Ooit zag ik in Filmhuis Hoorn de director’s cut van The Exorcist (William Friedkin, 1973/2000). Ik kan me herinneren dat ik die behoorlijk goed vond. Recent zag ik deze echter weer in het kader van de weg naar Halloween, en eerlijk gezegd vind ik The Exorcist nu minder indrukwekkend.
Goed, de special effects in The Exorcist zijn voortreffelijk, evenals het camerawerk. Ook het spel van de acteurs, vooral van de jonge Linda Blair is zeer goed en in de meeste gevallen overtuigend. En het is altijd leuk om een vrouw te zien masturberen met een christelijk kruis, want het is altijd leuk om religieuze dwaallichten te choqueren.
Het verhaal komt verschrikkelijk traag op gang, maar dat wordt goed gemaakt op het moment dat het meisje bezeten raakt door de Duivel. Dan komt er een lekkere vaart in het geheel en wordt de vertelling zelfs wat fragmentarisch. Toch viel The Exorcist bij het terugzien wat tegen.
Het helpt natuurlijk niet dat het bekende muzikale thema, Tubular Bells van Mike Oldfield, vroeger gebruikt werd in de kinderserie Bassie & Adriaan. Die clown en acrobaat hebben niet alleen menig jeugd verknald door in tv-optredens als zichzelf iedere keer te laten zien dat ze eigenlijk grofgebekte proleten zijn, en door het gebruiken van het Exorcist-thema bij hun domme avonturen, moet ik iedere keer aan de huilende professor denken als ik de muziek in de film hoor. Niet echt bevorderlijk voor de horrorsfeer.
Grootste probleem heb ik wederom met de christelijke visie op de wereld die ten grondslag ligt aan het verhaal. Monsters die niet voortkomen uit een bestaande religie vind ik indrukwekkender dan wezens die al jaren door de kerk worden gebruikt om het volk klein te houden. Aangezien ik het christendom, net als alle andere religies, een onwijs onnozele uitvinding vind, boet de film mijns inziens hierdoor aan geloofwaardigheid in. Het idee dat de Duivel, het ultieme kwaad, zich laat binden door twee priesters die voorlezen uit de Bijbel en af en toe met een kruis zwaaien en onzin uitkramen als ‘The power of Christ compells you!’ is zo verschrikkelijk onzinnig dat het mijn suspension of disbelieve te boven gaat. Als ik Satan was geweest had ik die kruiszwaaiers een dikke middelvinger geven, maar in het verhaal van William Peter Blatty, die zijn eigen roman tot filmscript bewerkte, laat hij zich klein krijgen. Watje. Allemaal nachies, zeg ik dan.
(Benieuwd naar het verschil tussen de originele versie en de director’s cut? Check deze blogpost.)
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren. The Exorcist keek ik in het kader van de weg naar Halloween.
Het klassieke boek van Oscar Wilde The Picture of Dorian Gray heeft een eigentijdse verfilming gekregen. Simpelweg Dorian Gray geheten.
Het verhaal van Dorian Gray heeft me altijd gefascineerd. Het dat Dorians ziel geschoond blijft van zijn zondige handelingen, omdat de littekens van alle vuiligheid die hij uitvoert letterlijk in zijn geschilderde portret gaan zitten, heb ik altijd intrigerend gevonden. Het thema eeuwig jong blijven spreekt ook tot mijn verbeelding. Wildes roman, gepubliceerd in 1891, is daarom een van mijn favoriete boeken.
Met de verfilming van Oliver Parker ben ik niet ontevreden. Parker maakte een dynamische filmversie van het verhaal die enerzijds de sfeer meepikt van Londen in de vroege dagen van de twintigste eeuw, maar ook eigentijds aandoet.
Seks, drugs & moord
De film begint op het moment dat jongeling Dorian Gray een moord begaat en het lijk dumpt. Daarna wordt de klok een jaar teruggedraaid en zien we dat de latere moordenaar een verlegen, ietwat wereldvreemde jongeman is die zijn eerste stappen in het Londen van het laatste decennium van de negentiende eeuw zet. Al snel laat hij zich beïnvloeden door de levenswijze van Lord Henry Wotton die vindt dat je van alle geneugten des levens ten volle moet genieten. Dat de leerling de meester uiteindelijk overtreft komt vooral omdat Wotton zijn theorie graag predikt, maar lang niet altijd naleeft omdat hij daar toch te laf voor blijkt te zijn. Dorian verliest zich echter in een wereld vol lust, egoïsme en hedonisme.
Colin Firth speelt op heerlijk aanstekende wijze de cynische Wotton. Ben Barnes zet een verdienstelijke en onderkoelde Gray neer. Zijn Dorian is kleurrijker en minder stijf dan hoe Hurd Hatfield de jonge aristocraat in de filmversie uit 1945 gestalte gaf. In die toneelmatige versie wordt voor schrikeffect het schilderij in felgekleurde technicolor getoond, terwijl de rest van de film in sober zwart-wit is gedraaid. Wat overigens normaal was voor die tijd.
In Parkers versie wordt het portret echt een levende entiteit. Dit doet hij door op effectieve wijze een subjectief point-of-view shot vanuit het schilderij te tonen. De maden die uit de verf kruipen en een creatief gebruik van digitale effecten maken de illusie compleet.
Overigens schiet de digitale toverij soms wat tekort, zoals in het openingshot van Londen. Dit craneshot begint met een panorama van de stad waarna de camera langzaam naar beneden gaat en de straat van Dorian Grays huis toont. Het beeld voelt te digitaal geschilderd aan, wat een laag budget doet vermoeden. Voor CGI-effecten geldt immers net zo goed als voor een halsketting dat de zwakste schakel de kracht van het geheel bepaalt.
DVD
De film uit 2009 is recent door entertainment one op dvd uitgebracht. Helaas ontbreken er extra’s op de schijf. Ook is het niet mogelijk om bij het opstarten meteen naar het hoofdmenu te gaan, maar moet je eerst alle trailers skippen voor je met de film kunt beginnen. Dat is nogal ergerlijk en komt bij Nederlandse versies van DVD’s helaas te vaak voor.
Flooding with Love for the Kid is een van de meest vreemde films die ik ooit heb gezien. Maar het is ook een pleidooi om buiten vastgestelde kaders te denken.
Zachery Oberzan was zo onder de indruk van de roman First Blood van David Morrell, dat hij besloot deze zo getrouw mogelijk te verfilmen. De film met Silvester Stallone, de eerste in een reeks Rambo-films, wijkt namelijk nogal af van het boek. Oberzan wilde zien of het mogelijk was om alle dialogen uit het boek in de film te stoppen.
Dat is op zich niet zo’n gek idee. Wat Flooding with Love for the Kid zo’n vreemde film maakt is dat Oberzan de productie geheel in zijn New Yorkse appartement opnam en zelf alle rollen speelt. Budget: 96 dollar. Resultaat: 100 minuten experimentele film vol passie, hilariteit en een voorbeeld van wat je bereikt als je verder kijkt dan standaardconventies.
Wie zien Oberzan door de woonkamer rennen met een geweer, maar dat moet eigenlijk John Rambo in het bos voorstellen die op de vlucht is voor de politie. Een paar digitaal gemonteerde takjes en dennentakjes in de kamer moeten een bos suggereren. En weet je, het werkt!
Oberzans film is een ode aan de fantasie. Vroeger toen je met je vriendjes speelde, waren twee stoelen die naast elkaar stonden en een ronde schijf in je handen ook een auto. Bij Oberzan werkt het net zo. Een badkuip kan ook prima dienstdoen als rivier zo blijkt. Hij projecteert soms heel knullig wat beelden op de muur om de scène van een decor te voorzien, maar dat helpt wel bij het bepalen van de locatie. Ook maakt hij handig gebruik van de soundtrack: omgevingsgeluiden suggereren een bos of een drukbezochte diner. Je hoeft de andere eters ook niet te zien, het geluid zegt genoeg.
Heel slim geeft hij ieder van de 26 personages (!) een eigen accent en uiterlijk, zodat de kijker ze uit elkaar kan halen. Een groot acteur is Oberzan niet, maar zijn enthousiasme en passie komen zeker over en werken aanstekelijk.
Het resultaat is nogal vervreemdend, maar toch overtuigend genoeg om er in mee te gaan. Oberzans gekkigheid, maar vooral zijn doorzettingsvermogen zijn wat mij betreft een inspirerend voorbeeld voor een ieder die creatief bezig is en heel graag een bepaald project of idee wilt uitvoeren. Alleen daarom al drie sterren voor deze film!
Na de filmvoorstelling was er tijd voor een Q&A.
Hoe lang ben je met deze film bezig geweest?
Ik dacht dat het gehele proces ongeveer een jaar zou duren, maar ik had er zoveel lol van, dat de film binnen die tijd klaar was. Van de adaptatie van het boek in scriptvorm tot en met de postproductie was ik zo’n acht maanden bezig. Ik werkte als secretaresse overdag, ’s avonds repeteerde ik voor theatervoorstellingen, dus het meeste werk aan de film deed ik ’s nachts of op zondag. Al mijn vrije tijd stopte ik erin.
Wat vond je zo goed aan het boek dat je geïnspireerd werd om deze film te maken?
Toen ik negen of tien jaar oud was, zag ik de Stallone-versie voor het eerst. We hadden een weekend gratis HBO en daardoor kon ik op die leeftijd een R-rated film zien. De film raakte me echt toen. Kort daarna zag ik het boek liggen in een kruidenierswinkel. Het was een aangrijpend moment voor me waarin ik besefte dat een boek en een verfilming erg van elkaar kunnen verschillen. Toen ik het boek las verbaasde me dat de roman zoveel méér details en diepte bevatte dan de filmversie. Het verhaal van sheriff Wilfred Teasle is in principe uit de film gelaten. Het boek gaat over hem én Rambo, terwijl de film alleen over Rambo gaat.
Als tienjarige was ik dus erg onder de indruk van de verschillen tussen het boek en de film. Zeker aan het einde van het boek waar Rambo sterft. Ik begreep dat toen niet en heb dat hoofdstuk wel drie keer gelezen. Ik had immers de film gezien en daarin sterft hij niet! Dat was voor mij echt een keerpunt, net zoals het moment waarop je ontdekt dat de kerstman niet bestaat. Ik hoop niet dat ik nu mensen laat schrikken,’ grapt de regisseur.
De zaal lacht.
Oberzan vervolgt: ‘Dus sinds dat moment heb ik altijd al een trouwe adaptatie willen maken van het boek. Een adaptatie die uitdrukking gaf aan het boek zoals de tekst mij geraakt had. Ik kwam in de theaterwereld terecht en begon met acteren. Op een gegeven moment verhuisde ik naar New York, maar ik kon geen werk krijgen als acteur of filmmaker. Ik probeerde de traditionele route te volgen om een filmmaker en acteur te worden, maar dat lukte zo niet. Ik voelde dat ik geen greep had op de situatie.
Uiteindelijk heb ik het idee opgegeven dat ik van iemand anders toestemming moet hebben om een filmmaker te zijn. Ik besefte dat ik het zelf kon doen, zolang als ik maar de idee van wat een film hoort te zijn losliet en anders benaderde. Als je vanuit een ander perspectief kijkt naar wat acteren hoort te zijn of wat een film hoort te zijn, dan kan je ook een film maken.
In mijn ogen heb ik een big budget Hollywood movie gemaakt waarin ik zelf de hoofdrol speel. Wat mij betreft zijn het Oscarwaardige optredens en is het een Oscarwaardige montage. Vooral over de montage ben ik erg tevreden. Dat de rest van de wereld en de Oscarcommissie dat niet zo ziet, vind ik prima. Het maakt me niet uit, omdat ik me realiseer dat ik deze film gemaakt heb.
Heeft de auteur van het boek, David Morrell, de film gezien?
Ja. Ik wilde hem laten weten dat ik dit gedaan had omdat ik dacht dat hij het ontroerend zou vinden dat iemand zich zo verbonden zou voelen met zijn werk. Maar ik maakte me wel zorgen over copyrights en dat soort zaken. Uiteindelijk kwam hij achter het bestaan van de film, want hij werd opgepikt en is al op verschillende plekken te zien geweest.
Ik zocht contact met hem op. Gelukkig is hij een vrijgevig man en was hij er enthousiast over. Ik weet niet of hij helemaal begrijpt wat ik probeerde te doen, hij is immers van een andere generatie en nu in de zestig, maar hij waardeert de film en vindt het een fantastische ervaring. Hij staat er honderd procent achter. Als ik ooit problemen krijg met de copyrights, kan hij met helaas niet helpen, want hij heeft de rechten aan de filmmaatschappij verkocht.
Hoe heb je de rollen opgenomen. Iedere rol in zijn geheel?
Ja, ik heb als eerste alle shots van Rambo opgenomen en zo de hele film gespeeld. Je kunt zien dat ik steeds beter word met de techniek, want die shots van Rambo waren eigenlijk niet zo goed. Vaak valt zijn hoofd deels buiten het kader van het frame. Dat is dus geen artistieke keuze, ik was mijn manier van opnemen nog aan het perfectioneren.
Ik wilde ook zoveel mogelijk het toeval de ruimte geven aangezien ik de beperkingen die ik had ook omarmde. Dus toen ik bij het terugkijken zag dat ik Rambo deels buiten beeld is, vond ik dat het zo moest zijn. En het is prachtig om te zien hoe dingen uiteindelijk samenvallen. In een van de einddialogen zegt Captain Sam Trautman: ‘I took the top of his head off with this shotgun!’. Dus dat verwijst terug naar het feit dat de bovenkant van Rambo’s hoofd in het begin van de film is afgesneden.
George Clooney en Anton Corbijn. Als die twee vakmannen samenwerken aan een film, dan verwacht je een bijzonder resultaat. Mijn verwachtingen voor The American zijn dan ook hoog gespannen.
Ook al klinkt het verhaal, gebaseerd op de bestseller A Very Private Gentleman van Martin Booth, wat clichématig. Jack (George Clooney), een specialistische wapenmaker en ook wel eens gebruiker hiervan, is een meester in zijn vak. Wanneer een klus in Zweden slechter afloopt dan verwacht, reist hij naar zijn contact Pavel (Johan Leysen) in Rome. Hij besluit voorlopig onder te duiken in een klein Italiaans bergdorp. Daar maakt hij kennis met een priester (Paolo Bonacelli) en een prostituee, Clara (Violante Placido) waar hij ook bevriend mee raakt. Tevens krijgt hij het verzoek om voor een nieuwe klant, Mathilde (Thekla Reuten) een wapen te maken. Beïnvloed door zijn nieuwe vriendschappen besluit Jack dat dit zijn laatste opdracht zal zijn. Maar zo makkelijk stap je niet uit dit milieu…
Dat klinkt als een film die je wel vaker hebt gezien, of niet? Toch word ik enthousiast van de trailer. Ik zie een strak acterende Clooney en prachtige beelden:
En ik geloof niet dat Corbijn zo maar een algemeen filmverhaaltje zou verfilmen dat niet de moeite van het kijken waard zou zijn. The American is de tweede film van vakkundig fotograaf Anton Corbijn. Control uit 2007, over het leven van Ian Curtis – de zanger van Joy Division – vond ik erg mooi. (Zie hier de recensie die ik er indertijd over schreef.) De film won 23 awards, waaronder vijf BIFA’s en was genomineerd voor een BAFTA. Behalve fotograferen, ontwerpt Corbijn platenhoezen, logo’s (zoals het logo van Den Haag) en posters (waaronder de poster van Film by the Sea 2001). Corbijn regisseerde ook videoclips voor onder andere U2, Johnny Cash, Coldplay en Nirvana). Daarbij ontwerpt hij ook podia zoals sinds 1993 die voor de wereldtournee van Depeche Mode en voor Herbert Groenemeyer. Groenemeyer verzorgde ook de score voor The American.
En Clooney. Ach, ik ben fan van die man. Ik vond hem fantastisch in het redelijk recente Up in the Air. Maar eigenlijk heb ik hem zelden slecht zien spelen. (Batman & Robin, daar hebben we het even niet over.) Daarbij is hij een prima regisseur.
The American beleeft zijn Nederlandse première op vrijdag 10 september als openingsfilm van het 12e Film By the Sea Festival in Vlissingen. Daar zal ik hem niet gaan zien: ik ga nooit naar dat filmfestival. Maar dan toch zeker wel op het witte doek en anders gewoon lekker rustig op dvd.