Ook geeks moeten de was doen. Bij ieder geeky T-shirt dat ik heb, hoort een bijzonder verhaal of anecdote. In deze vlog neem ik de vers gewassen T-shirts op de waslijn door.
“I’ll be back!” zei Arnold al. En ik ben ook terug van vakantie. In deze vlog vertel ik wat mijn plannen zijn met dit YouTube-kanaal en noem ik drie YouTube-kanalen die ik recent heb ontdekt en graag volg. (En Arnold komt ook nog even voorbij!)
Vandaag heb ik even geen andere man bij de hand om samen hand in hand over straat mee te lopen, anders zou ik het wel weten. Geweld tegen homo’s mogen we niet tolereren, daarom ben ik blij dat veel mannen vandaag demonstratief wel hand in hand in het openbaar rondlopen.
Afgelopen weekend werd een homostel in Arnhem aangevallen door een groepje Marokkaanse jongeren, waarvan er eentje zelfs een betonschaar bij zich droeg. Tenzij hij een medewerker is van een bouwbedrijf en vergeten is zijn schaar thuis te brengen, lijkt het me duidelijk dat iemand die zo’n ding over straat met zich meedraagt, weinig goeds in de zin heeft. Geweld met voorbedachten rade.
Ik vind dat dit soort geweld zwaar gestraft moet worden. Ze mogen er niet met een taakstrafje vanaf komen. Minstens een jaar de bak in en daarbij verplichte gesprekken met een psychiater. Misschien heeft dat een afschrikkend effect.
Ook moeten we kennelijk serieus iets doen aan mensen een beetje normen en waarden bijbrengen. Dat begint natuurlijk al in het onderwijs, waarbij seksuele voorlichting uitgebreid moet zijn, maar vooral gelijkwaardigheid van iedereen moet benadrukken. Maar ik denk dat die voorlichting over gelijkwaardigheid ook plaats moet vinden in de geloofstempels waarin veel andersdenkenden zich ophouden. Dat geldt dus zowel voor de moskee om de hoek als de christelijke kerk waarin nog steeds beweerd wordt dat Adam en Eva het enige goede voorbeeld zijn.
Update dinsdag 4 april. Inmiddels heeft een van de daders zelf aangifte gedaan tegen de slachtoffers en claimt dat het homostel het groepje aanviel. Ook blijkt dat groepje jongens niet allemaal uit Marokkanen te bestaan. Tenminste, dat is het laatste nieuws hierover.
Sinds het overlijden van Dick Bruna zijn er veel eerbetonen online te vinden. Dat snap ik heel goed, wie heeft er immers niet als kind Nijntje gelezen?
Nou ja, wij hadden geloof ik maar een boekje van Nijntje thuis. Nijntje in het ziekenhuis, gekregen van een zuster toen ik voor een operatie het ziekenhuis in moest. Ik geloof dat ik mijn keelamandelen geopereerd zouden worden. Anyway, in de kast heb ik wel wat werk van Bruna staan: hij maakte immers ook boeiende boekomslagen. Onder andere voor de reeks Zwarte Beertjes van uitgeverij Bruna. Ik heb daar een stapel Bond-uitgaven van.
Hier de twee covers die ik het boeiendst vind van dat stapeltje:
Kalm aan, Meneer Bond is de Nederlandse titel van Thunderball. Tja, die snap ik ook niet helemaal.
Dick Bruna (1927 – 2017) is 89 jaar geworden. Van de vele tributes die ik zag, vind ik dit een van de mooiste omdat de afbeelding meer laat zien dan alleen een droevige Nijntje. Bunbun legt troostend zijn hand op haar schouder en is zelf ook zichtbaar ontdaan. De illustratie is gemaakt door Matt Baaij, die een groot fan is van Bruna’s werk. En iets met konijnen heeft.
De dertiende editie van de Haarlemse Stripdagen is weer voorbij. Ik vond dit de leukste editie tot nu toe, maar dat komt vast ook omdat ik nog nooit zoveel te doen had.
Ik kom natuurlijk al jaren naar dit tweejaarlijkse stripfeest en wat mij betreft is dit het belangrijkste stripfestival van Nederland. Eerst kwam ik alleen als liefhebber, maar ook alweer aardig wat jaartjes als stripjournalist.
Dit jaar was het voor mij extra feest, want ik mocht niet alleen Theo van den Boogaard uithoren over de documentaire die over hem is gemaakt door Nathalie Crum, ook had ik mijn eigen Strip Talkshow op zondag 5 juni waar ik stripmakers uit binnen- en buitenland mocht ontvangen aan mijn tafel in het café van de Philharmonie. Met deze talkshow kwam een droom uit. Een Matthijs van Nieuwkerk ben ik nog lang niet – want ik heb ook geen autocue – maar daar wordt aangewerkt.
Publiciteitsmedewerker
Als ik binnenkort weer tijd heb, zal ik nog een verslag met quotes van de show op mijn blog zetten. Vandaag ben ik vooral aan het bijkomen, want ik deed in de afgelopen maanden ook de pr voor de expositie Motion Comics: The Beginnings.
Afgelopen vrijdag hadden we journalisten over de vloer om Sutu en Gustavo Garcia te interviewen en de tentoonstelling te bekijken. Erg leuk om nu eens aan de andere kant van de grens journalistiek en publiciteit te staan. Persberichten schrijven, enthousiasme via sociale media aanwakkeren, contacten leggen, en ter plekke van mensen te woord staan: ik vond het fantastisch om te doen.
Adinda Akkermans van het radioprogramma Nooit meer slapen, maakte deze reportage. Sutu, Maaike Hartjes en Merel Barends komen hierin aan het woord.
Een week eerder hadden we Marcel Haster, ook wel bekend als de Stripvlogger, al over de vloer gehad en die maakte daar de volgende leuke reportage van. Ondergetekende heeft ook een gastrol:
Nu ik toch met video’s aan het strooien ben, Menno Kooistra, aka Mister VoorDeFilm, maakte in opdracht van de Stripdagen Haarlem een promotievideo die onder andere vertoond is op de openingsavond:
https://vimeo.com/168855792
En BlunderTV maakte weer een reportage over die opening:
Verder was het wederom inspirerend om met stripmakers kennis te maken die ik nog niet eerder had ontmoet, zoals Jean-Claude Mézières, Mike Diana en Sutu. Zondagmiddag heb ik de Australische motion comics pionier geïnterviewd voor een artikel. Als ik daar geen opdrachtgever voor kan vinden, publiceer ik dat gewoon hier. Ik vind zijn werk fascinerend en het was erg boeiend om te horen wat zijn beweegredenen voor sommige verhalen zijn.
Waar ik dit jaar bijna niet aan toe ben gekomen, is het kopen van strips. Gelukkig had ik zondag 5 juni wel even tijd om de markt over te gaan en bij te praten met goede vrienden Rob van Barneveld en Matt Baaij, die allebei een standje hadden. Matt verkocht uiteraard weer Bunbun-boekjes en bracht glimlachjes op de gezichtjes van kindertjes die van hem een gratis sticker kregen. Get them while their young!
De vloek van Poppenstein
Rob van Barneveld doet al een tijdje heel goede zaken op markten met zijn kattenserviezen en stripjes. Van Rob is ook net een nieuw album uit: Pim #2: De Vloek van Poppenstein. Robs zeer vrije bewerking van Het monster van Frankenstein, een heerlijk album voor kids en hun ouders. En voor volwassenen zonder kinderen ook trouwens.
Bijpraten gebeurt gelukkig veel op een stripfestival en ik vond het dan ook fijn om veel oude bekenden te zien. Ik vind dat de organisatie een mooie editie heeft neergezet en was blij met het feit dat we dit keer tien dagen de tijd hadden om de vele activiteiten bij te wonen. En dan nog heb ik lang niet alles gezien. Gelukkig zijn sommige exposities voorlopig nog te zien, zoals die over motion comics. (Hint! Hint!)
Het is alweer de laatste dag van de maand januari. En dan te bedenken dat we gisteren nog aan de oliebollen zaten en de atmosfeer vervuilden met vuurwerk. De tijd vliegt. Hier mijn favoriete plaatjes van de afgelopen maand van onder andere mijn Instagram-account.
De hele maand keek Dirkjan mij guitig aan als ik de wc bezocht. Dankzij de Eppo-verjaardagskalender. Een leuke kop heeft ie die Dirkjan, daar niet van, maar ik ben toch blij dat ik 1 februari de bladzijde om kan slaan. Ingang tot een feestje op de Westergasfabriek dat rond de jaarwisseling plaatsvond. Mooi artwork vind ik.
Tijdens de Stripmaand in Scheltema hield Typex een lezing over zijn helden Bowie, Pontiac en Warhol. Fijn aan stripmakers een presentatie laten doen is dat ze hun eigen illustratiemateriaal tekenen. Voor Wasco was tekenen op papier niet genoeg dus begon hij bij Scheltema de etalageruit te verfraaien.
Een paar maanden geleden interviewde ik tv-legende Kees van Kooten over zijn nieuwe boekLeve het welwezen. Omdat hij op dat moment in Frankrijk zat, verliep het gesprek telefonisch. Dat is voor het interview verder geen probleem, maar toch vond ik het jammer om Van Kooten niet face to face gesproken te hebben. Gelukkig gaf hij ook een lezing in Scheltema en kon ik hem ervoor even spreken. Van Kooten vond het artikel in Stripgids mooi opgemaakt en vroeg of hij het magazine mee naar huis mocht nemen. Dat was geen probleem natuurlijk. Daarna verraste hij me nog eens, want ik had gedacht dat hij heel veel over cartoons zou vertellen die avond, maar in plaats daarvan las hij vooral stukken voor uit ander werk en maar een klein stukje uit zijn nieuwe boek.
Het is 25 jaar geleden dat Batman van Tim Burton uitkwam. Een goede reden om de film te behandelen in de webserie VoorDeFilm.
VoorDeFilm is een kanaal op YouTube waar een vaste groep filmkenners wekelijks inleidingen geeft op oude en nieuwe films, van arthouse tot blockbuster. Ze zetten uiteen waar de films over gaan, hoe deze tot stand kwamen en waarom ze absoluut het kijken waard zijn. Het project is geesteskind van Menno Kooistra die de items vakkundig opneemt met green screen en daarna strak monteert.
23 juni 1989 ging Batmanin première in de Verenigde Staten. In Nederland kwam de film pas op 13 oktober uit. Het was immers nog de tijd voor torrents, tegenwoordig brengt Hollywood zoveel mogelijk de films wereldwijd op hetzelfde moment uit. Ik zag Batman op 14 oktober als twaalfjarige en mijn leven was nooit meer hetzelfde. In deze geïmproviseerde bespreking poog ik uit te leggen waarom.
Overigens moet ik mezelf wel even corrigeren. Ik noem Anton Furst de art director van de film, maar hij was natuurlijk de production designer van Batman. (Dat krijg je ervan als je een recensie volledig ter plekke improviseert.)
Kijk vooral ook naar de andere introducties, want het begint al een mooie verzameling te worden, dat VoorDeFilm.
Oh no, not again heet het nieuwe Bunbun-album van Matt Baay en dit keer heeft hij ook zijn stripmaakvrienden ingeschakeld om een bijdrage te leveren. Maaike Hartjes, Paul Stellingwerf, Frodo De Decker, Rob van Barneveld, Boris Peeters, Aleks Deurloo, Sam Peeters, Jeroen Funke, Ruben Steeman en Aimée de Jongh tonen ieder hun eigen interpretatie van het witte konijn dat al zo negen jaar de pagina’s van strippend Nederland onveilig maakt.
Het is leuk om te zien hoe andere stripmakers omgaan met de terugkerende thema’s die het Bunbun-universum uitmaken: de zucht naar wortels, seks en grote pikken. Baay heeft er een handje van om eindeloos te variëren op deze thema’s. Zo nu en dan mixt hij er een sprookjes- of filmparodie doorheen. Soms doet hij dat door een visuele grap en een knipoog naar het medium, maar dikwijls doet hij dat ook lekker plat.
Objectief kan ik niet over Bunbun oordelen, daarvoor ken ik de geestelijk vader en het konijn te goed. Ik ben al jaren fan van de strip. Toen ik redacteur was van de site IntermediairForward, een plek waar starters op de arbeidsmarkt terecht konden voor informatie over solliciteren en vacatures, wilde ik de site aantrekkelijk maken door ook iets met strips te doen. Ik heb toen Baay gevraagd om een reeks animaties te maken over Bunbun in een arbeidssituatie. Op een speelse manier konden we zo sollicitatietips kwijt. Bunbun vond het prima om te doen alsof hij solliciteerde, zolang het honorarium maar uit een flinke berg wortels en enkele bereidwillige groupies bestond. Verder niets te klagen over deze acteur.
Ravijn
Al snel schreven Matt en ik de serie samen. Met plezier denk ik terug aan onze plotsessies, die vaak plaatsvonden in een Utrechts restaurant. ‘Kunnen we niet een bus vol met marketeers een ravijn in laten rijden?’ vroeg ik Matt. Dat leek me wel passend aangezien marketeers mij het leven erg zuur maakten indertijd. ‘Natuurlijk kan dat!’ zei Matt opgewekt. En zo bedachten we dan een verhaaltje rondom deze scène dat ook nog eens Intermediair genoeg was om op de site gepubliceerd te worden.
Ik ben wat dat betreft Hille van der Kaa, die toen chef online was bij Intermediair, nog steeds dankbaar dat ook zij de humor van Baays konijn inzag.
Maar goed, ancient history.
Oh no, not again? Jazeker wel. Van Bunbun krijg ik nooit genoeg.
Matt Baay en anderen. Bunbun #2 – Oh no, not again Uitgeverij Syndikaat, € 14,95
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Dit is wat mij betreft de beste grap uit World of Dik: Something under the bed is dying.:
De wereld van Dik is niet geschikt voor mensen met een zwakke maag: Maikel Verkoelen laat zijn personage Dik het ene nachtmerriescenario na het andere beleven, vaak met dodelijke afloop voor de hoofdpersoon of andere personages. Sadisme, uitgerukte ogen en afgerukte ledematen, slapen met lijken, vliegtuigcrashes: alles is mogelijk in World of Dik. Het is wel duidelijk dat Verkoelen aan een infuus van horrorfilms zit, want de verwijzingen naar dit filmgenre zijn in overvloed aanwezig. De verhaaltjes zijn vaak niet langer dan een pagina. Nou ja, verhaaltje is niet echt het goede woord: de stripjes zijn eigenlijk uitgebeelde concepten, waarvan in sommige gevallen de clou mij ontgaat, maar in andere gevallen weet Verkoelen juist weer te ontroeren:
De stripjes zijn nagenoeg tekstloos, maar toch speelt het woord een belangrijke rol in Something Under the Bed is Dying: vaak is het beeldverhaal een wranghumoristische uitwerking van de bijbehorende titel.
Sterk punt aan de bundel is de cartooneske, levendige tekenstijl van Verkoelen die in zijn dagelijks leven als illustrator en vormgever de kost verdient. Ik hou ook erg van ouderwetse rasters die Verkoelen in overvloed gebruikt om sfeer in zijn tekening te brengen. Aangezien ik zelf ook van horrorfilms hou, heb ik me dus wel vermaakt met deze stripjes.
De oplettende lezer herkent de cameo van Matt Baays konijn Bunbun, die niet toevallig ook wordt uitgegeven door Syndikaat.
Dit eerste deel van World of Dik. is een aardig conceptalbum en tegelijkertijd een eigenaardige uitgave in het Nederlandse striplandschap en daarom een welkome toevoeging daaraan. Toch denk ik dat het boekje vooral interessant is voor een kleine doelgroep van horroradepten. Een prima kadootje voor Halloween.
Maikel Verkoelen: World of Dik: Something under the bed is dying. Uitgeverij Syndikaat 80 pagina’s zwart-wit softcover met flappen prijs: € 14,95
Tijdens mijn verblijf in Utrecht heb ik videomateriaal gedraaid met het idee een Daily Webhead te maken in de reeks ‘Ondertussen in…’ Onderstaande aflevering moet je vooral zien als een parodie op typische videokunst. Een Daily Webhead met een dikke knipoog dus, maar zoals het videokunst betaamt niet zonder dieperliggende boodschap. (Ook al bedenkt de kunstenaar in opleiding die betekenis vaak pas op het moment dat de film aan een commissie wordt getoond.) In het kader van ‘interactieve kunst’ hoor ik van de toeschouwer graag welk verband hij legt tussen de vissen en de rest van de beelden. De leukste analyse wint een no-prize.
De muziek is wederom gecomponeerd door de immer muzikale Marco Raaphorst.
Ruim vier weken verbleef ik in Utrecht om op een huis van een stel vrienden te passen. Nu had ik nooit een hekel aan de Domstad, maar sinds die maand weet ik zeker dat ik het niet erg zou vinden om me in Utrecht te vestigen.
Nu woonde ik ook in een aardige en rustige buurt vlakbij het centrum en niet in Ondiep bijvoorbeeld of Leidsche Rijn. Die wijken staan niet zo goed te boek. Een tijd geleden werden twee homostellen de wijk uitgejaagd omdat Marokkaanse jongeren zich niet kon vinden in hun seksuele voorkeur. Alsof dat hun zaken zijn.
Goed, Utrecht heeft problemen zoals iedere stad in Nederland die heeft, maar ik heb er fijn vertoefd. Niet alleen weet ik nu hoe heerlijk het is om een tuin te hebben waar je rustig in de schaduw je boeken kunt lezen, koffie kunt drinken of een nieuwsgierige kat kan observeren, maar ook dat ik me thuis voel in een stad met dorpse eigenschappen. Utrecht voelt minder massaal dan Amsterdam en is in de zomermaanden minder druk. Je kunt op een zondagmiddag rustig langs de Oude Gracht wandelen zonder omver gelopen te worden door hordes toeristen. Dat kun je in de Amsterdamse binnenstad wel vergeten.
De laatste dagen van mijn verblijf was het al iets drukker nu de verse lading studenten de stad binnentrekt om zich te laten ontgroenen. Niet dat ik een hekel heb aan studentes overigens, ik kijk graag naar ze, maar bepaalde typische aspecten van het studentenleven staan me niet aan. Zelf heb ik aan de HKU gestudeerd, maar gelukkig heb ik me nooit bij een studentenvereniging aangemeld zodat ik geen enkele vernederingen hoefde door te maken om erbij te mogen horen.
Fijne plekken vind ik schaarse parkjes die de stad bezit: Griftpark en het Wilhelminapark. Prima strookjes groen om even bij te komen. Het Griftpark is niet het mooiste park in Nederland. Het is een typisch designpark, maar het is er levendig met ruimte voor skaters, eendenvoerders en bankzitters. Ook is er een stoort bistrootje waar je rustig aan de koffie van de omgeving kan genieten.
Ook een pluspunt: Utrecht telt maar liefst vier stripwinkels! Tenminste, ik heb er vier geteld, wellicht zijn het er nog meer. Blunder aan de Oude Gracht is de meest bekende van het stel en daar is ook een goede comicskelder te vinden met een verkoopster die weet waar ze het over heeft. Niet onbelangrijk. Ze hebben zelfs van bepaalde auteurs een hele reeks uitgaven op de plank staan. Wie zich wil inlezen in het werk van Grant Morrison, Alan Moore en Warren Ellis, om maar wat Britse namen te noemen die die kast rijk is, is bij Blunder dus aan het goede adres. Bij de Mariaplaats is nog een sympathieke comicswinkel. Wel staan daar sommige strips te flauw in de kast waardoor de rug wat krom is. Eeuwig zonde!
Een andere plek waar ik graag mijn tijd doorbracht is ’t Hoogt. Ik kom er al jaren. Toen ik audiovisuele media studeerde heb ik er nog eens een korte fictiefilm opgenomen. Een romantisch verhaal over een bezoeker die fan is van Steven Seagal en een serveerster. Ondanks zijn slechte smaak in filmhelden krijgen hij en het meisje toch iets moois met elkaar… Goed, ’t Hoogt is dus een prima plek om bijvoorbeeld even de krant door te nemen of om een filmpje te pakken. Overigens heerst daar bij het personeel wel dezelfde ziekte als elders op de terrassen van Utrecht en dat is dat ze om de haverklap komen vragen of je nog iets wilt drinken. Het consumeren wordt daardoor bijna een olympische sport en het geeft mij als klant een gejaagd gevoel. Dat moet toch niet de bedoeling zijn.
Petje af Waar ik ook prettig zat was Le Journal. Het terras is midden op de Neude en daar heb ik samen met verschillende vrienden afgesproken. Binnen werd ik wel vriendelijk, doch dringend verzocht om mijn baseballcap van mijn hoofd te lichten. Er hangen zelfs verbodstickers aan de muur: geen hoofddeksels binnen. Dit verbaasde me enigszins. Probeert men hiermee een bepaald type klant te weren? Ik lag er verder niet wakker van, ik ben inmiddels gewend aan het feit dat ik een bad-hair-life leid en dat mag best in het openbaar. Bij Le Journal heb ik goede gesprekken gevoerd met Jeroen Mirck, Peter de Kock en stripmakers Rob van Barneveld en Matt Baay. Deze stripmakers wonen ook in de Domstad, maar vooral Matts aanwezigheid is vaak aan het straatbeeld af te leiden, want op menig lantaarn, muurtje of andere plakplek zitten stickers waar zijn konijn Bunbun op prijkt.
Utrecht is sowieso een konijnvriendelijke stad: er is een heus Nijntje Pleintje met daarop een standbeeld van het bekende konijn van Dick Bruna en er is een Dick Bruna huis in het Centraal Museum. Ook kon ik enkele stoplichten ontwaren met daarin het silhouet van Nijntje dat aangeeft of je mag lopen of nog even moet stilstaan. Je staat in Utrecht dus letterlijk even stil bij Nijntje.
Fantastisch dat een stad een bekende illustrator en zijn creatie eert! Waar zie je dat eigenlijk nog meer in Nederland? Bijna nergens. In Den Bommel staat een beeld van Heer Bommel, en in zijn geboortestad Rotterdam staat een monument voor Bommels geestelijk vader Marten Toonder. Wat mij betreft komen er meer standbeelden voor de grote stripmakers van Nederland. Cultuur en de mensen die ervoor verantwoordelijk zijn, moeten geëerd worden. En daar horen zeker stripmakers bij!