Categorieën
Media

Natuurlijk moet je cartoons niet verbieden!

De rust lijkt inmiddels weer teruggekeerd op de opiniesite Joop.nl. Vorige week werd er nog een cartoon verwijderd nadat het VARA-personeel bedreigd was.

Die bedreigingen gingen sommige medewerkers overigens niet in de koude kleren zitten. Paul de Leeuw was er zo van geschrokken dat hij tijdens de Madiwodovrijdagshow in de camera de bedreigers toesprak om hem vooral met rust te laten: hij had immers de cartoon niet geplaatst? Voor bedreigingen moest men bij de redactie van Joop zijn en dan bij hoofdredacteur Francisco van Jole in het bijzonder.

Hoewel De Leeuw daar een punt maakte – dat de bedreigers hun gelijk moeten halen met de maker en de redactie van de site, niet het gehele VARA-bestand – was het natuurlijk niet zo kies om in een liedje Van Jole boos aan te spreken en aan te sporen tot het nemen van ontslag. In dit soort gevallen moet je mijns inziens vooral boos zijn op de bedreigers, niet op mensen die hun recht op vrije meningsuiting uitoefenen.

De dag erna maakten De Leeuw en Van Jole het overigens weer goed in datzelfde programma.

De Leeuw: “Wat sommige mensen belachelijk vonden is dat ik een collega afviel in het openbaar. En daar geef ik ze ook wel een beetje gelijk in. Het tweede punt is dat ik zei dat de bedreiger naar de mensen toe moest die verantwoordelijk zijn. En dat neem ik mezelf heel kwalijk. Bedreigen is iets dat je niemand aan mag doen en iets dat je een ander niet gunt. Mag ik de kroonprinses citeren? Dat was een beetje dom van me.”


(Mocht de embedcode niet werken, bekijk hier het fragment.)

Een opvallende uitspraak van Van Jole hierin vond ik dat de redactie al eerder de cartoon van de site wilde halen. Geert Wilders weigerde namelijk met een verkiezingsdebat van de VARA mee te doen, zolang de omroep de PVV in de nazi-hoek duwde. Toen Joop.nl Geerts eis wilde inwilligen, wilde de politicus alsnog niet naar het debat komen. Typisch Wilders natuurlijk. Wel schreeuwen, maar als je je zin krijgt, dan alsnog niet toegeven. Hij is er immers meer bij gebaat als er om de zaken heen wordt gedraaid. Hij ziet ongetwijfeld liever dat VARA-personeel met elkaar strijdt dan dat er inhoudelijk over zijn tuigdorp-plannen wordt gesproken.

Overigens was De Leeuw niet de enige die zijn afkeer van de cartoon liet blijken. Eerder stond er al een column van Paul Witteman in de VARAgids waarin hij de cartoon afkeurde. Ik hoorde zijn collega Jeroen Pauw in korte quote op Pownews zeggen dat een site als Joop helemaal niet bij de VARA thuishoort.
Natuurlijk mag je als collega’s onderling van mening verschillen.

Ik vind dat iedere cartoon geplaatst moet kunnen worden. Ongeacht wie zich er door beledigd zou kunnen voelen. Als je daar namelijk gehoor aan gaat geven, is het einde zoek. Ook als je gehoor geeft aan bedreigingen. Je wilt toch niet in een land leven waar bij het minste geringste bedreigingen worden geuit en dat dit leidt tot (zelf)censuur?

Het kan overigens nog veel gekker dan een cartoon die wat de goede smaak betreft op het randje zit. Collega stripjournalist Peter Breedveld, wiens visie op het beeldverhaal ik zeer waardeer, liet zich een paar weken geleden in een reeks tweets uit over de PVV. Breedveld schreef naar aanleiding van de discussie over het sturen van een politiemissie naar Afghanistan op twitter dat de VN zijn troepen beter naar Nederland kan sturen om PVV’ers dood te schieten.

Die ene tweet, die uit de context van een reeks werd gehaald, zorgde voor een hele rel. Belachelijk, zegt u? Kennelijk de normaalste zaak van de wereld in Nederland anno nu.

Categorieën
Strips

Joop verwijdert omstreden Wilders-cartoon

De redactie van Joop.nl, de debatsite van de VARA, heeft een omstreden cartoon van Adriaan Soeterbeek verwijderd nadat er bedreigingen naar medewerkers van de VARA waren geuit.

Dat laat de omroep vandaag weten.

Toen Gregorius Nekschot in 2008 werd opgepakt in verband met een paar cartoons die hij gemaakt had, gingen mijn nekharen overeind staan. Je moet in cartoons ieder onderwerp kunnen behandelen die je wilt. Of een cartoon smaakvol is, is en andere vraag en niet relevant als het om vrijheid van meningsuiting gaat. Ook nu voel ik mij ongemakkelijk bij de cartoonkwestie op Joop.

‘Deze beslissing hebben we niet lichtvaardig genomen,’ aldus het VARA-bestuur. ‘Als journalistieke organisatie tillen we zwaar aan de vrijheid van meningsuiting. Bedreigingen mogen geen invloed hebben op het beleid en de journalistieke afwegingen. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin het veiligheidsgevoel van medewerkers dermate wordt aangetast, dat ze niet meer op een goede manier hun werk kunnen doen. Dat laatste heeft bij deze concrete situatie in onze afweging de doorslag gegeven. De VARA heeft van de bedreigingen overigens aangifte gedaan bij de politie.’

De cartoon zelf vond ik ook niet erg smaakvol. De gewraakte cartoon is gemaakt naar aanleiding van het PVV-plan om ‘tuigdorpen’ in te richten. Op de cartoon is te zien hoe kampleider Wilders het ‘tuig’ naar de douche leidt. De vergelijking met de Tweede Wereldoorlog en concentratiekampen, waar miljoenen joden zijn vergast, is dus snel gelegd. Een beetje platgetrapt gras natuurlijk, die vergelijking tussen Wilders en de nazi’s. Nogmaals: geen smaakvolle vergelijking, maar de aanhangers van een politieke partij die zo prat gaat op die vrijheid van meningsuiting zouden zicht toch wat toleranter mogen opstellen.
wilderstweet

Het plaatsen van de cartoon was voor Geert Wilders reden om zijn hoofd niet te laten zien op het verkiezingsdebat ‘De slag om de Eerste Kamer’ op woensdag 16 februari, want dat was een VARA programma. Sterker nog: niemand van de PVV mocht nog praten met de VARA. Dat deze publieke omroep-haters niet altijd weten wie er wel of niet voor welke omroep werken, bleek toen Hero Brinkman Giel Beelen te woord stond in diens radiogrogramma.

Technisch gesproken heeft Geert Wilders natuurlijk de cartoon niet verboden, maar vanwege een plaatje meteen een hele omroep boycotten is natuurlijk op zijn minst kinderachtig te noemen.

Ik mag hopen dat Wilders zijn achterban, waar ongetwijfeld de bedreigingen vandaan zijn gekomen, wel toespreekt en afstand doet van de geuite bedreigingen.

Ik vind het erg jammer dat de VARA heeft besloten de cartoon te verwijderen. Al begrijp ik heel goed dat de veiligheid van de medewerkers voor gaat. Ik sta zelf ook op de loonlijst van de VARA, zij het parttime en voor een andere site. Ik weet overigens niet welke bedreigingen er geuit zijn.

Categorieën
Strips

Argibald: ‘Ik ben een eigenwijs mannetje’

Argibald door Mark van der Zouw. (www.markvanderzouw.nl)

‘Oké, oké, ik geloof!!’, roept de man die door de hand van God wordt vastgeklemd. De hand komt uit een wolk. Onder de angstig schreeuwende man bengelt een verdwaasd kijkend hondje aan de riem. In een andere prent staat een ongure vent te midden van een groepje meisjes in het bos en zegt: ‘Mannen, ik heb sterk het vermoeden dat er een pedofiel in ons midden is.’ Dit zijn twee sprekende voorbeelden uit het absurdistische cartoonuniversum van Argibald, vol sterke visuele grappen en teksten waarin een ironische draai wordt gegeven aan de betekenis van standaarduitdrukkingen.

Zes jaar geleden zag cartoonist Argibald (Willem Bentvelzen) op de Hogeschool van de Kunsten Utrecht het licht. Hij studeerde Image and Media Technology, maar nadat hij de cynische cartoons van wijlen tekenaar Yrrah zag, besloot hij geen animator te worden maar zich toe te leggen op het maken van cartoons.’Ik probeerde eerst ook als Yrrah te tekenen. De cartoon an sich boeide mij. Ik vind het een fascinerend gegeven dat je om een plaatje moet lachen,’ zegt de tekenaar in zijn appartementje in het centrum van Utrecht.

Net als veel van zijn generatiegenoten tapt Argibald qua humor uit het vaatje van Kamargurka en Gummbah, wat hij overigens volmondig toegeeft: ‘Ik kan niet ontkennen dat ik daar volledig schatplichtig aan ben. Toen ik jong was maakte ik kennis met de cartoons van Gummbah toen ze nog in Nieuwe Revu stonden. Hij heeft uitzonderlijk en eigenzinnig gevoel voor humor. Hij durft risico’s te nemen en rare dingen te doen. Die totale vrijheid spreekt mij aan. Ik heb het idee dat de mensen die mij fascineren zich minder houden aan de algemene maat.’

Ongebruikelijk
Net als zijn grote voorbeelden maakt Argibald absurdistische cartoons. ‘De schoonheid van het absurdisme is voor mij iets laten zien wat wezenlijk kan, terwijl het toch ongebruikelijk is.’

In een verse cartoon van zijn hand staart een mannetje tevreden naar een vaas waar hij een stel komkommers in heeft gestopt: ‘Toch vreemd, dat een mens bloemen koopt als hij ook gewoon komkommers kan kopen.’ Geen alledaags beeld. ‘Nee, je zult de komende tien jaar nergens binnenlopen en dit beeld zien. Nou ja, misschien wordt het nu wel een trend,’ zegt hij met een glimlach, en vervolgt: ‘Het gaat mij om de onvrijheid van het object. De functionaliteit van een stoel is dat je erop zit. Eigenlijk kun je een object op ontiegelijk veel manieren gebruiken, maar de standaardfunctie is vaak het eerste wat in je opkomt. Ik probeer de mens te bevrijden van het idee dat hij heeft bij zijn omgeving. We beperken ons teveel omwille van de functionaliteit. Echt een missie zou ik het overigens niet noemen. Ik speel met taal en de functionaliteit van dingen en hoe mensen daarmee omgaan. Niet omdat ik er tegen ben, maar om te laten zien wat ook kan.’

Als er een rode draad door zijn cartoons zou lopen dan zou het Argibalds afkeer tegen absolute waarheden zijn. ‘Mensen claimen een monopolie op de waarheid,’ zegt de cartoonist. ‘Neem bijvoorbeeld religie. Dat is heel overkoepelend, maar het kan ook individueel, waarbij mensen uit eigen overtuiging handelen. Ik geloof niet in absoluutheid van die reden en zie het eerder als een excuus. Ik wil mensen kietelen en laten zien dat de reden waar ze zo aan vasthouden, helemaal niet zo absoluut is als dat ze denken.’

Stront
In een cartoon uit zijn recentste bundel wijst een man op een terras de ober op het feit dat zijn glas halfvol stront zit. De ober denkt heel olijk: ‘Ah, een optimist.’ Argibald: ‘Het cliché is natuurlijk dat je een optimist bent als je het glas halfvol ziet, maar halfvol met wat? Bepalen wat er in het glas zit, is de vrijheid die je nog hebt in de absoluutheid van de tegenstelling tussen optimisme tegen pessimisme. Ik ben zelf ook een optimist, maar ik vind wel dat je je positivisme aan realisme moet toetsen. Toets je optimisme maar eens aan de meest verschrikkelijke daden uit de geschiedenis van de mensheid. Wat is je optimisme dan waard?’

Soms bedenkt hij een grap en schetst deze in een boekje. Andere cartoons ontstaan spontaan en tekent hij rechtstreeks op papier met kroontjespen en Oost-Indische inkt. ‘De grappen die ik echt goed vind, komen vaak uit een tekening voort. Dan ben ik gewoon poppetjes aan het maken en dan krijg ik wezenlijk een ingeving in taal en dan klopt het allemaal opeens. Over de beste cartoons doe ik vaak niet lang en ik weet meteen dat ze goed zijn. Ze zijn de uitzonderingen in mijn werk, maar voor mij wel de meest bevredigende in het werkproces.’

Zijn tekenmethode levert niet altijd een bevredigend resultaat op. ‘Ik maak elke dag wel iets. In een bundel zitten ongeveer honderd cartoons, wat dus betekent dat driekwart van wat ik maak te slecht is om uit te geven. Er zitten gewoon veel losse flodders tussen.’

Vette lijnen
Kenmerkend aan Argibalds tekenwerk is de afwisseling tussen dunne en dikke, vette inktlijnen. ‘Over de lijnvoering denk ik wel na, want een figuurtje moet kloppen, maar tegelijkertijd is die ook willekeurig. Meestal begin ik namelijk met het tekenen van de neus en omdat er dan nog de meeste inkt in de pen zit, wordt de lijn dikker.’

Zijn tekeningen bevatten naar zijn eigen smaak ook te veel herhaling. Vrouwen dragen steevast een bloemetjesjurk of een jurk met cirkelmotief. Verder bevat het universum van Argibald opvallend veel dezelfde meubels, straathoeken en draagt iedereen hetzelfde koffertje. ‘Volgens mij kan ik wel anders, maar kom ik structureel terug bij die vaste dingen. Ik denk dat ik daar wel wat creatiever mee om moet gaan. Het komt ook omdat ik vaak begin met het tekenen van de personages, later bedenk ik dan in welke setting het moet afspelen. Dat doe ik wel eens fantasieloos, waardoor dezelfde setting of dezelfde elementen terugkomen. Dat vind ik eigenlijk zelf ook niet zo heel sterk.’

Pedofielen
Thematisch varieert de cartoonist vaak op dezelfde onderwerpen. Hij maakt graag grappen over het christelijk geloof, voetbalsupporters, discriminatie, artsbezoeken, de dood en zelfmoord. ‘Seksualiteit, het feit dat we allemaal doodgaan, menselijke emoties – het zijn algemeenheden in de taboesfeer die verbinden. Het banale verbindt meer dan de levensinvulling van de rede. De dood is de meest feitelijke menselijke deler. Het sterven maakt ons allemaal gelijk, ongeacht wat je gelooft van wat erna zou komen.’

Ook maakt Argibald veelvuldig grappen over pedofielen. ‘Ik vind pedofilie erg interessant omdat het om een heel scheve seksuele machtsverhouding gaat. Tussen een volwassene en een kind dat nog geen actieve seksuele beleving heeft en fysiek en geestelijk de mindere is. Daar zit een bepaalde triestheid in. Maar je kunt het ook zien als een metafoor, voor macht zelf of het gebruik van macht.’

Het gaat de filosoferende Argibald voor de wind. Vorig jaar was er naar aanleiding van zijn vijfjarig bestaan als cartoonist een expositie in het Stadhuis van Utrecht waar ook zijn vrije tekenwerk te zien was. Hij publiceerde zijn vierde bundel en stond in het cartoonblogboek, een bloemlezing van cartoonisten die op de site cartoon.blog.nl publiceren.

Voor Mooi is dat! – een koffietafelboek waarin 57 literaire werken in één pagina werden verstript door verschillende stripmakers – maakte hij een illustratie over de roman Contrapunt van Anna Enquist. En recent tekende Argibald een contract met het Belgische magazine Humo, waar de cartoons van zijn grote voorbeeld Gummbah ook in staan. ‘Ik wilde altijd al in de Humo staan, een fantastische publicatieplek. Ze gaan op regelmatige basis cartoons van me publiceren. Ik lever een serie aan van de beste die ik in de laatste week maakte, en zij kiezen daar de meest passende uit. Fantastisch, want ik kan maken wat ik wil. Ik ben eigenlijk ook een autonoom cartoonist die werkt naar eigen inzicht. Een eigenwijs mannetje dat zijn eigen ding wil doen.’

Argibald: Ik vond de site beter
Uitgeverij Xtra, € 9,90

Dit interview stond woensdag 2 februari in Het Parool.

Categorieën
Strips

10 jaar TRIK: ‘Grappig zijn is niet mijn doel’

10 jaar politieke cartoons van TRIK zijn gebundeld in het album Decennium.

Maandagmorgen, politiek cartoonist-illustrator TRIK zit in zijn atelier te Haarlem en kijkt met een frons onder zijn baseballkap naar het beeldscherm: het gezicht van Robert M., hoofdverdachte in de grootschalige kindermisbruik zaak, staat afgebeeld op een schuifpuzzel. De vierkante hokjes staan door elkaar. De kijker mag het plaatje zelf goed maken. Vooralsnog staat ‘Afmaken’ onder het beeld geschreven, dat net zo dubbelzinnig geïnterpreteerd mag worden als dat het klinkt. TRIK twijfelt nog over deze cartoon. ‘Ik denk dat hij te ongenuanceerd is. Je wilt in de waan meegaan, maar als cartoonist moet je op de juiste momenten genuanceerd zijn.’

Op het bureau liggen enkele conceptschetsen, van een klassieke wanted-poster tot een woordspeling op het woord kinderdagverblijf. TRIK worstelt zich vaker op associatieve wijze door verschillende concepten heen totdat hij het juiste beeld bedenkt. Vandaag liet hij zich inspireren door de schuifpuzzel met Barbapapa die naast de koffie staat.

TRIK maakt per week ongeveer vier politieke cartoons. Zijn werk staat onder andere in Nieuwe Revu en NRC Handelsblad. Daarnaast maakt hij sportcartoons en illustraties en geeft hij les op de kunstacademie in Zwolle.

Calimero
In het recent verschenen boek Decennium staat een bloemlezing van zijn politieke werk, dat balanceert tussen cartoons en grafisch ontwerp. Wilders afgebeeld als Calimero met een rode nazistische partijband om zijn vleugel, een vliegtuigje gevouwen als een dollarbiljet dat neerstort en de val van de dollar uitdrukt, een poster van de film Scarface met Berlusconi afgebeeld als de titelfiguur.

TRIK gebruikt een iconografische beeldtaal herkenbaar van reclames en pictogrammen. ‘Ik gebruik beelden die in het collectieve geheugen van mensen zitten en maak ze politiek, ik geef er een draai aan. Hierdoor raken mensen van hun apropos en blijven de illustraties hangen. Ik wil dat de lezers even stilstaan bij een bepaald nieuwsfeit en erover nadenken. Mijn cartoon zet hen op het verkeerde been waardoor ze hun eigen mening verscherpen.’

Graffiti-artiest Banksy en grafisch kunstenaar OBEY noemt hij zijn grote voorbeelden. Je herkent hun werk meteen en hun namen lijken merknamen. Dat streeft TRIK ook na. Hij heeft dan ook liever niet dat zijn echte naam in de krant wordt vermeld. ‘Die doet er niet toe. Eén woord als naam vind ik gewoon heel sterk. Zo word je een begrip. Daarbij speel ik ook vaak met merken.’

Rapper
De naam TRIK is afgeleid van het Engelse trick. Zo noemde de cartoonist zichzelf toen hij van zijn dertiende tot vierentwintigste als rapper optrad. De liefde voor hiphop heeft hij altijd gehouden: bij Decennium is gratis een soundtrack te downloaden die door het dj-duo Swotteam werd gemaakt.

Een andere held is Dick Bruna, die net als TRIK eenvoud nastreeft. ‘Ik wil zaken terugbrengen naar de essentie. De zeggingskracht van het beeld wordt groter als je al het overbodige weglaat. Omdat ik niet alles uitleg, bieden mijn cartoons ruimte voor meerdere interpretaties. Als mensen aan mij uitleggen waar volgens hen een cartoon over gaat, komt er soms iets heel anders uit dan ik bedoelde. Dat vind ik mooi.’

Doemdenker
Het is TRIK niet om de grap te doen: ‘Het is niet mijn doel om grappig te zijn. Soms wordt het grappig, maar soms ook niet.’ De cartoonist noemt zichzelf een doemdenker. De verhaallijn in zijn bundel is dan ook dat het alleen maar slechter en slechter gaat met de wereld. ‘Het is een soort barometer die steeds hoger oploopt. Ik heb twee keer in mijn prille bestaan gedacht dat we echt een burgeroorlog zouden krijgen. Dat dacht ik bij de moord op Theo van Gogh en bij de aanslagen op 11 september 2001, het nieuws dat de meeste indruk op me maakte in de afgelopen tien jaar. Ik heb toen echt twee dagen met open mond zitten kijken, ik kon er niet van slapen. Er hing toen een wij-zij-sfeer in het land. Het leek alsof er een snoeiharde veldslag tussen culturen zou komen. Ik ben daar nog steeds bang voor, kijk maar naar het huidige kabinet. Je ziet op dit moment een verharding van de tegenstellingen.’

Na het interview buigt TRIK zich nog eens over de cartoon over de kindermisbruiker. ‘Wat denk je? Is hij toch niet te grof?’

Uiteindelijk is de cartoon zo geworden:

TRIK: Decennium
Uitgeverij Oog&Blik/De Bezige Bij

Dit interview is woensdag 22 december in Het Parool gepubliceerd.

Categorieën
Strips

TRIK in beeld

Vandaag was ik op bezoek in het atelier van politiek cartoonist TRIK om hem te interviewen voor Het Parool. Recent kwam er een bundel met een bloemlezing van zijn cartoons van de afgelopen tien jaar uit, toepasselijk Decennium geheten.

Een prima aanleiding voor een artikel. Of een video: programmamakers van NRCV’s Altijd wat portretteerden TRIK in onderstaande, mooi geschoten video. Ze gingen een paar dagen met hem op stap en maakten opnames in zijn atelier, tijdens de uitreiking van Decennium en op de kunstacademie in Zwolle waar hij eens per twee weken lesgeeft en waar ik vorige week mijn gastcollege gaf. Het is immers maar een kleine wereld.

(Mocht je de video niet zien, ververs dan de pagina of klik hier. Silverlight zuigt.)

Categorieën
Strips

Fokke & Sukke binnen op nummer 17

Je beseft het wellicht nog niet, maar eigenlijk is 2010 al voorbij. Recent verscheen namelijk het jaaroverzicht van Fokke & Sukke – Het afzien van 2010. Dus tja, dan is de zaak rond.

Deze week komt de bundel binnen op plaats 17 in de CPNB Top60 van best verkochte boeken. Deze lijst publiceert de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek elke week online. Saillant detail: in aanmerking komen ‘algemene’ boeken (bijvoorbeeld geen strips) van meer dan € 2,50, die bij meer dan één verkooppunt verkrijgbaar zijn.

De twee satirische vogels van Reid, Geleijnse & Van Tol zijn vaak geziene gasten op de lijsten van het CPNB. In de top5 van best verkochte bundels 2009 stonden ze op nummer 4 met hun Afzien, en in de Top100 op nummer 76, omdat er toen tussen de 30.000 en 40.000 exemplaren van verkocht zijn. Volgens mij de enige strip/cartoonbundel in de top100.

Het afzien van 2010 is alweer de elfde editie, de bundeling verschijnt sinds 2000. Dit jaar verscheen het boekje een week eerder dan normaal om lang genoeg mee te kunnen doen als Sinterklaascadeautje.

Categorieën
Strips

Parool zoekt cartoonist

Vandaag viel mijn oog op onderstaande advertentie: Het Parool zoekt een nieuwe cartoonist omdat de strip The Argyle Sweater gaat verdwijnen.

Dat laatste spijt me niet, want deze cartoon van Scott Hillburn is vaak flauw. Humor is nu eenmaal moeilijk te vertalen.

Daarom hoop ik van harte dat er nieuw cartoontalent gehoor zal geven aan de oproep van de beste krant van Amsterdam en omstreken. Het Parool is immers een van de weinige kranten in de Lage Landen die nog een hele strippagina heeft. Stuur je werk naar stripvrijplaats@parool.nl.

Categorieën
Strips

Interview met omstreden Deense cartoonist Westergaard

De Deense cartoonrellen. Ik kan daar nog steeds woedend van worden. Je tekent een cartoon met de profeet Mohammed in de hoofdrol en je zit de rest van je leven binnen. Je moet vrezen voor je leven omdat een stelletje idioten vindt dat je hun profeet hebt beledigd.

Omdat er ergens in een boekje staat geschreven dat het betreffende personage nooit afgebeeld mag worden. En daarom ga je de tekenaar maar met de dood bedreigen. Kleinzielige geesten met veel te lange tenen zijn die moslim fundamentalisten. Hun geloof in de islam moet wel heel wankel zijn, want bij ieder kritisch wissewasje beginnen ze moord en brand te schreeuwen, vlaggen te verbranden en mensen te bedreigen.

Bron: NRC Next.

Dinsdag was op het actualiteitenprogramma EénVandaag een interview te zien met cartoonist Kurt Westergaard die de beruchte cartoon tekende. Een held van het vrije woord. Politiek cartoonisten hebben de taak om zaken aan de kaak te stellen. Het is hun werk. En die taak moeten ze gewoon kunnen uitvoeren.
‘Met mijn cartoon wilde ik aantonen, dat terroristen de islam gebruiken als spirituele munitie,’ vertelt hij in een van de vele tv-interviews die hij na de publicatie van de cartoon gaf.

Westergaard is een paar maanden geleden gestopt met zijn werk, omdat hij vreesde voor de veiligheid van zijn collega’s bij de krant. Jarenlang heeft hij zich echter verweerd tegen de geuite bedreigingen van moslim fundi’s. Hij overleefde zelfs een aanslag in zijn huis van een Somalische moslimextremist die met een bijl liep te zwaaien. Het klinkt als het verhaal van een spannende film, maar is de droeve werkelijkheid waarin we leven. Westergaard wordt dag en nacht beveiligd door de geheime dienst. In de afgelopen vier jaar heeft hij minstens tien huizen bewoond, vaak op afgelegen plekken. Een halfje wit halen in de supermarkt is er niet meer bij.

Het gevolg van al dat angstsaaien is zelfcensuur. En dat is, zegt ook Westergaard in het interview, de ergste vorm van censuur die er is. De cartoonist geeft in het interview aan dat hij nog steeds woedend is. En terecht. We zouden allemaal nog steeds woedend moeten zijn op deze inperking van vrije meningsuiting.

Je moet alles kunnen zeggen wat je wilt. Je moet als kunstenaar alles kunnen maken wat je wilt. En je moet ieder onderwerp kunnen aanspreken: sprookjesfiguren uit religieuze boeken, politieke kopstukken, trendsetters, modeverschijnselen, gigantische economische missers, het weer, wat dan ook. Alles zou bespreekbaar moeten zijn. Zo simpel zou de wereld in elkaar moeten zitten.

Saillant detail: later dit jaar publiceert Westergaard zijn autobiografie. Op de voorkant staat – vooralsnog – de gewraakte cartoon gepland. Ik hoop van harte dat we die omslag in alle schappen van alle boekwinkels mogen zien liggen.

Hieronder het interview uit de aflevering van EénVandaag.
sitestat

Categorieën
Strips

Hallie Lama’s Moeilijke Tweede

Cartoonist en stripmaker Hallie Lama tekent lekker aan de weg. Hij won op de Stripdagen een webcomicprijs. Recent kwam zijn tweede cartoonbundel uit, heel toepasselijk Hallie Lama’s Moeilijke Tweede genaamd.

Het was vorig jaar eind augustus toen we in stripwinkel Lambiek Hallie’s eerste kindje presenteerden. Een gezellige boekpresentatie waar ik de eer had om het geheel in te leiden. Wat ik met plezier deed: niet alleen leid ik graag in, ik ben ook een grote fan van Hallie’s werk. En nu, ongeveer negen maanden, is er de Moeilijke Tweede.

Niet dat de grappen van Lama nu zo moeilijk zijn, maar het is een bekend fenomeen dat de follow-up na een debuut wat problematisch kan zijn. Of het nu gaat om de tweede cd, de tweede roman of het tweede kind. Hoewel dat soms ook wel goed uitpakt: Led Zeppelin II is een klassiek album. In het geval van Lama’s tweede is eerder sprake van een dubbelalbum: het kleinood telt maar liefst 200 pagina’s. Die overigens niet allemaal gevuld zijn met cartoons, want er staan ook strips in. Zoals het verslag van het Imagine filmfestival die Hallie dit jaar voor de site van Zone 5300 maakte. En De Olijke Paling, een 24 Hour Comic die Hallie in 2007 ruimschoots binnen de tijd op papier zette.

Meer Hallie
Hallie komt er zelf ook veelvuldig in voor. Als stripfiguurtje praat hij de lezer door de bundel heen. Dat geeft een extra persoonlijk tintje aan het geheel en wijst ook op het gegeven dat de stripmaker zelf meer op de voorgrond van zijn werk treedt. Misschien dat hij zich in de toekomst meer gaat toeleggen op dagboekstrips en dat de grappen en grollen over rare kroegmannetjes wat op de achtergrond raakt. In ieder geval zullen we op de site van Zone 5300 meer van hem gaan zien, want Hallie gaat daar binnenkort geregeld beeldbloggen.

In Hallie Lama’s Moeilijke Tweede staan ook een paar cartoons in die ondergetekende bedacht heeft, zoals deze:

Daarom is dit ook geen recensie, maar meer een algemeen stukje om de geïnteresseerde lezer te attenderen op het uitkomen van Hallie’s bundel. Je kunt toch moeilijk een boek recenseren waarin ook werk van jezelf in staat, ook al zijn het maar vijf cartoons van de grote hoeveelheid materiaal dat in de bundel staat. Hallie staat nu eenmaal bekend om zijn werklust. (Qua hoge productie mag je hem vergelijken met een auteur als Stephen King, die ook hele telefoonboeken aan proza produceert, ware het niet dat je om Hallie’s werk kan lachen en King toch vooral uit het horrorvaatje tapt.)

Een leger cartoonisten
Wie trouwens na het lezen van de Moeilijke Tweede meer trek heeft in Lama’s grappen, kan behalve dagelijks zijn site bezoeken, ook met zijn neus diep in het Cartoonblogboek duiken dat onder redactie van Robert Schuit, die ook het cartoonblog beheert, in het leven is geroepen. Andere stamgasten van die site staan er ook in, zoals Argibald, De rustende jager, Kito en Schuit zelf.

Tijdens de Stripdagen was er ook een heuse expositie rondom deze groep cartoonisten te zien in de Vishal. De expo liep tot 13 juni. Op de Stripdagen kreeg Hallie ook een Clickie, een prijs voor webcomics, uitgereikt. Maar dat feit vond de organisatie van die prijs kennelijk zelf niet belangrijk genoeg om daar op haar eigen site over te berichten. Tot op heden wordt er geen woord over de winnaars gerept. Hallie deed dit gelukkig wel.

Alle hierboven besproken boeken zijn uitgegeven door Xtra, een van de uitgeverijen in Nederland waar nog aandacht is voor nieuw en eigenzinnig talent.

Hallie Lama – Hallie Lama’s moeilijke tweede
Uitgeverij Xtra, € 17,90
ISBN 978-94-90759063

Cartoonblogboek
Uitgeverij Xtra, € 16,90
ISBN 978-94-90759-04-9

Categorieën
Striprecensie Strips

Peter van Straaten: Weet mama hiervan?

In de Nederlandse stripwereld stikt het van de cartoonisten waarvan er eigenlijk maar en paar de moeite van het lezen waard zijn. Peter van Straaten heb ik hoog zitten. De dit jaar 75-jaar geworden tekenaar weet nog steeds in een prent en een scherp onderschrift de vinger op de gevoelige plek te leggen.

Dat doet hij dagelijks in Het Parool, maar ook verschijnt zijn werk in Vrij Nederland en vele regionale dagbladen.

Recent verscheen bij De Harmonie Weet mama hiervan?, de vierde thematische bundel van eerder gepubliceerd werk. Centraal staat het leven van pubers en de moeizame relatie met hun ouders. En waar houdt een puber zich het meeste mee bezig? Precies: seks en verliefdheid. Het aantal cartoons over deze onderwerpen heeft dan ook de overhand. Van de te natte eerste kus tot de eerste keer. Van het niet durven benaderen van je droomvrouw tot dat nachtmerrie-achtige momente waarop je je verse vriendin aan je ouders moet voorstellen.

Verder toont Van Straaten in verschillende facetten de universele generatiekloof tussen pubers en hun ouders. Van Straaten houdt ons een tragikomische lachspiegel voor en doet dit in prachtige, rake pentekeningen.

Verhalend verband
In de bundel zijn de cartoons vaak op basis van visuele overeenkomsten naast elkaar gezet. Dit levert interessante spreads op, zoals twee bedscènes met vrijwel dezelfde uitsnede en donkere achtergrond. Op de linkerpagina lopen een jongen en een onzeker meisje – beide halfnaakt – naar het bed, terwijl de jongen zegt: ‘Zullen we dan maar?’ Op de rechterpagina zien we een iets ouder stel, waarvan de man te enthousiast op het meisje duikt. Ze vraagt hem: ‘Ga je dan later wel met me trouwen?’. Door deze twee cartoons naast elkaar te plaatsen is er niet alleen sprake van vormrijm op de bladspiegel. Er ontstaat ook een verhalend verband tussen beide prenten. Misschien gaan de scènes over hetzelfde meisje en heeft ze op de rechterbladzijde wat betreft de liefde nog steeds niet haar draai gevonden?

Overigens valt door de vormrijm nu wel sneller op dat Van Straaten dikwijls varieert op dezelfde lichaamshoudingen. Een mogelijke verklaring voor deze herhaling in zijn werk gaf de tekenaar in een interview in de PS van 27 maart, waarin Van Straaten aangeeft dat de 50 jaar ervaring ook remmend kan werken:

‘Ik wéét nu te veel. Toen had ik meer spontaniteit en brutaliteit. Je wordt onzekerder, omdat je beter weet wat er mis kan gaan. Vroeger zette ik alles direct in inkt. Nu durf ik dat niet meer. Ik maak eerst een potloodschets.’

Maar zelfs als hij op safe speelt, dan nog blijft Van Straaten een van de beste vertolkers van menselijke tekortkomingen in cartoonvorm.

Van Straaten, Peter – Weet mama hiervan?
De Harmonie, € 14,90
ISBN 978 90 6169 939 2

Deze recensie staat ook op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Strips

Hallie Lama: ‘Ik ben fan van de DIY-mentaliteit’

Cartoonist en stripmaker Hallie Lama tekent lekker aan de weg. In september vorig jaar kwam zijn eerste boekje uit bij uitgeverij Xtra. Op dit moment is hij bezig met een tweede uitgave. Vorig jaar maakte ik een video-portret van hem. Het leek me leuk om de draad weer eens op te pakken. Hoe vergaat het Lama sinds zijn debuutbundel?


Met welke stripprojecten ben je op dit moment allemaal bezig?

‘Jeetje, even denken. Ik ben momenteel druk bezig mijn volgende boek samen te stellen en mijn hoofd aan het breken over een gepaste titel. Tevens doe ik een bijdrage aan een te verschijnen cartoon.blog-bundel. Dit staat allemaal voor de Stripdagen in Haarlem in de planning, waar ik rond die tijd ook werk heb hangen in de Vishal. Daar is dan de expositie De nieuwe generatie cartoonisten en die belooft erg leuk te worden. Niet zomaar een verzameling lijstjes in een hal, zeg maar. Verder teken ik nog steeds de kattenstrip Joop en Harrie voor kattenblad Majesteit en lever ik bijdrages aan Pulpman en Van Speijk.’

En je bent online ook veelvuldig aanwezig.
‘Op het internet ben ook nog steeds te vinden op mijn blog en op Eeuwig Weekend en Cartoon.blog.nl. Tevens wil ik ook nog wel eens opduiken op Frontaal Naakt. En dan zijn er nog twee ‘geheime’ (gag)stripprojectjes, maar die staan beide nog in de startblokken. Een goede reeks valt of staat met een goed doordacht concept en leuke, al dan niet sympathieke, personages.’

Natuurlijk ben ik nieuwsgierig naar die stripprojectjes. Wat kun je me er nu al over vertellen?
‘Eentje speelt zich af op een camping en die andere gaat over een cakebakker. Maar dat laatste wist je al want die maken we samen.’

Helemaal waar. Daar komen we later dus nog wel eens op terug. Vorig jaar september verscheen je eerste officiële boekje bij uitgeverij Xtra. Hoe gaat het daarmee, verkoop je een beetje?
‘Ik heb eerlijk gezegd de precieze cijfers niet gezien, maar volgens mij gaat het wel lekker. Heb er ook wel wat sympathieke dingen online over gelezen, dus ik mag niet klagen.’

Hoe was dat, om voor het eerst een echt boekje in de winkel te hebben liggen?
‘Te gek! Het begon al met een drukbezochte boekpresentatie in het altijd gezellige Lambiek. Leuk dat er zoveel mensen kwamen opdagen. Ook voor mijn signeersessie in de Hilversumse Boekhandel was heel wat belangstelling. Gelukkig vind ik signeren ook leuk. Vooral als men tevreden is met het resultaat natuurlijk.’

Wat is het gekste dat je tijdens een signeersessie hebt meegemaakt?
‘Dat was vast iets tijdens mijn signeersessie in mijn stamkroeg, maar daar weet ik niet zoveel meer van.’ Hallie lacht en vervolgt: ‘Zonder gekheid, wat ik wel vaker heb gehad is dat mensen niet eens doorhadden dat ik er een echt tekeningetje bij gezet had. Ze dachten dat het een gedrukt plaatje was waar ik alleen een handtekeningetje bij had gezet. Gelukkig kwamen de meeste kopers wel terug om me alsnog te bedanken.’

Stond je niet op de bestsellerslijst in Hilversum? Kun je daar nog rustig over straat zonder belaagd te worden door fans en cartoongroupies?
Walhallie was het afgelopen jaar het best verkochte stripboek bij de Hilversumse Boekhandel. Natuurlijk zal mijn signeersessie daar een aardige ‘boost’ aan gegeven hebben. Maar ik kan daar nog wel rustig over straat, hoor. Al weten mensen me wel te vinden voor een krabbeltje in hun boekje.’

Ik zag op de Stripbeurs Breda dat je een smallpress had gemaakt van je laatste 24 Hour Comic, Koning van de Uien. Waar gaat die strip over?
‘Haha, weet jij het? Het verhaal is inderdaad van origine een 24 Hour Comic, dus daar ben ik blanco aan begonnen. De plot schiet zodoende alle kanten op, met veel rare wendingen en flauwiteiten. Maar ik ben er wel tevreden mee, hij “leest lekker”. En er zitten veel uien in.’

Waarom heb je eigenlijk nog een smallpress uitgegeven, je hebt nu toch een echte uitgever?
‘Ik had online wat vragen over nieuw werk gehad naar aanleiding van mijn aanwezigheid in Breda. Toen heb ik dus maar besloten om voor de liefhebbers een limited versie van De koning van de uien te maken. Zie het maar als een bootleg. Ik vind smallpress boekjes sowieso wel rock-‘n-roll. Ik ben fan van de DIY-mentaliteit.’

‘Ook was dit de enige kans om De koning van de uien te presenteren zoals hij gemaakt is, in een kleine 20 uur. De koning van de uien zal in Pulpman verspreid over een paar nummers geplaatst worden. Daarom kleur ik het verhaal nu in grijstinten in. Ook zal ik hier en daar wat aan de tekst rommelen, vooral omdat mijn handschrift door het tempo waarin ik heb getekend ietwat onleesbaar uitvalt en dat is zonde.’

Wanneer komt je volgende boekje uit en wat gaat daar allemaal in staan?
‘Ik gok op de Stripdagen in Haarlem, dus in juni kan je weer een nieuw boekje verwachten. Uiteraard zitten er weer een hele bak cartoons in, maar deze keer iets meer dingen van 1 pagina of meer. Ik ben momenteel nog op zoek naar de juiste verhouding tussen strips en cartoons. Wel heb ik al een – veel te ruime – voorselectie gemaakt.’

Je maakt ook zoveel cartoons. Dat loopt dan aardig in de papieren. Ik heb het idee dat je je de laatste tijd wel meer concentreert op verhalende strips tekenen in plaats van cartoons. Hoe gaat dat?
‘Ik teken al jaren en deed eigenlijk altijd wel paginaatjes en verhaaltjes tussendoor. Alleen heb ik me de laatste jaren vooral op cartoons toegelegd, want ik maak graag snelle grappen. Sinds ik de afgelopen jaren aan de 24 Hour Comics Day meedoe is het me weer duidelijk geworden dat grappen maken ook makkelijk in langere verhalen kan. Ik zie een verhaallijntje dan ook als niet veel meer dan een goede kapstok voor grappen.’

Welke strips lees je zelf met veel plezier?
‘Wat strips betreft ben ik echt een alleseter. Ik lees net zo lief een goeie Spider-man als een Spekkie Big. In m’n boekenkast hebben boeken van Windig & De Jong, Kamagurka, Peter van Straaten en Luc Cromheecke wel de overhand.
Bij Kama is het vooral de humor die me aanspreekt en inspireert. Luc Cromheecke vind ik een toffe tekenaar die zonder woorden ook nog steeds erg grappig is.
Peter van Straaten is een vakman en een begenadigd tekenaar. En z’n werk is vaak pijnlijk herkenbaar. Humor is lijden en vice versa.’

En Windig en De Jong?
‘Dat vind ik gewoon geniaal, dat is cultureel erfgoed. Verder vind je in mijn kast de complete Asterix-reeks, al koop ik de latere albums eigenlijk alleen om de boel compleet te houden. De oude Asterix-albums vind ik zo sterk omdat ze daar het kapstokprincipe tot in de puntjes uitvoeren. Goscinny bouwt, met oog voor detail, een prachtige kapstok en hangt daar dan weer sublieme grappen aan. Dat vind ik mooi en dat kan ik dan ook keer op keer herlezen. En Uderzo is natuurlijk een heerlijk tekenaar. Ook heb ik een zwak voor de Peyo-albums van de Smurfen, maar daar speelt vast een stukje jeugdsentiment mee.’

Volg je nabije collega’s ook?
‘Uiteraard staan er ook veel cartoonboekjes en smallpressjes in de kast. Ik vind het altijd leuk om te kijken wat de nabije collega’s allemaal doen, dus ik heb ook veel Nederlands en Vlaams werk.’

Dit interview is ook gepubliceerd op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Boeken Strips

Boekrecensie: Het kan altijd erger

Bert Wagendorp en Jos Collignon zijn respectievelijk columnist en cartoonist voor de Volkskrant. Hun werk is nu gezamenlijk gebundeld in Het kan altijd erger.

Wagendorp heeft zijn schrijfpen ondergedompeld in een sarcastische inkt. Daarmee beschrijft hij het reilen en zeilen in Nederland en geeft hij op gepaste toon commentaar op de wantoestanden in dit land. Een land waar veel rapporten worden geschreven maar beslissingen tot het oneindige vooruit worden geschoven, waar oorlog aan het volk wordt versleten door hem op leugenachtige wijze als opbouwmissie te bestempelen en waar de luchthaven Schiphol allerlei geluidreductiemiddelen verzint om stiekem toch maar te kunnen groeien. Volgens Wagendorp is het maar droevig gesteld in ons kleine kikkerlandje – tijdens het lezen van de bundel werd menig eigen oordeel bevestigd.

Hoorspel
Hilarisch is het idee dat het Ministerie van Defensie twee jaar lang een hoorspel in Uruzgan gaat uitzenden om daar het kwaad (lees: opiumhandel) mee te bestrijden. Wagendorp schrijft: ‘Ik weet niet of u wel eens naar een Nederlands hoorspel luistert. Ik wel, per ongeluk. En ik denk dat we hiermee andermaal heel dicht tegen “marteling” aan zitten. Persoonlijk hoor ik in elk geval liever een gemeen hoge fluittoon of keihard Dries Roelvink – toch probate methodes om alles te bekennen.’ Enkele paragrafen later concludeert hij terecht dat we stapelgek zijn geworden.

Snedig commentaar
Ook geeft hij snedig commentaar op een van de vele verschenen rapporten, zoals De Staat van de Ruimte, Nederland zien veranderen. ‘Prachtig rapport trouwens,’ schrijft Wagendorp. ‘Ik heb me er uren mee vermaakt en viel van de ene verbazing in de andere. Als de Nederlander niet bestaat, en het Mooie Nederland evenmin, dan hebben we in elk geval onze rapporten nog om onze uniciteit te bewijzen.’
Politieke prenten

De cartoons van Jos Collignon doen wat betreft scherpte niet onder voor de teksten van Wagendorp. Collignon tekent al jaren politieke prenten. Dat doet hij met een penseel, wat een mooie losse lijnvoering oplevert. De cartoons slaan lang niet altijd op de column waar ze bij staan, en dat is wel een beetje jammer. Een bundeling van verschillende media werkt wat mij betreft het beste wanneer er een duidelijke wisselwerking tussen beide is. Dan kunnen cartoon en column elkaar immers versterken.

Houdbaarheidsdatum
Het nadeel van columns over de waan van de dag is natuurlijk dat deze een korte houdbaarheidsdatum hebben. Wie weet over een jaar nog wie Bokito was? De ‘film’ van Wilders zal hoogstens een voetnoot halen in de Nederlandse filmgeschiedenis. Zelfs Rita Verdonk zal op een mooie dag vergeten zijn. (Laten we het hopen.) De actualiteit biedt prima stof voor een column in krant of op interpret; gebundeld in boekvorm zijn de columns vooral geschikt als naslagwerk: wat gebeurde er dan precies in 2007-2008, papa? Voor de lange duur zijn vooral de teksten en cartoons over de Nederlandse volksaard interessant.Wie geen zin heeft om de Volkskrant open te slaan (wat ik me zo kan voorstellen) kan de cartoons van Collignon op zijn eigen site bekijken. Een verrassend volledige site: behalve een beknopte biografie, schetsen en ander werk staan er zelfs twee vakantiehuisjes in Frankrijk te koop. De cartoons van Collignon en de columns van Wagendorp staan ook op de site van de Volkskrant. En ja, je kunt natuurlijk ook gewoon de bundel aanschaffen: prima leesvoer voor in de trein.