L. en ik besloten dat een weekendje Arnhem in een rustiek hotel precies was wat we nodig hadden. Dus togen we op vrijdagavond, net na de spits, met de auto naar de hoofdstad van Gelderland.We kwamen ’s avonds laat in het centrum van Arnhem aan. We parkeerden bij Hotel Molendal, gelegen aan de rand van het Sonsbeekpark, op een steenworp afstand van de binnenstad. Er stond een prettige tweepersoonskamer op ons te wachten op de derde verdieping. Hotel Molendal is het voormalige woonhuis van André de la Porte. Deze villa in Jugendstilstijl werd in 1904 als eerste in de omgeving gebouwd.
Zaterdag brachten we een paar uur door in het Sonsbeekpark, waar veel beelden geëxposeerd staan, een hertenkamp is en twee watervallen. Het viel me hier op hoe heuvelachtig Arnhem en omgeving eigenlijk zijn. Heel anders dan de platte randstad. Stadspark
Het Sonsbeekpark is ’s lands eerste monumentale stadspark. Een belangrijk onderdeel van het park is de St Jansbeek. Vroeger stonden hier zeven molens langs de St Jansbeek. Tegenwoordig staat er daarvan nog één. De Witte molen heet ie. L. en ik bezochten ook even het bezoekerscentrum dat naast de molen staat. Het was die dag open monumentendag. In het park en bezoekerscentrum waren dan ook een hoop bezoekende bejaarden te vinden.
L. en ik zochten weer snel de buitenlucht op en vonden rust bij de waterval.Door het gehele park hingen allerlei installaties en kunstwerken als onderdeel van een expositie van het Museum voor Moderne Kunst. Het was erg verrassend om dergelijke beelden tussen de bomen te ontdekken.Processies
Later die middag bezochten we het Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) waar de tentoonstelling Carried Away/Procession Art werd gehouden. De tentoonstelling bestaat uit het werk van internationale en Nederlandse kunstenaars die processies organiseerden, of zich hebben laten inspireren door processies, politieke parades, carnavalsoptochten, marsen of begrafenisstoeten. Sommige moderne sculpturen konden mij wel bekoren, zoals het werk van Stephen Wilks die levensgrote varkens naar George Orwells boek Animal Farm maakte.Magisch realisme
Het meest onder de indruk was ik echter van de tentoonstelling over het magisch realisme, waar werk hing van de oude meesters Pyke Koch, Edgar Fernhout, Carel Willink, Dick Ket, Wim Schumacher en Charley Toorop.
Mocht je ooit een bezoekje brengen aan het MMKA, dan raad ik je bij deze de aspergequiche in het restaurant af. Die had dezelfde nare smaak als de olieverf schilderijen die in het museum hingen.
Factory Girl
In de avond besloten we deze kunstgerichte dag af te sluiten met een voorstelling van Factory Girl. Deze film uit 2006 van George Hickenlooper vertelt over het leven van Edie Sedgwick. Deze schoonheid verliet de kunstacademie om het te gaan maken in New York en raakte verstrikt in het web van de wereld van Andy Warhol. Het is een film die vooral de negatieve kanten van haar leven belicht en waarin alle personages heel zielig worden voorgesteld. Op het moment dat acteur Hayden Christensen (Skywalker in de nieuwe Star Wars-trilogie) in de film verscheen en een belabberde poging deed om Bob Dylan te imiteren, had Factory Girl voor mij volledig afgedaan. Hoe een regisseur deze non-acteur kon casten om iemand met de statuur van Dylan neer te zetten, was mij een compleet raadsel. In I Am Not There waren daar nog zes acteurs voor nodig. Allemaal met meer ervaring en veel meer talent dan Anakin Skywalker. Christensen probeert op krampachtige wijze de stem van Bob Dylan na te doen, maar lijkt eerder een monotone voice-over van een derderangs film noir detective op te roepen. Nee, Factory Girl zou wat mij betreft nooit op de lijst van beste film verschijnen. Mocht je de flick toch per se willen zien: ga de bioscoop dan niet in zonder wat prozac-pilletjes.
Een pluspunt aan de voorstelling was dat ik ter promotie van de film een blik Campbell Tomato Soup kreeg van de caissière. De Warhol-fan in mij maakte een klein huppeltje bij de aanblik van dit soepblik.Veluwe
De zondag stond vooral in het teken van de Nederlandse prairie: de veluwe. We pakten twee Witte Fietsen waarmee we het gebied doorkruisten. Bij het Kröller-Müller Museum parkeerden we de stalen rossen om daar een paar uurtjes heerlijk te dwalen door de beeldentuin.
‘Kijk uit attention’ van Krijn Giezen (1939) is sinds een ongeval helaas afgesloten voor het publiek.
Paviljoen voor de 5de Internationale Beeldententoonstelling in het Park Sonsbeek te Arnhem, 1966; herbouwd in de beeldentuin van het museum, 2005-2006.Net als ET
Toen het museum ging sluiten, liepen we naar de fietsenrekken waar normaliter de Witte Fietsen staan. Die waren echter allemaal al meegenomen, of hadden een lekke band. Er zat niets anders op dan de 2,5 kilometer terug te lopen naar de auto. Toen we echter stuitten op een hek en een bordje met ‘verboden toegang’ moesten we van het aangewezen pad afwijken. Al snel liepen we niet meer in de goede richting. Een aardige man en een kaart bood uitkomst. We waren inderdaad een stukje verkeerd gelopen. De avond viel en het zou weldra donker worden. Heel toevallig stonden er twee witte kinderfietsen op ons te wachten in de berm. Niet veel later raceten we door het Veluwse landschap op veel te kleine fietsjes. In mijn hoofd hoorde ik de melodie van de film ET, want het deed me denken aan de fietstocht van Elliot en co. Goed, Elliot had een crossfiets en een alien in het mandje aan het stuur die de fietsen door de lucht liet vliegen, maar voor de rest voelde het precies hetzelfde. 🙂 Een aardige melige afsluiter van een weekend vol kunst – in Arnhem.
Lees ook: