Categorieën
Mike's notities

Column: Pasfoto van een terrorist

Paspoortverlenging betekent vaak een nieuwe pasfoto laten maken. ‘Dit keer niet’, dacht ik hoopvol, toen ik in de la nog één foto van de vorige sessie vond. Ik ben niet zo fan van pasfoto’s: ik zie er vaak knullig uit met een flauwe grijns op mijn gezicht. Maar de vorige keer waren ze wel geslaagd.Dus fietste ik fluitend naar het stadhuis. Toen ik echter drie kwartier had zitten wachten op mijn beurt, wist de jonge ambtenaar me te vertellen dat de foto niet aan de huidige eisen voldeed: ‘Hij is bijna te klein en de achtergrond is niet egaal. Ook kan ik zien dat hij niet recent is,’ zei ze bits. Om haar punt te onderstrepen wees ze nog eens op mijn huidige paspoort waarin dezelfde foto verwerkt zat. Ik vond dat ik er niet veel anders uitzag dan vijf jaar geleden, dus wat zat deze ambtenaar nu weer moeilijk te doen? ‘Ik vind mezelf anders prima herkenbaar’, wierp ik nog tegen. ‘Regels zijn regels,’ was het antwoord. Voodoopoppetje
Als ik denk aan de overheid dan voel ik meestal het maagzuur al opborrelen. Nederland kent een bureaucratie van Kafkaiaanse proporties. Een burger moet zich geregeld in allerlei bochten wringen om aan de verzoeken van overheidsinstanties te voldoen. Instanties vol ambtenaren die er zelf een potje van maken. Vorig jaar moest ik vijf keer mijn digiID-nummer aanvragen voordat ik eindelijk eens fatsoenlijk mijn zaakjes kon geregelen; de administratie bij de belastingdienst loopt zelden goed. Ambtenaren – het is niet mijn favoriete soort mensen. En als ze zaken afdoen met een kinderachtig credo als ‘regels zijn regels’, is het opeens niet meer moeilijk voor te stellen dat sommige mensen rood voor de ogen zien als ze kostbare levenstijd kwijt zijn door alle redtape waar ze mee te maken krijgen. Soms zou ik willen dat voodoopoppetjes wél werkten.

Crimineel
Een paar dagen later poseerde ik tóch voor de fotograaf. De nieuwe richtlijnen voor pasfoto’s zijn strenger dan ooit (in navolging van de Verenigde Staten, die de richtlijnen hebben opgesteld om terroristen makkelijker te kunnen herkennen):

  1. ogen op een horizontale lijn
  2. hoofd gekanteld
  3. schouders recht
  4. neutrale blik
  5. recht in de camera kijken en
  6. mond gesloten houden

De laatste regel maakt zelfs een kleine glimlach haast onmogelijk. Als je lacht worden namelijk je ogen iets smaller, waardoor je moeilijker herkenbaar bent. Daarom mag er niet meer gelachen worden op de foto’s. Door deze strenge regels kun je een beetje ontspannen blik op je pasfoto dus wel vergeten. Iedereen ziet er bij voorbaat uit als crimineel. Je bent verdacht totdat het tegendeel bewezen is. Ook ik kijk op mijn identiteitsportret chagrijnig, alleen het nummerbord onder mijn kin ontbreekt nog. Ergens biedt die foto ook wel troost: iedere ambtenaar die in het vervolg in mijn paspoort kijkt, krijgt die blik toegeworpen.En daar word ik dan wel weer vrolijk van.

Categorieën
Film

Column: Liever dvd dan hangjongeren

Sommige films worden beter als je ze vaker bekijkt. Toen ik van de week Casino Royale op dvd bekeek, vond ik deze plezieriger dan de eerste keer in de bioscoop. Maar goed, ik zat nu ook comfortabel in mijn stoel met een drankje en wat snacks. Wat dat betreft ben ik steeds meer een dvd-mens aan het worden en bezoek ik steeds minder graag de bioscoop.

Mooi leeg is niet lelijk.

Goed, een mooi opgenomen film komt het beste tot zijn recht op een groot canvas. Een 3D-animatiefilm als Beowulf ontleend zijn bestaansrecht zelfs volledig aan de cinema-ervaring, daar je alleen naar zo’n film gaat voor het visueel spektakel. Veel films zijn immers een kwestie van mooie plaatjes kijken. Daarom is het zo jammer dat ik al een tijd niet meer lekker in de bioscoop zit. Er zijn te veel factoren in de zaal die een pure filmbeleving tegenwerken: rumoerige hangjongeren die overal doorheen moeten schreeuwen, mobieltjes die per se opgenomen moeten worden, eeuwigdurende reclames en onnodige pauzes. In je privébioscoop heb je daar allemaal geen last van en kun je je ontspannen concentreren op de film.Toen ik laatst in de bijna lege zaal vier van Tuschinski naar Gone Baby Gone zat te kijken, was het wel heerlijk toeven in de bioscoop. Het was een rustige maandagmiddag en er zat ongeveer zes man in de zaal. Niet echt een situatie die de bioscoopeigenaar wenselijk acht, want weinig inkomens, maar de film kwam zo echter wel goed tot zijn recht.
Spektakel
Ik vraag me ook serieus af of sommige films niet gewoon thuis beter lijken doordat je niet gestoord wordt. Voor Spider-Man 3 gold dat wel: hoewel dit nog steeds de zwaktste film in de reeks is, was de film meer genietbaar nu ook daadwerkelijk de dialogen te horen waren. Tijdens de bioscoopvoorstelling zat de zaal vol met luidruchtige neanderthalers, wat het kijken er niet leuker op maakte.
Casino Royale is echter, ook los van de thuissituatie, een onderhoudende flick. In ieder geval onderhoudend voor een aflevering uit een voorspelbare filmreeks die een strakke formule volgt. (Zie voor uitgebreidere recensies: Bond mag met pensioen en Daniel Craig is de perfecte James Bond.)

Harde klappen
Toch weten door actiescènes gedreven films mij steeds minder te boeien. Op de een of andere manier klikt mijn verstand op nul als ik voor een langere tijd mensen heen en weer zie springen of auto’s door straten zie racen. Misschien dat ik daarom ook geen sport kijk.Films over sport vind ik daarentegen wel weer fascinerend. Echte bokswedstrijden zijn immers nooit zo spannend als de nagespeelde scènes in boksfilms. Scènes waarin allerlei filmtechnieken worden gebruikt om de strijdende sporters zo meeslepend mogelijk in beeld te brengen. Harde vuisten die in slow motion de tegenstander van oorverdovende – in de geluidsstudio nagemaakte – klappen voorzien. Gelukkig is dat spektakel ook heel goed vanaf de bank te bekijken.Tot slot…
Mocht een film toch niet boeien, dan heeft thuis kijken nóg een voordeel: met alle gemak stop je een nieuw schijfje in de speler, of zet je de televisie uit om je met YouTube te vermaken.Gerelateerd: Droomvenster, Beowulf, the trouble with trilogies en (soort van) gerelateerd: Geluidsgeweld in het OV.

Categorieën
Mike's notities

Column: Koffie met een decadente smaak

Zaterdagochtend. Ik sta met goede vriend Paul op de derde verdieping van de Bijenkorf in Amsterdam bij de Nespresso Boutique. Achter de balie staat een vrolijke mokkanicht Pauls adresgegevens te noteren. Sinds deze week is het gestroomlijnde Nespresso koffieapparaat onderdeel van zijn keukengerij. Hij is nu officieel lid van de club. Als vers lid krijgt Paul een gratis luxedoos mee voor de cupjes. Alles stijlvol in een papieren boetiektas. In het pakketje zit een boekje over het Nespresso assortiment. In dit werkje vol door cafeïnegeïnspireerde proza vinden we uitdrukken als ‘de ronde kleur’ en ‘bloemachtige aroma’s’. Koffiepoëzie voor huisvrouwen.Ik heb moeite een glimlach te onderdrukken als ik om me heen kijk en zie hoe het imago van dit koffiegenot wordt neergezet. Koffiedrinken is een way of life(style). ‘Bakkie doen’ is er niet meer bij. Nee, doet u mij maar zo’n aluminium cupje met het zwarte goud. Lekker hip.De reclames, die continue op een plat beeldscherm vanaf de muur worden vertoond, impliceren dat het drinken van Nespresso een fijnere ervaring is dan seks met George Clooney. (Nespresso, what else?) Nu wil ik dat als heteroman overigens al snel beamen. Toch moesten we maar eens de proef op de som nemen.Als Paul een aardig bedrag heeft afgerekend voor de kleine cafeïneschat, gaan we op de krukken voor de bar – euh, ik bedoel natuurlijk voor de boutique – zitten. In de boutique staat een vriendelijke jongeman in pak die onze kopjes prepareert. Hij is wat uiterlijk betreft piekfijn verzorgt, maar weet niet zijn dikke Amsterdamse tongval te maskeren. Op de display staan de smaken uit het assortiment uitgestald alsof het kleine meesterwerken zijn. Ik kies voor de Arpeggio, omdat deze wel lekker klinkt. Terwijl die beredenering nog even in mijn hoofd nagalmt, besef ik me dat ik me wel heel erg als een figurant in Glamourland gedraag. Ach, even lekker decadent doen is op zijn tijd best leuk. Ik nip van mijn Arpeggio. Hm, een lekkere stevige smaak die toch zacht op de tong ligt. Al helpt de setting waarin je dit drinkt natuurlijk ook. Van gebakken lucht kun je immers behoorlijke trek krijgen. Even later lopen we hyper van de cafeïne naar buiten.Soms kan het leven ook heerlijk ongecompliceerd zijn.
Lees ook: Koffie & Jezus.

Categorieën
Mike's notities

Column: De laatste dag

De laatste dag. Vaak komt hij onverwachts. De laatste dag van een relatie; de laatste dag dat je pc nog werkt; de laatste dag van je leven. Net zo onverwachts als de eerste dag overigens. Er is niet een vaste dag waarop een relatie begint bijvoorbeeld. Die dingen verlopen geleidelijk. De laatste dag van de vakantie echter – die staat vast. Maar wat te doen voordat het normale werkritme alles weer overheerst?In de twee weken dat ik vrij had ben ik lang niet aan alles toegekomen wat gepland stond. Ach, het leven is ook te kort om administratie te doen. Of om het huis op te ruimen en truien te kopen. Aan de andere kant zijn er genoeg leuke dingen gebeurd. Een fantastisch concert bijgewoond, enkele filmklassiekers in de dop gekeken, zelf aan een paar videoproducties gewerkt, vrienden bezocht en lekker in de kroeg gezeten waar ook nog eens een warme ontmoeting plaatsvond. Allemaal prima vrijetijdsbestedingen wat mij betreft… (als ik voor het gemak even vergeet dat ik voor een zieke collega moest invallen deze week.)En vandaag?Vandaag denk ik nog even niet aan morgen. Vandaag plan ik niets. Ik zie wel wat er op mijn pad komt.

Categorieën
Mike's notities

Column: Kerstfeestje van de zaak

In het bedrijf waar ik werk is het kerstpakket taboe. In plaats daarvan wordt er jaarlijks een feestje gegeven voor de personeelsleden. Filmsterren was het thema dit jaar. Veel Pink Ladies (Grease), James Bond-klonen en Matrix-mannen liepen er dus rond. Zo’n bedrijfsfeestje levert altijd interessant studiemateriaal op voor antropologen en sociologen. Collega’s die normaliter strak in het pak zitten en vooral zakelijk afstandelijk zijn, springen uit de ban. Het is alsof een avond in het jaar de façade van professionaliteit wordt afgedaan en chaotische gekte de mensen achter het pak heeft overgenomen. Het was dan ook genieten van de vele heupbewegingen op de dansvloer; testosteronbenaderingen naar vrouwelijke collega’s toe en het binnenwerken van de dikke draden mie terwijl mensen een normale conversatie trachtten te voeren. Het levert beelden op die langer beklijven dan menig kerstpakket. De grote baas van het bedrijf, die van een afstand wel iets wegheeft van Mark Wahlberg, heeft de eigenaardige hobby om als dj te fungeren op dit soort feesten. Hij stond dan ook het merendeel van de avond achter de draaitafels als een heuse DJ Tiësto. Als de grote tovenaar van Oz draaide hij het ene dancenummer na het andere (met niet altijd even vloeiende overgangen overigens), terwijl het personeel schokte op de door hem ingezette beats. Het leek me een aardige metafoor voor de gewone werkdag. Het was immers nog steeds de Grote Baas die het ritme aangaf en waar het personeel op meedeinde. Ik vroeg me af of hij dit soort feestjes organiseert om aan zijn dj-fetisj te voldoen. Maar wie weet staan er draaitafels thuis en gaat hij ieder weekend uit zijn dak in de huiskamer. Rond middernacht liet ik mijn collega’s op de dansvloer achter. Het zou immers niet lang meer duren voordat ik van een filmster in een gewone werknemer zou veranderen.

Categorieën
Mike's notities

Column: Consumptiestop

Koopzondag: ik zie ze rennen, door de regen. Handen vol tassen. Winkel in, winkel uit. Gejaagde blikken. Zoeken, scannen. Nog even hier kijken…. Kijken, waarvoor? Bang dat je iets mist?Ik ben niet veel beter. Ook ik vul mijn tijd met het struinen, kopen en consumeren van genotsmiddelen als boeken, cd’s en dvd’s. Uitverkoop in de platenzaak? Toch even kijken. Samen met de andere duizenden consumptiezombies. Schappen vol met goede albums; je kunt niet alles kopen. Ik moet kiezen, maar dat lukt haast niet. Als een autist staar ik naar de gekleurde cd-hoesjes. Mijn trance wordt doorbroken door de persoon naast me, die staat te dringen bij de bak. Alsof de voorraad ooit op kan raken. Alsof het iets uitmaakt. Heb je echt die ene cd nog nodig? Ik wíl hem, want het kán.Ik vul de leegte met de spullen uit de uitverkoopbakken. Het kost bijna niets, dus minder kieskeurig. Al snel staat de kast vol met secundaire rotzooi. Je huis lijkt een grote uitverkoopbak. Zo nu en dan probeer ik te stoppen, of in ieder geval te minderen. Dan stel ik een consumptiestop in, en koop alleen het ‘hoognodige’. Dat ene album waar ik al tijden op aas en dat nu eindelijk voor een redelijke prijs is te krijgen. Dat onverwachte juweeltje uit de filmgeschiedenis die ik niet mag laten liggen. Toch, zelfs al hanteer ik een kieskeurig beleid, vol wikken en wegen, dan nóg staat geregeld een halve meter plank voorraad op me te wachten terwijl ik met nieuwe spullen thuis kom.We leven in een consumptiemaatschappij. Bestaan door te consumeren. Ik struin, ik koop, ik besta. En terwijl ik consumeer, en geniet van de producten – want dat mag ik niet ontkennen, ik geniet wel degelijk van de spullen – kronkelt er diep van binnen het gevoel dat het ook anders kán. Dat er meer hoort te zijn.Ik negeer het gevoel en bestel nog snel iets online.Verwante teksten: Extra lang en De jacht.

Categorieën
Media

Column: No more Hyves

Het mag dan een rage zijn, persoonlijk vind ik Hyves niet veel aan.Ik vind de site traag en omslachtig. Als je door iemands vriendenbestand bladert, en met je muis op een foto blijft hangen, duurt het een eeuwigheid voordat je de basisinformatie over die persoon krijgt. Wanneer iemand mij een berichtje stuurt, of ‘krabbelt’ zoals dat heet in Hyves-jargon, krijg ik een e-mail die me daarvan op de hoogte stelt. Om de krabbel te lezen, word ik geacht eerst in te loggen. Bovendien heb ik niet de behoefte om zoveel mogelijk vrienden in mijn sociale harem te linken en deze tentoon te stellen. E-mail, telefoon en weblogs zijn wat mij betreft genoeg digitale communicatie. Ouderwets afspreken is overigens ook zeer plezierig. En dan te bedenken dat je eigen vrienden je hebben uitgenodigd voor deze netwerkmaffia. En een handige manier om oude bekenden terug te vinden? Dat werkt ook averechts: probeer die vage kennissen die je liever niet meer ziet maar eens te ontlopen in het doolhof van contacten.
Nee, ik hou niet van Hyves. Daarom zojuist mijn Hyves-profiel in de digitale prullenbak gedumpt. Wie echter zijn profiel wil wissen is eerst verantwoording schuldig aan het Hyves-bestuur. Spanjar wil namelijk dat je in een e-mail uitlegt waarom je je deelname aan het netwerkwalhalla van Nederland wil opzeggen. (Bij deze dus Raymond…) Zelfs opzeggen is dus omslachtig. Het valt me overigens nog mee dat dit überhaupt mogelijk is. Wel probeert het Hyves-team je met een zelfingenomen waarschuwing van je beslissing af te bregen:

“Er moet een vergissing in het spel zijn, want als we niet beter wisten zouden we denken dat je je account permanent wilt verwijderen. Hiermee verwijder je ook al je foto’s, video’s, vrienden en deel je je sociale leven een klap toe die niet zelden fataal blijkt…”

Ongetwijfeld sarcastisch bedoeld, maar ondertussen…Voor mij vanaf vandaag No more Hyves… What a Wonderful World. Het werd toch eens tijd voor een MySpace-account.Lees ook: Opa en de digitale revolutie.

Categorieën
Media

Column: Opa en de digitale revolutie

Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet..!

Ik ben minstens tien jaar te vroeg geboren. Nu ben ik allesbehalve een digibeet, maar als ik zie wat jongeren allemaal doen op het interpret en hoe vloeiend deze activiteiten overlopen in de verplichtingen van alle dag, ben ik soms wel wat jaloers. ‘In mijn tijd’ belde je nog met een vaste lijn, elkaar schrijven deed je op papier met een typemachine (of nog onleesbaarder: met de hand) en als je echte interactie wilde, dan ontmoette je elkaar ergens. Kortom: een sociaal netwerk opbouwen kostte meerdere decennia. Nu voeg je iedere vage kennis toe aan je sociale harem en voordat je het weet telt je Hyves tweehonderd échte ‘vrienden’.

Experimenten
Ik heb de videorevolutie nog meegemaakt en uren (home)video’s geschoten maar er was nog geen Youtube of ander digitaal platform waar je het kon laten zien. Dus behalve een select gezelschap zijn mijn filmexperimenten de rest van de wereld bespaard gebleven. Televisiekijken was helemaal vervelend: je was afhankelijk van de programmering en moest soms anderhalf jaar wachten voordat een programma uit de States hier een keertje werd uitgezonden. Hoeveel uren tijd had ik mezelf kunnen besparen met een peer-to-peersysteem? Daar wil ik niet eens aan denken.Muziek wisselde je uit op tapes – of als je genoeg geld had, kocht je het album op vinyl. Je logde niet in bij last.fm en je kreeg niet automatisch een muziekmenu voorgeschoteld. Je moest helemaal zélf kiezen wat je uit de kast haalde en waarin je zin had om naar te luisteren. Dat kon gelukkig wel al onderweg, met dikke vierkante walkmans en gigantische koptelefoons. (Als ik nu in de trein zit, mis ik soms goede geluidsdichte koptelefoons bij mijn medereizigers.)

Hyvesmaffia
Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet! De digitale revolutie geeft mensen sneller toegang tot elkaar en als alles lekker loopt met je pc en verbinding krijg je veel meer gedaan dan vroeger in dezelfde tijd. Dit zijn interessante tijden. We zitten in een stroom van technische ontwikkeling die enkele decennia geleden al is ingezet, maar die een steeds snellere vlucht neemt. Ik leef veel online. Ik blog, lees blogs, websites, bekijk filmpjes op Youtube en zit zelfs bij een paar sociale netwerken. Nou goed, één ding is mij wel een digitale doorn in het oog.

Die Hyvesmaffia vind ik een gruwel. De site loopt veel te traag – voordat je een foto ziet, of op een andere pagina terechtkomt… er gaan kostbare levensminuten verloren. Daarbij word je praktisch verplicht om mee te doen aan dit soort praktijken (peer-to-peerpressure, zeg maar). En dat geneuzel met die krabbels ben ik meer dan zat. Raymond Spanjar laat een e-mail sturen als ik gekrabbeld wordt. Maar om de tekst te lezen moet ik eerst inloggen op Hyves. Kortom: een heel effectief en nuttig netwerk dat Hyves. Laatst zag ik Spanjar op e.day. Voordat ik hem kon vragen of hij denkt dat het nog een keer wat gaat worden met dat Hyves, was hij alweer in de menigte verdwenen – de man die sneller is dan zijn netwerk. Ik zal hem eens krabbelen, snapt hij misschien meteen wat ik bedoel.

Voetnoot
Mijn opa was dik in de zeventig toen hij zijn eerste pc kocht. Hij was altijd geïnteresseerd in techniek, en hoewel hij soms wat hulp nodig had, kon hij zich aardig redden met dat ding. E-mailen met familie overzee, foto’s scannen en bewerken. Het spelletje Patience was een favoriete applicatie van hem. Toen hij stierf erfde ik zijn oude pc. Deze gaf enkele maanden geleden de geest. Misschien wordt het tijd dat ik hem eens weg doe.

Lees ook (of niet): het verslag van e.day 2007 en Een muzikale schatkamer.

Categorieën
Strips

Column: Parallelle levens

11 september 2001: terwijl ik samen met mijn toenmalige vriendin in een oud en sfeervol zaaltje van de UvA mijn propedeuse in ontvangst nam, boorden twee vliegtuigen aan de andere kant van de wereld in de toren van het World Trade Center.Eenmaal thuis zag ik de onwerkelijke beelden keer op keer herhaald worden, totdat deze niet alleen op mijn netvlies gebrand stonden, maar ik ook bijna ongevoelig voor dezelfde beelden was geworden. Desondanks kocht ik enkele tijdschriften waarin de foto’s van de aanslag gedrukt stonden. ‘Voor het nageslacht.’ Over beelden gesproken: ook in de stripwereld drukte 9-11 een stempel: een aflevering van Amazing Spider-Man behandelde de tragedie. John Romita jr. tekende dit deel. (Brandweermannen waren in Amerika een tijdje zelfs hipper dan de superhelden.)Het vreemde bijeffect van dergelijke fictionaliseringen is dat rampzalige gebeurtenissen onwerkelijker gaan aanvoelen. Uiteindelijk worden wereldschokkende dagen niet meer dan een plotelement – een narratief middel. Aan de andere kant zal dit proces ongetwijfeld bijdragen aan de verwerking ervan. Bovendien houden de videobeelden, films en strips over 9-11 de geschiedenis levend. Maar verwordt het geheel uiteindelijk niet gewoon tot een herinnering? In de eerste weken dachten we dat de wereld nooit meer hetzelfde zou zijn. Sindsdien werden er een politicus en een filmmaker vermoord. Werden er enkele Haagse politici bedreigd. Wordt er aanhoudend genocide gepleegd in Darfur. Spelen Amerikaanse soldaten nog steeds Team America in Irak. En gaat het dagelijks leven gewoon door: op tijd opstaan – treinen en bussen – aan ’t werk – terug naar huis – afspraak met vrienden – e-mail checken – slapen. De 911 specials van Time Magazine en Newsweek heb ik nooit meer uit de la gehaald. Mijn propedeuse evenmin.Lees ook (of niet): Team America: World Police.

Categorieën
Mike's notities

Column: Geluidsgeweld in het ov

Ik forens nu een aantal maanden fulltime en kan met recht zeggen dat je de westerse mens goed leert kennen in de trein. Zoals het type Gemankeerde DJ bijvoorbeeld.
Vanmorgen bleek dat de sneltrein weer eens gehalveerd was, met tot gevolg dat het voortuig tot het balkon toe volgepropt stond. Een snelle blik op de coupés liet echter zien dat er niemand in de gangpaden stond. Toen ik dat aan de mensen op het balkon opperde, werd ik glazig aangekeken. Deze forenzen waren of erg afgestompt, of gewoon verschrikkelijk asociaal. Nu kon er niemand meer in de trein, terwijl dat niet nodig was geweest. Idols
Wanneer je wel gewoon de trein kunt zitten, kom je ongetwijfeld die ene eikel tegen die eigenlijk dj had willen worden. Het feit dat slecht functionerende koptelefoons tegenwoordig het geluid al aan beide kanten van de dopjes laat horen, houdt mensen niet tegen om de slechtste mp3’s van hun collectie ten gehore te brengen. Nog erger wanneer er geen koptelefoontjes worden gebruikt maar het geluid al krakend uit een speakertje wordt gebraakt. Toppunt is wanneer de ‘muzikanten’ in spe zelf meerappen. Ouch, en ik dacht dat programma’s als Idols en X-factor wel duidelijk hadden gemaakt dat je er zonder talent niet komt. Door dit soort mensen mag er wat mij betreft een ‘X’ worden gezet. Gelukkig is er nu een student opgestaan die het niet langer meer pikt: Alexander Klöpping. Deze Media & Cultuur-student aan de UvA is een website gestart om het geluidleed in het ov aan de kaak te stellen. Op www.fuckingirritant.nl kunnen medereizigers hun verhaal kwijt (én binnenkort tegen kostprijs een t-shirt kopen met onderstaande tekst:)Waarschuwingsborden
Helemaal origineel is dit idee overigens niet, want in Engeland liep een soortgelijke actie. Vierduizend reizigers zetten hun handtekening tegen de ‘noisecriminals’ en nog eens duizenden mensen deelden online hun ervaringen. Daarop werden er kamervragen gesteld; er hangen nu grote waarschuwingsborden in bussen en metro’s. Effect had het daar dus wel (al kun je je afvragen of de amuzikale aso’s ook daadwerkelijk kunnen lezen). Nu maar eens zien of de comments van terecht geagiteerde reizigers ook in de praktijk tot actie zullen worden omgezet. Dat worden – wellicht – gezellige tijden in de trein.

Categorieën
Mike's notities

Column: Natte vingerwerk

Soms lijkt het leven net een telsell-commercial.Al een week of twee loop ik met een of ander halfgaar virus onder de leden. Geen idee wat het is, maar er last van heb ik wel. Kilo’s fruit, een – voor mijn doen – opvallend gezond dieet en veel rust mochten geen soelaas bieden. Mijn huisarts had me telefonisch een homeopathisch middel voorgeschreven, dus ging ik vol goede hoop naar het Zorgcentrum bij mij om de hoek. Het medicijn hadden ze echter niet op voorraad. Gelukkig hadden ze wel een hoop andere goedjes die ik zou kunnen slikken om beter te worden, verzekerde de verkoopster mij. In de winkel werd een nieuwe diagnose als volgt gesteld. Ik moest de duim en wijsvinger van mijn rechterhand met kracht tegen elkaar aandrukken. De verkoopster legde in mijn linkerhand een verpakt medicijn en begon aan mijn duim en wijsvinger te trekken. Wanneer het haar lukte mijn duim en wijsvinger van elkaar te scheiden, betekende dit dat mijn lichaam aangaf dat ik het betreffende medicijn niet nodig had: mijn lijf had er geen behoefte aan. Wanneer mijn vingers stijf op elkaar bleven, betekende dit dat ik het medicijn wél nodig had om beter te worden. Toen dit bij een weerstandversterkend middel het geval was, riep de verkoopster hardop de dosering; corresponderend met de uitkomst van de vingeroefening werd ook deze moeiteloos vastgesteld. Dit was het middel wat me zeker beter zou maken. Of ik even 45 euro wilde neertellen – effect gegarandeerd. Ook een collega van de verkoopster, een aantrekkelijke jongedame die er allesbehalve ziek uitzag, vertelde me met een stralend gezicht dat ze toevallig die ochtend hetzelfde middel had ingenomen toen ze zich niet zo lekker voelde. En kijk nu, ze voelde zich weer helemaal top. En dat slechts in een paar uur. Nu had ik last van koorts en voelde het misschien daardoor alsof ik in een foute telsell-commercial was beland. Noem me sceptisch, maar ik vind het moeilijk te geloven dat de bovenbeschreven vingeroefening op vakkundige wijze kan aangeven wat je lijf wel of niet nodig heeft. Natuurlijk geeft het lichaam een hoop aan en kan het geen kwaad om goed naar ons eigen biosysteem te luisteren, maar het moet wel reëel blijven: anders kun je net zo goed een Biostabiel om je nek hangen. Toen ik even later de winkel verdwaasd verliet, had ik dan ook niets gekocht. Toch maar gewoon fruit eten en goed uitrusten bedacht ik me.

Categorieën
Media Mike's notities

Column: Multimediaal droste-effect

Half negen ’s ochtends. Ik sta op Schiphol Plaza voor mijn afspraak met Hester. Ze is journalist en loopt voor de rubriek ‘De Werkdag Van’ in Intermediair een dagje mee met Hans-Peter Spies, luchtverkeersleider op Schiphol. En ik loop een dagje mee met Hester. Ze is het onderwerp van een nieuwe aflevering van Starters in Beeld. (Vorige week afgestudeerd, zelden vind je zulke verse starters). Dat is een videoserie op IntermediairForward.nl waarin starters worden geportretteerd.Terwijl ik Hester terloops wat vragen stel, haar met één hand probeer scherp te houden in de cameralens en met de andere hand een slok van mijn cappuccino drink, lopen we richting de bus die net voor onze neus wegrijdt. Gelukkig is het bijna droog vandaag.Aangekomen bij de luchtverkeersleiding worden we vriendelijk ontvangen door Marjolein Wenting die de PR regelt. Al snel ontmoeten we ook het onderwerp van Hesters artikel. Hans-Peter spreekt enthousiast over zijn vak en weet in korte tijd uit te leggen wat zijn werk precies inhoudt. Het klinkt als een spannende baan met veel verantwoordelijkheid. Terwijl Hester nauwkeurig noteert, schiet ik af en toe een totaalshotje van hen tweeën, gevolgd door een close-up. Covershots voor later. De zendermicrofoon die Hester omheeft, geeft mooi geluid waarop ook Hans-Peter goed te horen is. Hoewel we het geluid in de uiteindelijke film waarschijnlijk niet nodig hebben omdat Hesters voice-over te horen zal zijn, is het altijd goed om het oorspronkelijke geluid iets zachter op de achtergrond te hebben. Dat verhoogt de realiteitszin van de beelden. Het NOS-journaal werkt ook zo. Als je nieuwsbeelden zonder geluid zou zien, krijgt het geheel iets artificieels. Nieuws wordt dan minder écht.Na het gesprek gaan we naar de ruimte waar hét allemaal gebeurt: het controlecentrum. Hier zitten veel mensen achter grote monitoren de verschillende vluchten in goede luchtbanen te leiden. Het plafond is golvend voor de juiste akoestiek – stemmen klinken zacht op de achtergrond. De plafondverlichting staat laag, wat de ruimte een rustgevende uitstraling geeft. Ik ben er zelf niet zo blij mee, want het is altijd lastig videofilmen als er weinig licht is.Op een gegeven moment verschijnt een fotograaf van het bedrijf in mijn gezichtsveld. Hij wil graag vastleggen hoe ik Hester vastleg die op haar beurt weer de werkdag van Hans-Peter verslaat. Als niet veel later ook nog de fotografe van Intermediair de werkvloer op loopt, is het plaatje compleet. Media registreren andere media. Een live uitvoering van het droste-effect. Eigenlijk is er van een echte werkdag geen sprake: Hans-Peter geeft eerder een demonstratie van zijn werk dan dat hij het uitvoert. Ook een typisch verschijnsel van media en film: om de werkelijkheid vast te leggen wordt ze geënsceneerd. Handelingen worden overgedaan totdat het shot goed is. Uiteindelijk is alles immers een kwestie van interpretatie en selectie. Mij zal je nooit horen zeggen dat we de werkelijkheid weergeven. Alleen dat we een impressie ervan maken die deze hopelijk benadert.Tegen lunchtijd pak ik mijn camera weer in. Ik heb genoeg materiaal verzameld voor de geplande scène in de reportage. Hester zal de rest van de dag nog meelopen met Hans-Peter – uiteindelijk zullen ze nog de verkeerstoren op de luchthaven bezoeken. Voor haar is het immers wel een echte werkdag. Working on top of the World. Volgende week staat het video-interview met deze verse reporter gepland. En daarna duiken we de montageruimte in om het filmpje zodanig vorm te geven dat het een goede impressie geeft van haar werk.