Een prachtige illustratie uit 1984 van, een toen nog, jonge Arthur Adams met Spider-Man, Black Cat en Hobgoblin.
De illustratie is ooit als poster op de markt gebracht als ik me goed kan herinneren. Ik weet in ieder geval zeker dat hij in Nederland werd afgedrukt in een van de agenda’s van Juniorpress. Voor zover ik weet heeft Arthur Adams niet veel Spider-Man comics getekend. In ieder geval is Web of Spider-Man Annual #2 van hem.
Adams brak in 1985 door met een serie over X-Man Longshot geschreven door Ann Nocenti. Daarna tekende hij veel verschillende superhelden, maar vooral ook veel covers. Ik hou van zijn stijl en die kleine, dunne lijntjes die hij in overvloed op het papier zet.
Bovenstaande illustratie zou een prachtig ontwerp kunnen zijn voor een filmposter met deze personages erin. Hij heeft Hobgoblin, die er toch al niet gezellig uit ziet, een extra sinistere uitdrukking gegeven. De Hobgoblin en Black Cat zijn twee van mijn favoriete bijfiguren uit het Spider-Man-universum. Binnenkort vertel ik meer over ze.
Een van de meest fascinerende aspecten aan Peter Parker alias Spider-Man vind ik het feit dat hij als freelance fotojournalist zijn brood verdient en dan in het bijzonder omdat hij foto’s van zichzelf als Spider-Man aan de krant verkoopt.
Jarenlang verkocht Peter zijn foto’s aan J. Jonah Jameson en Robbie Robertson van The Daily Bugle. Met een automatische camera maakte hij foto’s van zichzelf in actie als Spider-Man. Die camera webde hij op een strategische plek aan de muur en deze maakte met intervallen een foto waarop dan te zien was hoe Spidey met een superschurk vocht of een stel straatschoffies inrekende. Zoals dit prachtige plaatje van Spider-Man in Londen uit Amazing Spider-Man #96 (1971):
Peter Parker, architectuurfotograaf
Toch roept Peters modus operandi enkele vragen op die de dispension of disbelieve bemoeilijken. Aangezien Spider-Man heel snel beweegt en die actie niet statisch op een plek plaatsvond, kun je je voorstellen dat het toestel vaak misschoot. We spreken hier nog van het analoge tijdperk, waarbij de rolletjes maximaal 36 opnames bevatten. Ik denk dat het merendeel van die rolletjes dus volstaan met de straten, steegjes en het interieur van loodsen waar de gevechten plaatsvonden zonder dat er verder iets noemenswaardig op staat. Pas halverwege de jaren tachtig bedenkt Peter dat het misschien slim is om een zendertje in zijn riem te stoppen. Die geeft een signaal af waar de camera op reageert: zodra Spidey voor de lens van de camera komt, wordt er pas een foto gemaakt en dus niet automatisch om de zoveel seconden.
Je kunt je ook voorstellen dat een reeks foto’s van dezelfde gebeurtenis maar weinig variatie bevatten, want die camera hangt immers maar op één plek. Peter heeft geen tijd om tijdens het gevecht zijn camera even anders in te stellen. Dat is iets waar Kate Cushing, de chef-stad van the Bugle, eens een scherpe opmerking over maakte. Kate was sowieso nooit een fan van Parkers fotowerk, maar als hij een keer handgemaakte foto’s meebrengt van een op professionele wijze vermoord echtpaar dat een winkeltje runt, is ze vol lof. ‘De foto’s zijn geweldig, Peter! Wie heeft ze genomen?’ zegt Cushing bits als ze Parkers werk bekijkt. ‘Ongelofelijk. Meestal zien je foto’s eruit alsof je ergens een automatische camera vastplakt! Was je altijd maar zo goed.’ Peters dag wordt hierna nog erger als hij in opdracht van Jameson samen met Ned Leeds naar Oost-Berlijn wordt gestuurd. Het vermoorde echtpaar was namelijk in dienst van de KGB en de laatste dagen zijn er meer KGB-agenten omgelegd. Leeds en Parker moeten naar Oost-Berlijn om de vermoedelijke dader op te sporen en daar een stuk over schrijven. (Dat is te lezen in Spider-Man versus Wolverine #1, geschreven door James C. Owsley, getekend door Mark Bright. In Nederland uitgegeven als Superhelden #35 (1987).
Behalve dat de scène met Cushing erg grappig is op een cynische manier, is het verhaal wederom een mooi voorbeeld van hoe Peters werk als journalist vaak een aanjager is voor Spider-Mans avonturen, want in Oost-Berlijn moet onze held het uiteindelijk opnemen tegen niemand minder dan Wolverine die de huurmoordenaar die Leeds en Parker zoeken, in bescherming neemt.
Het is makkelijk voor te stellen dat Parker in het begin van zijn carrière goed zijn brood kon verdienen met het maken van Spider-Man foto’s. De spectaculaire actiefoto’s van Spider-Man door Peter Parker deden de oplage van de krant geen kwaad en waren lang nieuwswaardig. En dankzij de foto’s had Jonah Jameson altijd illustratiemateriaal voor bij zijn giftige redactionele stukjes tegen de muurkruiper.
Voor lange tijd was Peter ervan verzekerd dat de krant zijn foto’s zou afnemen. Toch maakte Robbie Robertson op een gegeven moment wel de opmerking dat Peter ook eens met andere onderwerpen op de proppen mocht komen en dat Spider-Man als subject sleets begon te raken.
Een andere baan?
In Amazing Spider-Man #256(1984) neemt Robertson schoorvoetend een reeks nieuwe foto’s in ontvangst omdat Spider-Man daarin een nieuw pak draagt. Dat maakte ze nog enigszins nieuwswaardig. Maar ook dat is maar van korte duur, waarschuwt Robbie. Het is ook sneu dat Robbie wel een opmerking maakt over het feit dat Peters fotowerk de laatste tijd vooruitgaat. Dat is eigenlijk geen compliment voor Peter, maar voor zijn vriendin the Black Catdie de foto’s heeft gemaakt. Je kunt je voorstellen dat haar handwerk veel beter is dan wat die automatische camera schiet.
In Amazing Spider-Man #297 (1988) maakt Robertson wederom een opmerking dat het voor Peter misschien tijd is om een andere baan te zoeken: ‘I had an idea a while back, one that might help your recurring financial problems. But I never knew how to tell you. Guess the best way is to just blurt it out. Peter, you seem to have a chronic difficulty making a living as a freelance photographer. So maybe… Well, maybe you should consider some OTHER line of work.’ Peter reageert geschrokken. Robbie vervolgt: ‘I hope you understand that I’m just trying to help. Consider it fatherly advice. I have to go put the afternoon edition to bed now, but think it over okay?’
De relatie tussen Peter en Robbie is altijd heel hartelijk geweest, waarbij Robertson de rol van een vaderfiguur of goede vriend met de juiste adviezen speelt. In hoeverre Robertson, die toch ook een pientere journalist is, door heeft dat Peter en Spidey dezelfde zijn, is een kwestie die ik later graag aansnijdt.
Peter Parker, modefotograaf?
Goed bedoeld of niet, de woorden van Robbie komen hard aan bij onze favoriete freelance fotograaf. En bij deze freelance journalist trouwens. Aangezien het tegenwoordig steeds moeilijker is om een redelijk inkomen te vergaren als freelance journalist, is de raad van Robbie ook aan mensen als ik besteed.
Peter neemt de raad ook serieus. In Amazing Spider-Man #300 oefent hij met zijn vrouw Mary Jane, die op dat moment fotomodel is, hoe het is om in de modefotografie aan de slag te gaan.
Natuurlijk blijft hij gewoon nieuwsfoto’s maken. Gelukkig maar ook, want anders zouden Spider-Mans avonturen zich vanaf dat moment alleen nog maar in de kitscherige fashionwereld hebben afgespeeld.
Het laatste woord over Peter Parker als fotograaf is nog lang niet getypt. Wordt vervolgd dus…
De Nederlandse stripmaker Minck Oosterveer is druk bezig een internationale carrière op te bouwen. Hij tekent een deel van de serie Ruse voor Marvel. Nu mag hij voor dezelfde uitgever hun boegbeeld Spider-Man gaan tekenen.
Minck is gevraagd om een deel te tekenen van de miniserieSpider-Island: Deadly Foes. Giuseppe Camuncoli is de andere tekenaar van de reeks die vooral draait om de nieuwe Hobgoblin en The Jackal, een oude vijand van Spider-Man.
The Jackal, in het dagelijks leven professor Miles Warren, is geobsedeerd door Gwen Stacy, Peter Parkers overleden geliefde. Hij heeft haar al meerdere malen gekloond, evenals het webhoofd zelf. The Jackal is een van de schurken van Marvel die doodgewaand wordt, maar toch altijd weer zijn gezicht laat zien. Klonen zijn nu eenmaal niet te vertrouwen wat dat betreft.
De aflevering die Oosterveer gaat tekenen is geschreven door Fred Van Lente en zal vooral over The Jackal gaan.
‘Het is wel een Spider-Man-verhaal maar het verhaal gaat voornamelijk over The Jackal en zijn klonen. Spider-Man komt er in een of twee plaatjes in voor, waarvan er eentje een kloon is,’ laat de tekenaar telefonisch weten. In het verhaal zal The Jackal Kaine, een van de klonen van Peter Parker, weer tot leven wekken. Kaine liet kort geleden het leven in het verhaal The Grim Hunt.
Oosterveer is in zijn nopjes met het script: ‘Ik vind het een leuk verhaal, het is heel duister en een beetje gruwelijk.
‘Ik ga er een de cover van Amazing Spider-Man #149 in verwerken. Hierop is Spider-Man met een van zijn klonen in gevecht. In plaats van Ned Leeds in de oorspronkelijke cover zal de kloon van Gwen Stacy aan de muur hangen.’
Minck was druk bezig met de strip Ruse, geschreven door Mark Waid, toen hij een mailtje kreeg met het verzoek een one shot voor Spider-Man te maken. Uiteraard hoefde hij hier niet lang over na te denken. ‘Spider-Man is het vlaggenschip van Marvel en daaraan werken vestigt je naam. Dus ik zei meteen “ja”.’
Gevraagd naar welk personage van de Spider-Man cast hij het liefste zou tekenen, antwoordt Minck: ‘The Black Cat! Catwoman van Batman, The Black Widow, Black Cat dat soort figuren vind ik erg aantrekkelijk om te tekenen. De wat donkere dames, ik zou niet zo snel voor een Emma Frost kiezen. Mary Jane Watson is altijd wel leuk om te tekenen, maar ik vind haar verder niet zo’n interessant figuur.’
Op Facebook publiceerde Minck een smakelijk voorstudie van Spider-Man en The Black Cat.
Mincks comic zal in augustus in de winkels liggen. Ondertussen is hij ook in gesprek over een Frans stripproject. Eerder tekende Minck al voor Boom! uitgevers de strip The Unknown, geschreven door Mark Waid. In Nederland maakte hij samen met Willem Ritstier de western Ronson Inc. voor Eppo. Voorlopig lijkt het de tekenaar, die recent nog de Stripschapprijs in ontvangst mocht nemen, voor de wind te gaan. Ik gun hem het succes van harte.