Bij het doorbladeren van Spider-Man 1 uit 1996 overpeins ik de stand van zaken in onze cultuur en dan met name de rare vormen van censuur waar we de laatste tijd mee geconfronteerd worden.
Tag: Censuur
Vrijdag 27 maart 2020
Tijdens het Corona-thuisblijven houd ik mezelf zoveel mogelijk bezig. Gelukkig had ik nog wat schrijfopdrachten te doen deze week en daarnaast maak ik iedere dag een vlog voor mijn YouTube-kanaal. Gisteravond maakte ik een vlog op over twee Klepzeiker magazines die ik in mijn kast vond. Ik ben de stripkast aan het uitdunnen om ruimte te maken voor nieuwe uitgaven. Er kunnen namelijk geen kasten bij in huis, maar er komen wel telkens nieuwe albums bij.
Bij het terugkijken van de vlog, besloot ik deze niet online te zetten. Ik moet simpelweg te veel van het beeld censureren, want zoals we van Eric Schreurs mogen verwachten zitten er veel seks- en poepgrappen in dit magazine. Ook zitten er, laten we zeggen, raciale stereotypen in het beeld die veel wokies meteen de fakkels uit de kast doen pakken om deze even lekker aan te steken en onder je raam te gaan staan schreeuwen dat het allemaal een schande is en dat boeken verbrand moeten worden en zo. Wat twintig jaar geleden nog gewoon kon, mag volgens sommige mensen nu niet meer.
Persoonlijk vind ik dat je alles belachelijk mag maken. En dat het prima is om tegen heilige huisjes te schoppen als je iets zinnigs te vertellen hebt. We doen tegenwoordig veel te krampachtig. Er wordt veel te veel met betweterige vingertjes gewezen naar wat anderen allemaal ‘fout’ doen. Een tweet met een fout/flauw grapje tien jaar geleden maakt dat een groepje eikels meteen je ontslag eist. Het enige dat gecanceld moet worden is cancel culture zelf.
Toch besloot ik de vlog niet te plaatsen. Best ironisch, want de boodschap van de video was eigenlijk dat ik vind dat je alles moet kunnen maken wat je wilt, maar dat niet alles mijn smaak is. En dat geldt voor dit magazine dat in 2000 werd uitgegeven door Ger van Wulften, die wel meer van dat soort dingen uitgaf. Kunt u zich cartoonist Gregorius Nekschot nog herinneren? Ook door Van Wulften uitgegeven.
Ik laat wel vaker stripboeken in mijn vlogs zien die niet bij mijn smaak aansluiten of die ik niet zelf zou kopen. Maar ik vind het wel belangrijk dat lezers weten dat die uitgaven bestaan. Misschien doen ze zo namelijk nog nieuwe ontdekkingen.
Maar goed, als je op YouTube publiceert hebt je je simpelweg aan hun richtlijnen te houden. Niemand verplicht me immers om te vloggen en het op YouTube te publiceren. En YouTube is heel gevoelig als het om getekend naakt en seks gaat. Om over raciale karikaturen nog maar te zwijgen. De wereld is in die twintig jaar veranderd, maar ik betwijfel of het beter is dat er veel censuur is en dat mensen intolerant zijn geworden voor de ideeën van anderen, en dingen die niet hun smaak zijn, bij voorbaat afkeuren.
Een vlog over de oorsprong van Dazzler, Marvel helden in beeld, een van mijn favoriete films, waarom we moeten optreden tegen de moraalridders en heel veel leuk beeldmateriaal.
En dat alles terwijl we naar mijn recente Instagram-feed kijken. Want als geek deel je nu eenmaal graag wat je tof vindt, ook al hebben andere mensen een andere smaak en slechte manieren.
Meer over de oorsprong van Dazzler lees je hier.
Het bloggers platform Tumblr trekt de stekker uit alle blogs die pornografische content bevatten.
Of wat Tumblr daar precies onder verstaat. Dit heeft een grote paniek bij de bloggers veroorzaakt die massaal een andere plek zoeken om hun content te delen. Bovendien is het een enorme beperking van de vrijheid van meningsuiting. Waarom doet Tumblr dit? Dat leg ik uit in deze vlog.
Soms staan er berichten in de krant waarvan je je afvraagt: is dit nu fake news? Maar nee, sommige wereldleiders zijn echt heel kinderachtig. Of vind jij dat Xi Jinping, de president van China, een punt heeft?
Minneboo leest: België gestript
België gestript van Geert De Weyer geeft op thematische wijze een grondig overzicht van het Belgische beeldverhaal.
Als stripjournalist en stripliefhebber word ik altijd blij van naslagwerken over het beeldverhaal. Door het lezen van een boekwerk ben je een stuk wijzer over strips uit een bepaalde periode, land of genre. Zie het als een gedegen spoedcursus. Tenminste, als het boek goed is geschreven en de informatie klopt natuurlijk.
Recent verscheen België gestript van stripjournalist Geert De Weyer. Een collega van mij dus, die ik tot op heden nog niet heb ontmoet, maar wiens werk ik wel ken. Hier op de plank staan zijn 100 stripklassiekers die niet in je boekenkast mogen ontbreken en Loslopend wild: De nieuwe generatie Vlaamse stripauteurs. Loslopend wild is een boek met interviews met belangrijke Vlaamse stripmakers die toen onder de nieuwe garde werden geschaard, zoals Kim, Brecht Evens, Ilah, Serge Baeken en Judith Vanistendael. Loslopend wild geeft een goede indruk van het werk, denk- en werkwijze van bovengenoemde makers.
En nu is er dus België gestript. Op het moment van schrijven ben ik dat boek nog aan het lezen (dit stuk staat immers gepubliceerd in de rubriek Minneboo leest), maar ik wil je er toch alvast op attenderen omdat dit het perfecte boek is om een stripliefhebber als jezelf of iemand anders cadeau te doen voor de feestdagen. Bovendien weet ik nog niet of we er in de VPRO Gids ruimte voor gaan hebben.
Rare jongens die Fransen
De Weyer behandelt de rijke geschiedenis van het Belgische beeldverhaal en dat doet hij met thematische hoofdstukken. De Weyer begint met een overzichtshoofdstuk waarin hij een kleine geschiedenis van de Belgische strip behandelt. Daarna is er aandacht voor het stripblad Spirou/Robbedoes en vervolgens de geboorte van Kuifje. Andere thema’s die aan de orde komen zijn de verbeelding van minderheden in de strip, de rol van de vrouw in de strip en de rol die de Franse censuur heeft gehad op de Belgische strips. Want die laatste was aanzienlijk. Niet alleen komen er door de Fransen lange tijd nagenoeg geen vrouwen in de strips voor, als ze er wel zijn hebben ze een onbeduidende rol en zijn ze in ieder geval niet sexy afgebeeld. Borsten waren al helemaal uit den boze, maar ook een vrouwelijke enkel of een knie kwamen al niet door de censuur. De Fransen probeerden hun eigen stripmarkt te beschermen dus legden zijn allerlei eisen op aan de Belgische strips onder het mom van bescherming van de tere kinderziel. Nu moeten we volgens De Weyer daar de Fransen niet helemaal de schuld van geven, want veel Vlaamse stripmakers hadden ook een streng katholieke, dus conservatieve inborst. Gelukkig is het uiteindelijk sinds eind jaren zestig nog goed gekomen met de vrouwen in de strip en kennen we tegenwoordig boeiende stripheldinnen.
Mag dat wel?
Een ander thema dat mijn aandacht meteen trok zijn de vele stripparodieën die in de loop der jaren zijn verschenen. Niet al dat spul is even onschuldig. Vooral in de jaren tachtig was er wildgroei aan seksparodieën zoals Suske en Wiske: De Glunderende gluurder van een groepje tekenaars bestaande uit Aloys Oosterwijk, Ben Jansen, René Meulenbroek en Hanco Kolk. De Weyer behandelt niet alleen de verschillende soorten parodieën en hommages die er zijn, maar ook hoe de gerechtelijke macht telkens verschillend oordeelt over wat nu wel en niet mag.
Overigens merkt De Weyer in zijn inleiding terecht op dat de Waalse strip doorgaans op meer aandacht kon rekenen dan de Vlaamse: ‘Van dit boek verschijnt ook een Franse editie. Dat is nieuw. Er zijn al naslagwerken over de Belgische strip geschreven, maar zelden of nooit gingen die over de vaderlandse strip. Ze gingen vooral over het Franstalige gedeelte van ons landje. Voor een stuk begrijpelijk, want op enkele grote uitzonderingen als Vandersteen, Marvano, Griffo, Vance en Morris na, zijn slechts een tiental Vlaamse stripauteurs er echt in geslaagd internationaal door te breken. De rest, zo leer u al snel in dit boek, stak het hoofd diep in de Vlaamse klei. En dat had zo zijn gevolgen. De Franstalige en Vlaamse strip ontwikkelden zich los van elkaar.’ België is dus eigenlijk een land met twee stripculturen en hoe die zich precies tot elkaar verhouden en hoe we die culturen moeten zien, valt goed te lezen in België stript.
België gestript is levendig geschreven en staat vol met pakkende illustraties en citaten. Het boek is ook prachtig vormgegeven. Alleen de coverillustratie van Stedho is al een lust voor het oog. De uitsnede in de vorm van België vormt een slimme visuele grap. Wie de cover dicht heeft, wordt door enkele bekende stripfiguren vastberaden aangekeken. Wie daarna het achterste schutblad bekijkt, ziet dat uit het gat enkele stripschurken als Krimson en Gargamel kruipen.
Het enige puntje van kritiek dat ik op dit moment heb is dat biografieën van de belangrijkste stripmakers ontbreken. Daarmee had het boek een mooie afsluiter gehad. Aan de andere kant zijn er zoveel Belgische stripmakers die zo’n tekstje verdienen dat het boek dan waarschijnlijk een kwart dikker was geworden. En met z’n 350 bladzijden is België stript al behoorlijk zwaarlijvig.
Geert De Weyer. België gestript
Dragonetti, € 49,95
352 pagina’s
ISBN: 9789462102026
Expo: Batman doet het met Robin
Batman en Robin die met elkaar neuken, een hele tentoonstelling lang. Mensen die dat leuk vinden om te zien, zullen naar Californië af moeten reizen. Daar is in San Francisco de expositie Batman on Robin te zien in Mission: Comics & Art, 3520 20th Street, Suite B, San Francisco CA.
Zelf ben ik niet zo fan van de homoseksuele interpretatie van Batman en Robin. Niet omdat ik tegen homoseksualiteit ben. Nee, het idee dat Bruce Wayne and Richard ‘Dick’ Grayson iets met elkaar hebben doet me terugdenken aan de hetze tegen de Amerikaanse stripindustrie in de jaren vijftig. En dat was allemaal de schuld van kinderpsycholoog Frederic Wertham die beweerde dat kinderen crimineel werden van strips. De focus van de hoorzittingen lag vooral bij horrorcomics die prompt daarna verboden werden wat uitgeverij EC Comics om zeep hielp. Na de hoorzittingen werd er een code van zelfcensuur door de stripindustrie in het leven werd geroepen. De zogenaamde Comics Code Authority.
Over Batman en Robin beweerde Wertham in zijn prutsboek Seduction of the Innocent dat de heren homoseksueel waren en dat de kinderen die hun strips lazen ook zeker homoseksueel zouden worden. Het was volgens hem duidelijk dat de twee mannen ‘iets’ met elkaar hadden. Niet alleen woonden ze in hetzelfde huis, ze liepen er geregeld in kamerjassen rond én er stonden vaak bloemen op tafel. En dan weet je het wel. Een man met veel fantasie die Wertham, dat is zeker.
Maar goed, daar doet de expositie Batman on Robin me dus aan denken. En een beetje aan de verschrikkelijke film Batman & Robin die bol staat van de camp en homo-erotische verwijzingen.
I was talking a little while ago to some friends who are heterosexual and who aren’t really into comics, and when I told them the show was about Batman and Robin and the theme of the show their immediate response was, “Oh yeah, they totally fuck.” It’s something that’s become such a part of the subtext of the characters over the decades that people get it right away, zegt Rick Worley in een interview met comicbookresources.com. Samen met Justin Hall organiseerde hij de expo.
Zelf zie ik die relatie tussen Bats en Robin anders. Ik sluit me aan bij het idee dat Bruce Wayne al zijn seksuele lusten sublimeert in het bestrijden van de misdaad. Er is geen ruimte voor een seksleven voor Bruce. En als hij al eens een relatie heeft is die toch altijd heteroseksueel. Hij heeft ook wel eens een vriendinnetje, maar die relaties lopen op niets uit omdat Batmans missie in de weg staat. De filmversies van Burton, Schumacher en Nolan laten een ander beeld zien. Daarin gaat Bruce tussen de lakens met Kim Basinger en Nicole Kidman en stoeit Bats met Michelle Pfeiffer als Catwoman. Maar ook die relaties lopen meestal met een sisser af.
Maar goed, de expo is een aardig voorbeeld van wat we slash fiction noemen: verhalen geschreven door fans waarin personages van dezelfde sekse met elkaar neuken. Ik kom de laatste dagen op Tumblr-blogs ook veel tekeningen tegen waarin Tony Stark en Steve Rogers het met elkaar doen. Het zal wel in de lucht hangen.
Ik woon toch niet in China?
Dit is natuurlijk al een tijdje aan de gang maar het verbaasde me toch toen ik van de week opeens onderstaand bericht op mijn scherm kreeg:
Wie denkt Stichting Brein wel niet wie ze is? Wie overigens googlet op de site van Brein krijgt meteen een prachtig rode cirkel van Web of Trust bij de url te zien. Dat houdt zoveel in dat deze site niet gezond is voor je privacy. Typisch iets voor een dergelijk orgaan als Brein.
Gelukkig zijn er nog uitwegen op het web om dit soort Chinese praktijken te omzeilen. Deze heb ik overigens nog niet getest, maar ik hoor graag of mensen er goede ervaringen mee hebben. Ook Webwereld meldde in augustus vorig jaar een pleister voor dit probleem.
Dat neemt niet weg dat ik het belachelijk vind dat men het internet gewoon maar op slot te mogen gooien, simpelweg omdat er activiteiten kunnen plaatsvinden die men niet aanstaan. Sowieso erger ik me er groen-en-geel aan dat de Nederlandse overheid en wetgeving zo achterloopt als het om internet gaat. Waarom huren ze niet gewoon voor een bepaalde periode een paar experts is die de ambtenaartjes kunnen onderwijzen om daarna de wetten en copyrightregels deze eeuw in te trekken? Zo moeilijk moet dat toch niet zijn?
Datzelfde geldt trouwens voor de Buma. En dan heb ik het nog niet eens over de zogenaamde cookiewet, waar Edwin Mijnsbergen deze week ook zijn ongenoegen over liet blijken. De ene #fail na de andere. Wordt toch eens wakker mensen… we leven niet meer in 1950.
Pas op! Blote vrouw!
Tijdens de elfde editie van de Stripdagen Haarlem, die in het eerste weekend van juni plaatsvindt, staat de Arabische strip centraal. Programmadirecteur Joost Pollmann licht toe.
In de thematentoonstelling Chouf! Qra! (Kijk! Lees!) wordt het werk van tien stripmakers uit de Arabische wereld getoond, waaronder Marokko, Egypte en Soedan. Van hen zijn strips, cartoons en andere publicaties te zien, evenals stripbladen en albums.
Al sinds de eerste editie in 1992 van Stripdagen Haarlem kijkt het stripfestival ver buiten de landsgrenzen. Eerder kwamen onder meer Brazilië, Scandinavië en Indonesië aan bod. Waarom eigenlijk? ’Op een paar liefhebbers na weten mensen vaak niets over strips uit andere landen. Het is gewoon nodig dat men weet dat het er is en wat er allemaal is. Ik heb daarom ook nu weer geprobeerd om zoveel mogelijk tijdschriften en boeken te verzamelen,’ vertelt Joost Pollmann, programmadirecteur en samensteller van de expositie. ‘Oost-Europa hebben we in de vorige editie toegankelijk gemaakt met een online database en een tentoonstelling. Nu geven we een beeld van de Arabische strip, die op dit moment erg in ontwikkeling is. Er ontstaan nieuwe initiatieven, er komen nieuwe stripbladen uit en een jonge generatie stripmakers laat van zich horen. Die ontwikkeling staat eigenlijk los van de Arabische Lente, al is de aandacht die de regio’s daardoor krijgen een gelukkig toeval voor ons. Het lijkt nu alsof we daarop inspelen, maar ik was al een jaar met mijn onderzoek bezig voordat de volksopstand in Tunesië begon.’
Censuur
Behalve laten zien wat er allemaal is, hoopt Pollmann ook zekere vooroordelen te ontkrachten: ‘Mensen hebben veel vooroordelen en aannames, die worden natuurlijk ook erg gepusht door een zekere blonde politicus. Een zo’n hardnekkig misverstand is dat het maken van afbeeldingen in islamitische landen verboden zou zijn. Maar is er is juist ontzettend veel beeld, alleen in de moskee mag het niet. In de gebedsruimte zijn vooral arabeske en abstracte vormen te zien. Daarbuiten wordt er gewoon gefilmd, getekend en gefotografeerd.’
Censuur kennen de landen wel, hetzij vanuit de heersende macht of vanuit de religie, al verschilt de mate van land tot land. Onder Mubarak werd in 2009 de striproman Metro van Magdy El Shafee een jaar na publicatie verboden. Deze grafische roman over het drukke en rumoerige leven in Caïro, met corrupte politici en criminele jongeren, beviel het regime van Mubarak niet. El Shafee werd door zijn verboden boek voor buitenlandse stripliefhebbers en journalisten een boegbeeld voor de Egyptische stripcultuur.
‘Het ergste geval van censuur is natuurlijk Ali Ferzat uit Syrië,’ vertelt Pollmann. ‘De geheime politie sloeg de cartoonist in elkaar, brak zijn vingers en dumpte hem langs de weg. Naar verluidt was de directe aanleiding voor deze aanval een cartoon waarop Assad bepakt en bezakt probeert mee te liften met Khadaffi, die per jeep de stad verlaat. Het is ironisch dat voordat Assad aan de macht was, hij een fan was van het werk van Ferzat.’
Facebook
Ferzat is een van de stripmakers van wie er werk te zien is in Chouf! Qra! Iedere stripmaker vertegenwoordigd een land, zodat er verschillende aspecten van de Arabische strip worden getoond. Zoals Kifah al Reefi. Hij was een bekend tekenaar in de landen rond Irak en is gevlucht voor Saddam Hoessein die zijn cartoons niet kon waarderen. Hij woont tegenwoordig in Amsterdam-Noord. ‘Zijn geschiedenis is interessant, want exemplarisch voor veel tekenaars uit moeilijke politieke landen. Reefi heeft een prachtige woordeloze stijl, je moet als kijker meedenken om de symboliek van de prenten te interpreteren. Hij tekent veel over identiteitsproblemen en traumatische ervaringen.’
Sara Qaed uit Bahrein publiceert haar politieke prenten over de Arabische Lente op Facebook en Twitter. ‘Voor onze begrippen neemt ze een nogal radicaal standpunt in. Ze is van mening dat het volk is opgehitst door Hezbollah en Iran om de eenheid in het land te verstoren.’
Ook zijn er strips over The 99 te zien: een groep superhelden die genoemd is naar de negenennegentig namen of eigenschappen van Allah. De helden danken hun krachten aan een handvol mystieke Noor Stenen en strijden tegen het onrecht in de wereld. ‘De bedenker hiervan, Dr. Al-Mutawa, wilde iets plaatsen tegenover het negatieve stereotype beeld van de Arabier. Ook wilde hij de Arabische jeugd nieuwe rolmodellen bieden. Overigens zegt hij er wel expliciet bij dat het geen islamitische helden zijn, maar superhelden die islamitische waarden vertegenwoordigen, zoals tolerantie en moed,’ zegt Pollmann. Saillant detail: de comics worden door Amerikaanse vrouwen getekend.
Het is niet alleen politiek of escapisme wat de klok slaat. Recent werd het magazine Tok Tok uit Cairo opgericht. Met een kleine oplage vooral populair bij een hip, jong publiek. ‘Het blad staat vol met alledaagse taferelen. Mannen die twijfelen of ze wel of niet hun baard moeten afscheren, verhalen vol straatscènes waarin men met de scooter door de stad rijdt. En het ziet er allemaal heel luchtig uit. Niet dat dat een reactie is op de zwaarte van het leven daar overigens. Al zijn in de strips agenten en officieren wel prominent aanwezig.’ Mohammed Shennawy uit Egypte is de aanvoerder van Tok Tok, hij is een representant van de nieuwe jonge stripmakers in de Arabische regio. ‘Een heel goede tekenaar, zijn stijl lijkt veel op die van de Franse stripmaker Philippe Vuillemin. Maar dat berust op toeval, hij heeft Vuillemin pas kortgeleden ontdekt.’
Kinderwerk
Pollmann schreef een essay dat Forum, centrum voor multiculturele ontwikkeling, tegelijkertijd met de expositie uitbrengt. De stripspecialist geeft hierin voorbeelden van de Arabische stripcultuur. ‘De Arabische landen hebben een veel langere stripgeschiedenis dan dat ik aanvankelijk dacht. In de negentiende eeuw had je al satirische tijdschriften, net als hier. De geschiedenissen verlopen eigenlijk parallel. Wij hadden de Pep, zij Sinbad en andere jeugdbladen. Het merendeel van de huidige markt bestaat uit commercieel product gericht op jonge lezers. Disney is bijvoorbeeld actief in tien landen in het Midden-Oosten, ook Superman is in het Arabisch te lezen. Populaire stripbladen als Majid en Basim worden in oplagen boven de 100.000 exemplaren uitgebracht. De graphic novel-markt, strips voor een volwassen publiek gemaakt door auteurs, is klein maar in opmars. Er zijn veel initiatieven van jonge stripmakers, maar de zichtbaarheid van het medium is over het algemeen niet groot door slechte distributie en kleine oplagen.’
Manga
Natuurlijk moet men oppassen met het trekken van algemene conclusies bij een begrip als ‘Arabische strip’: we praten over stripculturen uit verschillende landen, geen homogeen gebied. Toch vielen Pollmann enkele overeenkomsten op in de twee jaar dat hij onderzoek deed. ‘Als je de typografie even wegdenkt, die overigens wel erg mooi is trouwens, is het opvallend hoe westers de strips ogen. Ik zie qua stijl niet veel verschillen met de Europese strip. Opvallend veel stripmakers tekenen in de manga-stijl. (Japanse strip met een expressieve stijl, red.) Op zich is dat logisch, want manga is op dit moment wereldwijd ontzettend populair bij jongere tekenaars, van Afrika tot Oost-Europa. Ook opvallend is het vrij grote aandeel van vrouwen onder de stripmakers. Ik heb een aantal Libanese stripmaaksters gesproken en van hen heb ik begrepen dat mannen vooral een “echte” loopbaan volgen. Strip maken wordt als beroep niet serieus genomen omdat men in de Arabische landen het medium toch vooral als leesvoer voor kinderen ziet. Precies zoals hier in de jaren tachtig.’
Maar er gloort hoop volgens Pollmann: ‘Naarmate meer tekenaars zich zullen bezighouden met verhalen voor volwassenen, al dan niet met politieke onderwerpen, zullen pers en publiek meer waardering krijgen voor het medium.’
De tentoonstelling Chouf! Qra! is tijdens de Stripdagen Haarlem in Galerie 37 te zien, in oktober en november ook in het Persmuseum te Amsterdam. Joost Pollmann geeft ook een gratis lezing over de Arabische strip in de Stadsbibliotheek van Haarlem op 2 juni om 16 uur.
Zie ook: www.stripdagenhaarlem.nl
En verder biedt de Stripdagen Haarlem:
Stripatlas
De Stripdagen Haarlem werpt de blik ook op de Nederlandse stripcultuur. Via de digitale Stripatlas wordt met één klik duidelijk waar stripwinkels, stripinitiatieven en stripmakers te vinden zijn. Nederland telt namelijk een aantal boeiende strip scenes, van de Inktpot in Utrecht, G’runn in Groningen tot stripantiquariaat Lambiek in Amsterdam. Stichting Beeldverhaal maakte deze geografische inventarisatie, na het festival zal Stichting Stripstift de gegevens updaten en aanvullen. De Stripatlas is bedoeld voor de branche en voor iedereen die op zoek is naar praktische stripinformatie.
Exposities
Traditiegetrouw zijn er veel exposities tijdens de Stripdagen Haarlem over stripmakers en beeldcultuur. Een kleine greep uit het aanbod: Turkartoon in Hotel Lion D’or laat de rijkdom zien van de hedendaagse Turkse strip; in Galerie Année II is een intergalactische expositie naar aanleiding van 15 jaar stripcollectief Lamelos; in een overzichtstentoonstelling van Joost Swarte in Tipitina hangt werk dat niet in zijn recente bundeling (Bijna) Compleet staat en de tentoonstelling bij Mark Keppel Lijstenmakerij & Galerie toont het ontwerpproces van het affiche voor de Stripdagen Haarlem 2012, ontworpen door huisstijltekenaar Peter van Dongen.
Muziek en strips
Zaterdagavond 2 juni is in het Patronaat het Zone 5300 festival. Zone 5300 is een tijdschrift gewijd aan strips, cultuur en curiosa. Op het podium onder meer striptheater met Eefje Wentelteefje en rock uit de Verenigde Staten met Swearing at Motorists/Marble Alley. Tussen en tijdens de optredens zijn cartoonjocks (live-striptekenen op muziek) actief. In samenwerking met de Turkatoon-expositie brengt Zone 5300 een special uit waarin een zestal Turkse striptekenaars voor het voetlicht wordt gebracht die behoorlijk afwijken van het beeld dat we hier hebben van Turkse cartoonisten.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #21 2012.
Natuurlijk moet je cartoons niet verbieden!
De rust lijkt inmiddels weer teruggekeerd op de opiniesite Joop.nl. Vorige week werd er nog een cartoon verwijderd nadat het VARA-personeel bedreigd was.
Die bedreigingen gingen sommige medewerkers overigens niet in de koude kleren zitten. Paul de Leeuw was er zo van geschrokken dat hij tijdens de Madiwodovrijdagshow in de camera de bedreigers toesprak om hem vooral met rust te laten: hij had immers de cartoon niet geplaatst? Voor bedreigingen moest men bij de redactie van Joop zijn en dan bij hoofdredacteur Francisco van Jole in het bijzonder.
Hoewel De Leeuw daar een punt maakte – dat de bedreigers hun gelijk moeten halen met de maker en de redactie van de site, niet het gehele VARA-bestand – was het natuurlijk niet zo kies om in een liedje Van Jole boos aan te spreken en aan te sporen tot het nemen van ontslag. In dit soort gevallen moet je mijns inziens vooral boos zijn op de bedreigers, niet op mensen die hun recht op vrije meningsuiting uitoefenen.
De dag erna maakten De Leeuw en Van Jole het overigens weer goed in datzelfde programma.
De Leeuw: “Wat sommige mensen belachelijk vonden is dat ik een collega afviel in het openbaar. En daar geef ik ze ook wel een beetje gelijk in. Het tweede punt is dat ik zei dat de bedreiger naar de mensen toe moest die verantwoordelijk zijn. En dat neem ik mezelf heel kwalijk. Bedreigen is iets dat je niemand aan mag doen en iets dat je een ander niet gunt. Mag ik de kroonprinses citeren? Dat was een beetje dom van me.”
(Mocht de embedcode niet werken, bekijk hier het fragment.)
Een opvallende uitspraak van Van Jole hierin vond ik dat de redactie al eerder de cartoon van de site wilde halen. Geert Wilders weigerde namelijk met een verkiezingsdebat van de VARA mee te doen, zolang de omroep de PVV in de nazi-hoek duwde. Toen Joop.nl Geerts eis wilde inwilligen, wilde de politicus alsnog niet naar het debat komen. Typisch Wilders natuurlijk. Wel schreeuwen, maar als je je zin krijgt, dan alsnog niet toegeven. Hij is er immers meer bij gebaat als er om de zaken heen wordt gedraaid. Hij ziet ongetwijfeld liever dat VARA-personeel met elkaar strijdt dan dat er inhoudelijk over zijn tuigdorp-plannen wordt gesproken.
Overigens was De Leeuw niet de enige die zijn afkeer van de cartoon liet blijken. Eerder stond er al een column van Paul Witteman in de VARAgids waarin hij de cartoon afkeurde. Ik hoorde zijn collega Jeroen Pauw in korte quote op Pownews zeggen dat een site als Joop helemaal niet bij de VARA thuishoort.
Natuurlijk mag je als collega’s onderling van mening verschillen.
Ik vind dat iedere cartoon geplaatst moet kunnen worden. Ongeacht wie zich er door beledigd zou kunnen voelen. Als je daar namelijk gehoor aan gaat geven, is het einde zoek. Ook als je gehoor geeft aan bedreigingen. Je wilt toch niet in een land leven waar bij het minste geringste bedreigingen worden geuit en dat dit leidt tot (zelf)censuur?
Het kan overigens nog veel gekker dan een cartoon die wat de goede smaak betreft op het randje zit. Collega stripjournalist Peter Breedveld, wiens visie op het beeldverhaal ik zeer waardeer, liet zich een paar weken geleden in een reeks tweets uit over de PVV. Breedveld schreef naar aanleiding van de discussie over het sturen van een politiemissie naar Afghanistan op twitter dat de VN zijn troepen beter naar Nederland kan sturen om PVV’ers dood te schieten.
Die ene tweet, die uit de context van een reeks werd gehaald, zorgde voor een hele rel. Belachelijk, zegt u? Kennelijk de normaalste zaak van de wereld in Nederland anno nu.
Joop verwijdert omstreden Wilders-cartoon
De redactie van Joop.nl, de debatsite van de VARA, heeft een omstreden cartoon van Adriaan Soeterbeek verwijderd nadat er bedreigingen naar medewerkers van de VARA waren geuit.
Dat laat de omroep vandaag weten.
Toen Gregorius Nekschot in 2008 werd opgepakt in verband met een paar cartoons die hij gemaakt had, gingen mijn nekharen overeind staan. Je moet in cartoons ieder onderwerp kunnen behandelen die je wilt. Of een cartoon smaakvol is, is en andere vraag en niet relevant als het om vrijheid van meningsuiting gaat. Ook nu voel ik mij ongemakkelijk bij de cartoonkwestie op Joop.
‘Deze beslissing hebben we niet lichtvaardig genomen,’ aldus het VARA-bestuur. ‘Als journalistieke organisatie tillen we zwaar aan de vrijheid van meningsuiting. Bedreigingen mogen geen invloed hebben op het beleid en de journalistieke afwegingen. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin het veiligheidsgevoel van medewerkers dermate wordt aangetast, dat ze niet meer op een goede manier hun werk kunnen doen. Dat laatste heeft bij deze concrete situatie in onze afweging de doorslag gegeven. De VARA heeft van de bedreigingen overigens aangifte gedaan bij de politie.’
De cartoon zelf vond ik ook niet erg smaakvol. De gewraakte cartoon is gemaakt naar aanleiding van het PVV-plan om ‘tuigdorpen’ in te richten. Op de cartoon is te zien hoe kampleider Wilders het ‘tuig’ naar de douche leidt. De vergelijking met de Tweede Wereldoorlog en concentratiekampen, waar miljoenen joden zijn vergast, is dus snel gelegd. Een beetje platgetrapt gras natuurlijk, die vergelijking tussen Wilders en de nazi’s. Nogmaals: geen smaakvolle vergelijking, maar de aanhangers van een politieke partij die zo prat gaat op die vrijheid van meningsuiting zouden zicht toch wat toleranter mogen opstellen.
Het plaatsen van de cartoon was voor Geert Wilders reden om zijn hoofd niet te laten zien op het verkiezingsdebat ‘De slag om de Eerste Kamer’ op woensdag 16 februari, want dat was een VARA programma. Sterker nog: niemand van de PVV mocht nog praten met de VARA. Dat deze publieke omroep-haters niet altijd weten wie er wel of niet voor welke omroep werken, bleek toen Hero Brinkman Giel Beelen te woord stond in diens radiogrogramma.
Technisch gesproken heeft Geert Wilders natuurlijk de cartoon niet verboden, maar vanwege een plaatje meteen een hele omroep boycotten is natuurlijk op zijn minst kinderachtig te noemen.
Ik mag hopen dat Wilders zijn achterban, waar ongetwijfeld de bedreigingen vandaan zijn gekomen, wel toespreekt en afstand doet van de geuite bedreigingen.
Ik vind het erg jammer dat de VARA heeft besloten de cartoon te verwijderen. Al begrijp ik heel goed dat de veiligheid van de medewerkers voor gaat. Ik sta zelf ook op de loonlijst van de VARA, zij het parttime en voor een andere site. Ik weet overigens niet welke bedreigingen er geuit zijn.