Mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik atheïst ben. Ik geloof niet in God. Ik ben ervan overtuigd dat deze wereld beter, vredelievender en gezelliger zou zijn als religie niet zou bestaan.
Stephen Fry, die ik hoog heb zitten, is ook geen fan van religie en God. Toen hij van Gay Byrne in zijn programma The Meaning of Life de vraag kreeg wat Fry tegen God zou zeggen als hij hem bij de hemelpoort zou tegenkomen, gaf hij dit prachtige antwoord. Ik had het zelf niet beter kunnen zeggen, maar Fry verwoordt precies hoe ik over God, Allah en soortgelijke sprookjesfiguren denk:
Via Christ Oosteroms facebookpagina naar GayStarNews.
Dit interessante artikel kwam ik via de Facebookpagina van Marcel Ruijters tegen. In het stuk worden 12 verschrikkelijke ideeen behandeld die dankzij religie de wereld in zijn geholpen. En bedankt.
Ooit zag ik in Filmhuis Hoorn de director’s cut van The Exorcist (William Friedkin, 1973/2000). Ik kan me herinneren dat ik die behoorlijk goed vond. Recent zag ik deze echter weer in het kader van de weg naar Halloween, en eerlijk gezegd vind ik The Exorcist nu minder indrukwekkend.
Goed, de special effects in The Exorcist zijn voortreffelijk, evenals het camerawerk. Ook het spel van de acteurs, vooral van de jonge Linda Blair is zeer goed en in de meeste gevallen overtuigend. En het is altijd leuk om een vrouw te zien masturberen met een christelijk kruis, want het is altijd leuk om religieuze dwaallichten te choqueren.
Het verhaal komt verschrikkelijk traag op gang, maar dat wordt goed gemaakt op het moment dat het meisje bezeten raakt door de Duivel. Dan komt er een lekkere vaart in het geheel en wordt de vertelling zelfs wat fragmentarisch. Toch viel The Exorcist bij het terugzien wat tegen.
Het helpt natuurlijk niet dat het bekende muzikale thema, Tubular Bells van Mike Oldfield, vroeger gebruikt werd in de kinderserie Bassie & Adriaan. Die clown en acrobaat hebben niet alleen menig jeugd verknald door in tv-optredens als zichzelf iedere keer te laten zien dat ze eigenlijk grofgebekte proleten zijn, en door het gebruiken van het Exorcist-thema bij hun domme avonturen, moet ik iedere keer aan de huilende professor denken als ik de muziek in de film hoor. Niet echt bevorderlijk voor de horrorsfeer.
Grootste probleem heb ik wederom met de christelijke visie op de wereld die ten grondslag ligt aan het verhaal. Monsters die niet voortkomen uit een bestaande religie vind ik indrukwekkender dan wezens die al jaren door de kerk worden gebruikt om het volk klein te houden. Aangezien ik het christendom, net als alle andere religies, een onwijs onnozele uitvinding vind, boet de film mijns inziens hierdoor aan geloofwaardigheid in. Het idee dat de Duivel, het ultieme kwaad, zich laat binden door twee priesters die voorlezen uit de Bijbel en af en toe met een kruis zwaaien en onzin uitkramen als ‘The power of Christ compells you!’ is zo verschrikkelijk onzinnig dat het mijn suspension of disbelieve te boven gaat. Als ik Satan was geweest had ik die kruiszwaaiers een dikke middelvinger geven, maar in het verhaal van William Peter Blatty, die zijn eigen roman tot filmscript bewerkte, laat hij zich klein krijgen. Watje. Allemaal nachies, zeg ik dan.
(Benieuwd naar het verschil tussen de originele versie en de director’s cut? Check deze blogpost.)
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren. The Exorcist keek ik in het kader van de weg naar Halloween.
Sommige films die al wat ouder zijn doorstaan de tands des tijds niet. Poltergeist echter wel.
Deze horrorfilm uit 1982 van Tobe Hooper is nog steeds zeer genietbaar, al komt de plot wat traag op gang. Het verhaal is mede gepend door Steven Spielberg die ook als producer optrad in de film. Zijn vingerafdrukken en die van Industrial Light and Magic, het special-effectsbedrijf van George Lucas, zitten dan ook duidelijk op Poltergeist. (Let trouwens eens op hoeveel Star Wars-merchandise je in de film kunt zien.) De special effects zijn trouwens zeer overtuigend en waren toentertijd state of the art. Nu zie je wel door de lichtshow heen, maar toch, mooi gedaan. Dat de effecten overtuigen komt mede door het strakke spel van de acteurs die allemaal heel expressief hun angsten laten zien. Vooral hoofdrolspeelster JoBeth Willams kan er wat van.
Poltergeist draait om een doorsnee Amerikaans gezin bestaande uit pa, moe en drie kinderen, dat in een nieuwbouwwijk gaat wonen. Een typische Californische suburb. Al snel blijkt echter dat hun nieuwe huis niet helemaal pluis is: klopgeesten en paranormale verschijnselen stonden niet in de verkoopakte aangekondigd maar zijn veelvuldig aanwezig. Als de jongste dochter in een interdimensionale poort verdwijnt en wordt gegijzeld door ‘het beest’, is het tijd om de Ghostbusters te bellen. Maar ja, die bestaan niet in dit verhaal dus bellen de ouders maar met een stel wetenschappers die zich bezighouden met het paranormale. Dit sympathieke trio blijkt al snel niet opgewassen tegen het kwaad, dus wordt een grappig dwergvrouwtje ingehuurd om het huis ectoplastisch schoon te maken en de dochter te redden.
Waarom het zo spookt in dat huis, laat ik even in het midden, maar het heeft weer eens alles te maken met een grote coöperatie waarbij winstoogmerk voor ethiek gaat. Dit maakt de film nu nog steeds relevant.
De christelijke ondertoon die in dit soort films schuilgaat, vind ik wel ergerlijk. Het valt me bij het (her)bekijken van veel horrorfilms op hoe erg deze eigenlijk gestoeld zijn op de christelijke leer. In Poltergeist staat de weg naar het hiernamaals centraal en met ‘het Beest’ wordt overduidelijk de Duivel bedoeld. Aangezien ik het christendom, net als alle andere religies, een onwijs onnozele uitvinding vind, boet de film mijns inziens hierdoor aan geloofwaardigheid in. Liever een onbekende demon, dan eentje die bedacht is door een stelletje gefrustreerde mannen die de fictieverhalen over God en Jezus op papier stelden.
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren. Poltergeist keek ik in het kader van de weg naar Halloween.
In Muggen van striptekenaar Bart Nijstad krijgt het alledaagse een bovennatuurlijke wending. Een typisch Hollands stadje wordt decor van het Laatste oordeel.
Muggen, het albumdebuut van Bart Nijstad (1979), kwam opmerkelijk genoeg eerst in Polen uit. In 2012 won hij de pitch op stripfestival Ligatura te Poznań. Als hoofdprijs werd een jaar later zijn strip gepubliceerd. Daarna duurde het een tijd voordat hij een Nederlandse uitgeverij had gevonden. ‘Misschien is het boek te experimenteel voor de Nederlandse markt en durfden de uitgevers het risico niet te nemen. Die brengen liever boeken uit waar een grote vraag naar is. Maar het kan ook dat ze het gewoon een stuk stront vonden,’ vertelt de stripmaker die ook schilderijen en videokunst maakt.
Angstmedia
‘Met Muggen wilde ik een moderne versie van het laatste oordeel maken in stripvorm. Dat had verschillende redenen. We worden door de media constant bang gemaakt met berichten over de opwarming van de aarde en weeralarmen. Daarbij heb ik altijd een fascinatie gehad met de schilderijen van de Vlaamse primitieven en met de rampenfilm. Het concept van die films interesseert me: je hebt een aantal sympathieke personages en je hoopt dat ze de ramp overleven. Mijn eerste plan voor het boek was om dit om te draaien. Ik wilde onsympathieke personages waarvan je blij bent dat ze het niet overleven. Dat mislukte, want de onsympathieke personages bleken uiteindelijk de leukste te zijn.’
De stad is wat de personages met elkaar verbindt en die baseerde Nijstad losjes op zijn geboortestad Meppel. Voor het verhaal putte hij deels uit eigen ervaring. In Muggen maken we kennis met verschillende bewoners uit het gelijknamige stadje, waaronder de middelbare scholier Wildo die geobsedeerd is door geslachtsorganen en tijdens de les dagdroomt over zijn lerares. ‘Die fantasie had ik vroeger ook. Wanneer ik een mooie lerares had, lag ik ’s avonds in mijn bed te fantaseren dat ik in een hol onder de grond woonde, met daarin een keukentje en een teeveetje, terwijl bovengronds mijn lerares lag te zonnen. Ik vroeg haar of ze mee wilde komen naar mijn hol. Een verlangen naar geborgenheid en gezelligheid. Heel Freudiaans, of niet?’ lacht Nijstad.
Aliens
De onheilspellende sfeer in Muggen doet denken aan strips van Charles Burns en de films van David Lynch. Net als zijn voorbeelden geeft Nijstad graag aan het alledaagse een bovennatuurlijke draai en voegt aan herkenbare omgevingen surrealistische elementen toe. De gehandicapte vrouw Feikje fungeert als schakel tussen de gewone wereld en het bovennatuurlijke. ‘Zij is deels gebaseerd op Ans Hoornweg, een spiritueel genezer die claimt dat ze bezocht wordt door buitenaardse wezens. Ze maakt poppen van die wezens en beschreef hun cultuur in een boek. Feikjes bezoek aan de spiritueel genezer is weer gebaseerd op mijn eigen jeugd. Ik kwam daar voor mijn astma en moest aan een kistje draaien waar geluid uit kwam. Op de een of andere manier hielp dat wel.’
Feikje maakt in trance kleipoppen van eindtijdwezens die tot leven komen en de Apocalyps ontketenen. Muggen gaat tegen de vlakte. Straten vol rijtjeshuizen worden verpletterd door de wezens die het puin opzuigen om het later weer uit te spuwen. Alleen Wildo en zijn vriendinnetje lijken de ramp te overleven. ‘Gaandeweg leek het me leuk om het cirkeltje rond te maken en van Openbaringen terug te gaan naar ongeveer het begin van de Bijbel, met Adam en Eva.’
Dualisme
Het dualisme tussen het gewone en bovennatuurlijke verbeeldt Nijstad door tekenwerk met gefotografeerde elementen te combineren. ‘Ik heb de kleipoppetjes en de kostuums van de eindwezens gefotografeerd. Evenals de kostuums van de eindtijdwezens, die ik samen met Suzanne Kollen maakte. Ik wilde alle metafysische elementen in een ander medium maken en omdat ik vaak mezelf fotografeer in de houdingen die ik nodig heb, lag de keuze voor dat medium voor de hand.’
In de sprookjesachtige striproman Habibi behandelt Craig Thompson onderwerpen als vrouwenonderdrukking, seksualiteit en religie.
De Boekenbeurs in Antwerpen is voor Craig Thompson (1975) het voorlopige eindstation van een promotietour van twee maanden. Hij reisde door thuisland de Verenigde Staten en deed in de afgelopen weken Italië, Frankrijk en Duitsland aan om naar eigen zeggen honderden interviews te geven over zijn nieuwste striproman Habibi. ‘Het leukste aan zo’n tour zijn de ontmoetingen met de lezers, behalve als ze zich misdragen zoals daarnet,’ vertelt Thompson. Een fan werd opdringerig bij de signeersessie toen de lijn werd getrokken bij klant nummer vijftig en hij buiten de boot zou vallen. De rest van de sessie waakte een beveiliger over de stripmaker.
‘Het toeren is niet altijd plezierig. Het is erg vermoeiend, maar noodzakelijk en het hoort bij het proces van het strip maken. Het is net alsof je in een band zit. Je wordt bekend door op te treden, niet alleen door een album uit te brengen.’
Seksueel trauma Dat nieuwe album is Habibi: een gelaagde striproman van ruim 670 pagina’s over de bijzondere liefdesrelatie tussen Dodola en Zem, twee weeskinderen die ontsnappen aan slavernij, samen opgroeien en vervolgens elkaar een tijdlang uit het oog verliezen. Als ze elkaar terugvinden is Dodola het favoriete haremmeisje van de sultan en gaat Zem door het leven als eunuch.
‘Nog voordat mijn eerste strip Good-bye, Chunky Rice (1999) uitkwam, wilde ik al een boek over seksueel trauma maken, maar ik bezat het gereedschap nog niet om dit verhaal te vertellen. Ik moest eerst een betere stripmaker worden en meer zelfvertrouwen krijgen voordat ik zo’n duister project kon aanpakken,’ vertelt Thompson. ‘Ik denk dat iedereen seksueel trauma ervaart. Verkrachting, molestatie en misbruik komen overal ter wereld voor. Daarnaast zijn er verschillende lagen van meer subtiele vormen van misbruik of trauma waar mensen mee te maken krijgen als ze opgroeien en zich seksueel ontwikkelen. In mijn jeugd is er iemand die dicht bij mij staat verkracht. Ook al was het een tweedehands trauma en is het mij niet direct overkomen, die gebeurtenis heeft echt mijn leven gevormd. Ik móest dat in een boek verwerken.’
Worsteling
Personages die op gespannen voet met hun seksualiteit leven is een terugkerend thema in het werk van Thompson. In het autobiografische Blankets (2003) verhaalt hij zijn worsteling met ontluikende seksualiteit en een streng christelijke opvoeding, terwijl hij zijn eerste grote liefde memoreert. In Habibi biedt Dodola haar lichaam aan om te overleven terwijl Zem zich zo erg voor zijn seksuele gevoelens schaamt dat hij zich laat castreren. ‘Ik denk dat mensen zich op verschillende momenten in hun seksuele leven, kunnen herkennen in de archetypes van de prostituee en de eunuch. Soms ben je de prostituee, dan ben je losbandig of je bent middels seks wanhopig op zoek naar een diepere betekenis. En dan zijn er momenten in je leven waarin je volledig bent afgesneden van je seksualiteit, zoals een eunuch of een celibatair priester.’
De stripmaker erkent dat zijn fascinatie met het onderwerp deels te maken heeft met zijn religieuze achtergrond: ‘Religieuze dogma’s kunnen je seksleven in de weg zitten, net zo goed als dat ze spiritualiteit in de weg zitten. Religie kan spiritueel castrerend zijn. Iedereen is spiritueel of men dat nu erkent of niet. Geloof kan een barrière vormen en mensen afsnijden van hun eigen idee van spiritualiteit.’
Goddelijkheid
Thompson beschouwt zich tegenwoordig agnost: ‘Ik geloof dat er iets is dat veel groter is dan mijzelf. Je moet leren om goddelijkheid in jezelf en alle mensen te herkennen. Dat is in essentie wat liefde is.’
Behalve seksueel trauma behandelt Thompson ook onderwerpen als milieuvervuiling en de grote verschillen tussen arm en rijk in het gelaagde Habibi. Met dit boek kon hij een persoonlijker verhaal vertellen dan met Blankets of zijn geïllustreerde reisdagboek Carnet de voyage: ‘In een autobiografie ben ik het enige personage waar ik echt voor kan instaan. De andere mensen in dat verhaal zijn eigenlijk verwaterde versies, het zijn mijn percepties van die personen. In fictie staat ieder personage voor een bepaald facet van de auteur. Ieder personage, zelfs de nare figuren, zijn een deel van je, dus onthul je meer van jezelf. Van het maken van Carnet de voyage heb ik geleerd dat je in memoires de meest pikante zaken achterwege laat. De beste dingen van het leven, de meest kwetsbare en rauwe dingen, zijn te privé om te onthullen. Anders doe je te veel mensen pijn. Je kunt dus meer onthullen in fictie.’
Duizend-en-één-nacht
In Habibi verwijst Thompson veelvuldig naar verhalen uit de Bijbel en de Koran, en legt deze naast elkaar om de overeenkomsten te benadrukken. ‘Ik zie religie als een menselijke constructie die een barrière vormt tussen mensen en culturen. Je moet die grenzen opheffen, want er zijn veel meer verbindingen dan scheidingen. Religies die voortkomen uit Abraham – judaïsme, christendom en islam – zijn in de kern allemaal hetzelfde omdat ze voortvloeien uit dezelfde verhalen, terwijl mensen altijd de verschillen benadrukken.’
De sfeer en setting in het boek, de woestijnlandschappen, de harem van de sultan en de architectuur van het paleis en de steden, doen erg denken aan een romantisch beeld van het Midden-Oosten zoals we dat kennen uit verhalen als Duizend-en-één-nacht – een overduidelijke inspiratiebron voor Thompson. ‘In Habibi wilde ik aan de ene kant de stereotypen die we kennen uit oriëntalistische sprookjes als Duizend-en-één-nacht gebruiken terwijl ik tegelijkertijd de thema’s uit die verhalen op een dieper en reëel niveau wilde onderzoeken. Ik had veel plezier in het goochelen met die twee elementen.’
Vrouwen
De stripmaker toont een patriarchale maatschappij waarin de vrouw een ondergeschikte rol speelt. In de eerste scène wordt Dodola al op negenjarige leeftijd uitgehuwelijkt aan een oudere man. Geeft de stripmaker daarmee commentaar op Arabische cultuur? ‘Dit is niet specifiek voor de islamitische samenleving, maar een universeel verschijnsel. Het is 2011 en over de hele wereld is er geen sprake van echte gelijkwaardigheid tussen de seksen. Zelfs in zogenaamd beschaafde culturen als Amerika zijn er nog steeds minder kansen voor vrouwen.’
Erotiek Nu Habibi na jaren arbeid af is, is de stripmaker nog niet klaar met het onderwerp seksualiteit. Een van zijn volgende projecten wordt een strip over seks. ‘Ik onderzoek de historie van erotiek en erotische kunst, want naar mijn mening is dat nog niet op de juiste manier in strips behandeld. En dat moet, want strip is een veel geraffineerder medium om erotiek te verbeelden dan bijvoorbeeld fotografie dat makkelijk pornografisch en uitbuitend kan zijn. Dat zit in de natuur van deze twee media. Fotografie steelt een beeld. Het neemt, terwijl tekenen juist geeft. Tekeningen kunnen veel menselijker zijn.’
Craig Thompson: Habibi Een deken van sneeuw (Blankets) (uitgeverij Oog & Blik/De bezige bij)