Fokke & Sukke aan de balie ligt vanaf 1 maart in de winkels. Het is het tweede deel van de luxe reeks van Fokke & Sukke, waarin cartoons rond een thema zijn gebundeld. In deze bundel staan de beste cartoons die iets met juridische kwesties te maken hebben.
‘Geschikt voor iedereen met enige belangstelling voor juridische kwesties. Zelfs advocaten,’ aldus Uitgeverij Catullus.
En nu ik toch reclame aan het maken ben voor Fokke & Sukke: De scheurkalender 2013 ligt eind augustus in de winkel. Maar dat duurt dus nog wel even. Voorlopig moet je het dus doen met de bundel Aan de balie. Je kunt natuurlijk ook de oude bundels van het duo weer eens uit de kast pakken… of het prachtige album Prelude over de geschiedenis van dit komische stripduo.
Illustrator en schrijver Glen Baxter spreekt zich met zijn absurdistische tekeningen uit tegen autoriteit. ‘Ik wil een wereld creëren die aan de oppervlakte gewoon lijkt maar onderhuids nogal afwijkend en grappig is.’
Van de Britse illustrator en schrijver Glen Baxter hangen zeven tekeningen in de expositie A Perfect Day. Baxter (Leeds, 1944) maakt tekeningen waarin cowboys, gangsters, ontdekkingsreizigers en schoolkinderen vaak de hoofdrol spelen. De tekeningen lijken qua stijl en onderwerp op illustraties bij oude avonturenverhalen in jeugdboeken. Boeken waar Baxter mee opgroeide en die hem tot op heden inspireren. ‘Wat mij zo aanspreekt aan die oude boeken is dat die spannende fantasieverhalen in een zeer rechttoe-rechtaanstijl zijn getekend. Deadpan, zoals de humor van Buster Keaton. Duizenden tekenaars illustreerden op dezelfde emotieloze manier. Ik wilde middels die tekenstijl een wereld creëren die aan de oppervlakte gewoon lijkt maar onderhuids nogal vreemd, afwijkend en grappig is,’ vertelt de illustrator telefonisch vanuit zijn huis in Londen.
Baxters tekeningen worden geregeld geëxposeerd in prestigieuze galeries. Ze zijn gepubliceerd in boekvorm, in kranten en tijdschriften als The Observer, Le Monde en The New Yorker.
Geen cartoons
Vaak zit de twist bij Baxters tekeningen in het onderschrift, dat geenszins rijmt met hetgeen is afgebeeld. Cowboys die intellectuele uitspraken doen over kunst of filosofie bijvoorbeeld. Of een boekanier die een collega zeer indringend aankijkt en volgens het onderschrift geestdriftig vertelt over zijn toekomstplannen voor een keten pannenkoekenrestaurants. Zo vertelt de illustrator dikwijls een absurd, surrealistisch verhaal, niet gespeend van humor. Maar wie Baxters platen cartoons noemt, heeft het volgens hem mis: ‘Ik noem ze liever tekeningen, dan kun je mensen nog verrassen. Ik hou niet van het woord cartoon. Bij die term denken mensen tegenwoordig meteen aan politieke cartoons en die hebben me nooit geïnteresseerd. Ook verwacht men dan een grap, terwijl mijn tekeningen eigenlijk niet grappig zijn bedoeld. Ze passen niet in een bepaalde categorie. Ze zijn niet politiek of actueel. Ze zijn vooral vreemd en ongewoon.’
Collagemoment
Baxter gaf jarenlang tekenles en begon zijn carrière met het maken van tekeningen en het schrijven van korte verhalen en gedichten. Toen hij op een gegeven moment stuitte op de combinatie beeld en tekst was dat voor hem een openbaring. ‘Op de een of andere manier zijn het tekenen, de verhalen en gedichten tegen elkaar aangebotst waardoor ze samensmolten. Fantastisch vond ik dat. Een collagemoment, zoals de collageromans van Max Ernst die mij inspireerden. Door dingen uit hun context te halen, creëer je iets behoorlijk vreemds. De kijker moet zelf chocola maken van wat hij ziet. Een situatie die vergelijkbaar is met toen ik nog jong was. In galerieën en musea zag ik schilderijen en tekeningen en ik wist niet waar ik precies naar keek. Ik probeerde ze te begrijpen. En soms werden dingen daardoor compleet krankzinnig en gek. Heerlijk! Dat moment was voor mij zo krachtig en fantastisch! Hetzelfde gevoel probeer ik met mijn tekeningen bij de toeschouwer op te wekken.’
Baxter tekent graag iconografische figuren omdat het hem in staat stelt om zeer direct met de lezer te communiceren: ‘Iedereen kent cowboys en ontdekkingsreizigers. Je komt meteen een gebied binnen waar je kunt spelen met clichés die je volledig op hun kop kunt zetten.’
Haring
In een tekening in de expositie houdt een agent een motorrijder aan om hem vervolgens zijn tepel te laten zien. Autoriteitsfiguren moeten het vaak ontgelden in Baxters werk. Baxter vindt dat je iedere gelegenheid moet aangrijpen om autoriteit in twijfel te trekken: ‘De mensen die zeggen wat juist is, blijken het vaak fout te hebben. Eigenlijk is mijn werk een pleidooi om voor jezelf te bepalen hoe de wereld in elkaar zit. Mensen moeten niet alleen maar luisteren en kijken zonder zelf na te denken.’
Baxters Europese debuut is Atlas, in 1979 uitgegeven door De Harmonie. Bij dezelfde uitgever verschijnt in maart Colonel Baxter’s Dutch Safari, een bundeling tekeningen met Nederlandse thema’s. Voelt hij, los van dat debuut, een speciale band met Nederland? ‘Eigenlijk wel. Ik hou van Amsterdam, van de schaal van de stad. Je kunt er fietsen door het Europa van de zeventiende eeuw. En ik hou van haring. Die hebben we natuurlijk ook in Londen, maar ik ben van mening dat je een haring pas echt kan waarderen als je bij een gracht staat met je fiets in de hand.’
Een van de 360 frames waaruit deze animatiefilm bestaat en die door vrijwillgers werd ingekleurd.
Een bescheiden impressie van de interessante expositie A Perfect Day in de Westergasfabriek te Amsterdam. Donderdagavond was daarvan de opening. Ik kreeg na het zien van de vele tekeningen en enkele animatiefilms meteen zin om zelf ook weer krabbels op papier te gaan zetten. Erg inspirerend. Voor Het Parool en de VPRO Gids schreef ik een artikel over deze tekenshow. Het stuk voor Het Parool staat op mijn site.
Het werk van meer dan zestig internationale tekenaars is in de Westergasfabriek samengebrachtop de expositie A Perfect Day.
Op de tekenshowA Perfect Day zijn 220 tekeningen van zo’n 65 tekenaars te zien. Werk van cartoonisten, muzikanten, filmmakers en kunstenaars uit binnen en buitenland. Van de speelse, iconografische covers die Saul Steinberg tekende voor het tijdschrift The New Yorker tot het absurdistische werk van Kamagurka, maar ook maatschappijkritiek van Dan Perjovschi.
Wat al dit uiteenlopende werk met elkaar verbindt is dat het allemaal observaties, gedachten en ideeën over het leven zijn. De titel A Perfect Day moeten we volgens organisator en samensteller Olga Scholten ironisch interpreteren: ‘De meeste onderwerpen van deze tekeningen zijn vrij triest, maar door er met humor een draai aan te geven, wordt het wat leefbaarder. Er zitten veel dingen in waar je direct om kunt lachen, maar de meeste tekeningen zijn wat cynischer of poëtischer van aard. Bijvoorbeeld de tekening van Kurt Vonnegut. Op een grafzerk staat “Life is no way to treat an animal” geschreven.’
Leonard Cohen
Grafisch ontwerper Scholten nam het initiatief voor de tekenshow en stelde de collectie met illustrator Paul Faassen samen. Ze baseerden zich deels op de Apexart-tentoonstelling Lots of Things Like This die in 2008 in New York plaatsvond en waar auteur Dave Eggers curator van was. Scholtens werk werd daar ook tentoongesteld. De collectie van Eggers werd voor de expositie in Amsterdam deels overgenomen en verder aangevuld met meer dan veertig namen uit binnen- en buitenland.
Een zelfportret van de Canadese singer-songwriter Leonard Cohen, met daaronder de tekst “One of those days, when the hat doesn’t help”, is wel uit New York meegenomen. ‘Cohen heeft veel zelfportretten gemaakt waarin hij een hoedje draagt. Voor mij is het essentieel dat hij er tussenzit. Het gaat ons er niet om dat hij een bekende naam is waar mensen op af zouden komen of dat het vanuit de kunsthistorie belangrijk is dat hij ook tekent, maar wel omdat je hierdoor op een andere manier naar Cohen gaat kijken.’
Tekst én beeld
Wat de tekening van Cohen ook mooi illustreert is hoe tekst en tekening een onlosmakelijk geheel met elkaar vormen en een verhaal vertellen, een belangrijk criterium waarop alle werken zijn geselecteerd. ‘Het gaat ons om die combinatie van tekst en beeld en wat die samenkomst met elkaar doet,’ licht Faassen toe. ‘In dat opzicht bewegen we ons op een grens tussen cartoon en autonome kunst. Daarin zijn verschillende vormen mogelijk, maar belangrijk voor ons was dat tekst en tekening een totaalbeeld vormen.’
Soms ontstaat er door die combinatie een surrealistisch geheel zoals in het werk van de Britse illustrator en schrijver Glen Baxter. Hij maakt tekeningen in de stijl van oude jeugdboeken, vaak met gangsters, cowboys en ontdekkingsreizigers in de hoofdrol. Het onderschrift rijmt niet met hetgeen is afgebeeld. In de absurde wereld van Baxter kunnen cowboys bijvoorbeeld intellectuele uitspraken doen over kunst of filosofie.
Droedels
De samenstellers willen met de tekenshow ook het plezier dat tekenen biedt vieren. Naast gedetailleerde tekeningen hangen er ook veel prenten die er eenvoudig uitzien. ‘Het gaat ons niet om de techniek of om mooi gemaakte tekeningen,’ vertelt Scholten. ‘Veel van wat we geselecteerd hebben ziet eruit als een snelle krabbel, als droedels die iedereen wel eens maakt, tijdens het telefoneren bijvoorbeeld.’
Volgens Scholten zorgt de directheid van het handschrift ervoor dat de toeschouwer op een laagdrempelige manier wordt uitgenodigd om op het werk te reageren. ‘Kunst wordt altijd op zo’n hoog voetstuk gezet. Met deze tentoonstelling willen we laten zien dat iedereen met dit soort ideeën over het leven leeft. Nu kan men direct reageren op het werk zonder belemmerd te worden door de gedachte dat ze voor een Andy Warhol staan, waar ze iets kunstzinnigs over dienen te zeggen.’
Een lege plek
Er zijn allerlei evenementen georganiseerd om het publiek te betrekken bij A Perfect Day. Zo is één plek in de tentoonstelling gereserveerd voor tekenwerk dat iedereen mocht insturen. Meer dan 50 inzendingen kwamen binnen. Een animatie die wordt vertoond is deels door het publiek gemaakt: eind januari zaten vrijwilligers in de Posthoornkerk ieder een van de 360 frames van de film in te kleuren. Scholten: ‘De hele avond was iedereen zoet aan het kleuren, met ranja en een muziekje op de achtergrond. Dat doe je als volwassene eigenlijk ook nooit meer.’ Om de aandacht te trekken reed er een invalidenwagen door de stad met een miniversie van de tentoonstelling.
Bij de expositie hoort op 10 en 11 februari ook een A Perfect Night, een avondprogramma waarin optredens worden afgewisseld met animaties, muziek, eten en drinken. Met onder andere Gummbah, Michiel Romeyn, Tjitske Jansen & Markus Vater, Tin Men & The Telephone, Han Hoogerbrugge en Micha Hamel. Maxim Hartman presenteert.
A Perfect Day: 10 tot 24 februari, Westergasfabriek (Openbare Verlichting) Amsterdam. Zie ook: www.aperfectday.info
Dit artikel is 9 februari in Het Parool gepubliceerd.
Kijk, dat vind ik nu leuke schooltelevisie. Cartoonist TRIK was deze week bij het School TV Weekjournaal in een item over spotprenten. Hij vertelt daarin hoe hij een cartoon maakt en daarna zien we hoe deze wordt beoordeeld op de redactie van Nieuwe Revu.
Het blijft schooltelevisie natuurlijk, dus de kwestie van de vrijheid van meningsuiting en cartoons die kunne beledigen worden ook meegenomen in het verhaal. En zo zien we weer eens Geert Wilders voorbijkomen. Maar dan wel in spotprent-vorm. Zo zie ik de politieke Muppet het graagst.
Strips charmeren kunstwereld
De verkoop van originele tekeningen van stripmakers en illustratoren zit in de lift. Het veilinghuis Sotheby’s waagt zich nog dit jaar aan een eerste grote stripveiling. Dat meldt De Standaard.
‘SGF’ van Simon Spruyt is beste Nederlandstalige album van 2011
Het stripalbum SGF van de Vlaamse stripauteur Simon Spruyt wordt door de Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde (VOS) bekroond met de Stripvos voor het beste Nederlandstalige album van 2011. Dat meldt Stripturnhout.be.
Woordspelingen in cartoons
Veel cartoonisten maken gebruik van allerlei woordspelingen. Op de site Taalschat.com staan er een paar op een rij. Deze cartoons zijn voor de stripliefhebbers natuurlijk gesneden koek.
Wederom een overzichtje van opvallend stripnieuws van deze week.
Striphelden herdenken 9/11 De NOS meldde deze week dat bijna honderd Amerikaanse striptekenaars volgende week zondag zullen stilstaan bij de herdenking van 9/11. Onder meer Flippie Flink, Hägar de Verschrikkelijke en Spider-Man nemen die dag de aanslagen van tien jaar geleden en de nasleep ervan als onderwerp. De strips zullen in een speciale bijlage van de meeste grote Amerikaanse kranten worden gepubliceerd en op de website Cartoonists remember. Daarnaast zullen er ook tentoonstellingen worden gehouden in onder andere het persmuseum in Washington en het stripmuseum van San Francisco.
Lees hier verder.
Suske en Wiske in China
Striphelden Suske & Wiske gaan nog wat internationaler. Standaard Uitgeverij verkocht de rechten van tien titels aan de Chinese uitgeverij Liaoning Publishing House, dat de albums nog tot zondag zal promoten op de boekenbeurs van Beijing. Aldus Nieuwsblad.be.
Balkan-strip in de kijker
De Balkan leverde de stripwereld internationaal gerenommeerde auteurs als Bilal, Kordej, Zograf, TBC, Smudja, Maleev of het legendarische pioniersblad Stripburger. Met de nieuwe, rondreizende striptentoonstelling ‘Sarajevo Tango’, over de totstandkoming van de gelijknamige strip van Hermann, laat Strip Turnhout vzw liefhebbers ook kennismaken met de belangrijkste stripuitgeverijen uit de Balkanlanden. ls een tweeluik brengen een tentoonstelling en een brochure de paradoxale facetten van strips in de Balkan/de Balkan in strips in beeld. De expo is de komende maanden te bezichtigen in verschillende bibliotheken uit de provincie Antwerpen en zal ook halt houden op het Strip Turnhout-festival (10 en 11 december 2011). Lees meer op de site van Strip Turnhout.
Superheld op leeftijd
Ik kreeg een link doorgestuurd van Madbello die ik je niet wil onthouden. De Zweedse kunstenaar Andreas Englund heeft een hilarische reeks schilderijen gemaakt over een superheld op leeftijd die grote moeite heeft de wereld nog bij te houden. Als Leslie Nielsen nog geleefd had, was hij de perfecte acteur geweest om in de schilderijverfilming een rol te spelen.
Cartoons maken makkelijk? Denk je dat je dat ook wel kan: een pakkende en grappige tekst bij een plaatje bedenken? Grijp dan nu je kans. Net als voorgaande jaren heeft Het Parool deze zomer de wedstrijd Beter dan Peter. In de periode dat cartoonist Peter van Straaten op vakantie is, mogen lezers van de krant hun eigen grappen bedenken voor onder de illustraties van Van Straaten.
Wil je alvast even oefenen? Zet je grap voor deze tekening in het commentformulier. Vergeet hem ook niet te mailen naar Het Parool: beterdanpeter@parool.nl.
‘Literatuur is een dankbaar onderwerp voor cartoonisten,’ zegt Gert Jan Pos, stripintendant van het Fonds BKVB, in onderstaande video. ‘De beste grappen van cartoonisten gaan allemaal over literatuur.’ Zaterdag 2 april was de opening van de expositie Cartoons over literatuur.
Bas van der Schot, Aaargh, Nozzman, Peter van Straaten, Paul Faassen, Lectrr, Argibald, Hallie Lama, Paul Stellingwerf, Reid, Geleijnse en Van Tol – werk van deze cartoonisten en anderen hangt tot en met 7 mei in Horizonverticaal op de Houtmarkt 7 te Haarlem. In de prenten wordt literatuur in al haar facetten op de hak genomen.
Aanwezig bij de opening waren een aantal van de cartoonisten wiens werk geëxposeerd wordt. Ook was Ger van Wulften, uitgever van onder andere Kito, Argibald en Hallie Lama, aanwezig.
Samensteller en cartoonist Robert Schuit, ook wel bekend onder de naam Bandirah, legt in de video uit waarom hij voor dit thema heeft gekozen en hoe de selectie is bepaald. Saillant detail: Schuit heeft zelf het maken van cartoons min of meer achter zich gelaten en richt zich tegenwoordig onder meer op het schrijven van proza. Ook daar vertelt hij het een en ander over.
De ontstaansgeschiedenis van Fokke & Sukke in stripvorm. Een briljant idee natuurlijk en fantastisch uitgevoerd. Ik heb in tijden niet zoveel lol gehad met het lezen van een biografische strip.
Sinds Jean-Marc van Tol Prelude: Opkomst en ondergang van Fokke & Sukke aankondigde, nu alweer zo’n anderhalf jaar geleden, heb ik er reikhalzend naar uitgekeken. Ik ben namelijk een ontzettende fan van Fokke & Sukke. Omdat Van Tol doorgaans druk is met het maken van cartoons en nog wel eens een strip uitgeeft van andere stripmakers, duurde het even voordat het album af was. Het was het wachten waard.
Herpublicaties
Van Tol vertelt in Prelude de ontstaansgeschiedenis van het beroemde stripduo. Van het moment in de pilsenerclub ‘De Engelse reet’ dat Bastiaan Geleijnse aan Van Tol opperde dat ze samen een strip moeten gaan maken tot en met de eerste publicatie van een Fokke & Sukke cartoon. Tussen deze momenten zitten verschillende fasen waarin het duo langzaam uitgevonden werd, want studiegenoten Geleijnse, John Stuart Reid en Van Tol kwamen niet zo maar op de succesvolle cartoonreeks.
Het leuke is dat in Prelude de strippogingen die Fokke & Sukke voorgingen er ook in staan. Evenals de allereerste Fokke & Sukke cartoons, fotomateriaal en achtergrondinformatie.
Het is interessant om de tekenstijl die Van Tol toen hanteerde te vergelijken met hoe hij de rest van Prelude heeft getekend. Nu zet hij zijn tekeningen met een schijnbaar nonchalance op het papier met een fineliner (zoals we iedere avond in DWDD kunnen zien). Toen tekende hij gedetailleerder in meer klassieke mainstream stijl.
Feest der herkenning
Amsterdam, de stad waar de drie heren studeerden, speelt een belangrijke rol in het verhaal. Van Tol zet de locaties rondom het Spui en de gebouwen van de UvA herkenbaar neer. Sowieso is de strip voor een UvA alumni als ik een feest van herkenning, maar voelt extra vertrouwd omdat er bekende figuren een rol vervullen: zoals Ronald Giphart, aan wie Van Tol ooit een boze brief schreef omdat diens tweede roman hem zo tegenviel. Ook Erik Noomen, toen redacteur bij het studentenweekblad Propria Cures, Mark Burema (tegenwoordig hoofdredacteur van GeenStijl) en Maarten Moll, recensent en journalist bij Het Parool. Zelfs culinair journalist Johannes van Dam heeft een cameo.
Saillant detail: de meeste mensen die erin voorkomen hebben de strip gelezen. Hun reactie erop is ook in het album te lezen.
Prelude eindigt op het moment dat de eerste cartoon van Fokke en Sukke gepubliceerd wordt. Volgens de overlevering was dit in Propria Cures. Dankzij Prelude weten we dat de waarheid genuanceerder en ingewikkelder is. Tenminste, Van Tols waarheid op de gebeurtenissen.
Tekenplezier
Biografische strips zijn doorgaans niet erg fijn leesvoer. Ze zijn vaak erg serieus van toon, hypercorrect en behoorlijk droog. Denk maar aan de stripbiografie van Anne Frank, Nelson Mandela en dat soort boeken. Bij Prelude straalt de lol die Van Tol ongetwijfeld had bij het tekenen, van het papier en werkt aanstekelijk. De stripmaker heeft aangegeven inmiddels met deel 2 van deze geschiedenis bezig te zijn. Eind dit jaar mogen we die in de boekhandel verwachten. Een boek waar ik wederom naar uitkijk.
Jean-Marc van Tol – Prelude: Opkomst en ondergang van Fokke & Sukke Uitgeverij Catullus, €11,95 ISBN 9789078753292
Inmiddels staat op de strippagina, achter de PS in Het Parool, sinds 24 januari de cartoon The flying McCoys van de Amerikaanse broers Glenn and Gary McCoy. Daarvoor was die plek gereserveerd voor de Stripvrijplaats. Sinds begin oktober vorig jaar stond daarin iedere week een andere cartoonist. De makers ervan waren vaak lezers van de krant. Een terugblik met drie deelnemers.
De Stripvrijplaats stond op de plek waar eerst The Argyle Sweater te lezen was. ‘We vonden die strip niet meer zo leuk en wilden er iets anders voor zoeken,’ legt John Koning, artdirector van Het Parool, uit. ‘Het leek ons leuk om een oproep te doen aan de lezers, om te zien wat daar uit zou komen. Dat doen we wel vaker. In de zomer plaatsen we bijvoorbeeld een paar weken de rubriek ‘Beter dan Peter’: lezers mogen zelf teksten verzinnen bij een illustratie van Peter van Straaten.’ Op de oproep voor de Stripvrijplaats kreeg de redactie honderden inzendingen binnen. ‘Lang niet alles was publicabel, ik denk een op de tien, een op de twintig van wat er binnenkwam,’ zegt Koning. ’90 procent van de inzendingen was afkomstig van lezers, de rest van professionals.’
Kritiek
De krant kreeg nogal wat kritiek vanuit de beroepsgroep. Stripmaker Sandra de Haan begon een speciale actiepagina op Facebook: stripmakers zouden geen gratis strips aan kranten moeten leveren. De Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers (BNS) stuurde een brief. De leden van de BNS wilden een signaal afgeven dat professionele stripmakers hun beroep niet meer kunnen uitoefenen als ze niet normaal betaald worden voor hun werk. Men had wel begrip voor het feit dat de budgetten voor strips steeds kleiner worden, maar hoopte dat de Stripvrijplaats-actie niet de norm zal worden. Koning: ‘We hadden de oproep in eerste instantie wat onhandig geformuleerd. Daardoor ontstond het idee dat we voor weinig geld altijd strips op de strippagina wilde hebben. Ik kon me de kritiek dus wel voorstellen.’
Professioneel cartoonist en stripmaker Djanko (Herman Jan Couwenberg) stuurde wel een paar oude cartoons, aangepast aan het formaat van de krant, in: ‘De ene tekenaar doet uit principe niet mee omdat hij het broodroof vindt, ik heb dit keer niet gekozen voor de principiële houding. Als vrijwilligersbijdragen de standaard worden bij kranten, zou ik dat als professioneel tekenaar niet leuk vinden. Het is natuurlijk wel een vak. Ik zag de Stripvrijplaats echter als een etalage voor mijn werk. Nu heb ik best een paar leuke plekjes om te publiceren, maar ben ik altijd op zoek naar een mooi podium.’
Djanko, die veel tekent voor vakbladen maar ook stand-up cartoons maakt tijdens seminars en congressen, geeft toe dat het moeilijke tijden zijn voor cartoonisten. Recent raakte hij enkele publicaties kwijt. ‘Mensen zijn wat minder trouw dan vroeger. Je wordt wat makkelijker in of uit een blad gezet. Dat is natuurlijk niet altijd prettig. Anderzijds freelance ik al twintig jaar, dus ik ben het wel gewend.’
Nu was het de Parool-redactie niet te doen om via de rubriek een nieuwe vaste cartoonist voor de krant te vinden, noch om zo eindeloos aan gratis strips te komen. ‘De stripvrijplaats is altijd als een tijdelijke rubriek bedoeld,’ zegt Koning. ‘Toen eenmaal duidelijk was dat het iets voor de lezers was, konden de meeste mensen daar wel mee leven. Sommigen vonden het niveau van de cartoons beneden peil en niet geschikt voor publicatie. Daarover kun je van mening verschillen. Om geselecteerd te worden moesten de cartoons een beetje leuk getekend zijn. Nog belangrijker: je moest erom kunnen (glim)lachen.’
Amsterdamse taferelen
Dit uitgangspunt sluit mooi aan bij de filosofie van Mike Monaghan wiens reeks Amsterdagen gepubliceerd werd in de rubriek. ‘Cartoons zonder humor, vind ik niets,’ zegt Monaghan. ‘De kracht bij cartoons ligt vooral bij de humor en niet zo zeer bij de tekenstijl. Een goede tekening is niets zonder een goed verhaal.’
De Engelse Monaghan woont reeds twintig jaar in Amsterdam. In het dagelijks leven is hij conciërge op een basisschool voor kinderen met leer- en gedragsproblemen, muzikant en illustrator van kinderboeken. Cartoons zijn voor hem een hobby, al geeft hij op zijn site drawingcartoon.net wel instructies in het maken van cartoons: ‘De boeken en sites over cartooning gaan altijd over tekentechniek. Ik vind dat iedereen die het wil kan tekenen. Ik wil mensen stimuleren om zelf een potlood op te pakken en dat ze het verzinnen van cartoonideeën gaan ontwikkelen.’
In de reeks cartoons Amsterdagen toont Monaghan in sfeervolle, tekstloze tekeningen enkele taferelen die de Amsterdammer bekend zullen voorkomen. Zoals een hondeneigenaar met een poepzakje die verwijtend wijst naar de hoop poep achtergelaten door de knol van een politie te paard. En een geparkeerde auto langs de gracht die aan alle kanten is ingesloten en onmogelijk kan uitparkeren. Monaghan: ‘Ik wilde niet de heftige, donkere kant van de stad laten zien, maar juist de luchtige kant. Als je er op gaat letten zie je dat het dagelijkse leven veel humor bevat. Dat vind ik prachtig om mee te maken.’
Absurd Joost van Praag Sigaar, freelance reclame copywriter, tekende zijn licht absurde cartoons speciaal voor Het Parool. ‘Ik heb met de Stripvrijplaats meegedaan om te zien of ik er tussen kon komen. Het bedenken van dit soort grapjes ligt een beetje in de lijn van mijn werk. Op de middelbare school en tijdens mijn studie zat ik altijd tijdens de les te tekenen, tegenwoordig teken ik niet meer. Ik nam mezelf voor niet langer dan een week over de serie te doen. Een echte cartoonist moet immers ook iedere dag een cartoon kunnen afleveren.’
Van Praag Sigaar maakte een cartoon waarin een mannetje slaaf vrije chocolade eet en opmerkt dat hij toch iets mist. Een maatschappijkritisch statement van de reclamemaker? ‘Dat vind ik zelf een van de leukste, omdat er echt een grapje in zit. Maar hij is niet maatschappijkritisch bedoelt,’ zegt Van Praag Sigaar. ‘Slaaf vrij kun je op meerdere manieren uitleggen. Bijvoorbeeld dat er geen slaaf als ingrediënt in zit. Of dat het opeens niet lekker is als het niet door slaven gemaakt is. Het is dus eigenlijk onzin, maar je kunt het toch herleiden naar wat ik bedoel.’ In een andere cartoon verkondigt een doppinda aan zijn vader dat hij later een popster wil worden. ‘Nee jongen,’ antwoordt de ouder, ‘je wordt een doppinda, net als je vader.’ Van Praag Sigaar: ‘Ik hou ervan als dingen ontnuchterend zijn. Mensen nemen zichzelf vaak heel erg serieus en dan vind ik het wel grappig om daar een kleine voetnoot bij te plaatsen.’
Tragiek
In de cartoons van Djanko draait het vooral om een tragikomische kijk op het leven. In een cartoon staat een spookrijder vast in de file. In een andere wordt een zelfmoordenaar, die met een touw om zijn nek op het punt staat om de stoel onder zijn voeten vandaan te duwen, aangesproken door een vrouw: ‘Mag ik die stoel, of heb je hem nog nodig?’ Djanko: ‘Ja, die is heel triest. Ik hou zelf erg van een tragische ondertoon. Ik wil niet bewust kwetsen, maar ik wil wel met een glimlach de kern van een onderwerp raken. Blijkbaar heb ik een soort van universele humor. Een breed publiek van jong tot oud vindt mijn cartoons leuk.’
De drie cartoonisten geven toe dat ze, behalve leuke reacties van bekenden en collega’s, tot nu toe niets aan de publicatie in de krant hebben overgehouden. ‘Ik kreeg in die periode wel een opdracht van vormgevingsbureau uit Amsterdam, maar ik kan niet zeggen dat dit iets met Het Parool te maken heeft,’ zegt Djanko. ‘De opdrachtgever noemde de krant wel, maar kende mijn werk al.’
Is volgens John Koning de Stripvrijplaats voor herhaling vatbaar? ‘Je zou het in de zomer vier weken kunnen doen en daar een plekje voor in de krant kunnen creëren. Ik zou het niet zo snel meer op de strippagina zetten, daar moet weer een permanente strip staan.’
Dit arikel is geschreven in opdracht van Het Parool.