nergens echt diepgang. Een belangrijke regel van het scenario schrijven, namelijk ‘show don’t tell’ is weer eens niet toegepast. Helaas geldt dat voor veel superheldenfilms en franchises als Bond eveneens. Kaecilius overstijgt zijn functie in de plot niet en wordt nergens een ‘echt mens’. Jammer.
Die minpunten nemen niet weg dat Doctor Strange een heel fijne kijkervaring oplevert en dat ik met veel plezier een van mijn favoriete striphelden tot leven heb zien komen op het witte doek. Doctor Strange is een fijne toevoeging aan het cinematografische universum van Marvel en ik hoop dat hij snel weer ergens opduikt. In een solofilm of bij Thor of wie dan ook.
De nieuwste Marvel-verfilming Doctor Strange draait vanaf 27 oktober in de bioscoop.