Kamperen: mij niet gezien. Beestjes in je tent, geen wifi en natuurlijk nooit een fatsoenlijke wc te vinden. En na het zien van De poel krijg je me helemaal de tent niet meer in.
De poel is een horrorfilm van Hollandse bodem en dus een zeldzaamheid, want zoveel films worden er hier niet in dit genre gemaakt. Dat roept bij ondergetekende meteen sympathie op. Vooral omdat scenaristen Chris W. Mitchell en Gijs Scholten van Aschat hebben gekozen voor iets wat in het midden zit tussen een psychologische thriller en horrorfilm en niet bijvoorbeeld voor een zombie-apocalypse, op hol geslagen politici zien we immers al genoeg in de media.
In De poel gaan Lennaert en zijn vrouw Sylke met hun twee zoons een paar dagen wild kamperen en nemen Lennaerts ex-collega Rob en diens dochter Emilie mee. Ze besluiten het kamp op te slaan bij een verlaten bosmeer. Uiteraard schuilt er meer onder het wateroppervlak dan men in eerste instantie zou vermoeden. De spanningen lopen al snel op en al snel begint de narigheid.
De casting is het sterkste punt in de film. Gijs Scholten van Aschat en Carine Crutzen, die we al vaker samen in Nederlandse producties hebben gezien, spelen prima een oudgetrouwd stel waar de irritaties van af vliegen. Ook de rest van de cast weet de personages geloofwaardig neer te zetten en dat is niet onbelangrijk, want naarmate de gebeurtenissen in de film naar het ongeloofwaardige neigen, helpen zij De poel enigszins te verankeren.
Slim dat men het vanuit productieoogpunt redelijk eenvoudig houdt: de hele film speelt zich af op één locatie. Mitchell, die met De poel zijn speelfilmdebuut maakt, bouwt de horror langzaam op. Wat begint met kleine irritaties tussen de personages, vloeit over in meer gruwelijke dingen als rottend vlees en uiteindelijk moord. Zolang de narigheid in de buurt van de realiteit blijft, zoals een vinger die afgesneden moet worden om verdere bloedvergiftiging tegen te gaan, weet De poel de spanning vast te houden. Als men daarna te ver doorslaat in de clichés van de genrefilm, wordt het lastig om met de personages mee te blijven voelen en verliest de film aan overtuigingskracht.
Toch hoop ik van harte dat De poel op meer Nederlandse filmmakers een uitnodigende werking heeft en dat we de film mogen zien als een voorzichtige start van een nieuwe trend. Laat die nederhorror nu maar eens tot bloei komen.
Vanaf 1 mei in de bioscoop.