The Stay Puft Marshmallow Man loopt dreigend richting The Ghostbusters. Een scène die in mijn geheugen gegrift staat en die als jonge kijker veel indruk op mijn maakte.
Na al die jaren is Ghostbusters (Ivan Rietman, 1984) nog steeds een van mijn favoriete films. Een origineel verhaal, een supergrappige cast en bijzondere visuals, die er dertig jaar na dato nog steeds top uitzien. Maar bovenal een film met een groot warm hart en personages waar je om geeft.
De laatste paar dagen heb ik The Ghostbusters on my mind. Niet zo gek, want ik ben het fantastische boek Ghostbusters The Ultimate Visual Historyaan het lezen. Een boek waarin Daniel Wallace de ontstaansgeschiedenis van twee films uit de doeken doet en van de twee animatieseries die daaruit voortkwamen: The Real Ghostbusters en Extreme Ghostbusters. Ook is er aandacht voor de Ghostbusters comics, fancultuur, videogames en merchandise.
Wallace sprak met de makers en acteurs en heeft zijn verhaal vooral visueel aangepakt: veel ontwerpschetsen, foto’s, en dus veel nadruk op de visuele aanpak en de creatie van de visual effects. Daarnaast bevat het boek vele gekke extra’s, zoals het visitekaartje van Peter Venkman, een Stay Puft Marshmallow Man sticker en een animatiecel. Deze extra’s zitten in het boek geplakt, soms over de tekst heen, maar altijd op te tillen zodat je alles wel gewoon kunt lezen.
Alles is bedacht
Wat het boek zonder meer duidelijk maakt, is dat alles wat je op het witte doek ziet, door iemand is bedacht. Alle spoken, protonpacks, Ghostbusters-uniformen, hoe Gozer er uitziet – alles is begonnen met een potlood en papier en zeer getalenteerde tekenaars met een eindeloze dosis fantasie. Over alles is nagedacht en alles is afgewogen. Wat dragen de personages? Op welke locaties gaan we draaien? Hoe ziet de slaapkamer van Dana eruit? Hoe brengen we Mr. Stay Puft tot leven? Dat zijn dingen waar veel mensen niet bij stil staan als ze naar een film kijken, maar die toch even gezegd moeten worden. Het is daarom bijzonder om vroege ontwerpschetsen van bijvoorbeeld Slimer te zien en te ontdekken hoe men heeft geprobeerd een verhaal over spokenvangen toch een realistisch soort logica te geven door de narratieve structuur van een start-up te kiezen. In wezen gaat Ghostbusters over wetenschappers die een eigen bedrijf beginnen.
Zonder dat ik het wist, zat deze Ghostbustersfan al jaren op dit boek te wachten. Toen ik hem in de kast bij The American Book Center zag staan, leek het even of het boek oplichtte. Het boek lonkte naar me. Het was voor mij een must have, ook al kost het werkje 50 dollar, dus zo’n zestig euro.
Nou ja, ik kan er nog veel meer over zeggen, maar in plaats daarvan embed ik deze uitgebreide recensie en ga ik weer lekker verder met lezen.
Het is vrijdag en dus tijd voor mijn tweewekelijkse Film A-Z. We zijn inmiddels bij de letter L beland.
Lethal Weapon (Richard Donner, 1987)
Ik zat er eerst nog even te twijfelen of ik Lethal Weapon op de lijst moest zetten. Dat heeft alles te maken met het feit dat ik in de afgelopen jaren anders ben aan gaan kijken tegen Mel Gibson. In de Lethal Weapon-reeks speelt hij de agent met het korte lontje Martin Riggs die op ieder moment tot een geflipte actie in staat is. Erg amusant die rare sprongen die Riggs maakt. Toch bekruipt me de laatste jaren het gevoel dat Gibson misschien niet echt acteerde: hij heeft een paar rare uitspraken gedaan en The Passion of the Christ noem ik geen gezond kijkvoer. Was het je trouwens al opgevallen dat Mel in bijna al zijn films wel een keer gemarteld wordt?
Maar dat even terzijde. Ik heb indertijd erg genoten van de Lethal Weapon quatrologie, waarin stevige actie en heerlijk mannenhumor hand in hand van het scherm afknallen. Indertijd was ik ook gecharmeerd van de soundtrack gecomponeerd door Michael Kamen en Eric Clapton. Je mag me wakker maken voor een deeltje uit de reeks. Doch niet te laat, want net als Mel heb ik mijn schoonheidsslaapjes nodig.
Let the Right One In (Tomas Alfredson, 2008) Let the Right One In is een prachtige vampierenfilm, die heel subtiel gedraaid is en een mooi en ontroerend verhaal over een eenzame twaalfjarige jongen die gepest wordt op school. Hij sluit vriendschap met zijn nieuwe buurmeisje, dat hem bekent bloed te moeten drinken om in leven te blijven.
De film won eerder zowel de jury- als de publieksprijs op het 25e Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival. De jury stelde toen dat de Zweedse productie “het horrorgenre ver, ver ontsteeg en laat zien dat elke pispaaltje een vampier als vriendin zou moeten hebben”. Deze film werd terecht als beste buitenlandse film van 2009 gekozen door de Nederlandse filmpers.
Lost Highway (David Lynch, 1997)
In een film A-Z mag bij de letter L cineast David Lynch natuurlijk niet ongenoemd blijven. Ik ben een groot liefhebber van zijn werk, al geef ik graag toe dat ik zijn films ook niet altijd snap. Gelukkig zijn er bij de verhalen van Lynch altijd meerdere verklaringen mogelijk. Lost Highway vind ik nog steeds een van de meest verontrustende films die ik ooit zag.
Lynch kan als geen ander het alledaagse zo in beeld brengen, dat je al koude rillingen over je rug voelt gaan als hij een druppelende kraan laat zien. De complexiteit van de verhalen maakt dat je de films vaker kunt zien, om bij iedere kijkervaring nieuwe dingen te ontdekken of reeds bekende details in een ander licht te plaatsen. De cinema van Lynch is daarom eindeloos fascinerend. Zijn televisieserie Twin Peaks was dat ook, getuige de reeks artikelen die ik daar een tijd geleden over schreef.
Lost in translation (Sofia Coppola, 2003)
Ik wil niet te veel over deze film zeggen, want deze moet je gewoon gaan zien. Een prachtige rol van Bill Murray die Bob Harris speelt, een Amerikaanse acteur op zijn retour die een paar dagen in Tokio verblijft om een commercial op te nemen. Hij ontmoet Charlotte (Scarlett Johansson in haar meest ontwapenende rol ooit) in de bar van het hotel. Charlotte voelt zich net als hij verloren in een stad waar alles vreemd lijkt te zijn. Haar man is een werkverslaafde fotograaf die ze zelden ziet. De twee Amerikanen zijn op elkaar aangewezen en er ontstaat een verrassende vriendschap.
Regisseur Sofia Coppola houdt afstand tot Tokio en benadert de wereldstad vanuit de ogen van haar personages. Vol verwondering en vragen dwalen die door de metropool, soms dromend, soms verdwaald, maar nooit echt alleen omdat ze elkaar hebben leren kennen. Of zoiets. Nou ja, ik heb al te veel gezegd. Ga maar gewoon kijken.
De volgende film A-Z is er over twee weken, op 2 juli.
Het komt wel eens voor dat je dankbaar een bioscoopzaal verlaat en dan niet omdat een draak van een film eindelijk geëindigd is, maar juist omdat je een cinematografisch hoogstandje hebt ervaren dat je niet snel meer vergeet. Fantastic Mr. Fox is zo’n film en tot nu toe de leukste flick die ik op de 26ste editie van het Imagine Filmfestival zag.
Mr. Fox (met de stem van George Clooney) heeft Mrs. Fox (Meryl Streep) beloofd nooit meer kippen te stelen, maar kan de verleiding om de drie boeren Boggis, Bunce en Bean een hak te zetten niet weerstaan. Een vos verliest immers zijn haren maar nooit zijn streken en moet zijn instincten volgen, ook al heeft hij een vrouw, zoontje en een respectabele baan bij een krant. Het gevolg van zijn plagerijtjes is een klopjacht op het gezin van Mr. Fox en bijkans de hele dierengemeenschap. Gelukkig is deze vos niet voor een gat te vangen.
Eigengereid
Ik heb een zwak voor de films van Wes Anderson. The Royal Tenenbaums uit 2001, maar vooral The Life Aquatic with Steve Zissou uit 2004 vond ik fantastische films vol verbeeldingskracht en bijzondere personages. De eigengereide maar charmante Mr. Fox past dan ook prima thuis in de rij van personages die Anderson eerder op het witte doek bracht.
Anderson regisseerde voor het eerst een stop-motion animatie met poppen en maakte een van de beste animatiefilms sinds jaren. De charme van stop-motion is dat de animatie soms juist wat schokkerig verloopt. Fantastic Mr. Fox toont ouderwets handwerk in prachtige, sfeervolle decors en is een verademing tussen alle strak berekende computeranimatiefilms die in de mode zijn.
Beestenboel
Fantastic Mr. Fox is gebaseerd op het gelijknamige boek van Roald Dahl. Niet verbazingwekkend dus dat we een smakelijk verhaal met goed doordachte personages krijgen voorgeschoteld. Ondanks het feit dat de dieren zich deels als mensen gedragen, aangekleed rondlopen en beroepen als journalist en advocaat vervullen, wordt het feit dat het hier om beesten gaat niet ontkent: als Mr. Fox zijn bord leeg eet doet hij dat schrokkend, zoals je dat van een vos mag verwachten. Als hij en zijn advocaat Das (Bill Murray) ruzie hebben staan ze blazend en met krabbelende poten tegenover elkaar.
Saillant detal: De soundtrack bevat klassiekers van The Beach Boys en The Rolling Stones.
Vrijdagavond vond de enige vertoning van Fantastic Mr. Fox plaats op Imagine. Gelukkig is de film vanaf 29 april op de reguliere bioscoopdoeken te zien.
Onderstaande promotievideo laat iets zien van wat er allemaal bij het maken van een een stop-motion animatiefilm komt kijken. Extra bonus voor de fans: je ziet George Clooney in het gras rollen!
Meer over Imagine lezen? Dat kan natuurlijk! De redactie van Zone 5300 blogt hier. Vriend Jooper pende zijn ongenoegen over de film Monkey Boy neer in deze blogpost.
We zijn alweer bij de G van mijn Film ABC. De G van goede films, of in ieder geval: de films die ik goed vind en die mij op de juiste manier wisten te raken.
Ghostbusters (Ivan Rietman, 1984)
Ik ben zo gek op deze flick dat ik vorig jaar in New York speciaal de bibliotheek bezocht waar een van de scènes is opgenomen.
Ghostbustersis een origineel idee bedacht en opgeschreven door Harold Ramis en Dan Aykroyd, over een stel wetenschappers die hun brood proberen te verdienen met het vangen van spoken. Ze beginnen hun bedrijfje net op tijd, want Gozer de Gozerian staat op het punt om tot onze wereld toe te treden. En dat is niet best.
Het gevolg is een supergrappig script, voor die tijd indrukwekkende specialeffects en bij het opnieuw bekijken van Ghostbusters warme nostalgische gevoelens. Voor spoken ben ik nooit bang geweest, en samen met Peter Venkman, Ray Stantz, Egon Spengler en Winston Zeddmore kan ik hartelijk om hun doorzichtige verschijning lachen.
Daarbij bevat de film belangrijke datingtips, zoals deze: ‘There is no Dana, there is only zuul!’
Pas maar op, voordat je het weet blijkt je date bezeten te zijn door een of ander bovennatuurlijke poortwachter. Gij zijt gewaarschuwd.
The Good, The Bad and The Ugly (Sergio Leone, 1966)
De titel mag dan ook verwijzen naar de drie belangrijke hoofden van wijlen Balkenende IV, maar daar draait deze ultieme spaghettiwestern natuurlijk niet om. Al vindt regisseur Martin Koolhoven deze film van Sergio Leone niet exemplarisch voor de spaghettiwestern omdat:
Die films zijn niet representatief voor de 600 andere spaghettiwesterns die er zijn gemaakt. Meestal “kleine” films, gemaakt met beperkte budgetten. Django van Sergio Corbucci is archetypischer en is ook heel invloedrijk geweest. Het gaat er allemaal veel harder, gemener en smeriger aan toe. Het aantrekkelijke van de spaghettiwestern is dat die niet volgens de normale morele codes van Hollywood zijn gemaakt. (Zie dit artikel op Cinema.nl.)
Dat zal dan wel: ik vind The Good, The Bad and The Ugly gewelddadig genoeg, en een prachtig verhaal over een mysterieuze revolverheld – mooi ouderwets woord is dat trouwens – gespeeld door Clint Eastwood. Samen met twee vreemdelingen, de slechterik (Eli Wallach) en de lelijke (Lee van Cleef) probeert hij een fortuin aan gestolen goud op te sporen. Maar hoe betrouwbaar zijn dieven? Hun zoektocht leidt naar een van de beste climaxen uit het western genre.
www.youtube.com/v/13EUXqIwDkQ
Ghost World (Terry Zwigoff, 2001)
Toen ik de trailer van Ghost Worldvoor het eerst zag, dacht ik dat de film geen bal aan zou zijn. Zo zie je maar hoe een slechte trailer kan bedriegen, want deze stripverfilming is het kijken meer dan waard. Dankzij een gevat script, interessante personages en prima vertolkingen van Thora Birch, Steve Buscemi en Scarlett Johansson voordat ze een echte seksbom werd. (Wordt dat woord nog wel eens gebruikt eigenlijk, ‘seksbom?’ Klinkt als een moslimterroriste in burkini.)
Het is vooral het einde dat deze film magisch maakt. Als Enid de stad verlaat en het verhaaltje uitrijdt in een bus die al jaren is opgeheven. Mooi statement over eigenheid en over je eigen weg in slaan. Overigens is de strip van Daniel Clowes waar de film op gebaseerd is, ook heel goed.
The Graduate (Mike Nichols, 1967)
Er zijn van die films die je altijd bijblijven en je keer op keer kunt zien. The Graduate is voor mij zo’n film. Deze flick van Mike Nichols was mijn eerste kennismaking met acteur Dustin Hoffman en de muziek van Simon & Garfunkel.
The Graduate is een boeiende klassieker die gaat over het verzet tegen de oudere generatie: Benjamin Braddock (Dustin Hoffman) valt na zijn studie in het spreekwoordelijke zwarte gat. Hij leeft in een vacuüm van verveling: dagenlang dobbert hij rond op een luchtbed in het zwembad, zoals hij doelloos door het leven drijft. Benjamins toekomstplannen zijn vaag: ‘Ik wil dat mijn toekomst ánders is’, vertrouwt hij zijn vader tijdens zijn afstudeerfeestje toe. Ondertussen verleidt Mrs. Robinson (Anne Bancroft), en krijgt hij een verhouding met deze oudere vrouw terwijl hij liever een relatie begint met haar dochter Elaine (Katharine Ross). Als hij een einde aan de affaire maakt is Mrs. Robinson het daar natuurlijk niet mee eens en ze zal er alles aan doen om de relatie tussen Benjamin en Elaine te stoppen.
De kinderen willen voor zichzelf een ander leven dan hun ouders die vast zitten in een standaardleven en ongelukkig huwelijk – gedoemd om tot het einde der tijden samen te blijven. Elaine trouwt met een ander, een jongen die wél door haar ouders als ideale schoonzoon wordt beschouwd, maar kiest na de huwelijksvoltrekking alsnog voor Ben.
Het venijn van The Graduate zit aan het einde, want het is nog maar de vraag of Benjamin en Elaine het lot van hun ouders kunnen ontlopen. Wanneer Benjamin Elaine voor het huwelijksaltaar heeft weggeroofd, rijden ze weg in de bus, hun toekomst tegemoet. Het is echter de vraag of ze de valkuilen waarin hun ouders zijn gestapt kunnen vermijden. Als de spanning van het moment uit hun lijven is weggeëbd, zwijgen ze, alsof ze elkaar niets meer te vertellen hebben. Het nummer ‘The Sound of Silence’ onderstreept dit idee.
Groundhog Day (Harold Ramis, 1993)
De tweede film met Harold Ramis en Bill Murray in deze aflevering van mijn film A-Z, dit keer ook geregisseerd door Ramis. Stel je eens voor dat je de ergste dag van je leven telkens overnieuw moet beleven. Bill Murray, die weerman Phil Connors speelt die voor het vierde achtereenvolgende jaar moet afreizen naar Punxsutawney, Pennsylvania, om te zien of de bosmarmot zijn gezicht laat zien of niet, maakt er maar het beste van, krijgt er op den duur lol in en verovert het hart van Andy MacDowell.
Het verhaal gaat natuurlijk over een man die langzaam zijn karakter moet aanpassen en soms zijn daar bovennatuurlijke narratieve middelen voor nodig. Bill Murray speelt perfect de cynische (weer)man die zich niets laat wijsmaken. Een rol die hem op het lijf geschreven is en doet denken aan personages als Frank Cross uit Scrooged. De laatste jaren is er een echte Murray revival, waarin hij tot mijn vreugde ook andere kanten van zijn acteertalent toont.
Groundhog Day won onder meer een BAFTA Award voor beste script, een British Comedy Award voor beste filmkomedie en een Saturn Award voor beste actrice (Andie MacDowell). In 2006 werd de film aan het Amerikaanse National Film Registry toegevoegd vanwege de culturele, historische en esthetische waarde van de film.
Hoewel de film dus over een herhalende dag gaat, is hij mij nog niet gaan vervelen.
Bekijk deze scènes maar eens:
https://youtube.com/watch?v=MMtWAcVy6-w
Volgende week de filmtitels die met een H beginnen. Maar eerst wil ik natuurlijk van jullie horen welke G-films jullie favorieten zijn en waarom.