Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatje onder de loep: De transformaties van de Hulk

Transformatie is een belangrijk thema in het leven van wetenschapper Bruce Banner. Tijdens de ontploffing van de gammabom, zijn eigen uitvinding, werd hij blootgesteld aan een enorme dosis gammastraling. Sindsdien verandert hij als hij kwaad wordt in het groene monster de Hulk. Hoe breng je dat als stripmaker op originele wijze in beeld?
hulk_transformeert
Bovenstaande scène is getekend door Sal Buscema naar een script van Bill Mantlo. Bruce Banner verandert in zijn alter ego de Hulk om zijn vriend Rick Jones te redden uit de handen van Pariah: een bovennatuurlijke cowboy, net als Ghost Rider een levend skelet, die de bewaarder is van een steen vol geesten die de levensenergie van Jones willen opzuigen om te overleven. Uiteraard kunnen ze niet op tegen de brute kracht van de Hulk.

Buscema heeft zo’n beetje alle superhelden van Marvel getekend, maar de Hulk is een van zijn favorieten: maar liefst tien jaar lang tekende hij zijn avonturen totdat Buscema en Mantlo onenigheid kregen.

Variatie in verandering
Vroeger vond ik de transformatiescène een van de boeiendste momenten in de Hulk-strip. Hoe zou de tekenaar de gedaanteverwisseling dit keer in beeld brengen? Buscema kwam telkens op nieuwe manieren: ‘Ik probeerde altijd verschillende dingen: andere camerahoeken, de transformatie laten zien in een reeks plaatjes, slechts een deel van het lichaam laten zien dat uit een T-shirt scheurt, etc.,’ vertelt hij in het in interviewboek Sal Buscema: Comics’ Fast & Furious Artist.

Televisie-Hulk.
Televisie-Hulk.

Pruik
Als tekenaar had Buscema hetzelfde dilemma als de televisiemakers van The Incredible Hulk, de dramaserie die eind jaren zeventig en begin jaren tachtig op de buis werd vertoond. Bill Bixby (1934-1993) speelde daarin David Banner die twee keer per aflevering de Hulk werd als hij zijn woede niet meer kon beheersen. De Hulk werd toen nog niet uit de computer getoverd, maar gespeeld door Lou Ferrigno, een bodybuilder die werd voorzien van een kortgeknipte spijkerbroek, groene bodypaint en een slechte pruik.

De makers hebben flink geëxperimenteerd met het uiterlijk van de Hulk en hoe ze de transformaties moesten tonen. Vaak lieten ze stilstaande beelden van Bixby, van zijn normale uiterlijk tot half als de Hulk opgemaakt, in elkaar overvloeien naar een shot van Ferrigno. Eigenlijk een reeks stripplaatjes zoals hierboven.

Grijs
Overigens is de Hulk niet altijd groen geweest. In het eerste nummer van The Incredible Hulk van Stan Lee en Jack Kirby uit 1962, is het oersterke monster grijs gekleurd. Toen Lee de gedrukte strip onder ogen kreeg, vond hij het grijs te vlekkerig. De drukker legde uit dat grijs een moeilijke kleur was om egaal te krijgen. ‘Met welke kleur lukt dat wel?,’ vroeg Lee. Het antwoord was groen, de kleur die de Hulk in het volgende nummer zou hebben. Toen jaren later de druktechnieken waren verbeterd is de Hulk weer een tijdje grijs geweest. Tegenwoordig sloopt er ook een rode Hulk de boel in het Marvel Universum.

Zijn huidskleur is overigens niet de enige verandering die de Hulk heeft ondergaan. In het begin veranderde Banner alleen maar in het monster van zonsondergang tot de volgende morgen, net als een weerwolf. Pas later bedacht men dat hij veranderde als hij boos was.

The Incredible Hulk 268.
Tekst:Bill Mantlo, tekeningen: Sal Buscema. Juniorpress 1982.

Dit artikel is gepubliceerd in stripblad Eppo (2013).

Categorieën
Juniorpress Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Een huis is geen thuis

Het gebeurt niet vaak dat een Spider-Man-comic begint met een stukje poëzie, maar Bill Mantlo is dan ook geen gewone schrijver. Zijn tussendoortje Een huis is geen thuis (Peter Parker, the Spectacular Spider-Man #120, in Nederland uitgegeven als Peter Parker, De Spektakulaire Spiderman #45) is ook geen doorsnee Spider-Man-strip, maar een sociaal drama, expressief in beeld gebracht door Keith Giffen.


In deze comic krijgt Spidey het aan de stok met een bende die door een huisbaas is ingehuurd om zijn huurders te verjagen. Op een avond ontwaart Spider-Man een opstootje voor een oud, vervallen gebouw. Een paar opgeschoten jongeren worden bedreigd door een oude man. De oude man heeft een hakmes in zijn hand. Voordat de oude man kan uithalen, trekt Spidey het mes uit zijn handen via een webdraadje.

Van een van de aanwezige agenten hoort hij dat de straatbende en de oude man buren zijn. Ook al verpesten ze het leven van de medebewoners, ‘Die jongens hebben ook recht op een huis,’ aldus de agent. Dat dit zaakje stinkt, mag duidelijk zijn en al snel krijgt Peter Parker de opdracht met een collega de bewoners van het pand te interviewen voor een artikel in The Daily Bugle. Niemand durft echter met de journalisten te praten, behalve de oude man van de avond ervoor. Die vertelt hen dat het gebouw al jaren verwaarloosd wordt door de eigenaar. Die wil het pand afbreken om er luxe flats voor in de plaats te laten bouwen, maar dat kan pas als de huidige bewoners vertrekken. En dat vertikken ze. Daarom huurde hij tuig in om de brave burgers weg te jagen. De angst die in het pand begon te heersen maakte van de oude man een weduwnaar.

Angst
Spidey besluit een oogje in het zeil te houden en blijft bij het gebouw rondhangen. En aangezien hij aan muren kan kleven doet hij dat dus letterlijk. Als hij even afgeleid wordt door een overval in het naburige park, komt de bende in actie. Als Spidey weer bij het gebouw terug is, ligt de oude man dood op de stoep. Gesprongen denkt men, maar Spidey weet wel beter: deze man is naar beneden geduwd. Hij neemt het op tegen de bende en schakelt de leden ervan een voor een uit. De leider bewaart hij voor het laatst. Voor het eerst ervaart het tuig zelf hoe het is om angst te voelen. Spidey weet hem zo bang te maken dat de jongen alles bij de politie bekent. Helaas is pand dan al afgebrand.

Een huis is geen thuis is een mooi voorbeeld van sociaal engagement in een superheldenstrip. Dat was indertijd niet ongewoon, de Spider-Man-verhalen stonden vaak met beide benen in de grimmige realiteit die New York toen was. Iets wat tegenwoordig bijna niet meer voorkomt.

Dikke schaduwen
De strip valt in het bijzonder op door de expressieve tekeningen van Keith Giffen. De personages geeft hij expressieve koppen, soms wat karikaturaal, maar effectief. Ook plaatst hij reeksen close-ups achter elkaar om emoties te benadrukken en de spanning te verhogen.

Giffen tekende Spider-Man als een van de eerste met grote witte ogen op het masker. Todd McFarlane zou dat later ook doen. Hij tekende het webhoofd nog veel spinachtiger dan zijn collega, maar het kan heel goed zijn dat hij deels door Giffens werk is geïnspireerd.

De tekenaar benadrukt de sombere sfeer in het verhaal door gebruik te maken van dikke slagschaduwen. Soms net iets te veel overigens, het ene plaatje waarin de huurbaas van Peter Parker in beeld komt, lijkt Mrs. Muggins eerder een vent dan een vrouw op leeftijd.

De laatste scène gaat over een huurdersvergadering waar Peter Parker ook aanwezig is. Huurders komen samen tegen de hebzucht van de verhuurders die steeds hogere prijzen voor hun krotten vragen. Hoe ze die willen bestrijden? Door een petitie te tekenen voor veilige en betaalbare huizen. In wezen is dit verhaal nog steeds relevant, en door de crisis misschien meer dan ooit.

Het is juist door dit soort verhalen dat als tienjarig kind leerde hoe de wereld in elkaar steekt. Wat dat betreft was het lezen van Spider-Mans avonturen naast ontspanning, soms net zo leerzaam als op school zitten. De strippagina als schoolbord.

Kasplantje
Schrijver en jurist Bill Mantlo
was een van de juweeltjes van de Amerikaanse stripindustrie. Hij leeft nog steeds, maar werd in 1992 aangereden door een auto en is lange tijd in coma geweest. Hierdoor heeft hij zodanige hersenbeschadiging opgelopen, dat hij constant verzorgd moet worden. Verhalen schrijven is er ook niet meer bij.

Bill Mantlo en Keith Giffen.
Een huis is geen thuis in: Peter Parker, the Spectacular Spider-Man 120 (1986)
Marvel Comics/Juniorpress